'Er is wat afgejankt bij het Werkteater' Accent op infantiele Macbeth Kundig spel van Lydia Gitana Tentoonstelling van kunstenaarsboeken 'Altijd wat' afscheidsproduktie van Shireen Strooker MAANDAG 26 JANUARI 1987 KUNST PAGINA 19 AMSTERDAM (GPD) - Ze zegt liever over 'Altijd Wat' van Wim T. Schippers te praten, haar nieuwste en dus laatste Werkteater voorstelling, en doet dat vervolgens met een nauwelijks van enthousiasme te stuiten woordenvloed. Over hoe het repetitieproces een Schippers-verhaal op zichzelf werd: tot een maand voor de eerste geplande voor stellingen moesten de spelers het met dertig bladzijden tekst doen, daarvoor stokte de leverantie al lange tijd op vijftien bladzijden. Shireen Strook er: 'De littekens zullen nog lang zichtbaar blij- door Eric v.d. Velden „We hebben brieven en een tele gram naar Wim gestuurd, eerst met humor, en daarna nog een keer koel en zakelijk. Maar dat hielp na tuurlijk niets. Op bevel kun je geen toneelstuk schrijven. Voor ons maakte het niet eens zoveel uit. We hadden met dit groepje al zoveel eerdere crisis overleefd. Nu zou het ook wel tot een goed einde komen Desnoods maakten we een voor stelling zonder stuk. Intussen diep ten we de dialoog uit die we wel hadden. De voorstelling ging ei genlijk steeds meer over het wach ten op een kunstwerk. Op een ge geven moment liet mijn vriend Bram (Vermeulen, red.) het woord 'tentoonstellen' vallen, toen had ik de 'sleutel': zes supposten expose ren met hun spel als het ware een kunstwerk van Schippers, ben je meteen van het soort realisme af, dat ik langzaam ontgroeid ben". Ze verhaalt over een bezoek van Schippers aan een repetitie: „Hart stikke zenuwachtig waren we. Geen één van zijn toneelaanwijzin gen volgden we op. In zijn stukken gaan die namelijk maar dóór: Een groot bed met satijnen kussens, dan weer een bar die opentuimelt. een tafel met stoelen, een volledig ingerichte kantoorruimte.... Afge zien van het feit dat ik niet zou we ten hoe je al die changementen moet realiseren, hou ik gewoon niet van toneel waarbij de vorrru overheerst. Het gaat mij om de mensen, om de authenciteit in het acteren. Schippers straalde na af loop. Je zag dat hij een beetje ver liefd op zijn eigen stuk was gewor den. Zeer inspirerend zei hij het spel te vinden. Nou, dat bleek ook wel. Ik had me laten ontvallen dat ik stoelen op het tpneel haat, promt kwam hij met een scAene over een stoelenmaker aanzetten. Typisch Wim T. Schippers: uitdagen en ontregelen". Eis En ze heeft het over de tekst, waaraan geen letter werd veran derd. „Schippers stelde die eis min of meer voor de grap. Wij vonden het spannend om ons daar rück sichtslos aan te houden. Ik ben een „Deze produktie is de laatste die Shireen Strooker binnen Het Werkteater zal maken". Een kale mededeling, wegge stopt op pagina twee van het eigen informatieblad. Zo luid je als groep normaliter niet één van je oprichtster uit, en zeker geen toneelmaakster die meer dan vijftien jaar lang als een uiterst belangrijke motor achter tal van schitterende voorstellingen fungeerde. Zij en Marja Kok werden tijdens de hoogtijdagen de 'directri ces' van het Werkteater ge noemd. Wat ging er mis? Waarom wordt Strooker door een achterdeur uitgeleid? fan van Schippers, maar een kriti sche fan. Ik vind dat hij zich nog wel eens verliest in flauwiteiten. Maar we spelen die wel. en zo dat de acteurs van elke zin exact weten wat voor hen de diepere