'Het milieu gaat naar de knoppen' Superliegebeesten Denkwijzer Onze taal Het pessimisme van prof. Westhoff, een natuurvriend ZATERDAG 10 JANUARI 1987 EXTRA PAGINA 29 Professor Westhoff in zijn werkkamer. "Produceren en nu zitten we met een overproduktie" DOOR JOOP VAN DER HORST Een paar weken geleden begon deze rubriek met enkele regels uit een oud rijmpje. Het was een rijmpje dat hoorde bij een spel. 'Wit en zwart verkoop ik met, ja en nee versta ik niet'. De één speelde voor klant, de ander voor koop man. De klant mocht alles vragen, maar de koopman mocht niet alles zeggen. Hij moest antwoorden zonder de woor den wit, zwart, ja of nee te gebruiken. Eerlijk gezegd kende ik het rijmpje niet helemaal meer. Ik gebruikte alleen de regels die ik nog wel wist. Maar één van de lezers schreef mij een brief met het hele rijm. Het gaat als volgt: Ik ben een koopman uit Ter Gouw. 'k Kom eens per jaar en dat is nou. Ja en nee versta ik niet. Wit en zwart verkoop ik niet. Wat blieft u, juffrouw? Verder schreef zij mij, dat Ter Gouw een oude naam is voor Gouda. In die streek schijnt Ter Gouw bij oudere men sen nog wel in gebruik te zijn. Waar niet is, verliest de keizer zijn recht. Deze zin betekent letterlijk: daar waar niets is, in de gebieden, waar niets te halen valt, vervalt het recht van de kei zer op belasting. Er is niets. En als er niets is, kan er niets vandaan gehaald worden. De betekenis 'daar waar' is hier bijna gelijk aan 'omdat'. Omdat er niets is, verliest de keizer zijn recht. Dat is in veel gevallen zo. Daardoor kreeg waar wel eens de betekenis van 'omdat'. Bijvoorbeeld in zinnen als: Waar ik altijd mijn best gedaan heb, is zo'n verwijt zeer hard. Of: Waar de toe stand nog zeer zorgwekkend is, meent de minister dat hijHet woordenboek van Koenen zegt dat dit gebruik van waar 'ambtelijke stijl' is. De dikke Van Dale vindt dat het 'enigszins archaïsch' is, ouderwets. Strenge taalmeesters keuren dit gebruik van waar af. Bijvoorbeeld C.G.L. Apel doorn en S. Pot in hun boek Twijfelge vallen Nederlands (een uitgave van Prisma). Zij schrijven over waar in de betekenis van 'omdat': 'Men mag het niet gebruiken als voegwoord van reden of oorzaak of tegenstelling'. Als voor beeld van hoe het niet moet, geven zij: Waar tegenwoordig alles zo duur is, moet ik er wat bij verdienen. Gelukkig zijn onze woordenboeken iets minder streng. Die zeggen alleen dat het ouderwets is of ambtelijke stijl. Waarom zou trouwens waar niet mogen en daar wel? Heel gewoon is toch: Daar niemand reageerde, is besloten dat Daar is een gangbaar woord met de be tekenis van 'omdat'. Trouwens, is dit wel zo gewoon? Vol gens de woordenboeken wel, maar in het gewone spraakgebruik allerminst. Maar als we zo beginnen, is het eind zoek. Het gebruik van woorden, hun be tekenis, is nu eenmaal niet logisch. De enige reden om waar in de betekenis van 'omdat' liever niet te gebruiken, is dat het in die betekenis nu eenmaal ta melijk ongewoon is. Kort geleden werd op de televisie het toneelstuk 'Warenar' van P.C. Hooft uit gezonden. Hooft leefde van 1547 tot 1626. De Warenar is van 1617. Hij is ook de man naar wie de P.C. Hooft-prijs is vernoemd. Het viel me op dat het werkwoord lullen, in de tegenwoordige betekenis van kletsen, toen ook al zo bestond. Maar het heeft lang geduurd voordat het in de woordenboeken werd opgenomen. 