'Voor haar schoonheid ben ik niet gevoelig'
'Ik moet nog leren
om oud te worden'
Tweemaal daags
'n potje Scrabble
MONALISA
WERKEN
TAAL-TIC
PAGINA VIII 0 EINDEJAARSBIJLAGE LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD E
door Ariejan Korteweg
Rob Kooyman: "Stel dat anderen er méér hebben, waar blijf ik dan?".
(foto Wim Dijkman)
doorSaskiaStoelinga
Je hebt lege en volle huizen. Huizen
waarin de gedachten van de bewo
ners vrij kunnen ronddolen en hui
zen waar ze steeds op voorwerpen
stuiten: wandkleden, boeken,
beeldjes, snuisterijen, muziekin
strumenten, planten. Rob Kooyman
(49) uit Zoetermeer heeft een vol
huis, de woning van een hamste
raar. Op de vloer ligt de eerste vin
gerwijzing: een puzzel van Mona Li
sa.
Eerst moeten wat posters en affiches
worden opgeruimd, dan kunnen we ons
aan tafel zetten. "Ik ben iemand die veel
bewaart", verklaart hij ten overvloede.
"Zie ik ergens iets wat me interesseert,
dat knip ik het uit en leg het apart. Op
zolder heb ik hele stapels".
Het komt geregeld voor dat iemand
hem vraagt: 'Zeg Kooyman, ik heb stad
en land afgezocht, misschien heb jij er
iets over'. Waarop Kooyman naar de zol
der verdwijnt om zijn stapels door te
vlooien. Zo is hij aan zijn hobby geko
men. Want bij het doornemen van zijn
paperassen viel hem op hoe vaak Mona
Lisa opdook. In velerlei gedaanten. Niet
alleen reproducties van het schilderij
van Leonardo da Vinei, maar ook allerlei
varianten, gemaakt door kunstenaars,
door reclametekenaars of cartoonisten.
Toen Kooyman erop ging letten, bleek
Mona Lisa alom tegenwoordig te zijn.
Hij kwam haar tegen op ansichtkaarten
en bij tweedehands boekenwinkels, in
Schotland liep hij tegen een medaillon
aan met haar afbeelding en in Pariis kon
hij tal van winkels en cafés fotograferen
met de naam of afbeelding van La Ja-
conde, want zo wordt Mona Lisa in het
Frans genoemd. Hij ontdekte dat er in
1978 in Duisburg een tentoonstelling
van Mona Lisa's was geweest en dat een
Fransman een hele serie spelletjes rond
Mona Lisa had gemaakt.
Even voorstellen: iemand die bij
'scherpe regels' onmiddellijk aan
'wetten' denkt en zich door letters
als Y, Q en soms de X en de C enigs
zins ongemakkelijk kan voelen, dat
karakteriseert de persoon in kwes
tie toch wel enigermate.
Als men daarbij bedenkt dat de Al-
phense Mien Redegeld (55) niet alleen
met overgave Scrabble speelt en crypto
grammen volpent, maar ook werkzaam
is als correctrice, dan leidt dat onvermij
delijk tot de conclusie dat haar leven
welhaast tot de rand gevuld is met onze
Nederlandse taal.
Tijdens het eerste telefonische contact
laat ze zich ook ontvallen 'woordgek' te
zijn. "Ik ben van 's morgens vroeg tot 's
avonds laat bezig met taal. Ieder woord
is mooi. Ik vind taal heel mooi. Je hebt
het altijd nodig", doet ze enigszins een
poging haar passie te verklaren.
Nederlands heeft voor deze oorspron
kelijk uit Brabant afkomstige Alphense
een heel bijzondere charme. "Je hebt
vaak van die hele leuke tegenstellingen
in één woord: 'halfleeg' bijvoorbeeld".
Zij tekent daarbij aan dat uit haar erva
ring blijkt dat Nederlands ook een heel
moeilijke taal is. "Ik heb jarenlang Ne
derlands gegeven aan buitenlanders.