betekenis is. Om aan te geven wat ik in mijn regies nastreef, gebruik ik altijd vier woorden: Genuanceerd, se rieus, eenvoudig en precies. Ik denk dat we bij Altijd Wat een heel eind zijn gekomen. Ik ben trots op deze groep". Doorvragen leert dat Altijd Wat onder extreem zware omstandig heden tot stand kwam. Weinig minder dan een oorlog woedde er afgelopen jaar binnen- de muren van het Werkteater, een strijdveld dat Shireen Strooker uiteindelijk besloot te verlaten met de hoop - zoals ze in een brief aan bestuur en directie verklaarde - dat door haar vertrek de lucht zou opklaren. Ze zegt nu: ..Wat er het afgelopen jaar gebeurd is, dat valt met geen pen te beschrijven. De onmacht, het ver driet, de woede.... Er is wat afge jankt, daar heb je geen idee van. De sporen en littekens zullen nog lang zichtbaar blijven". Voor de achtergronden moeten we terug naar 1983. Na twaalf jaren van ongekende bloei met produk- ties als 'Toestanden', 'Avondrood'. 'Hallo Medemens', 'Een zwoele Zo meravond', 'Mar en Sien Show' en 'Bosch en Lucht' kwam de groep in een artistieke impasse terecht. De artistieke lijn was niet langer meer duidelijk. Via het door mid del van improvisaties uitdiepen van sociale problemen was de groep bij het onderzoek van het re pertoiretheater beland (Oom Wan- ja, de Huisbewaarder), om van daaruit steeds minder als een col lectief, en meer als een verzamel plaats van individuen naar buiten te treden. De verschillen tussen de spelers kwamen steeds duidelijker naar voren. Binnen die ontwikke ling paste het vertrek van een groot aantal mensen van het eerste uur: Peter Faber, Gerard Thoolen, Hel- mert Woudenberg. Olga Zuiderhoek. Rense Royaards en Marja Kok. Later zouden Joop Ad miraal, Cas Enkelaar en Hans Man in 't Veld volgen. Shireen Strooker vertrok voor een half jaar naar Amerika om met toneelstudenten van de Universi teit van Californië te werken. Ze zegt: „Lang voordat ik naar Ameri ka ging, kwam op een evaluatiedag al naar voren dat veel mensen van de oude club afgrijzen en kotsnei gingen bij de s van succes begon nen te voelen. Die moesten voor hun gevoel weg. Ze vonden het mooi geweest. En er waren er na tuurlijk ook een paar. die het suc ces fantastisch vonden. Ik heb last van het één noch van het ander. Je werkt voor mensen en waar je dat doet maakt mij persoonlijk geen moer uit. Heet spelen in Carré suc ces, nou dan heet het maar succes. Om dat soort - ik noem het - fru straties was ik niet van plan een plek op te geven die ikzelf ver overd had. die mij veranderde, en die mij verrijkte. Op die evaluatie zei ik: okee, vertrekken jullie maar, maar ik ga deze plek bewaken, des noods breiend in de portiersloge, want deze plek is voor mij heilig! Dat meende ik. Uit Amerika schreef ik toen dat ik met nieuwe mensen verder wilde". Shireen Strooker was niet de eni ge oprichtster die tot op heden zou aanblijven. Door gingen ook Yo- landa Bersch, Daria Mohr en Her man Vinck, acteurs die altijd wat in de schaduw waren blijven staan. Aangevuld met nieuwe spelers ontstonden er twee afdelingen: Werkteater 1 en Werkteater 2. De groep van Strooker bracht onder andere 'Romeo en Jeanette'. 