'Het milieu gaat naar de knoppen'
Superliegebeesten
Denkwijzer
Onze taal
Het pessimisme van prof. Westhoff, een natuurvriend
ZATERDAG 10 JANUARI 1987
EXTRA
PAGINA 29
Professor Westhoff in zijn werkkamer. "Produceren en nu zitten we met een overproduktie"
DOOR JOOP VAN DER HORST
Een paar weken geleden begon deze
rubriek met enkele regels uit een oud
rijmpje. Het was een rijmpje dat hoorde
bij een spel. 'Wit en zwart verkoop ik
met, ja en nee versta ik niet'. De één
speelde voor klant, de ander voor koop
man. De klant mocht alles vragen, maar
de koopman mocht niet alles zeggen.
Hij moest antwoorden zonder de woor
den wit, zwart, ja of nee te gebruiken.
Eerlijk gezegd kende ik het rijmpje
niet helemaal meer. Ik gebruikte alleen
de regels die ik nog wel wist. Maar één
van de lezers schreef mij een brief met
het hele rijm. Het gaat als volgt:
Ik ben een koopman uit Ter Gouw.
'k Kom eens per jaar en dat is nou.
Ja en nee versta ik niet.
Wit en zwart verkoop ik niet.
Wat blieft u, juffrouw?
Verder schreef zij mij, dat Ter Gouw
een oude naam is voor Gouda. In die
streek schijnt Ter Gouw bij oudere men
sen nog wel in gebruik te zijn.
Waar niet is, verliest de keizer zijn recht.
Deze zin betekent letterlijk: daar waar
niets is, in de gebieden, waar niets te
halen valt, vervalt het recht van de kei
zer op belasting. Er is niets. En als er
niets is, kan er niets vandaan gehaald
worden. De betekenis 'daar waar' is hier
bijna gelijk aan 'omdat'. Omdat er niets
is, verliest de keizer zijn recht.
Dat is in veel gevallen zo. Daardoor
kreeg waar wel eens de betekenis van
'omdat'. Bijvoorbeeld in zinnen als:
Waar ik altijd mijn best gedaan heb, is
zo'n verwijt zeer hard. Of: Waar de toe
stand nog zeer zorgwekkend is, meent
de minister dat hijHet woordenboek
van Koenen zegt dat dit gebruik van
waar 'ambtelijke stijl' is. De dikke Van
Dale vindt dat het 'enigszins archaïsch'
is, ouderwets.
Strenge taalmeesters keuren dit gebruik
van waar af. Bijvoorbeeld C.G.L. Apel
doorn en S. Pot in hun boek Twijfelge
vallen Nederlands (een uitgave van
Prisma). Zij schrijven over waar in de
betekenis van 'omdat': 'Men mag het
niet gebruiken als voegwoord van reden
of oorzaak of tegenstelling'. Als voor
beeld van hoe het niet moet, geven zij:
Waar tegenwoordig alles zo duur is,
moet ik er wat bij verdienen.
Gelukkig zijn onze woordenboeken iets
minder streng. Die zeggen alleen dat
het ouderwets is of ambtelijke stijl.
Waarom zou trouwens waar niet mogen
en daar wel? Heel gewoon is toch: Daar
niemand reageerde, is besloten dat
Daar is een gangbaar woord met de be
tekenis van 'omdat'.
Trouwens, is dit wel zo gewoon? Vol
gens de woordenboeken wel, maar in
het gewone spraakgebruik allerminst.
Maar als we zo beginnen, is het eind
zoek. Het gebruik van woorden, hun be
tekenis, is nu eenmaal niet logisch. De
enige reden om waar in de betekenis
van 'omdat' liever niet te gebruiken, is
dat het in die betekenis nu eenmaal ta
melijk ongewoon is.
Kort geleden werd op de televisie het
toneelstuk 'Warenar' van P.C. Hooft uit
gezonden. Hooft leefde van 1547 tot
1626. De Warenar is van 1617. Hij is
ook de man naar wie de P.C. Hooft-prijs
is vernoemd. Het viel me op dat het
werkwoord lullen, in de tegenwoordige
betekenis van kletsen, toen ook al zo
bestond. Maar het heeft lang geduurd
voordat het in de woordenboeken werd
opgenomen.
