Jos Brink kan potje breken bij het publiek Een sprookje in de wildernis Geld speelt geen rol in het Canadese Banff Springs Hotel ZATERDAG 3 JANUARI 1987 EXTRA PAGINA 17 Jos Brink als cabaretier Jos Brink. Wie kent hem niet. Van zijn musicals Amerika, Amerika, Evenaar, Madame Arthur. Van zijn toneelstuk Een nieuwe dood. Van - langer geleden - de cabaretgroep Tekstpierement. Van zijn boeken en van zijn optredens als quizmaster en presentator. Tijdens een opinie-onderzoek kwam hij naar voren als de meest populaire Nederlander. Hij is er trots op, maar relativeert het ook: "De mensen moeten natuurlijk geen Heere Jezus van me willen maken. En als ze me thuis zouden zien, zouden ze wel anders oordelen. Daar scheld ik gewoon tegen de pannen en tegen de poezen. En tegen Frank". door Rob Hirdes bijeen in een donker holletje, die na af loop in hun pootjes klappen". "Opiniepeilingen hebben onlangs uit gewezen dat ik wel een potje kan breken bij het Nederlandse publiek. Uiteraard streelt dat m'n ego, maar ik ben niet ij- del. Absoluut niet. Sta niet naast mijn schoenen. Integendeel, je moet er juist stevig in staan. Want succes is net wind. Aan de top staan is niet moeilijk, maar er blijven. Voor hetzelfde gemak kun je toch ook eens ontzettend op je bek gaan". Dood "De dood van dat jongetje, dat in 'Wedden Dat' al die sterrennevels wist op te noemen. Afgrijselijk. Ik ben daar veel erger van geschrokken dan ik aan vankelijk wilde toegeven. Zoiets begrijp ik gewoon eventjes niet. Ik ben gelovig opgevoed. Zat als vieijarige kleuter al op een klein christelijk schooltje". "Maar ik kan geen verklaring vinden voor de dood van zo'n jongetje, dat nog ongeschokt in geloof en vertrouwen naar de Heere opziet. Als mensen elkaar afmaken in een oorlog, is dat hun eigen verantwoordelijkheid. Ze weten ook heel best hoe oorlogen voorkomen kun nen worden. Maar als miljoenen, zoals nu ook weer een kennis van 21 jaar die kanker heeft, schuldeloos de dood in worden gestuurd, kan ik me daar niet kritiekloos bij neerleggen. Ondanks dat we niet weten met welke maten in een groter geheel wordt gemeten". "Waar ik ook slecht tegen kan, is als mensen mijn dag verpesten. Want dat is toch mooi een dag, die nooit meer terug komt. En, laten we eerlijk zyn: zoveel dagen hebben we nou ook weer niet in ons leven. Ik geloof in de schepping van de aarde. Niet dat die in zeven dagen is geschapen. Dat moet je begrijpen als in zeven onmeetbare eenheden". "En wij mensen krioelen maar door el kaar heen, doen hautain tegen anderen, bijten elkaar de staartjes af om daarna op gemiddeld 72-jarige leeftijd te ster ven. Het leven is net als een waterdrup peltje. Het spat op, om later weer weg te vloeien in één grote watervlakte alsof het er nooit is geweest. Dan denk ik wei eens bij mezelf, waarom maak je er in die tijd met elkaar niet iets van, waarop met plezier kan worden terug gekeken". "Zelf zet ik aan het einde van elke dag voor het inslapen alle aardige dingen van die dag op een rijtje. Dat zijn er zo veel dat ik al slaap voor ik aan het einde van dat rijtje ben. Ik kan iedereen aanra den dat ook te doen. Want iedereen be leeft, zeker als je er voor open wilt staat, toch wel elke dag fijne dingen". 's Rijks Belastingen heb ik totaal geen verstand van geld. Met schade en schan de heb ik leren sparen om in elk geval mijn belasting op tijd te kunnen betalen. En om m'n vakantie te kunnen bekosti gen. En voor de rest gaat alles op. Tot leedwezen van mijn vader. Frank heeft trouwens ook absoluut geen verstand van geld. Vergeet soms gewoon een nul. Ik werk ook niet om er per se iets mee te verdienen. Het is ook niet echt werken wat ik doe. Op kantoor zitten, dat is echt werken. Dingen doen, die je worden op gedragen". Max Havelaar "We gaan nu de Max Havelaar als mu sical doen. Ik schat die hele produktie op 2,5 miljoen, maar mijn kantoor heeft inmiddels becijferd dat het wel 2,8 mil joen is. Dat laatste bedrag zal vermoede lijk ook wel dichter bii de werkeliikheid liggen. Vandaar dat het maar goed is dat anderen de zakelijke belangen beharti gen. Anders zou het faliekant mislopen". "Die Max Havelaar is nog nooit als musical gebracht. Dat wordt een stuk amusement met wat meer