1987 is het Internationale Jaar van het Milieu. Na de rampen van vorig jaar (Rijn en Tsjernobyl) kunnen op de congressen en conferenties de koppen weer bij elkaar worden gestoken. Iemand die daar weinig van verwacht is professor Victor Westhoff, een hooggeleerde vriend van de natuur. "Ons denken is al te veel vergiftigd. Natuur kan alleen nog maar in waarde van geld worden uitgedrukt", zegt hij. Optimisten kunnen de vlag uitste ken: 1987 is uitgeroepen tot het In ternationale Jaar van het Milieu. Aan conferenties, bezorgdheid, ver klaringen, plechtige slotakkoorden, en, vooral, aan mooie plannenmake rij zal geen gebrek zijn. door AryJassies Maar dat mag ook wel: 1986 was een inktzwart jaar met Tsjernobyl, Rijnramp en toenemende luchtvervuiling - tus senstations op een weg waarvan nie mand weet waar hij zal eindigen. Alle re den dus voor pessimisten om de vlag nog even halfstok te houden. Voor hen is het ook een vraag of naast de natuur onze mentaliteit niet is vergif tigd. "De waarde van de natuur is voor de moderne westerse mens in geld uitge drukt Dat heeft ons denken vergiftigd", zegt professor Victor Westhoff (70) bij de aanvang van het Internationale Milieu- jaar. Hij is oud-hoogleraar in de plantkunde aan de Katholieke Universiteit van Nij megen, een hooggeleerde vriend van plant, dier en natuur die in 1939 al zijn eerste boek publiceerde. Sindsdien maakte een stroom van boeken en ahde- re publicaties hem tot ver over onze grenzen bekend. Van Victor Westhoffs driedelige serie Wilde Planten staan ruim 160.000 exemplaren in de vader landse huiskamers. Dichtgegroeid "Het zullen hier van mijn eigen hand zo'n 408 publicaties zijn", mompelt Westhoff als hij loopt door zijn woning op een groene Groesbeekse heuvel. Tot hoog aan de plafonds zijn de wanden ge heel dichtgegroeid met boeken. Een le ven in dienst van de natuur, die het, naar zijn mening, door toedoen van de mens veel meer moet ontgelden dan we zelf vermoeden. Temidden van de boekenvoorraad valt de omvang op van de aan Ierland gewij de afdeling. Westhoff voelt zich diep ver bonden met het groene eiland. De na tuur is er één van. "Ierland is nog zoals Nederland honderd jaar geleden was", zegt hij. "Een nog rijk gevarieerd land schap met bijzondere flora. In Neder land heeft de moderne technologie van af 1900 zijn intrede gedaan. Alles is op de schop gegaan. Het land is nu grondig verpest. Onvoorstelbaar zo vlug als het is gegaan. Van wat er in 1900 was, is he lemaal niets meer over, behalve de Wad deneilanden. De rest is facade". Maar de krachtige hand van de natuur bescherming dan met haar groeiende voorraad aan natuurterreinen? Prof. Westhoff laat een korzelig lachje horen. "Daar heb ik ook toe bijgedragen. Maar het zijn toch eigenlijk eilanden in een cultuursteppe. Je moet er blij mee zijn. Maar het blijven bloempotten, zoals on ze vijanden zeggen. En hun bestaan be tekent niet dat de waarden van flora en fauna er bewaard blijven". Hij somt drie oorzaken op die hun ver nietigende werk verrichten in de natuur gebieden. De luchtvervuiling die neer valt op plant, boom en natuurbescher mer. De ontwatering die ondergronds haar slooparbeid mag verrichten aan de wortels van de natuur. En de bulldozer- aanvallen van de overheid die in veld en bos aan huizen- en wegenbouw blijft doen. Prof. Westhoff is voor zijn natuurbe schermingsverdiensten onder meer be kroond aan de universiteit van Bonn, kreeg de Erepenning van de gemeente Den Haag en het erelidmaatschap van de British Ecological Society. Onder scheidingen genoeg, maar de mogelijk heid om daadwerkelijk iets te doen, is gering. "Dan kom je bij de milieuzorg terecht. En dat is politiek. En de politiek doet niets, omdat ze bang is voor de concur rentiepositie. Alles blijft daarom zoals het is. Wil je het aanpakken dan moet je het internationaal regelen. Ik noem maar wat: Engeland denkt er niet aan om mee te doen. Laat de vuiligheid maar over de zee wegwaaien. Enzovoort". Bla, bla Maar al die geruststellende verklarin gen dan die na de Rijnconferentie wer den