1987 is het Internationale Jaar
van het Milieu. Na de rampen
van vorig jaar (Rijn en
Tsjernobyl) kunnen op de
congressen en conferenties de
koppen weer bij elkaar worden
gestoken. Iemand die daar
weinig van verwacht is
professor Victor Westhoff, een
hooggeleerde vriend van de
natuur. "Ons denken is al te
veel vergiftigd. Natuur kan
alleen nog maar in waarde van
geld worden uitgedrukt", zegt
hij.
Optimisten kunnen de vlag uitste
ken: 1987 is uitgeroepen tot het In
ternationale Jaar van het Milieu.
Aan conferenties, bezorgdheid, ver
klaringen, plechtige slotakkoorden,
en, vooral, aan mooie plannenmake
rij zal geen gebrek zijn.
door AryJassies
Maar dat mag ook wel: 1986 was een
inktzwart jaar met Tsjernobyl, Rijnramp
en toenemende luchtvervuiling - tus
senstations op een weg waarvan nie
mand weet waar hij zal eindigen. Alle re
den dus voor pessimisten om de vlag
nog even halfstok te houden.
Voor hen is het ook een vraag of naast
de natuur onze mentaliteit niet is vergif
tigd. "De waarde van de natuur is voor
de moderne westerse mens in geld uitge
drukt Dat heeft ons denken vergiftigd",
zegt professor Victor Westhoff (70) bij de
aanvang van het Internationale Milieu-
jaar.
Hij is oud-hoogleraar in de plantkunde
aan de Katholieke Universiteit van Nij
megen, een hooggeleerde vriend van
plant, dier en natuur die in 1939 al zijn
eerste boek publiceerde. Sindsdien
maakte een stroom van boeken en ahde-
re publicaties hem tot ver over onze
grenzen bekend. Van Victor Westhoffs
driedelige serie Wilde Planten staan
ruim 160.000 exemplaren in de vader
landse huiskamers.
Dichtgegroeid
"Het zullen hier van mijn eigen hand
zo'n 408 publicaties zijn", mompelt
Westhoff als hij loopt door zijn woning
op een groene Groesbeekse heuvel. Tot
hoog aan de plafonds zijn de wanden ge
heel dichtgegroeid met boeken. Een le
ven in dienst van de natuur, die het, naar
zijn mening, door toedoen van de mens
veel meer moet ontgelden dan we zelf
vermoeden.
Temidden van de boekenvoorraad valt
de omvang op van de aan Ierland gewij
de afdeling. Westhoff voelt zich diep ver
bonden met het groene eiland. De na
tuur is er één van. "Ierland is nog zoals
Nederland honderd jaar geleden was",
zegt hij. "Een nog rijk gevarieerd land
schap met bijzondere flora. In Neder
land heeft de moderne technologie van
af 1900 zijn intrede gedaan. Alles is op de
schop gegaan. Het land is nu grondig
verpest. Onvoorstelbaar zo vlug als het
is gegaan. Van wat er in 1900 was, is he
lemaal niets meer over, behalve de Wad
deneilanden. De rest is facade".
Maar de krachtige hand van de natuur
bescherming dan met haar groeiende
voorraad aan natuurterreinen? Prof.
Westhoff laat een korzelig lachje horen.
"Daar heb ik ook toe bijgedragen. Maar
het zijn toch eigenlijk eilanden in een
cultuursteppe. Je moet er blij mee zijn.
Maar het blijven bloempotten, zoals on
ze vijanden zeggen. En hun bestaan be
tekent niet dat de waarden van flora en
fauna er bewaard blijven".
Hij somt drie oorzaken op die hun ver
nietigende werk verrichten in de natuur
gebieden. De luchtvervuiling die neer
valt op plant, boom en natuurbescher
mer. De ontwatering die ondergronds
haar slooparbeid mag verrichten aan de
wortels van de natuur. En de bulldozer-
aanvallen van de overheid die in veld en
bos aan huizen- en wegenbouw blijft
doen.
Prof. Westhoff is voor zijn natuurbe
schermingsverdiensten onder meer be
kroond aan de universiteit van Bonn,
kreeg de Erepenning van de gemeente
Den Haag en het erelidmaatschap van
de British Ecological Society. Onder
scheidingen genoeg, maar de mogelijk
heid om daadwerkelijk iets te doen, is
gering.
"Dan kom je bij de milieuzorg terecht.
En dat is politiek. En de politiek doet
niets, omdat ze bang is voor de concur
rentiepositie. Alles blijft daarom zoals
het is. Wil je het aanpakken dan moet je
het internationaal regelen. Ik noem
maar wat: Engeland denkt er niet aan
om mee te doen. Laat de vuiligheid maar
over de zee wegwaaien. Enzovoort".