Dan kom je er pas achter hoe onze taal
eigenlijk in elkaar zit".
Zo'n taai-tic laat zich nauwelijks weg
cijferen, zo blijkt uit het verhaal van
Mien Redegeld. "Als ik ter ontspanning
een boek lees dat wemelt van de fouten,
dan gooi ik dat weg. Ik heb ook de nei
ging om fouten in een boek te corrige
ren. Oude boeken, daar zitten vaak geen
fouten in", zegt ze met iets van bewon
dering in haar stem.
Zuiver houden
Mien Redegeld vindt dat het Neder
lands aan het verloederen is. "Ik wil
geen betweter zijn, maar volgens mij ta
kelt het af. Niet bij de 'gewone man'
maar bij mensen die hoger geschoold
zijn, die het beter zouden moeten weten.
Bovendien is het taalonderricht erg
slecht".
"Ik ben geen puriste, maar ik wil de
taal wel graag zuiver houden". Als voor
beeld wijst mevrouw Redegeld op het
woord 'Onterecht': een bastaardige ont
kennende vorm van 'terecht', die deson
danks zelfs in de Van Dale heeft kunnen
insluipen. Deze dikke pil die tijdens het
interview geregeld uit de kast wordt ge
pakt, bevestigt het inderdaad.
De Alphense heeft ook een hekel aan
de verhollandsing van pure Engelse
woorden. Tot de Nederlandse werk
woordverbuiging aan toe, zoals 'produ-
cen'. "Niemand zegt 'taipen' als het om
'typen gaat'. Je moet 'cornèt bief bestel
len in plaats van 'corned beaf duidt ze
ook op minder ernstige vormen van ang-
licistische taalvervuiling. "De Belgen
doen dat heel leuk. Een centrifuge heet
daar een droogzwierder".
Taal heeft Mien Redegeld altijd al be
ziggehouden. Dat begon met lezen: "Ik
heb eigenlijk mijn hele leven al veel ge
lezen. Met rekenen hoefden ze bij mij
nooit aan te komen. Dat ligt me gewoon
niet. We waren thuis met acht kinderen
en toch kon het op zondagmiddag dood
stil zijn. Dan was iedereen aan het le-
Later breidde de belangstelling zich
ook uit tot puzzelen, hoewel dat in de
jeugdjaren van Mien Redegeld uiteraard
minder gemeengoed was dan nu. Voor
iemand met een taai-tic begint dat met
kruiswoordraadsels, via doorlopers naar
cryptogrammen. Moeilijker taaipuzzels
zijn er immers niet. "Dat doe ik nu een
jaar of tien".
Ook toen de aandrang en de stimulans
zich voordeed om het bestaan van huis
vrouw en -moeder af te wisselen met
werk, koos Mien Redegeld voor werk in
de taalsector. Na een opleiding van en
kele maanden werd ze correctrice bij
Samsom-Sijthoff grafische bedrijven.
Het vergelijken van drukproeven met
manuscripten sloot perfect aan bij haar
Zo werd Kooyman Mona-maan. Hij
nam het besluit Mona Lisa's te gaan ver
zamelen. Denk niet dat hem hem gaat
om haar veelgeroemde glimlach, of min
stens om het geel van haar ogen, haar
mollige handjes of zelfs maar het lieflij
ke landschap dat achter haar zichtbaar
is. Voor de eeuwige schoonheid van Mo
na Lisa is de verzamelaar ongevoelig.
Waren het 'De Aardappeleters' van Van
Gogh of 'Guernica' van Picasso geweest
die zo vaak door anderen waren nage
bootst, Kooyman zou nu mappen met
aardappeleters of Guernica's hebben.
"Geen schilderij is zo vaak door anderen
gebruikt als de Mona Lisa", verzekert
hij. "Nee, ook De Nachtwacht niet".