afgelegd? Westhoff is een bedacht zaam formulerende man, maar nu schie ten zijn ogen vuur. "Bla, bla, bla", zegt de professor. "Het zijn praatjes voor de kiezers. De macht ligt bij de industrie, helemaal, en dat is niet meer terug te draaien. Stel dat er een dictator kwam die zei: weg met de drijfmest, weg met de luchtvervuiling, weg met... Maar dat kan dus helemaal niet. Want de techno logische ontwikkeling is zo geweest dat dan bijna iedereen werkloos zou wor den. Het land zou economisch naar de afgrond gaan". "Dat wil dus niemand. De moderne mens is gebiologeerd door het geld. Het gevolg is dat het milieu naar de knoppen gaat. Ik zeg u: we hebben straks geen drinkwater meer, we hebben straks geen bossen meer, de gebouwen worden nu ook al aangetast, de lucht gaat kapot. Door al die spuitbussen, vooral in de Derde Wereld waar ze de beschaving vertegenwoordigen, wordt de bescher mende ozonlaag aangetast". Het is een angstaanjagend beeld van de toekomst. Westhoff profileert zich als de profeet die de andere boodschap over de schoonheid en de waarde van de na tuur doorgeeft. Drie jaar zijn pensione ring doet hij dat nog steeds aan de leer lingen en studenten die op bezoek ko men in het witte huis op de Groesbeekse heuvel. "Als een rattenvanger van Ha- melen lok ik ze allemaal naar Ierland", zegt hij lachend. We maken een tweede ronde langs de boekenrijen. "Kijk, dit zijn mijn veld- boekjes". Tweeënvijftig jaar lang noteer de hij alles wat hij op het pad van de flora tegenkwam in zakboekjes. Het is een berg van liefde en precisie, en de boekenplank buigt onder het gewicht van zoveel .toewijding. Men moet natuurlijk ook van de na tuur houden om haar te kunnen dienen. En trouwens: was is natuur? De beek in het bos, maar ook de natuur van de ei gen inborst. Het zeldzame van de twin tigste eeuw is dat de menselijke natuur bezig is die andere natuur kapot te ma ken. In het verlengde van die gedachte betoogt prof. Westhoff dat juist onder de hemel van het christendom de aanval op de natuur kon plaatshebben. Gebod "Het begon al bij de Grieken", zegt hij. "Voor het eerst werd gezegd dat de na tuur in feite waardeloos is. Het christen dom is een versmelting van het Griekse en het joodse geloof. In het Oude Testa ment staat nog dat niet de mens, maar God middelpunt is. Het Evangelie is prachtig, een verheven iets. Maar het huidige christendom volgt het Evange lie helemaal niet na. Het is Paulus ge- "Er is een manier om uit te vinden of ie mand een eerlijk mens is: vraag het hem. Als hij 'ja' zegtdan weetje zeker dat hij een schurk is". Deze prikkelende uit spraak van de kom iek Groucho Marx be vat een ernstige waarheid. Die is dat er geen eerlijke mensen zijn. Want iemand die beweert dat hij (altijd) een eerlijk mens is, liegt en is dus oneerlijk. En ie mand die toegeeft dat hij niet (altijd) een eerlijk mens is, spreekt dan nu wel de waarheid, maar op andere momenten blijkbaar niet. We leven op een planeet die overbe volkt is met liegebeesten. De meeste men sen liegen zelfs net zo makkelijk als ze ademen. Wanneer we een kennis tegen komen die ons begroet met: 'Hallo, alles goed?' en we antwoorden met: 'Ja. pri ma, en met jou?', dan vertellen we een leugentje omdat alles met ons natuurlijk niet goed is. Ouders die hun kinderen vertellen van het bestaan van Sinterklaas, de kerst man of de ooievaar die baby's brengt, maken zich ook aan leugens schuldig. Artsen, die hun patiënten niet volledig over de ernst van hun ziekte informeren, doen de waarheid eveneens geweld aan. En verkopers van produkten, variërend van schoonmaakmiddelen tot roddelbla den, plegen de sterren van de hemel te liegen om hun klanten tot kopen te verlei den. Er zijn