diepgang erin dan zomaar een stukje amusement. Met alle respect overigens voor anderen, die puur entertainment brengen. Maar je moet deze musical zien als een bood schap, verpakt in een bonbonpapiertje". "Het is trouwens nog steeds een actu eel gegeven. Want wat er destijds met die Javanen in Indonesië gebeurde, ge beurt nog steeds op honderden wille keurige plekken in de wereld. Wat dat betreft gaan mensen erg onzorgvuldig met elkaar om. Zelf heb ik als ik zoiets signaleer de kans via de pers, radio en televisie daar iets aan te doen. Maar wat voor mogelijkheden heeft mijn buur vrouw, die in hetzelfde Amsterdamse straatje woont als ik?" "Hoe die musical eruit gaat zien? Ik vind hem in elk geval nu al prachtig. Zo werk ik ook. Zo in de trant van: als ik het maar mooi vind. En tot myn lichte ver wondering vinden de mensen het tot dusverre ook nog steeds prachtig wat ik allemaal doe. Wat dat betreft ben ik een reuze mazzelpik. 'Madame Arthur' bij voorbeeld loopt nu in Amsterdam als een vrije produktie. Het best lopende stuk van dit moment. Uitverkochte za len. Dat is toch wat anders dan wanneer het in een abonnementenreeks is opge nomen. Dan komen de mensen door gaans toch wel, want ze hebben nu een maal voor dat abonnement betaald". "Toneel is trouwens echt een grandio ze en tegelijk rare ervaring. Sta je op de bühne in het licht van de schijnwerpers en voor je zitten zevenhonderd mensen "Met Sinterklaas vinden kinde ren tegenwoordig videootjes en computertjes in hun schoen. Na tuurlijk zijn ze daar blij mee. Ook al omdat ze er hun klasge nootjes mee de ogen kunnen uit steken. En als je geen Nikes draagt, tel je gewoon niet mee". "Nee, dan vroeger. Ik had als kind een houten treintje en een Maizena-doos. Droeg de kleren van mijn oudere broers zodra die aan herenkleding toe waren. Na mij - we waren met vijf jongens thuis - kregen mijn jongere broertjes die kle ren weer om verder af te dragen. Als grootste attractie hadden we thuis een verkleedkist. Met hoeden en petten en van die dingen. Ik weet niet hoe ze daar aan kwamen, maar die kist werd door mij wel flink gefrequenteerd". "We hadden ook een poppenkast thuis. Die poppen heb ik nog steeds. Had m'n vader allemaal zelf gemaakt. Hij maakte ook zelf de verhalen. Zittend voor die poppenkast raakte ik eigenlijk voor het eerst onder invloed van die be tovering van toneel en theater. Een soort van koorts, die me steeds weer overviel als mijn vader achter de kast kroop. Ik vond dat buitengewoon spannend". "Al vrij jong namen mijn ouders me mee naar het kindertoneel. En toen ik elf was, mocht ik naar Tramlijn Begeerte. Ik begreep er niets van. Maar ik zal die gebeurtenis, dat spektakel, nooit meer vergeten. Ik zie het nu ook wel om me heen; ouders die hun kinderen mee ne men naar een voorstelling van mij. Zit ten dan op de eerste rij. Beleven zo'n voorstelling heel anders dan volwasse nen. Dat vind ik een hele eer, dat kinde ren die voor het eerst naar de schouw burg gaan, dan naar een stuk van mij ko men kijken. Dat vergeten die kinderen hun leven niet meer. Niet dat ze naar Jos Brink zijn geweest. Nee, dat ze naar het toneel zijn geweest". "Ik ben geboren in Tuindorp-Vree wijk. Een dorp zo tegen Rotterdam aan geplakt. Nog niet zo lang geleden was ik er weer eens. Veel hetzelfde gebleven. Zelfs de bomen waren nog hetzelfde. Ze waren alleen groter geworden. En nu liep ik in anderhalve minuut van huis naar school. Vroeger scheen je daar an derhalf uur over te doen. Ik vond het enig om die school weer op te zoeken. Toen ik er zo voor stond te kijken, kwam er een vrouw uit. Bleek de werkster te zijn. Ze vroeg of ik binnen wilde komen. Of je dan zo terug in je jeugd stapt. Ter wijl er in jezelf nog maar zo weinig van Jos Brink als quizmaster in 'Wedden dat' met Sandra Reemer. (foto anp» over is. Of je er van vervreemd bent. Os car Wilde zei ooit: jeugd is een prachtig ding. Jammer, dat je het in je jeugd ver knoeide". Gereformeerd "Het is inderdaad zo dat het voorbij is voor je er erg in hebt. Dat je je dat vroe ger niet realiseerde. Toch ben ik, maar dat geldt waarschijnlijk voor iedereen, in mijn diepste wezen altijd kind geble ven. Terugkijkend op m'n jeugd zou ik er zo weer in willen