Natuurlijk heeft hij de echte Mona Li
sa wel eens gezien. Dertig jaar geleden,
toen hij als jongeling naar Parijs ging,
voor het eerst. Wat hem toen nog het
meest opviel, was dat het zo'n klein
schilderij was. Een paar jaar geleden be
zocht hij met vrouw en dochters op
nieuw het Louvre. Nu bleek Mona Lisa
geheel in perspex verpakt. Wellicht uit
angst dat ze zou kunnen slijten onder de
blikken van de duizenden belangstellen
den, die zich er dagelijks voor verdrin
gen.
Als zijn verzamelmappen op tafel ko
men is Kooyman niet meer te stuiten.
Elk blad ontlokt hem een Mona-loog, die
hij vaak halverwege alweer afbreekt om
aan een volgende te beginnen. Een
plaatje van Da Vinci en Mona Lisa met
een kindje brengt hem op het verhaal
hoe de echte Mona Lisa twee jaar zoek is
geweest. Een patriottistische Italiaan
stal het doek in 1911 uit het Louvre, om
dat hij vond dat het in Italië thuishoor
de. Toen geen Italiaanse museumdirec
teur er de vingers aan wilde branden,
liep de dief tegen de lamp.
Dat soort verhalen is te vinden in de
map kranteknipsels. Daarin ook een be
richt over een Deense onderzoeker, die
beweert dat de gele kleur van het oogwit
van Mona Lisa duidt op een cholesterol-
tekort. Een andere Deense wetenschap
per bedeelde Mona Lisa - of liever ge
zegd: Madonna Lisa, de echtgenote van
Francesco del Giocondo, die model
stond voor het schilderij - met een aan
geboren aangezichtsafwijking.
We bladeren verder en stuiten op een
fotoserie uit het Franse erotische blad
Oui. Een slapende zaalwacht ziet niet
hoe Mona Lisa uit haar eigen lijst stapt
en die van haar buurman binnenklimt:
de Franse koning Francois I. Met hem
geeft ze zich over aan het soort genoe
gens waarin dergelijke bladen grossie
ren. "Ben zo terug", staat op het bordje
dat aan haar lege lijst hangt. Kooyman is
nog steeds verrukt over deze serie. "Ge
weldig knap gedaan".
Een andere map komt boven tafel. Mo
na Lisa met een broodje in haar mond,
met een koptelefoon op het hoofd, ach
ter een beeldscherm of. met Dracula-
tandjes. Reclamemakers vergrijpen zich
veelvuldig aan haar. Kunstenaars ook:
Duchamp voorzag haar van een gewone
snor en Philippe Halsman van een Dali-
snor, Chris Brown schilderde haar met
een naakte Clint Eastwood en Paul Wun-
derlich maakte tal van variaties.
Wat voor beperkingen Kooyman zich
oplegt bij het samenstellen van zijn col
lectie? "Geen morele, dat ziet u wel",
zegt hij en toont een prent van een Mona
Lisa bij wie een kabouter tussen haar be
nen krioelt. Ook geen artistieke, zo blijkt
even later als hij tekeningen van familie
leden en bekenden tevoorschijn haalt,
die Mona Lisa van een Zeeuwse kap of
clownsneus hebben voorzien. Aparte
vermelding verdienen ook een door zijn
moeder vervaardigd borduurwerk, het
plaatje 'Mona Lisa' van het Radi Ensem
ble, een mandarijnen-verpakking uit
Zuid-Frankrijk en het etiket van een fles
Chianti uit Panzano met daarop de af
beelding van... inderdaad.
Eigenlijk is de prijs zijn voornaamste
criterium. Kooyman wil per exemplaar
niet meer dan anderhalve gulden uitge
ven. Maar zoals het een goed verzame
laar betaamt zijn er met enige moeite al
tijd wel redenen te verzinnen om een
boek of tijdschrift alsnog aan te schaf
fen; omdat het zo goed is voor het Frans
van de kinderen of omdat dat boekje
met die tekening van Da Vinci met Mo
na Lisa temidden van andere linkshan-
digen als Kim Novak, Harpo Marx en
Marcel Marceau leuk is als verjaarsca
deau voor een linkshandige vriend.