zelfs mensen beroemd gewor den, omdat ze de leugen tot levensfiloso fie hebben verheven. Niccolo Machiavelli (1469-1527), zelf filosoof en staatsman beweerde dat niemand een groot leider kan worden, tenzij hij of zij een superlie- gebeest is. Machiavellisme is nog altijd de term die psychologen gebruiken voor het karakter van iemand, die door leu- weest die het christusdom dom heeft ge maakt. Paulus heeft ook de vrouw de kerk uit gejaagd. Dat soort dingen vind je bij Jezus nergens". "Op de ideeën van Paulus is het hele stelsel gebouwd, een stelsel waarin ook geen plaats was voor plant en dier. Er zijn tien geboden, maar het belangrijk ste gebod staat er niet bij: de onvervang baarheid van de aarde doorgeven aan je kinderen. Hebt u naasten lief gelijk u zelve, staat er. Maar die naasten zijn al leen maar de mensen. Deze houding van het christendom - de opvatting dat de natuur is geschapen terwille van de mens - heeft een funeste uitwerking ge had". "En in de 17e eeuw was de Franse filo soof Descartes de grondlegger van het moderne natuurwetenschappelijke en technische denken. Descartes leerde dat de natuur geen waarde heeft. Dat zaken als smaak, glans en geur grote onzin zijn. Hij leerde dat de werkelijkheid wordt gevormd door de maten: de lengte, de breedte, de dingen waarmee je kunt re kenen. En dat is wat in onze eeuw de westerse wetenschap nog steeds denkt. En zo is het er bij iedereen ingehamerd". "We leven ook niet eens in vijand schap jegens de natuur. Nee, het is het ontkennen van haar waarde. De mens is de baas. Je leeft toch ook niet in vijand schap met een vlinder. Ach, voor de eco nomen die alle touwtjes in handen heb ben, zijn wij toch de zachte sector. Je loopt er over heen, zoals Ruding over ons heen loopt. De ergste van het hele stelletje". Met het bereiken van de 70-jarige leef tijd trad Westhoff onlangs af als voorzit ter van de Natuurwetenschappelijke Commissie van de Natuurbescher- gens zijn doelen tracht te verwezenlij ken. Immanuel Kant (1724-1804), één van de grootste denkers die ooit heeft geleefd, was een fel bestrijder van het Machiavel lisme. Volgens Kant mogen we nooit en te nimmer liegen. Hij heeft ooit eens gezegd dat we zelfs geen leugen zouden mogen vertellen als we daardoor ons eigen leven of het leven van iemand die ons dierbaar is, zouden kunnen redden. Als er zulke tegenstrijdige ideeën bestaan over lie gen, dan moet er wel iets merkwaardigs mee aan de hand zijn. Inderdaad is het zo, dat de meeste mensen een verward of verkeerd idee hebben over wat een leugen is. Gewoon lijk zijn we geneigd te zeggen, dat ie mand liegt, als hij of zij iets zegt dat niet waar is. Dat is een fout idee. Iemand, die iets onwaars zegt of die niet de waarheid spreekt, hoeft daarom nog niet te liegen. En omgekeerd kan iemand, die de waar heid spreekt, wel degelijk liegen. Deze beide wonderlijke uitspraken zijn te begrijpen, als we bedenken dat ie mand alleen liegt als hij bewust iets an ders zegt, schrijft of uitdrukt dan hij ge looft of weet. Als u bijvoorbeeld zegt dat Leiden de hoofdstad van Zuid-Holland is, terwijl u weet dat Den Haag dat is. dan liegt u. Als u uw schouders ophaalt om te doen alsof u iets niet weet, terwijl u het wel weet, liegt u ook. Maar als u zegt dat Nixon de eerlijkste van alle Ameri kaanse presidenten is geweest omdat u dat werkelijk gelooft, dan liegt u niet. Ook al is wat u zegt objectief gezien ver moedelijk niet waar. Zolang u zegt wat u gelooft, liegt u niet, ook al is het niet de waarheid wat u zegt. Maar een student die tegen zijn ou ders zegt, dat hij wel geslaagd zal zijn mingsraad. Aan het begin van het mi lieujaar lijkt zijn boodschap over mens en milieu zo somber en