'Wie doet Somberman' en 'Verre Vrien den' uit. Werkteater 1 kwam met de 'Kroning van Poppea' en 'Laios'. Daarnaast maakte beide 'afdelingen' video's. Als we de woorden van Strooker goed interpreteren, dan is de kern van het conflict in wezen simpel: een toenemend gebrek aan affini teit en respect voor eikaars werk. „Ik had meteen moeten zeggen, dat dat clubje mensen me niet in spireerden. dat ik geen vertrouwen in hun artistieke potentie had. Daar ben ik niet eerlijk over ge weest". zegt Strooker met de haar typerende directheid ..Aan de an dere kan", zo voegt ze toe, „dach ten deze drie mensen net zo over doorgaan als ik. Dat hadden we ge meenschappelijk. Ik heb hen wel degelijk gestimuleerd om hun plannen te verwezenlijken". Botsende persoonlijkheden en verschillende artistieke inzichten culmineerden tot een nauwelijks meer te ontwarren geheel van oor zaak en gevolg. Toen de vorig jaar aangetrokken nieuwe directeur van het Werkteater. Han Vije. kos te wat het kost een integratie wilde bewerkstelligen, was het hek hele maal van de dam. Baas Strooker. duidelijk geëmotio neerd: „Ik heb niet het gevoel, dat ik Herman Vinck. Daria Mohr en Yolande Bersch in de steek heb ge laten. Absoluut niet. Ze hadden juist geen boodschap aan mij. Ik schijn het experiment uit de weg te gaan door bestaand repertoire te spelen. Ik wil de baas spelen. Dat soort dingen worden er over mij gedacht. Ik zou adepten om me heen verzamelen. Nou, er zijn geen mensen van wie ik meer op me donder krijg, dan de acteurs met wie ik nu werk. En ik zou een ver rader zijn; Van het begin af aan zou ik een coup hebben gewild. Hele maal niet! Als ik daar op uit was geweest, dan zou ik me veel eerder negatief over het werk van die mensen hebben uitgelaten. Een keer deed ik mijn mond wel open. Bij 'Laios'. Die kritiek heeft, denk ik, bij hen de druppel doen overlo pen „Vorig jaar koninginnedag heb ik gezegd: ik stap op. Je kunt inte gratie niet met het mes op de keel afdwingen. Dat moet organisch groeien. Ik paste voor de macht strijd. Han Vije zegt nu dat hij de opdracht had om van twee groepen één groep te maken. Dat ontken ik, ik heb die man zelf binnengehaald. Daarvoor gingen we als verschil lende afdelingen ieder ons eigen gang. Zelfs de subsidieaanvragen verzorgden we apart. Met de komst van Vije werd dat allemaal terug gedraaid. 'Altijd wat' was een oude af spraak. Ter gelegenheid van het 25- jarige bestaan van het Cultureel Jongeren Paspoor had Schippers de opdracht aanvaard om een stuk te schrijven. Maar alleen als ons groepje de opvoering verzorgde. Al onze eerdere produkties zag hij één of meerdere malen. De eerste week dat ik in het gebouw aan het Katte gat repeteerde, sloop ik gewoon die trap op. Dat is toch idioot, ik ken er ieder plekje van. Als ik ie mand van die andere club op de trap tegenkom, kijken we elkaar in de ogen, en weten we niet of wel of niet gedag moeten zeggen. Die machteloosheid...". „Ik heb al een jaar de tijd gehad om mijn vertrek te verwerken. Maar de acteurs met wie ik twee jaar nauw samenwerkte zitten er nog midden in. Kenneth (Herdi gein) besloot tegelijk met me op te stappen. Na lange gesprekken, hier bij mij thuis, besloten Judith (Hees). Lieneke (Le Roux). Maar ten (Wansink) en Toon (Agterberg) om toch te blijven. Ze zitten vol met ideeën, en verlaat dan maar eens een plek waar je je aspiraties kunt verwezenlijken. Nu ziet het er na uit dat ze toch op straat worden gezet. Soms zag ik tijdens het repe teren een traan, en dan legde ik maar een troostende hand om een schouder. Praten deden we er tij dens het werk niet over. die af spraak hadden we vooraf ge maakt". De grote vraag luidt nu natuur lijk hoe het met het Werkteater ver der moet. Volgens Shireen Strook er zet Han Vije alles op een grote zomerproduktie. Speciaal voor dit doel is de eigen tent al verbouwd. „Aan een idee. regisseur en vol doende acteurs ontbreekt het al leen nog", zegt Strooker. en de ei gen herinnering aan de tentpro- dukties worden weer levend: „Meestal begon het met een bril jant idee van Marja. Die tent daar was ik gek op, jongen. Iedereen trok ik over hun inzinkingen heen. Hallo Medemens, Een Zwoele Zo meravond of Bosch en Lucht, daar genoten we zo intens van" Eigen groep Shireen Strooker gaat samen met het Belgische regisseurs duo Guy Joosten en Luc Perce val de artistieke leiding van een nieuwe (kleine) theatergroep vormen. Als de subsidieaan vraag wordt gehonoreerd komt in het seizoen '88/'89 de eerste produktie uit Guy Joosten en Luc Perceval maken op het ogenblik furore met hun visie op Shakespeares Othello, uit gebracht door de eigen Blauwe Maandag Compagnie. Shireen Strooker neemt bij nader inzien geen zitting in de artistieke leiding van het nieu we Haagse repertoiregezel schap van Hans Croiset. „Ik vind het plan van Hans prima Maar voordat je bij een dergelij ke groot gezelschap aan een be hoorlijke manier aan toneelma ken toe komt, zal eerst de pleu ris moeten uitbreken. Ik wil niet meer het risico lopen dat ik met mensen moet werken, die ik niet volledig zie zitten. Dat is de les die ik uit de laatste perio de bij het Werkteater heb ge leerd. Wel heb ik toegezegd om in Den Haag workshops te gaan leiden". 'Macbeth' door 'De Salon'. Tekst: Wil liam Shakespeare, vertaling: Dolf Ver spoor, regie: Edwin de Vries, decor: ltocl Schneeman, kostuums: Rien Bek kers, geluidscomposities: Henk van der Meulen. Gezien op 22 jan. in de Stadsschouwburg, Amsterdam. AMSTERDAM - Macbeth van De Salon begint overrompelend. Het zwaard dat hoog als een disco-bol boven het toneelpodium flikkert valt loodrecht naar beneden en treft de gewonde officier. Plots zijn DEN HAAG (ANP) - De Koninklij ke Academie van Beeldende Kun sten houdt van 26 januari tot 14 fe bruari een tentoonstelling van en over kunstenaarsboeken. De expo sitie is gemaakt door de beeldende kunstenaars Frans Baake. Anthon Meijssen en Willem Moeselaar. Be halve boeken van meer dan 35 kun stenaars die te kijk liggen in vitri nes, wordt informatie gegeven over het maken van boeken met de nadruk op het kunstenaarsboek In de geschiedenis van het ver vaardigen van boeken blijkt dat vanaf 1960 een toenemend aantal kunstenaars zich interesseert voor het medium boek. Daarvan getuig de destijds ook het overzicht dat op de manifestatie Documenta 6 in het Westduitse Kassei werd gege- Kunstenaarsboeken zijn zelf standige kunstwerken die elke denkbare vorm en inhoud kunnen hebben. Het kunstenaarsboek kent beperkte oplagen, van een stuk of tien tot enige honderden exempla ren. Ze zijn meestal duur maar bi bliofielen betalen het. De distribu- VIOOLCONCOURS - Er zijn in to taal 61 composities voor vioolsolo ingezonden voor de Europese com positieprijsvraag voor jonge com ponisten tot 30 jaar uit geheel Eu ropa. Dit heeft de Stichting Studie fonds Oskar Back. die deze prijs vraag namens de Europese Optie- beurs heeft uitgeschreven, meege deeld. De stichting noemt het aan tal inzendingen een groot succes. Op 9 februari zal een jury beslis sen welke componist de prijsvraag heeft gewonnen en de prijs van 10.000 gulden zal,ontvangen. Het winnende werk zal