Bij het uitbreiden van zijn verzame
ling maakt Kooyman handig gebruik
van zijn werk. Hij zit in het bibliotheek
wezen en geeft vaak cursussen. Aan
het eind van zijn lessen toont hij steevast
een Mona Lisa op het projectiescherm.
"Mochten jullie ooit in jullie rijke biblio
theekleven iets dergelijks tegenkomen,
stuur het me dan op", zegt hij dan. Hij
heeft er een paar vaste leveranciers aan
overgehouden.
Geen contact
Ons land telt meer verzamelaars van
Mona Lisa. Kooyman kent ze wel. Je
hebt de fotograaf Pierre Jean Vetter, die
Mona Lisa in talloze variaties heeft gefo
tografeerd; je hebt de beeldend kunste
naar Ruud Ramseier, die vorig jaar in
het weekblad De Tijd stond met een Mo-
na-nieuwj aars wens. Of hij wel eens erva
ringen uitwisselt met hen? Kooyman
kijkt ontsteld. "Ik wil eigenlijk altijd iets
unieks doen. In suikerzakjes, postzegels
of-eierdopjes zie ik niks. Ik heb nu 426
verschillende afbeeldingen. Stel je voor
dat ik met hen contact zoek en zij blijken
er 1.200 te hebben. Waar blijf ik dan?"
Ondanks zijn 73 jaren dwingt hij
respect af. Alleen al door zijn pos
tuur. Zo te zien een man uit één
stuk. Toch loopt er een klein barstje
door dat beeld. Zijn geest, zo zal hij
later verklaren, past niet meer bij
zijn lichaam. Die geest hoort bij het
lijf van een jongeman van in de der
tig.
Het irriteert hem mateloos dat zijn lon
gen en beendergestel de 100 meter in 16
seconde niet meer aankunnen. Want: in
Jan Meyers leeft nog steeds het heilige
moeten. De pensioengerechtigde leeftijd
heeft hij overgeslagen. Hij werkt en or
ganiseert nog steeds, omdat hij bang is
dat de dood hem anders op de hielen
trapt.
"Misschien moetje dat gat voor die lei
ding nog wat uitboren". Op weg naar
zijn werk bij de Zuid Hollandse Beton
Centrale (ZHBC) in Pijnacker levert hij
als een opzichter commentaar op het
karwei dat wordt uitgevoerd in de flats
aan de Statendaalder in Leiderdorp,
waarvan hij er zelf ook een bewoont. De
bewoners krijgen een eigen verwar
mingsinstallatie. Daarvoor heeft hij zich
als lid van de Vereniging van Eigenaren
de laatste jaren sterk gemaakt. Hij houdt
nu nauwlettend in de gaten of alles wel
naar behoren wordt uitgevoerd. "Ach, ik
weet het: ik moet m'n bek houden, min
der werken en minder organiseren. Men
sen nemen me die bemoeizucht heus
niet in dank af. Eigenlijk straf ik mezelf
op deze manier".
's Avonds, na gedane arbeid, zit hij
rustig op de bank met een glas thee voor
zich. Op de vraag waarom hij nog werkt,
antwoordt hij: "Omdat ik bang ben dat
ik doodga als ik hier blijf zitten. De hele
dag thuis, dat kan ik geestelijk niet ver
werken. Ik moet nog leren oud te wor
den". Zijn jongere vrouw roept vanuit
de keuken: "Begrijp je dat nou? Op zijn
leeftijd werkt toch geen mens rtieer?"
Onzeker
Die gejaagdheid, die onrust in zijn
bloed maakt hem bij tijd en wijle be
hoorlijk onzeker. Als hij bij de dokter
komt is het voor stressverschijnselen.
Maar echt iets mankeren doet hij niet.
Hart en hoofd zijn prima in orde. "Ik ver
beeld mezelf ongelofelijk snel van be
grip te zijn en ik denk dat ik het allemaal
veel beter weet dan een ander. Die zake
lijke en juridische strijd die ik elke dag
voer, houden me levendig. Mijn geest
reageert als die van een jonge vent".