stappen. Ook in het zelfde gezin. Ik heb daar veel aan ge had". "Het was thuis altijd gezellig en la waaierig. Ondanks dat we toch vrij streng werden opgevoed. Mijn ouders waren vrijzinnig gereformeerd. Zodoen de bezocht ik ook de Zondagsschool. Dat was niet echt leuk, maar gelukkig had de juffrouw een stijf been. Dat vormde toch wel een attractie. Ik dacht dat God dat zo bedoeld had. De juffrouw van de eerste klas had trouwens een ho ge schoen. Wat dat betreft ben ik met de nodige mankementen om me heen opge groeid". "Van huis uit ben ik - grappenmaken is een serieuze zaak - eigenlijk een vrij ernstig type. Uitgerust met een bepaalde taalvaardigheid. Zo iets krijg je mee, in mijn geval van pa, en dat kan je dan zelf verder ontwikkelen. Ik heb nog twee broers, die een zekere taalvaardigheid bezitten. Thuis werd en wordt nog steeds op een bepaalde wijze met elkaar omgesprongen. We verstaan elkaar on derling uitstekend. Toen Frank pas in de familie kwam, vond hij het een bijzonde re ervaring zoals we met elkaar om gin gen en spraken". "Hoewel mijn vader werkzaam was bij Het Banff Springs Hotel, het in de Canadese wildernis gelegen trefpunt van sterren, snobs en klaplopers, (foto gpdi Fata morgana. Alsof je een iglo in de Sahara ontwaart. Eerste opwelling: welke idioot kwam in godsnaam op het idee juist hier een hotel te bouwen? Ber gen, bossen, meren en wildstro- mend water, zover als het oog reikt. Waarschuwingsborden langs de weg ook, met het op schrift: 'You are in Bear Coun try'. Oftewel: het wemelt hier van de wilde beren en wij zou den de geachte toerist erop wil len wijzen dat die geen muil korven om hebben. door Rob van den Dobbelsteen De weg erheen is geasfalteerd. Nu wel. Maar hoe moet dat honderd jaar geleden zijn geweest? Calgary, tachtig mijl ver derop, bestond nog niet en vanuit het bijna driehonderd mijl noordelijker ge legen Edmonton liep slechts één trail, één smal voetpad dwars door de jungle. Op de kaart heette het stuk „Kavel 29". Een land van indianen en jagers, van goud- en gelukzoekers, van elanden en grizzly's. William Cornelius van Home kwam er, omdat zijn Canadian Pacific Railway er een spoorbaan bouwde. „Mooi plek je", moet de president hebben gebromd toen hij, vastgebonden op een voorop een locomotief geschroefde veeschui ver, kleumend het land verkende. „Als ik daar nou eens een hotel neerzette". De architect die hij de opdracht gaf, heette Bruce Price. Godfather van de Canadese bouwmeesters. „Maak er iets moois van", verordonneerde Van Home, „iets luxueus". Ondersteboven Het hotel werd in 1888 geopend. Een jaar later dan was gehoopt. Dat kwam door de Chinezen. Harde werkers, daar niet van. Maar spijtig genoeg niet geheel op de hoogte van de westerse gewoon ten. Die million dollar view, dat schitte rende uitzicht op waar nu een 18 holes golfcourse ligt, was bestemd voor de gasten die in de eetzaal dineerden. Niet voor de koks die in de keuken kookten. Maar omdat de Aziaten de tekening on dersteboven hadden gehouden, laat de rest zich raden. Het staat in elk geval vast dat het flink gedonderd heeft, toen mister president even kwam buurten. Een half afgetimmerd hotel hondertach tig graden draaien, dat kost tijd. Het eerste Banff Springs Hotel telde tweehonderdvijftig kamers waarvan tien met bad. Het grootste hotel ter we reld en toch nog te klein. Een hevig geïmponeerde Engelse journalist: „Tus sen New York en Shanghai zijn maar twee plaatsen waar je al je vrienden voorbij ziet gaan als je er maar lang ge noeg blijft zitten: Café de la Paix in Pa rijs en Strand Corner in Londen. Daar is nu het Banff Springs Hotel' bij geko men". Al in 190U ging men ertoe over het ho tel uit te breiden. Want, redeneerde de toenmalige directie, je krijgt zo'n slechte naam als je gasten de deur moet wijzen midden in een van beren vergeven bush- bush. Driehonderd kamers waren er in 1900, driehonderdzestig in 1902, vier honderd kamers in 1903. Alle met bad en telefoon. Het Banff Springs Hotel. Sprookje in de bergen. Talk of the world. Als je d'r niet geweest was, hoorde je er niet bij. En dan was de echt grote tijd nog niet eens aangebroken. Die begon in 1928. Toen het hotel zijn huidige vorm had be reikt. Speeltuin