worden uitgevoerd door de deelnemers aan het elfde Nationaal Vioolconcours, dat in april in het Concertgebouw in Amsterdam wordt gehouden. tie loopt via gespecialiseerde boek handels en galeries die in dit me dium zijn geïnteresseerd, ook wel via kunstenaars die een collectief vormen of zelf een boekwinkel zijn begonnen. Ruilen is vaak een aar dige en goedkope manier om een collectie op te bouwen. Behalve van de organisatoren van de expositie zijn op de ten- toonstellig werken te zien van An ke ter Beek. Joseph Beuys, Bert Bras. Chris de Bueger, Luuk De gen, Henriëtte van Egten, Annika Eriksson, Sjoerd Hofstra, Pieter Holstein. Sipke Huismans. Kiek Jansen, Petur Magnüsson, Ton Martens. Anneke Minter, Achna- ton W. Nassar, Erik Petersen. AR Penck, Marjo Postma, Judith Rig- ter, Diter Roth, Els Scholten. Mar jan Schutte. Jón Siugurpalsson. Roland Sipd, Paul Snijders, Rüna Thorkelsdóttir, Kees Visser. Jan Voss, Saskia de Vriendt. Pim Wee- da, Frits M. Woudstra en Ton Zwerver. er de heksen. Katachtige wezens die staccato, links en rechts sym- metrisch in spotlights staand, hun onheilsprofetie zeggen. Twee reus achtige. langgerekte jurken, grilli ge kabels kronkelen uit de mou wen, worden neergelaten. De hek sen klauteren ertegenop en steken het hoofd er net boven uit. Een sur realistisch Dali-tafereel uitvergroot tot toneelbeeld. De eerste minuten zijn gevuld met prachtig gestileerd en gedoceerd- effect-bejag. Tel er de schitterende kostuums bij op (ze hebben wat weg van ma lienkolders, Japanse samoerai-klc- dij en nog wat), het wijdse, abstrac te decor, de geluidseffecten en de bloedrode achterwand, en gesteld mag worden dat het marge-theater, wiens "verworvenheden" De Sa lon voor een groot publiek toegan kelijk wil maken, in een grootse stijl uitpakt. Zo'n begin is niet vol te houden en dal hoeft natuurlijk ook niet. Maar als het stuk zich ontrolt valt de ene na de andere teleurstelling te noteren. Macbeth (Titus Muize- laar) wordt 'in een deuk liggend van het lachen' geïntroduceerd en de hele voorstelling door houdt hij iets infantiels: dreinerig, huilerig, stemmetjes, lolligheidjc hier. lol- ligheidje daar. Terwijl de scène s met zijn vrouw terugkerend in het teken staan van een soort 'kiele kiele kiekeboe-gedoe'. Maar de grootste miskleun is dat Ischa Meijer als poortwachter de kans gegeven wordt de show te stelen. Hij houdt een korte conférence, be ginnend bij het gegeven dat de poort ontbreekt, in de trant van "Vroeger bij Van Dalsum had je een decor geen toneelbeeld; bin nen te zijn of buiten te zijn daar gaat het om" etc. Het publiek smult. Als De Salon werkelijk een weinig avant-garde had willen zijn dan was het door Macbeth te vrij waren van dit soort ondergravend commentaar. Want dit ironisch be commentariëren is een "verwor venheid" die het gevestigde toneel al lang, het is epidemisch, van de marge heeft overgenomen. De interpretatie is weinig over tuigend. Enerzijds ligt het accent op het infantiele van Macbeth. Macbeth die in zijn kinderlijke al macht geen grens weet te trekken tussen zijn verlangens en de ver bodsbepalingen van de wereld. Hij wil koning zijn en blijven en trekt een bloedig spoor door de Schotse adel. Anderzijds blijft er de reflec tie van de volwassene. Wat Lady Macbeth gek maakt en Macbeth nagenoeg gek. is het geweten. De beroemde zin luidt: "zijn wat ik ben is niets, maar onbedreigd zijn". Titus Muizelaar is eigenlijk alleeh overtuigend als hij met de wijsheid van de door het leven ge tekende volwassene spreekt en dan nog blijft hij te vlak. De voor stelling is te afstandelijk. Het nachtmerrie-achtige. apocalypti sche niveau van de tekst wordt niet aangeboord, en dat is nu precies het niveau waarop Macbeth bloed stollend wordt. sterke' momenten, precies zo met lady Macbeth (Lineke Rijxman). Hoewel de laatste gehandicapt ?ek door een te gering stemvolu ie. Maar toch blijft staan'dat het eteerpeil achterbleef bij de pak kende retoriek van decor en aan kleding. RADBOUD ENGBERSEN Müsica de Espana. Lvdia Gitana speelt op de gitaar een persoonlij ke bewerking van Spaanse volks muziek. Bijgewoond op 24 januari in de foyer van de Stadsgehoor- LEIDEN - Wat kun je verwach ten bij deze aankondiging, die in de bijgaande folder wordt toegelicht als: een geheel eigen programma waarin vrolijke volkswijsjes tot en met gevoeli ge zigeunerklanken worden verwerkt tot een afwisselende voorstelling7 De vorm waarin alles gegoten is - de regie - heeft nog niet zijn uiteindelijke, meest effectieve versie, gevon den. Het Spaanse achtergrond muziekje dat een twintigtal be zoekers ontvangt in de nu veel te ruime foyer, de pot met bloe men op het podium, het taalge bruik zowel in het wervende foldertje als van de radio-achti- ge verhaaltjes waarmee Lydia haar nummers aankondigt en tenslotte de twee schijnwer pers die de sfeer van avondzon projecteren, wekken een wat onbeholpen indruk en lijken een kruising tussen hel levens lied en een verlopen vakantie hit: sfeer moet er zijn, kost wat kost De opkomst van de vriende lijk ogende Lydia Gitana maakt de twijfel er niet minder op; on danks de Spaanse jurk en de bloem achter het oor heeft ze meer weg van karnemelkzeep dan van maya. Al deze indrukken verdwij nen echter naar de achter grond, zodra ze haar instru ment in de handen neemt. De aandacht - tot nu toe wat blase - wordt gewekt. Haar spel en haar voordracht verdienen alle belangstelling. De klassieke opleiding is haar basis, de Spaanse volksmuziek met in begrip van flamenco is haar specialisatie. Om zich die mu ziek eigen te maken en ze te le ren kennen in het land en on der de mensen waar diezelfde muziek uit voortkomt, heeft ze een jaar lang met haar instru ment door Spanje gereisd. Ze heeft er geleefd en ge werkt en ze heeft er Spaans gi taar leren spelen. En dat is te horen in haar programma. Haar zeer kundig spel toont een aan tal facetten: dansen van uiteen lopende aard worden vurig en fel gespeeld vaak uitgebreid met slagtechnieken tegen de klankkast. Een afwisselende reeks gemoedsuitlingen klinkt op in melodieën uit verschillen de Spaanse provincies. Alles gebracht met een losheid van spel en met die ingehouden heid die vaak de Spaanse mu ziek karakteriseert. Tussendoor een vrolijk mu ziekwerkje - toch altijd in mi neur het land is niet al te ge makkelijk voor zijn bewoners, overal een ondertoon van me lancholie. Bijzonder indruk wekkend vond ik haar flamen- cospel, niet in de laatste plaats door de smartelijke, wringende akkoorden, maar ook door de fiere en overtuigende manier waarop zijn het bracht Het aanwezige publiek was in ieder geval enthousiast ge noeg om haar nog eens terug te roepen en dan ja, "dan is het moeilijk om zomaar weg te lo pen" aldus Lvdia Gitana, dan speel je als toegift het overbe kende Malagena MONICA SCHIKS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 19