Voor een telg van een geslacht dat een
textielwinkel bezat in de Haarlemmer
straat, op de plaats waar nu C&A komt
te staan, sprak het eigenlijk vanzelf dat
hij ook in die branche verder ging. "Mijn
ouders waren lid van een inkoopcombi
natie. Eigenlijk verkochten ze veel meer
dan textiel. Ook kinderwagens en meu
belen behoorden tot het assortiment. Nu
was het de gewoonte dat de kinderen
van al die zakenmensen werden uitge
wisseld, om ervaring op te doen". Zo
kwam hij in Rozendaal terecht bij een
ander familiebedrijf. Na een gedegen
leerschool keerde hij térug naar de basis.
Maar al snel bleek dat je met familie be
ter kon wandelen dan hkndelen. "De
Meyers weten het allemaal het beste",
kan hij nu vrolijk zeggen, omdat de ru
zies van die tijd al lang zijn bijgelegd.
Via een kennis vond hij snel ander werk
bij een fabrikant die tribunes verkocht.
"Bij Jumping Amsterdam, in het sta
dion van Volendam, daar staan die din
gen". Het was het begin van een grillige
loopbaan, want na die tribunes kwamen
de verfblikken, de liften en de betonnen
vloeren. Het begin van een tomeloze
werkdrift die hijzelf en zijn vrouw nog
steeds niet hebben weten in te dammen.
Kortsluiting
"Verkoper? Nee, zo omschrijf je mijn
vak toch niet helemaal. Wat ik doe is het
bij elkaar brengen van mensen die zaken
willen doen. Meestal zijn dat directeuren
van grote bedrijven. Als zoiets lukt weet
ik dat ik een prachtige klant heb gewon
nen, want uit goede 'contacten komen
schitterende opdrachten voort. In wezen
heb ik nooit wat verkocht, maar altijd
alleen maar de juiste mensen bij elkaar
gebracht. Ik bewerkstellig positieve
kortsluiting. Eigenlijk kan het mij ook
niet schelen hoe het product er uitziet.
Als ik overtuigd ben van de kwaliteit,
zijn voor mij kennissen belangrijker dan
kennis".
Zijn ogen gaan glimmen als hij begint
uit te leggen wat het 'geheim van de
smid' is. "Kijk, ik heb een keurig stem
geluid en ben een flinke vent. Dat is al
heel wat. Meestal heb ik vooraf telefo
nisch al een aardig gesprek gehad met
de secretaresse. Dan sta ik op een goede
dag voor haar neus, refereer nog even
aan dat telefoontje en zeg vervolgens op
mijn allercharmantst: "Hier is Meyers
van de betoncentrale.. Hij heeft veel inte
ressants te vertellen over het storten van
betonnen vloeren. De directeur heeft
daarnaar gevraagd. En als de vrouw dan
'boven' belt en ik haar hoor vertellen:
'Hier is Meyers met een interessant ver
haal, het lijkt me goed als u dat zelf even
hoort', dan gaat bij mij het bloed sneller
stromen. Weer een klant bij de kuif'.
Meyers is erg ongeduldig. As mensen
de boel gaan lopen traineren is voor hem
de pret er snel af. "Ik zeg altijd: ik wil nu
praten en hoop dan stilletjes vijf minu
ten later de beslissing te hebben gefor
ceerd. Dat is mijn plezier. Anders wordt
de zaak zuur. Potentiële klanten zijn net
roompuddinkjes. As ik eerst een dag
moet kletsen, lust ik die room niet
Egotripper
"Een egotripper, zo zou je my wel kun
nen noemen. Ik ben altijd op mezelf ge
weest. Vijanden heb ik denk ik niet. Ik
heb ook nog nooit iemand belazerd. Wel
ondervind ik nogal wat jaloezie. Het is
weieens voorgekomen dat ik een direc
teur overvleugelde. Als dat teveel ge
beurt, trek ik daaruit mijn conclusie en
verdwijn".
