De 'Leidsche jaren' van
stand
ZATERDAG 31 JANUARI 1987
EXTRA
PAGINA 27
Mét de komst van kroonprins Willem-AIexander
naar de Leidse universiteit wórdt een traditie in
ere gehouden. Al sinds de oprichting van de
universiteit zijn de betrekkingen met het Huis van
Oranje hartelijk. Willem-AIexander is al het
vierde familielid dat zich deze eeuw als student
inschrijft. Oma, moeder en tante slaagden er min
of meer in als student onder de studenten te
verkeren. Het is nog maar de vraag of de
kroonprins kan ondergaan in de massa.
'Geen woning, geen kroning'. Met
die kreet keerden krakers in Am
sterdam zich in 1980 tegen de kro
ning van prinses Beatrix. De Kat-
wijkse reder Dirk Taat moet zestig
jaar geleden iets soortgelijks heb
ben gedacht.
In 1927 verscheen koningin WUhelmi-
na bij hem voor de deur. Het koninklijk
huis zocht een passend onderkomen
voor prinses Juliana die zich als studen
te aan de Leidse universiteit had ge
schreven. Het koninklijk oog viel daar
bij op Huis 't Waerle en de aangrenzende
villa Hoogcate aan de Katwijkse boule
vard. Of Dirk Taat voor een paar jaar het
veld wilde ruimen. Zonder tegenspraak
pakte Dirk Taat zijn boeltje bij elkaar.
"De gemoedelijke heer Taat week toen
maar uit naar zijn ouderlijke woning in
de Voorstraat", schrijft het genootschap
Oud-Katwijk in zijn dertien jaar oude
uitgave Katwijkse Knip-sels. Samen met
de meisjes Michelin. Rooseboo'm en
jonkvrouwe De Brauw nam Juliana ver
volgens haar intrek in 't Waerle. De vier
vriendinnen noemden zichzelf al snel de
Vrolijke Zeesterren. Vanuit Hoogcate
zou baron Baud een oogje in het zeil
houden.
Traditie
Zo werd prinses Juliana de eerste
vrouwelijke Oranje-telg die de Rijksuni
versiteit van Leiden bezocht. Ze trad
daarmee in een langdurige traditie die
met de komst in september van kroon
prins Willem-AIexander zal worden
voortgezet.
De relatie met het koninklijk huis be
staat, zoals bekend, al sinds de oprich
ting van de Leidse universiteit. Willem
de Zwijger stichtte haar bijna 412 jaar
geleden. Het was de beloning voor het
gedrag van de Leidenaars gedurende het
Spaanse beleg. Maar tevens hoopte Wil
lem van Oranje dat de universiteit als te
genwicht voor de katholieke universiteit
van Leuven zou bijdragen tot verheffing
van het protestantisme.
Hij wilde "een goede genouchsame
ende vermaerde schole of universiteyt"
en vond Leiden daarvoor een "bequame
plaetse". Door de eeuwen heen bleek
hoe 'bekwaam' de Leidse universiteit in
koninklijke kringen werd geacht.
Een reeks Oranjes richtte zich voor
wetenschappelijk onderricht tot het
Academiegebouw aan het Rapenburg.
Graaf Justinus van Oranje arriveerde in
1576, gevolgd door prins Maurits en de
graven Hendrik Casimir en Willem Fre-
derik. De twee laatsten lieten zich op 14-
jarige leeftijd inschrijven, overigens
voor die tijd geen ongebruikelijk lage
leeftijd.
In de zeventiende eeuw komen we de
naam van prins Willem III tegen. Erf
prins Willem Frederik trad een eeuw la
ter in diens voetsporen. In de negentien
de eeuw wordt de familie Oranje verte
genwoordigd door prins Willem de oud
ste zoon van koning Willem III en de
prinsen Alexander I en II.