voor de high society. Overdag golfspelen of vissen, 's avonds dansen met het orkest van Benny Good man dat speciaal werd overgevlogen uit Amerika en dat was geland op een in de gauwigheid aangelegde landingsstrook bij het hotel. Wie zwijmelden er op mis ter Goodmans suikerzoet geblazen Me mories of you? Cole Porter bijvoorbeeld. En Henry Fonda. En Micky Rooney. En Ginger Rogers. En... Dertig vrouwen The Banff Springs Hotel, zeker in die jaren was het een overnachtingspaleis voor sterren, snobs en klaplopers. Waar vrouwen rondliepen die om het uur een andere robe aantrokken en waar man nen zich zo extravagant gedroegen, dat zelfs het personeel ervan opkeek. Zoals bijvoorbeeld die maharadja met zijn der tig vrouwen, die voor zijn suite twee tweepersoonsbedden bestelde om ver volgens die twee bedden afwisselend te beslapen en zijn vrouwelijk gevolg op de vloer te laten liggen. Er werd toen al lang niet meer gespro ken van het Banff Springs Hotel, maar eenvoudig van The Hotel. Dat was vol doende. Droom van iedere bewoner van het Noordamerikaanse continent: Kerst mis vieren tussen de besneeuwde top pen van de wilde Rocky's. Dertienhon derd gasten, tweeëndertighonderd di ners, honderdvijftig kerstbomen en een kerstkoor waaraan zelfs het koor van de Parijse Notre Dame een puntje kon zui gen. „Maar willen de gasten wel zo ver standig zijn vele jaren van tevoren te re- De oorlog bracht een inzinking. Drie jaar lang straalde er geen licht uit de honderden kristallen kroonluchters. Maar in 1946 begon de same old story op nieuw. Begeleid door het soort publici teit waarop ze in Amerika en Canada het patent lijken te hebben. Foto's in kran ten en tijdschriften. Van starlets die ge kleed in een veel te groot badpak smach tend opzien naar de stoere binken van de Canadian Mountain Police, van film opnames voor Lassie-films, de wonder baarlijke hond die zijn baas uit zelfs de meest netelige posties wist te redden, van Marilyn Monroe vooral, die in The Hotel revalideert nadat ze bij opnames van River of no Return haar been had gebroken. Onder de 850 personeelsleden van het hotel moet er nog een ware strijd hebben gewoed met als inzet wie wie mocht be dienen. Uiteindelijk was het aardig na derhand de kleinkinderen te kunnen vertellen dat je Marilyn Monroe nog in haar rolstoel door de Rocky Mountains hebt geduwd. Of dat je ooit Lassie hon- debrokken hebt gegeven. Nu we het toch over Lassie hebben, de zeer vermogende lady Steele ergerde zich destijds mateloos aan de voorkeurs behandeling die de slimme hond genoot. Ze werd niet tot het hotel toegelaten, omdat ze erop stond dat ook haar hondje onderdak kreeg in het hotel. Maar de di rectie was niet te vermurwen; zfj was welkom, maar haar troeteldier moest buiten blij ven, anders kon ze een taxi ne men naar haar woonplaats San Francis co. „En Lassie dan?" siste mevrouw Steele zeer unladylike door de immense hotelhal. Het antwoord van de hotellei ding liet zich niet mis verstaan: Lassie is geen hond, madam, Lassie is a star". Tropische stijl The Banff Springs Hotel. Oftewel: hoe een hotel een wildernis veranderde. Ze zijn opnieuw aan het timmeren en het metselen. Alsof die 580 kamers niet ge noeg zijn. En dat schitterende, vijftig meter lange zwembad in tropische stijl. Niet minder dan 269 miljoen Canadese dollars zijn er uitgetrokken voor 225 nieuwe kamers. Ruim 400 miljoen gul den dus voor nog meer luxe, nog meer verfijning. Of is verfijning misschien een wat al te subtiele omschrijving voor acht kamers, die niet alleen elk een eigen fit ness-ruimte krijgen, maar ook nog een eigen zwembad? Leslie, de pr-assistente, haalt haar schouders op: „Er is vraag naar en we hebben geld zat". Een hotel in de wildernis. Waarvan vijfentachtig procent van de kamers al tijd bezet is. Prijzen? De goedkoopste single-room „doet" in het hoogseizoen 65 Canadese dollar. Niet extreem duur. Maar daar staat dan wel de ruim 400 dol lar tegenover, die voor een suite met dat befaamde million dollar view moet wor den betaald. Suites die je ook weer maanden van tevoren moet bespreken. Want zo idioot was die idioot die besloot hier een hotel te bouwen nou ook weer niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 17