Bla, bla
Maar al die geruststellende verklarin
gen dan die na de Rijnconferentie wer
den afgelegd? Westhoff is een bedacht
zaam formulerende man, maar nu schie
ten zijn ogen vuur. "Bla, bla, bla", zegt
de professor. "Het zijn praatjes voor de
kiezers. De macht ligt bij de industrie,
helemaal, en dat is niet meer terug te
draaien. Stel dat er een dictator kwam
die zei: weg met de drijfmest, weg met
de luchtvervuiling, weg met... Maar dat
kan dus helemaal niet. Want de techno
logische ontwikkeling is zo geweest dat
dan bijna iedereen werkloos zou wor
den. Het land zou economisch naar de
afgrond gaan".
"Dat wil dus niemand. De moderne
mens is gebiologeerd door het geld. Het
gevolg is dat het milieu naar de knoppen
gaat. Ik zeg u: we hebben straks geen
drinkwater meer, we hebben straks geen
bossen meer, de gebouwen worden nu
ook al aangetast, de lucht gaat kapot.
Door al die spuitbussen, vooral in de
Derde Wereld waar ze de beschaving
vertegenwoordigen, wordt de bescher
mende ozonlaag aangetast".
Het is een angstaanjagend beeld van
de toekomst. Westhoff profileert zich als
de profeet die de andere boodschap over
de schoonheid en de waarde van de na
tuur doorgeeft. Drie jaar zijn pensione
ring doet hij dat nog steeds aan de leer
lingen en studenten die op bezoek ko
men in het witte huis op de Groesbeekse
heuvel. "Als een rattenvanger van Ha-
melen lok ik ze allemaal naar Ierland",
zegt hij lachend.
We maken een tweede ronde langs de
boekenrijen. "Kijk, dit zijn mijn veld-
boekjes". Tweeënvijftig jaar lang noteer
de hij alles wat hij op het pad van de
flora tegenkwam in zakboekjes. Het is
een berg van liefde en precisie, en de
boekenplank buigt onder het gewicht
van zoveel .toewijding.
Men moet natuurlijk ook van de na
tuur houden om haar te kunnen dienen.
En trouwens: was is natuur? De beek in
het bos, maar ook de natuur van de ei
gen inborst. Het zeldzame van de twin
tigste eeuw is dat de menselijke natuur
bezig is die andere natuur kapot te ma
ken. In het verlengde van die gedachte
betoogt prof. Westhoff dat juist onder de
hemel van het christendom de aanval op
de natuur kon plaatshebben.
Gebod
"Het begon al bij de Grieken", zegt hij.
"Voor het eerst werd gezegd dat de na
tuur in feite waardeloos is. Het christen
dom is een versmelting van het Griekse
en het joodse geloof. In het Oude Testa
ment staat nog dat niet de mens, maar
God middelpunt is. Het Evangelie is
prachtig, een verheven iets. Maar het
huidige christendom volgt het Evange
lie helemaal niet na. Het is Paulus ge-
"Er is een manier om uit te vinden of ie
mand een eerlijk mens is: vraag het hem.
Als hij 'ja' zegtdan weetje zeker dat hij
een schurk is". Deze prikkelende uit
spraak van de kom iek Groucho Marx be
vat een ernstige waarheid. Die is dat er
geen eerlijke mensen zijn. Want iemand
die beweert dat hij (altijd) een eerlijk
mens is, liegt en is dus oneerlijk. En ie
mand die toegeeft dat hij niet (altijd) een
eerlijk mens is, spreekt dan nu wel de
waarheid, maar op andere momenten
blijkbaar niet.
We leven op een planeet die overbe
volkt is met liegebeesten. De meeste men
sen liegen zelfs net zo makkelijk als ze
ademen. Wanneer we een kennis tegen
komen die ons begroet met: 'Hallo, alles
goed?' en we antwoorden met: 'Ja. pri
ma, en met jou?', dan vertellen we een
leugentje omdat alles met ons natuurlijk
niet goed is.
Ouders die hun kinderen vertellen van
het bestaan van Sinterklaas, de kerst
man of de ooievaar die baby's brengt,
maken zich ook aan leugens schuldig.
Artsen, die hun patiënten niet volledig
over de ernst van hun ziekte informeren,
doen de waarheid eveneens geweld aan.
En verkopers van produkten, variërend
van schoonmaakmiddelen tot roddelbla
den, plegen de sterren van de hemel te
liegen om hun klanten tot kopen te verlei
den.