Deze ononderbroken reeks van man
nen werd pas deze eeuw afgesloten met
de komst van Juliana. "Van alle Oranjes
die aan de universiteit hebben gestu
deerd is het student-zijn misschien wel
het belangrijkst geweest voor Juliana",
zo vermoedde het blad Vorsten vier jaar
geleden. Niet alleen was zij de eerste
vrouwelijke Oranje (in een periode dat
meisjesstudenten toch al tamelijk zeld
zaam waren), maar bovendien was zij
nogal eenzaam opgegroeid. Juliana leef
de afgeschermd van de buitenwereld.
Haar moeder was dan ook bepaald geen
voorstander van haar universitaire plan-
'Menschenkind'
Juliana hoopte, net als Beatrix dertig
jaar later, zoveel mogelijk studente on
der de studenten te zijn. Volgens deze
krant van zevenenvijftig jaar geleden
was dat in de stad geen probleem. "Tien
tallen malen hebben we haar met heur
vriendinnen achterin haar auto zien zit
ten; tientallen malen haar met heur stu-
diegenooten vroolijk babbelend voorbij
zien stappen en we namen er nauwelijks
meer notie van. We hadden haar leeren
beschouwen als een gewoon meisjes
studente, zoals zij dat zelf ook zo'graag
wilde; zich overal vrij bewegen zonder
zich met de vinger nagewezen voelen.
Als een gewoon menschenkind".
In Katwijk werd het menschenkind
niet als zo gewoon beschouwd, beweert
althans het blad Vorsten. Heel Katwijk
was op de been en alle huizen waren ver
sierd toen Juliana zich als tijdelijk inge
zetene meldde. Katwijkse Knip-sels put
kennelijk uit andere bronnen en be
weert juist het tegenovergestelde: "De
jonge studente kon tot haar genoegen
ongestoord door hel dorp wandelen, al
liep er vaak een lakei achter haar aan.
Het grootste plezier had Juliana als ze de
chauffeur van de hofauto kon beetne
men. Ze nam dan stiekem de tram naar
Leiden, zodat de bestuurder van de gro
te, zwarte auto haar tevergeefs zocht".
Juliana stond ingeschreven bij de fa
culteit der letteren en wijsbegeerte,
maar volgde allerlei colleges die haar bij
het latere koningschap van pas zouden
komen. Ze was daarbij lid geworden van
de WSL, de vrouwelijke tegenhanger
van het studentencorps. De vereniging
was met dit beroemde lid danig in haar
sas. "Voor onze Vereeniging voel ik dit
als eene onderscheiding dat Zij de tradi
ties Harer doorluchtige Voorvaderen ge
trouw, en de aloude Sleutelstad als Hare
Universiteit kiezende, tevens lid van on
ze vereeniging heeft willen worden", zo
sprak de voorzitster bij haar entree.
Op 31 januari 1930 studeerde Juliana
af. Haar werd een eredoctoraat verleend.
Meer zat er ook niet in omdat haar
opleiding het niet mogelijk maakte
de normale universitaire examens
te doen. Maar het was allerminst
waardeloze eretitel waarmee Juliana
werd afgescheept. Alle betrokkenen
roemden haar studiezin.
Mr. P.J. Idenburg, in die periode se
cretaris van de universiteit, herinnert
zich dat koningin-moeder Emma zich
tot hem wendde met de vraag: Heeft
Juliana het verdiend? Zijn antwoord
luidde: "Hoogheid, Juliana heeft een
goed verstand en zij heeft goed gestu
deerd".
Deze krant besteedde twee pagina's
aan het eervolle afscheid van de
siteit. Alle ruimte dus voor een gedetail
leerd ooggetuigeverslag. "Tegen drieën,
het uur waarop de Prinses de woning
van Hare studiemakkers aan den Stille
Mare zou verlaten, hadden zich honder
den in de omgeving verzameld die
luid hoera aanhieven. Wanneer er gedu
rende het bijna driejarige verblijf
Prinses Juliana ooit een gelegenheid is
geweest waarbij haar groote populariteit
bij de Leidsche burgerij duidelijk tot ui
ting is gekomen, dan is het wel geweest
bij de eere-promotie. Wij hebben verrast
gestaan over het enthousiasme, waar
mee de gewoonlijk-doodkalme Leide
naars de Prinses op haar korten rit door
de stad hebben toegejuicht".