uitzichtloos als maar zijn kan. Gloort er dan straaltje hoop? In het begin van de jaren zeventig leek het toch de goede kant op te gaan. Het kabinet-Den Uyl kwam met de na tuurbeschermingswet en de wereld schrok van de conclusies van de Club van Rome: de inventarisatie van de heil loze uitbuiting van de natuurlijke hulp bronnen. "Maar toen kwam de economische te ruggang", vult Westhoff met somber hoofdschudden aan. "Weg was het mi lieubewustzijn. Men dacht meteen weer aan de portemonnee. Omdat ons ook is geleerd alleen geld belangrijk te vinden. En nu hebben we een regering die alles kapot maakt: het milieu, de natuur, het onderwijs, de cultuur. Als er maar wordt geproduceerd. Tot de dood er op volgt. En door de angst voor werkloosheid wordt iedereen meegesleept". "Maar ik ben het met u eens: er is tpch ook een milieubeweging op gang ge bracht die enige invloed heeft. Mijn ver haal is zwart, maar er is ook een witte kant. Die invloed wordt ook wel uitgeoe fend. Vergelijk je Nederland met de rest van Europa, dan is er enerzijds meer ver nield dan waar ook, maar anderzijds ook meer behouden dan waar ook". "En voor het milieujaar geldt: hoe meer je doet, hoe beter. Met Maarten Lu ther zeg ook ik: als de wereld vergaat, zal ik morgen mijn boompje planten. En tja, wat dan de praktijk betreft: op de eerste plaats staat het terugdringen van de zure regen. En dan denk ik niet eens aan het verkeer, maar wel aan de overbemes ting". De boeren in de beklaagdenbank van voor zijn tentamen, terwijl hij in feite denkt dat hij gezakt is, liegt wel. Het feit dat later blijkt dat hij toch geslaagd is, doet daaraan niets af. Een leugen is dus niet anders dan een tegenspraak tussen wat iemand gelooft (of weet) en wat hij uitdrukt. Op zichzelf is een leugen niet goed of slecht, maar neutraal. Een leugen kan goed zijn, wan neer de bedoeling van de leugenaar goed is en de gevolgen van de leugen positief zijn. Een verzetsman die in oorlogstijd tegen de Gestapo liegt over de verblijf plaats van andere verzetslieden, is een leugenaar. Maar die leugen zullen we als goed of terecht beschouwen. Iemand die tegenover zijn werkgever een collega vals beschuldigt, waardoor de laatste zijn baan verliest, liegt ook. Zo'n leugen beschouwen we echter als slecht of verwerpelijk. Liegen is dus net als eten of drinken een gedrag dat ieder metis regelmatig vertoont en die leugen kan nu eens goed of terecht zijn en dan weer slecht of onterecht. De hamvraag is daarom ook niet: 'liegen we ja of nee?' maar 'waarom liegen we?' Het antwoord is een lange lijst van re denen. We liegen bijvoorbeeld uit egois me, om iets te krijgen dat we graag wil- len. Of om straf te vermijden. Of uit het milieiijaar? Westhoff schudt het hoofd. "Ik geef niet de boeren de schuld. Het is de landbouwpolitiek, en de land bouwvoorlichting. Steeds maar nieuwe produktieverhoging, dat was heilig. Ge neratie na generatie is het er bij de boe ren ingeslagen: produceren, weg met die domme heg. Produceren, demp die domme poel. Produceren, die houtwal is waardeloos. Produceren, produceren. Die arme boeren, nu is er de overpro duktie, nu zitten ze er dus mee". Boeddhist Victor Westhoff en zijn vrouw zijn boeddhist, aanhangers van een geloof waarin planten en dieren als mede schepselen worden gezien die respect en mededogen verdienen. "Eigenlijk is het geen geloof', corrigeert Westhoff. "Het is een levenshouding. Als ze boeddha vroegen: geloof je in god, dan zei hij al leen maar: verdiep je in die bloem daar langs de weg. Boeddha zegt: we hebben het niet alleen over mensen, maar in be sef van liefde, bewustheid en besef van vergankelijkheid over alle wezens. Ik vind dat eigenschappen die de heden daagse