Er zijn zelfs mensen beroemd gewor
den, omdat ze de leugen tot levensfiloso
fie hebben verheven. Niccolo Machiavelli
(1469-1527), zelf filosoof en staatsman
beweerde dat niemand een groot leider
kan worden, tenzij hij of zij een superlie-
gebeest is. Machiavellisme is nog altijd
de term die psychologen gebruiken voor
het karakter van iemand, die door leu-
weest die het christusdom dom heeft ge
maakt. Paulus heeft ook de vrouw de
kerk uit gejaagd. Dat soort dingen vind
je bij Jezus nergens".
"Op de ideeën van Paulus is het hele
stelsel gebouwd, een stelsel waarin ook
geen plaats was voor plant en dier. Er
zijn tien geboden, maar het belangrijk
ste gebod staat er niet bij: de onvervang
baarheid van de aarde doorgeven aan je
kinderen. Hebt u naasten lief gelijk u
zelve, staat er. Maar die naasten zijn al
leen maar de mensen. Deze houding van
het christendom - de opvatting dat de
natuur is geschapen terwille van de
mens - heeft een funeste uitwerking ge
had".
"En in de 17e eeuw was de Franse filo
soof Descartes de grondlegger van het
moderne natuurwetenschappelijke en
technische denken. Descartes leerde dat
de natuur geen waarde heeft. Dat zaken
als smaak, glans en geur grote onzin zijn.
Hij leerde dat de werkelijkheid wordt
gevormd door de maten: de lengte, de
breedte, de dingen waarmee je kunt re
kenen. En dat is wat in onze eeuw de
westerse wetenschap nog steeds denkt.
En zo is het er bij iedereen ingehamerd".
"We leven ook niet eens in vijand
schap jegens de natuur. Nee, het is het
ontkennen van haar waarde. De mens is
de baas. Je leeft toch ook niet in vijand
schap met een vlinder. Ach, voor de eco
nomen die alle touwtjes in handen heb
ben, zijn wij toch de zachte sector. Je
loopt er over heen, zoals Ruding over
ons heen loopt. De ergste van het hele
stelletje".
Met het bereiken van de 70-jarige leef
tijd trad Westhoff onlangs af als voorzit
ter van de Natuurwetenschappelijke
Commissie van de Natuurbescher-
gens zijn doelen tracht te verwezenlij
ken.
Immanuel Kant (1724-1804), één van
de grootste denkers die ooit heeft geleefd,
was een fel bestrijder van het Machiavel
lisme. Volgens Kant mogen we nooit en te
nimmer liegen. Hij heeft ooit eens gezegd
dat we zelfs geen leugen zouden mogen
vertellen als we daardoor ons eigen leven
of het leven van iemand die ons dierbaar
is, zouden kunnen redden. Als er zulke
tegenstrijdige ideeën bestaan over lie
gen, dan moet er wel iets merkwaardigs
mee aan de hand zijn.
Inderdaad is het zo, dat de meeste
mensen een verward of verkeerd idee
hebben over wat een leugen is. Gewoon
lijk zijn we geneigd te zeggen, dat ie
mand liegt, als hij of zij iets zegt dat niet
waar is. Dat is een fout idee. Iemand, die
iets onwaars zegt of die niet de waarheid
spreekt, hoeft daarom nog niet te liegen.
En omgekeerd kan iemand, die de waar
heid spreekt, wel degelijk liegen.
Deze beide wonderlijke uitspraken
zijn te begrijpen, als we bedenken dat ie
mand alleen liegt als hij bewust iets an
ders zegt, schrijft of uitdrukt dan hij ge
looft of weet. Als u bijvoorbeeld zegt dat
Leiden de hoofdstad van Zuid-Holland
is, terwijl u weet dat Den Haag dat is.
dan liegt u. Als u uw schouders ophaalt
om te doen alsof u iets niet weet, terwijl u
het wel weet, liegt u ook. Maar als u zegt
dat Nixon de eerlijkste van alle Ameri
kaanse presidenten is geweest omdat u
dat werkelijk gelooft, dan liegt u niet.
Ook al is wat u zegt objectief gezien ver
moedelijk niet waar.