In de Senaatskamer aan het Acade
miegebouw werd de prinses opgewacht
door rector-magnificus Van Wijk en haar
promotor J. Huizinga, de fameuze histo
ricus en toen decaan van de faculteit der
letteren en wijsbegeerte. Van Wijk
mocht eerst het woord voeren en kwam
daarbij tot de volgende volzin: "Het zij
den Rector geoorloofd dat hij uiting
geeft aan de eerbiedige sympathie voor
die gelukkige verbinding van eigen
schappen van intellect en karakter wel
ke U op zoodanige wijze Uwe studieën
deden volbrengen, dat deze feestdag te
vens een waarachtige feestdag is voor
deze Universiteit".
Ontroerd
Huizinga stond nog eens uitgebreid
stil bij de goede indruk die Juliana als
studente achterliet: "Het is waarlijk
geen ijdele vorm of fraai vermaak ge
weest, deze vorstelijke studie. Trouwer
en aandachtiger hoorderes hebben de
Hoogleraren naar wier vakken Uw be
langstelling uitging, niet gehad. Het di
ploma vermeldt een uitnemende ijver,
den lust tot onderzoek, helder begrip en
ten slotte oorspronkelijkheid van geest.
Wanneer een vraag van alle kanten be
schenen leek, dan kwam meer dan eens
de Prinses met een 'ja, maar', die onaan
geraakte gronden aanroerde, en al het
verworvene weer op losse schroeven
stelde".
Eén van de aanwezigen bij de verle
ning van het eredoctoraat was prof. B.D.
Eerdmans en hij was duidelijk door de
plechtigheid ontroerd. "De tijd die wij
beleeven is zoo vol onsmaakelijken en
grove stoffelijken strijd dat het goed
doet een uur te mogen beleven waarbij
op indrukwekkende wijze getuigenis
wordt afgelegd van het gewicht dat het
vorstelijk huis aan wetenschap toe
kent".
Juliana had het laatste woord. "Zij
sprak niet dwaas zenuwachtig", wist de
verslaggever te melden. Integendeel:
"Helder en toch rustig om te gewagen
van haar dankbaarheid voor hare Leid
sche jaren". Juliana zei tot de verzamel
de hoogleraren: "Ik dank u voor de tege
moetkomende en kiesche wijze waarop
U mij alleen als studente hebt behan
deld. Het studentenleven mocht ik aldus
in al zijn bekoring meeleven".
Na een receptie in het Klein Audito
rium begaf Juliana zich met haar gevolg
naar het gebouw van de WSL aan het
Rapenburg. Daar volgde de aanbieding
van een gigantische taart (1.80 m. lang,
90 cm. breed), voorstellende villa 't
Waerle.
Beatrix
Met 's avonds een hulde op de Kat
wijkse boulevard werd het studentenbe
staan van de kroonprinses afgerond. De
verslaggever was in vorm die avond:
"Nooit heeft een dorp zulk een pakkend,
zoo'n recht uit het menschenhart opge
weld bewijs van toegewijde aanhanke
lijkheid voor deze koninklijke collega
meegemaakt. Zal ooit eenig feest van on
ze Prinses weer zulk een bijzonder stem
pel dragen? Het werd een zingen en jui
chen, een uitbundigheid zonder weerga.
De hoera's werden gebisseerd tot in het
oneindige. Zoo kon de thuisreis worden
aanvaard onder opgewekte nabeschou
wingen. Een tocht om nooit te verge
ten".
Niet bepaald het afscheid van een stu
dente onder de studenten. Een kwart
eeuw later diende een volgend lid van
het koninklijk huis zich onder die uit
drukkelijke wens bij de Leidse universi
teit aan.
Maandag 3 september 1956 arriveerde
kroonprinses Beatrix op Rapenburg 45
waar zij vijf jaar lang zou verblijven. Ooit
het woonhuis van prof. B. Telders, de
beroemde jurist die stierf in een Duits
concentratiekamp. Dertig jaar geleden
de woning van mr. J. Drijber, op dat mo
ment adjunct-secretaris van het college
van curatoren van de universiteit. Na
een wethouderschap in Leiden begon
Drijber een loopbaan als burgemeester
die hem uiteindelijk in Arnhem deed be
landen.
Zich beroepend op de discretie waar
mee het koninklijk huis gewoonlijk
wordt omgeven, wil hij zelfs dertig jaar
na dato geen informatie geven over zijn
beroemdste kamerbewoonster. Hij wil
alleen kwijt dat Beatrix en haar vriendin
en huisgenote Renée Roëll geheel zelf
standig kookten en boodschappen de
den. Berend van Mourik. in die tijd cor
respondent van dagblad Het Vaderland
in Leiden kan dat laatste beamen. "Ik
kan me herinneren dat ik samen met
haar in een groentezaak stond. Ze keur
de de appeltjes en niemand sloeg acht
op haar".
Moeder Juliana en dochter Beatrix voor het Leidse Academiegebouw. Juli 1961: Beatrix studeert af.
Zoals de kranten al bij haar aankomst
in Leiden schreven: "De Prinses wil zo
veel mogelijk als gewoon studente in
Leiden verblijven". Van Mourik: "Dat
gebeurde ook. De Leidenaars hebben
zich wat dat betreft goed gedragen".
De plaatselijke kranten hadden hun
lezers dan ook tot die houding aange
spoord. Onder het kopje 'Doe gewoon'
schreef het Leidsch/Alphens Dagblad
op zijn voorpagina: "De dagelijkse aan
wezigheid van Prinses Beatrix in Leiden
stelt de Leidenaar voor een probleem:
wat moet hij doen als hij de Kroonprin
ses op straat tegenkomt? De oplossing is
vrij eenvoudig: doe gewoon. Het is een
vorm van beleefdheid te groeten, maar
zelfs die beleefdheid is niet noodzakelijk
onder de bijzondere omstandigheden
waaronder Prinses Beatrix in Leiden
vertoeft. Zij verblijft hier als studente,
niet als Prinses. Het is noodzaak dat ie
dere opvallende belangstelling achter
wege blijft. Geen samenscholingen,
geen nazien, geen aandacht vestigen op
haar aanwezigheid".
Niet opgemerkt
Vijfjaar later kon tevreden worden ge
constateerd: "Zij is vanzelfsprekend niet
onopgemerkt gebleven in de Sleutel
stad, wanneer zij in haar groene auto AA
99 door de stad reed, wanneer zij op het
Rapenburg wandelde, wanneer zij een
bioscoop bezocht of bij een winkelier in
kopen deed. Maar nooit heeft de Leide
naar meer aandacht aan haar geschon
ken dan een glimp".
Van Mourik: "Een dergelijke houding
was ook van tevoren afgesproken met de
kranten. Er werd weinig over haar aan
wezigheid in Leiden bericht. Voordat zij
kwam, hebben wij van de plaatselijke
pers een gesprekje met haar gehad. En
omdat we ons zo goed gedragen hadden,
mochten we na afloop van haar studie
nog eens een kopje thee met haar drin
ken. Zo ging dat in die tijd".
Beatrix had als hoofdstudie sociolo
gie. "Kenmerkend voor haar karakter",
meende de krant. "Zij ziet in deze jonge
wetenschap een weg naar de oplossing
van fundamentele vraagstukken der
menselijke samenleving". De studie
bood haar tevens de mogelijkheid in
contact te komen met leeftijdgenoten
(ook Beatrix was lid van de WSL). 'een
voor een vorstenkind welhaast unieke
mogelijkheid'
Dat contact met anderen zou zelfs tot
een romance hebben geleid met een stu
dent theologie. De Nederlandse pers
zweeg daarover, bleef trouw aan haar be
lofte van terughoudendheid. Maar de
buitenlandse kranten hadden minder
scrupules en berichtten uitgebreid over
het vermeende liefdespaar. Een journa
list herinnert zich: "Ik weet nog goed dat
ik met een Franse collega alle plekjes
ben af geweest, waar ze gesignaleerd wa
ren. Handje in handje op een bankje, een
etentje in de Auberge Francaise in de
Kloksteeg. Dat soort dingen. Hoe dat
verder met die relatie is gegaan, weet ik
niet. Zal wel doodgebloed zijn".
De prinses sloot in elk geval als alleen
staande haar studie af. Zeven juli 1961
was het zover. Tijd voor een journalis
tiek eindoordeel. "Ook in studenten
kring heeft Prinses Beatrix getoond een
sportief kind van deze tijd te zrjn met
een zelfbewustheid en een praktische
belangstelling en aanpak, met een helde
re kijk op de wereld, waarin zij zich geen
knollen voor citroenen liet verkopen".
Heel sympathiek
Zoals rector Van Wijk in 1930 de lof
trompet stak over de studiezin van moe
der, zo was zijn opvolger Ripperda
Wiersma evenzeer te spreken over de
prestaties van de dochter. "Ware de
Prinses een gewone studente, dan zou
haar naam worden doorgegeven aan het
ministerie van Onderwijs. Kunst en We
tenschappen als een studente met bij
zondere intelligentie".
Zijn algemene indruk: een charmante
jongedame met een open en eerlijk ka
rakter en begenadigd met een uitste
kend verstand. "Ja, Prinses Beatrix is
werkelijk heel sympathiek", aldus Rip
perda Wiersma. De prinses beantwoord
de dit enthousiasme met de woorden:
"Jullie hebben van mij een echt mens
gemaakt".
De deur van Rapenburg 45 kon defini
tief worden dichtgeslagen. Om ruim een
jaar later alweer met-koninkljke hand te
worden geopend. Na eerst een tijdje in
het Franse Montpellier te hebben gestu
deerd, nam prinses Margriet als studen
te rechten haar intrek in het pand. Ze
kreeg wel met een andere hospes te ma
ken. Drijber was inmiddels burgemees
ter in Middelburg geworden. Professor
Melai was de nieuwe eigenaar van het
pand.
Inmiddels al enigszins gewend aan
vorstelijke ingezetenen, besteedden de
kranten nauwelijks aandacht aan haar
komst. Er werd volstaan met wat foto's.
Margriet was een studente onder de stu
denten, zonder dat ze daarom uitdrukke
lijk moest vragen.
Van Mourik: "Margriet was ook heel
anders dan Beatrix. Die had toch iets
hoogmoedigs. Toen ze in Leiden arri
veerde, zei ze ook zo nadrukkelijk dat ze
niet voortdurend door het volk achterna
wenste te worden gelopen. Margriet was
een heel lief meisje, beetje verlegen ook.
Ze wist niet eens wat ze ging studeren.
Toen dat bij het gesprek met de pers aan
de orde kwam, moest ze dat zelf vragen
aan haar secretaresse".
Fijne vent
Drie jaar later was Margriet wel voor
paginanieuws: ze verloofde zich met de
Leidse rechtenstudent Pieter van Vol
lenhoven Deze liefde (VVSL-Minerva)
was in 1963 opgebloeid tijdens een lu
strumviering in Wageningen, zo kon uit
de mond van W. Dulith, boezemvriend
van Van Vollenhoven, worden opgete
kend.
Over Margriets aanstaande niets dan
goeds. Zijn hospita (Pieter woonde aan
de Witte Singel): "Het is een heel prettig
mens". De werkster; "Hij is een fijne
vent. Ik weet nog goed zijn meeleven
toen mijn dochtertje ernstig ziek was.
Zo'n fijne jongen krijgen we nooit meer
terug". Inderdaad was het aanstaande
bruidspaar snel verdwenen. Nog hetzelf
de jaar sloten beiden hun studie af.
Maar de vierde Oranje komt er alweer
aan. Of hij als student onder de studen
ten kan verkeren, mag zeer de vraag he
ten. Oma liet zich destijds bij de Leidse
universiteit inschrijven als freule Van
Buren. Misschien biedt dat enig soelaas.
Hij kan allicht de Ell'stegentocht onder
die naam rijden.