mens meer dan ooit nodig heeft". "De westerse mens, die helaas niet be ter weet, vraagt altijd naar het nut. Wij niet. Voor de moderne westerse mens is nut gelijk aan geld. Maar moet alles nut hebben? Moet alles de materiële maten hebben die ons door Descartes en zijn natuurwetenschappers zijn opgedron gen? Waarde is voor de westerse mens gelijk aan geld. Dat is de vergiftiging van ons denken geworden. Maar als een ba by wordt geboren, vraag je toch ook niet: wat is het nut? Waarom is het dan niet voor alle schepselen zo?" schaamte. We liegen ook vaak uit be leefdheid. Bijvoorbeeld als we een brief eindigen met 'hoogachtend', terwijl we voor ons gevoel eigenlijk 'minachtend' zouden moeten schrijven. We liegen ver der uit gewoonte, om grappig te zijn, om iemand ergens van te overtuigen, of om iemand die in de problemen zit te helpen ('Je hoeft maar een kik te geven en ik sta altijd voor je klaar'). Vaak liegen we uit gemakzucht. Bij voorbeeld als we tegen onze bejaarde moeder zeggen dat we dit weekeinde niet kunnen langs komen omdat we moeten overwerken. Ook liegen we om anderen moed in te spreken. Zo houden coaches van sportteams regelmatig 'peptalks' waarin ze dingen zeggen die ze zelf niet geloven om de teamleden te inspireren. We liegen uit angst om het met iemand oneens te zijn en ruzie te krijgen. We lie gen om iemand anders in ons bed te krij gen: 'Jij bent de aantrekkelijkste persoon die er op aarde rond loopt'. We liegen uit ironie (we bedoelen het tegenovergestel de van wat we zeggen): "Zulke gezellige mensen als jullie heb ik lange tijd niet om me heen gehad". Verder liegen we omdat ons beroep (zo als dat van spion, advocaat, verkoper of politicus) dat vergt. We liegen uit on nauwkeurigheid, onzekerheid en uit angst. Bijvoorbeeld als we zeggen dat we niet kunnen zwemmen, zodat we zelf niet het water in hoeven springen om een drenkeling te redden. Al deze redenen heboen betrekking op liegen tegen anderen. Maar we kunnen ook tegen onszelf liegen en in zekere zin is de 'zelfleugen' de belangrijkste van al le leugens. Iemand die tegen zichzelf liegt, houdt zichzelf iets anders voor dan hij in feite gelooft. Nietzsche heeft heel treffend de zelfleugen beschreven als: "Doen alsof je niet bij jezelf ziet, wat je ziet". Iemand die weet, dat hij teveel drinkt, maar zichzelf steeds vertelt dat het wel meevalt, liegt tegen zichzelf. Het zelfde doet iemand die tegen beter weten in tegen zichzelf blij ft zeggen, dat hij van zijn partner of zijn werk houdt. De zelfleugen kan noodzakelijke ver anderingen tegenhouden en daardoor op den duur het leven van iemand steeds verder ontwrichten. Aan de andere kant kan de zelfleugen ook een hele positieve functie hebben. Als we Nietzsche's uit spraak omdraaien naar 'doen alsof je bij jezelf ziet, wat je (nog) niet ziet', dan kan zelfleugen het begin van een belang rijke verandering betekenen. Iemand die tegen zichzelf zegt: "Ik kan ophouden met drinken", maar daar zelf (nog) niet in gelooft, en vervolgens tegen zijn geloof in stappen onderneemt om 'droog' te worden, is een leugenaar. Maar het is een gezonde leugen. Even gezond is de leugen van iemand die zichzelf voorhoudt dat hij het zelf is die zijn ongelukkige gevoelens veroor zaakt. Hoewel hij nog gelooft dat ande ren, zoals zijn ouders, dat doen. Want door die leugen kan hij er toe komen iets aan zichzelf te veranderen in plaats van tot Sint Juttemis te wachten tot zijn ou ders andere mensen worden. De leugen is dus net zo iets als kern energie. Je kan het ten goede of ten kwa de gebruiken. Reacties op deze rubriek naar Leidsch/Alphens Dagblad, postbus 54, 2300 AB Leiden. door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 29