Zolang u zegt wat u gelooft, liegt u
niet, ook al is het niet de waarheid wat u
zegt. Maar een student die tegen zijn ou
ders zegt, dat hij wel geslaagd zal zijn
mingsraad. Aan het begin van het mi
lieujaar lijkt zijn boodschap over mens
en milieu zo somber en uitzichtloos als
maar zijn kan. Gloort er dan straaltje
hoop? In het begin van de jaren zeventig
leek het toch de goede kant op te gaan.
Het kabinet-Den Uyl kwam met de na
tuurbeschermingswet en de wereld
schrok van de conclusies van de Club
van Rome: de inventarisatie van de heil
loze uitbuiting van de natuurlijke hulp
bronnen.
"Maar toen kwam de economische te
ruggang", vult Westhoff met somber
hoofdschudden aan. "Weg was het mi
lieubewustzijn. Men dacht meteen weer
aan de portemonnee. Omdat ons ook is
geleerd alleen geld belangrijk te vinden.
En nu hebben we een regering die alles
kapot maakt: het milieu, de natuur, het
onderwijs, de cultuur. Als er maar wordt
geproduceerd. Tot de dood er op volgt.
En door de angst voor werkloosheid
wordt iedereen meegesleept".
"Maar ik ben het met u eens: er is tpch
ook een milieubeweging op gang ge
bracht die enige invloed heeft. Mijn ver
haal is zwart, maar er is ook een witte
kant. Die invloed wordt ook wel uitgeoe
fend. Vergelijk je Nederland met de rest
van Europa, dan is er enerzijds meer ver
nield dan waar ook, maar anderzijds ook
meer behouden dan waar ook".
"En voor het milieujaar geldt: hoe
meer je doet, hoe beter. Met Maarten Lu
ther zeg ook ik: als de wereld vergaat, zal
ik morgen mijn boompje planten. En tja,
wat dan de praktijk betreft: op de eerste
plaats staat het terugdringen van de zure
regen. En dan denk ik niet eens aan het
verkeer, maar wel aan de overbemes
ting".
De boeren in de beklaagdenbank van
voor zijn tentamen, terwijl hij in feite
denkt dat hij gezakt is, liegt wel. Het feit
dat later blijkt dat hij toch geslaagd is,
doet daaraan niets af.
Een leugen is dus niet anders dan een
tegenspraak tussen wat iemand gelooft
(of weet) en wat hij uitdrukt. Op zichzelf
is een leugen niet goed of slecht, maar
neutraal. Een leugen kan goed zijn, wan
neer de bedoeling van de leugenaar goed
is en de gevolgen van de leugen positief
zijn. Een verzetsman die in oorlogstijd
tegen de Gestapo liegt over de verblijf
plaats van andere verzetslieden, is een
leugenaar. Maar die leugen zullen we als
goed of terecht beschouwen.
Iemand die tegenover zijn werkgever
een collega vals beschuldigt, waardoor
de laatste zijn baan verliest, liegt ook.
Zo'n leugen beschouwen we echter als
slecht of verwerpelijk. Liegen is dus net
als eten of drinken een gedrag dat ieder
metis regelmatig vertoont en die leugen
kan nu eens goed of terecht zijn en dan
weer slecht of onterecht. De hamvraag is
daarom ook niet: 'liegen we ja of nee?'
maar 'waarom liegen we?'
Het antwoord is een lange lijst van re
denen. We liegen bijvoorbeeld uit egois
me, om iets te krijgen dat we graag wil-
len. Of om straf te vermijden. Of uit
het milieiijaar? Westhoff schudt het
hoofd. "Ik geef niet de boeren de schuld.
Het is de landbouwpolitiek, en de land
bouwvoorlichting. Steeds maar nieuwe
produktieverhoging, dat was heilig. Ge
neratie na generatie is het er bij de boe
ren ingeslagen: produceren, weg met die
domme heg. Produceren, demp die
domme poel. Produceren, die houtwal is
waardeloos. Produceren, produceren.
Die arme boeren, nu is er de overpro
duktie, nu zitten ze er dus mee".
Boeddhist
Victor Westhoff en zijn vrouw zijn
boeddhist, aanhangers van een geloof
waarin planten en dieren als mede
schepselen worden gezien die respect en
mededogen verdienen. "Eigenlijk is het
geen geloof', corrigeert Westhoff. "Het
is een levenshouding. Als ze boeddha
vroegen: geloof je in god, dan zei hij al
leen maar: verdiep je in die bloem daar
langs de weg. Boeddha zegt: we hebben
het niet alleen over mensen, maar in be
sef van liefde, bewustheid en besef van
vergankelijkheid over alle wezens. Ik
vind dat eigenschappen die de heden
daagse mens meer dan ooit nodig heeft".