"Op de zaak zeggen ze dikwijls tegen
me: ik teken ervoor als ik er tegen die
tijd nog zo goed op sta. Tja, natuurlijk
doet me dat wel wat. Eigenlijk zou ik
ook niet weten wat ik nog verlang in
mijn leven. Toch blijf ik die prestatie
drang houden. Ik wil niet stilstaan.
Goedkope klokken staan stil. Zelfs de
bouwvakvakantie kan me gestolen wor
den. Maak nu niet de vergissing van: wat
een werkezel is die man! Nee, ik zit heus
wel eens met de benen op het bureau en
lees 's morgens ook uitgebreid de krant.
Maar verder bemoei ik me inderdaad
overal mee: van debiteurenadministra
tie tot verkoop".
Aan het eind van ons gesprek laat hij.
weten dat hij er in zijn leven nog nooit
de pest in heeft gehad. "Integendeel, ik
ben altijd blij als ik mijn ogen 's och
tends weer opendoe. Want dan ben ik er
nog".
door Raymond Peil
belangstellingssfeer en. de aanleg was
kennelijk in voldoende mate aanwezig.
Dat het spel met de 102 houten blokjes
bij mevrouw Redegeld vervolgens tot
een heuse Scrabble-verslaving heeft ge
leid, mag wel blijken uit het feit dat zij
iedere avond minstens één maar meestal
twee spelletjes met haar man speelt. "En
in het weekeinde drie: 's morgens, 's
middags en 's avonds één. Als iemand
bij ons binnenvalt dan is het wel eens
van: zijn jullie weer aan de gang?".
Soms blijkt dat een duidelijke haat
liefdeverhouding te zijn. "lets in die
geest. Je zit wel eens de hele avond te
ploeteren en haalt nog geen driehonderd
punten. Dan denk je: wat een rotspel, ik
doe het nooit meer. Ik hoef niet te win
nen, dat niet. Als ik maar lekker kan spe
len en een leuke score kan halen". Een
bloknootje, voor de helft gevuld met
scores van potjes Scrabble komt op tafel
om een en ander even door te lichten.
Het Scrabble-fanatisme stak ongeveer
vijf jaar geleden de kop op. Het is dan
ook niet verwonderlijk dat toen - naar
aanleiding van een Scrabble-toernooi
van de Alphense Juniorkamer - in Al
phen de scrabble-club De Alpha-Beten
werd opgericht, Mien Redegeld ook lid
werd. Vier jaar geleden werd ze tot voor
zitter gebombardeerd. "Niet omdat ik
dat zo vreselijk graag wilde worden,
maar meer bij gebrek aan andere kandi
daten".
Toch vindt ze het verschrikkelijk leuk.
De club organiseert bijvoorbeeld toer
nooien, waar de scrabble-liefhebber zijn
ogen uit kijkt. Twee jaar geleden won de
Belg Jan de Ridder met de onwaar
schijnlijke score van 1800 punten over
drie potten en een hoogste spelscore van
meer dan 700 punten.
De clubvoorzitster schroomt niet
scrabble op hoog niveau met 'erkende
denksporten als schaken, dammen of
bridge op één lijn te zetten. "De hoog
geklasseerden maken echt een sport van
Scrabble. Die cracks overzien, net als
schakers, de volgende zet. Ze hebben
echt een bepaalde strategie, hoewel ik
die lang niet altijd kan volgen. Zelf zal ik
niet aan wedstrijd-scrabbelen meedoen.
Alles waar een zekere rivaliteit in zit,
daar houd ik niet van. Het moet een ge
zellig spelletje blijven".
Jan Meyers (73) uit Leiderdorp: "Ik weet het, ik moet minder werken en
minder organiseren". (fotoWiraDijilmani
Mien Redegeld uit Alphen: "Rekenen ligt me gewoon niet'
i Dijkman)