"De westerse mens, die helaas niet be
ter weet, vraagt altijd naar het nut. Wij
niet. Voor de moderne westerse mens is
nut gelijk aan geld. Maar moet alles nut
hebben? Moet alles de materiële maten
hebben die ons door Descartes en zijn
natuurwetenschappers zijn opgedron
gen? Waarde is voor de westerse mens
gelijk aan geld. Dat is de vergiftiging van
ons denken geworden. Maar als een ba
by wordt geboren, vraag je toch ook
niet: wat is het nut? Waarom is het dan
niet voor alle schepselen zo?"
schaamte. We liegen ook vaak uit be
leefdheid. Bijvoorbeeld als we een brief
eindigen met 'hoogachtend', terwijl we
voor ons gevoel eigenlijk 'minachtend'
zouden moeten schrijven. We liegen ver
der uit gewoonte, om grappig te zijn, om
iemand ergens van te overtuigen, of om
iemand die in de problemen zit te helpen
('Je hoeft maar een kik te geven en ik sta
altijd voor je klaar').
Vaak liegen we uit gemakzucht. Bij
voorbeeld als we tegen onze bejaarde
moeder zeggen dat we dit weekeinde niet
kunnen langs komen omdat we moeten
overwerken. Ook liegen we om anderen
moed in te spreken. Zo houden coaches
van sportteams regelmatig 'peptalks'
waarin ze dingen zeggen die ze zelf niet
geloven om de teamleden te inspireren.
We liegen uit angst om het met iemand
oneens te zijn en ruzie te krijgen. We lie
gen om iemand anders in ons bed te krij
gen: 'Jij bent de aantrekkelijkste persoon
die er op aarde rond loopt'. We liegen uit
ironie (we bedoelen het tegenovergestel
de van wat we zeggen): "Zulke gezellige
mensen als jullie heb ik lange tijd niet
om me heen gehad".
Verder liegen we omdat ons beroep (zo
als dat van spion, advocaat, verkoper of
politicus) dat vergt. We liegen uit on
nauwkeurigheid, onzekerheid en uit
angst. Bijvoorbeeld als we zeggen dat we
niet kunnen zwemmen, zodat we zelf niet
het water in hoeven springen om een
drenkeling te redden.
Al deze redenen heboen betrekking op
liegen tegen anderen. Maar we kunnen
ook tegen onszelf liegen en in zekere zin
is de 'zelfleugen' de belangrijkste van al
le leugens. Iemand die tegen zichzelf
liegt, houdt zichzelf iets anders voor dan
hij in feite gelooft. Nietzsche heeft heel
treffend de zelfleugen beschreven als:
"Doen alsof je niet bij jezelf ziet, wat je
ziet". Iemand die weet, dat hij teveel
drinkt, maar zichzelf steeds vertelt dat
het wel meevalt, liegt tegen zichzelf. Het
zelfde doet iemand die tegen beter weten
in tegen zichzelf blij ft zeggen, dat hij van
zijn partner of zijn werk houdt.
De zelfleugen kan noodzakelijke ver
anderingen tegenhouden en daardoor op
den duur het leven van iemand steeds
verder ontwrichten. Aan de andere kant
kan de zelfleugen ook een hele positieve
functie hebben. Als we Nietzsche's uit
spraak omdraaien naar 'doen alsof je
bij jezelf ziet, wat je (nog) niet ziet', dan
kan zelfleugen het begin van een belang
rijke verandering betekenen. Iemand die
tegen zichzelf zegt: "Ik kan ophouden
met drinken", maar daar zelf (nog) niet
in gelooft, en vervolgens tegen zijn geloof
in stappen onderneemt om 'droog' te
worden, is een leugenaar. Maar het is
een gezonde leugen.
Even gezond is de leugen van iemand
die zichzelf voorhoudt dat hij het zelf is
die zijn ongelukkige gevoelens veroor
zaakt. Hoewel hij nog gelooft dat ande
ren, zoals zijn ouders, dat doen. Want
door die leugen kan hij er toe komen iets
aan zichzelf te veranderen in plaats van
tot Sint Juttemis te wachten tot zijn ou
ders andere mensen worden.
De leugen is dus net zo iets als kern
energie. Je kan het ten goede of ten kwa
de gebruiken.
Reacties op deze rubriek naar
Leidsch/Alphens Dagblad, postbus 54,
2300 AB Leiden.
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden