Toeristen laten Rogaland
ten onrechte links liggen
Skiën boven de ruïnes van Delphi
Noorse olieprovincie barstensvol natuurschoon
Wintersport in Griekenland: ideale combinatie van sport en cultuur
TOERISME
PAGINA 23
't Is altijd hollen of stilstaan geweest met Stavanger. De geschiedenis van deze aardige
stad in het zuidwesten van Noorwegen is er een van diepe dalen en hoge toppen.
Bittere armoede, verpaupering en leegloop maar ook van grote oplevingen, welvaart
en groei. Nauwelijks tien jaar geleden was het nog huilen met de pet op in Stavanger.
Weliswaar al eeuwen lang de belangrijkste haven van Noorwegen, maar toch
behoorden sanitair, comfort en uitgaansmogelijkheden er tot een ongekende luxe en
kijk nu eens... een bruisende, levendige stad. De oliehoofdstad van Noorwegen, het
Dallas van Skandinavië, maar ook de hoofdstad van de provincie Rogaland, een nog
niet door toeristen overlopen gebied in het land van de eeuwig zingende bossen.
Wie aan olie denkt, denkt aan in
dustrie, landschap ontsierende
boorinstallaties, lelijke opslag
tanks en vervuiling. Dat alles heeft
Stavanger handig weg weten te
moffelen. Ruime groene buitenwij
ken omsluiten een charmant stads
centrum, dat gebouwd is rond de
haven. Statige, veelal prachtige ge
restaureerde huizen staan er zij aan
zij. De takels onder de daklijsten
herinneren aan de tijd dat Stavan
ger een belangrijke haven was. Elk
pand had toen een drieledige func
tie, die van woonhuis, werkruimte
en warenhuis. Nu zetelen er kanto-
j ren, winkels, eetgelegenheden en
t het Handel- en Zeevaartmuseum,
i waar de geschiedenis van Stavan
ger in beeld wordt gebracht.
Geschiedenis
Herinneringen aan de haring- en
sardinevisserij, de handel en
scheepvaart en de visconservenin-
dustrie die Stavanger naar con
juncturele hoogtepunten brachten,
worden in de sfeervolle ambiance
van het museum gekoesterd.
Een ander stukje geschiedenis
van Stavanger is vlak achter de ha
ven terug te vinden. Als door een
wonder uit geldgebrek gered van
de slopershamer ligt daar de oud
ste wijk van de stad. Een verzame
ling van idyllische witte houten
huisjes gerangschikt langs smalle
straatjes. Nu, schitterend opge
knapt, een fotogeniek plekje, maar
vroeger waren al die schattige
pandjes mensenpakhuisjes waar
de strijd om het leven hard was. In
diezelfde hoek van de stad is ook
een van de laatst overgebleven vis-
conservenfabrieken te vinden, die
tegenwoordig dienst doet als mu
seum. De sardientjes die daar nu
nog in blik verdwijnen zijn van
plastic om de bezoekers een idee te
geven hoe arbeidsintensief dit
werkje is.
De vismarkt op de kop van de
haven, waar grote Noorse garnalen
en smakelijke kolossale brokken
Door Mirjam van Kassei
zalm gretig aftrek vinden, vormt de
overgang van het verleden naar het
heden van de omvangrijke en mo
derne detailhandel in de rest van
het stadscentrum. Erg scherp kan
die lijn tussen oud en nieuwe ove
rigens niet worden getrokken,
want overal elders in het stadscen
trum vind je de oude panden met
gebeeldhouwde kozijnen, die zo ty
pisch zijn voor de oude bouwstijl
van deze streek.
Confrontatie
Verleden en heden gaan heel di
rect een confrontatie met elkaar
aan in het nieuwe winkelcentrum,
Breitorget. Een pleintje met daar
omheen oude vervallen houten
huizen diende als basis voor dit
centrum. De architect knapte de
panden op, schilderde ze vrolijk
wit en liet het pleintje overkappen
met glas. In de huizen zetelen nu
op verschillende niveau's, verbon
den door trapjes, allerlei winkel
tjes, terwijl het pleintje aangekleed
met veel groen dienst doet als ter
ras. Het resultaat is zo verbluffend,
dat het overdekte winkelcentrum
inmiddels al diverse Europese prij
zen in de wacht heeft gesleept.
De olie heeft veel buitenlanders
en geld naar Stavanger en wijde
omgeving gebracht. Zakenmensen
bevolken vrijwel het hele jaar door
de vijf-sterrenhotels die niet alleen
in Stavanger maar ook in de ande
re grote plaatsen van Rogaland, zo
als Sandnes, Haugesund en Sauda,
ruimschoots voorhanden zijn. In
de zomermaanden staat de olie
handel echter op een wat laag pitje
en dat heeft voor toeristen een heel
aantrekkelijk gevolg. Want juist als
zij hun vakantie doorbrengen in
Rogaland kampen de hotels met
leegstand. Blij de ongebruikte lu
xe-kamers aan vakantiegangers te
kunnen slijten, brengen zij uiterst
lage overnachtingsprijzen in reke
ning.
Wie echt voor de rust en de na
tuur naar Rogaland komt, zal in
Stavanger en het gebied dat direct
ten zuidwesten van deze stad ligt
niet al te lang blijven hangen. De
streek is voor Noorse begrippen
dicht bevolkt, er zijn nogal wat in
dustriële nederzettingen waaron
der die van de oliemaatschappijen
en het heuvelachtige landschap is
lieflijk maar weinig spectaculair.
Dat neemt niet weg dat er aardige
uitstapjes te maken zijn.
Twintig minuten rijden buiten
Stavanger ligt bijvoorbeeld heeft
het nieuwste pretpark van Europa,
Kongeparken. Een waar dorado
voor de jeugd, die daar naar harte
lust kan klimmen en klauteren,
fietscrossen, ponyrijden en bobs
leeën. Er is een verkeerstuin met
echte autootjes, een vijver met
botsbootjes, een rolschaatsbaan,
een westerndorp en nog veel meer.
Goedkoop is Kongeparken niet,
want voor een toegangskaartje
moet een bedrag dat ruim boven
de twintig gulden ligt neergeteld
worden, maar daar staat tegenover
dat na het toegangshek nergens
meer kassa's staan.
Onbekend
Stavanger en directe omgeving
zijn leuk voor een paar dagen his
torie, cultuur, winkelen en excur
sies, maar voor slechts weinigen
zal dat aanleiding zijn om naar
Noorwegen te gaan. Nee, 't is over
wegend de ontmoeting met het
'echte' Noorwegen met zijn fjor
den, onstuimige rivieren, bergen
en bossen, zoals we dat uit boeken
en films kennen, die mensen doet
besluiten naar het hoge noorden af
te reizen. En Rogaland mag als toe
ristisch gebied dan onbekend zijn,
maar dat ligt zeker niet aan het ge
brek aan natuurschoon. De oor
zaak voor die onbekendheid moet
eerder gezocht worden in de route
die de meeste toeristen kiezen na
dat zij in Kristiaansand van boord
zijn gegaan. Veelal gaan zij dan di
rect door richting Bergen en laten
het zuidwestelijk deel van het land
en dus Rogaland letterlijk en fi
guurlijk links liggen.
Rogaland hoeft zich echter niet
te schamen voor wat het aan na
tuurschoon te bieden heeft. In het
zuiden zandstranden, wat noorde
lijker de eilanden en de scherenar-
chipel en aan de oostkant het over
weldigende berglandschap. Het is
een provincie waar je heerlijk te
voet, op de fiets of per auto kunt
rondtrekken van camping naar
camping, van herberg naar herberg
of van hotel naar hotel.
Zodra je het enigszins verstede
lijkte gebied rond Stavanger,
Sandnes en Hagesund in oostelijke
richting verlaat, rijzen de bergen
op uit het landschap en doorsnij
den de majestueuze fjorden over
onafzienbare afstanden het land.
Snel stromende beekjes en rivie
ren dartelen door het loof zich een
weg naar beneden en de rust wordt
er door weinig anders verstoord
dan een incidentele voorbijganger
en de roep van dieren. Willekeurig
welke route je kiest, altijd stuit je
wel op interessante pleKjes en on
vergetelijke vergezichten, zo be
wijst een ritje van Sand naar Rol-
dal.
Zalm
„Gemiddeld tien kilo wegen de
zalmen die in deze rivier worden
gevangen", vertelt de VW-mede-
werkster van Sand als we vanuit
die plaats over route 46 langs de ri
vier Suldalslagen richting Roldal
rijden. „Het is waarschijnlijk aan
een rijke Engelsman, die vroeger
bij deze rivier zijn zomerverblijf
had, te danken dat wij nu zulke
grote vissen hebben. Hü was hele
maal gek van het vissen op zalm en
hield zich bezig met het kweken er
van". Om in dit paradijs voor hen
gelaars een lijntje te mogen uitwer
Een straatje vol gerestaureerde typisch Noorse huisjes. Deze pandjes staan
maar ze zijn ook volop te vinden in Stavan&er.
l Skudenshaven,
pen is wel een vergunning nodig
en die kost, in het zalmseizoen, on
geveer vijftig gulden per dag. Toe
gegeven, het is een fiks bedrag
maar daar staat tegenover dat de
visser, mits hij zijn vangst laat regi
streren, wel mee naar huis mag ne-
Ook rijk waren de bewoners van
Kolbeinstveit, een plek die je pas
seert op diezelfde route zodra je
Sand een minuut of twintig achter
je hebt gelaten. Kolbeinstveit is
een boerderij die in de vorige eeuw
burgemeesters en parlementsle
den onder zijn dak zag opgroeien.
Het hoofdgebouw en de schuur da
teren uit 1850 en werden destijds
beschouwd als staaltjes van zeer
moderne architectuur. Mogelijk
nog interessanter is een ander ge
bouwtje op het erf dat dateert uit
1250. Het is het oudste houten ge
bouw in Rogaland en deed vele
eeuwen geleden dienst als opslag
plaats en bedienden verblijf.
De weg slingert zich verder langs
de rivier die overgaat in een gigan
tisch meer, het Suldalsvatnet. Re
cent aangelegd om de energiecen
trale die hoog in de bergen ge
bouwd is te ontsluiten, duikt de
weg tientallen malen de bergen in.
Donker, spookachtig en nat geven
de tunnels toch wel iets heel bij
zonders aan deze weg, die ons naar
Roldal brengt, waar een acht eeu
wen oude houten staafkerk de be-
langrijkse bezienswaardigheid is.
Wij gaan dan via de schitterende
pasweg 520 door naar Sauda, maar
dat is slechts één van de vele moge
lijkheden die Rogaland de toerist
kan voorschotelen.
In een poging de provincie Rogaland
meer onder de aandacht te brengen
van de Nedelandse toerist heeft het
Bureau Skandinavië een brochure uit
gebracht, die speciaal aan deze streek
gewijd is.
De gids geeft een uitvoerige opsom
ming van de mogelijkheden van Roga
land en biedt er diverse arrangemen
ten in aan. Meer informatie over Roga
land is te verkrijgen bij het Noors Na
tionaal Verkeersbureau dat gevestigd
is in Amsterdam, tel. 026-710061.
Een confrontatie van verleden en heden is terug te vinden in het
bekroonde winkelcentrum Breitorget.
Het handel- en zeevaartmuseum in Stavanger is sfeervol gehuisvest in twee van de zestig geres
taureerde panden rond de oude haven.
Het oudste houten gebouw van Rogaland op het erf van boeren
bedrijf Kolbeinstveit dateert van 1250. (foto's gpd>
Dat Griekenland een trekpleis
ter is voor zonaanbidders en
cultuursnuivers is bekend.
Minder bekend is het dat je er
ook aan wintersport kunt
doen. Twee Nederlandse reis
organisaties, BBI-Reizen en
Allsun, hebben aantrekkelijke
kennismakingsarrangementen
waarbij het skiën gecombi
neerd kan worden met een be
zoek aan historische beziens
waardigheden in Athene en
Delphi.
Het begon allemaal een jaar of tien
geleden. Toen kwamen een paar
wakkere Grieken op het idee om
de besneeuwde bergrug van de
Parnassus - op pakweg 180 kilo
meter ten westen van Athene gele
gen - in een skigebied om te tove
ren. En waarom ook niet: met een
top van bijna 2500 meter bereikt de
Parnassus een hoogte waarvoor
geen enkele Alp zich zou hoeven
schamen.
Inmiddels is de accommodatie
uitgegroeid tot een middelgroot
skigebied van drie centra, die on
derling met skiliften zijn verbon
den. Vorig jaar bedroeg het aantal
cabine-, stoeltjes-, en sleepliften
nog 12; nu zijn dat er al 16, en de
verwachting is dat het ook daar
niet bij zal blijven. Ook voor ver
gevorderde skiërs wordt het dan
misschien aantrekkelijk om de Al
pen eens een jaartje over te slaan
ten faveure van een 'sirtaki op
ski's'. Voorlopig is het skiën er nog
in hoofdzaak aan te raden voor de
beginnende en nog niet zo ver
gevorderde wintersporter, die zich
er kan verheugen op veel brede,
licht glooiende pistes.
Voordelen
Een bezwaar is de relatief lange
reistijd tussen hotels en pistes. De
skibus doet er ongeveer drie kwar
tier over. Weliswaar zijn er concre
te plannen voor de aanleg van een
accommodatie dicht onder het ba
sisstation, maar de eigenaar van de
plaatselijke skischool liet weten
dat dergelijke plannen voorlopig
kunnen rekenen op hevig verzet
van de horeca-exploitanten in Del
phi en Arahova; de beide plaatsen
aan de voet van de berg, waar tot
op heden de wintersporters een on
derkomen vinden.
Tegenover het nadeel van de da
gelijkse reistijden staan echter gro
te voordelen. Zo hoef je je er bij
voorbeeld niet te vervelen wanneer
het om wat voor reden dan ook
eens een dagje niet van skiën kan
komen. Een verplicht maar lonend
nummer vormt dan een bezoek aan
de overblijfselen van het oude Del
phi, dat ooit, voor het begin van on
ze jaartelling, uit was gegroeid tot
de grootste religieuze en politieke
macht van Griekenland. Vertegen
woordigers van steden en staten
raadpleegden bij moeilijke beslis
singen het orakel.
Nadat plunderingen en aardbe
vingen de restanten van de stad ge
durende vele eeuwen aan iedere
menselijke waarneming hadden
onttrokken, zijn er bij systemati
sche opgravingen zo'n honderd
jaar geleden tal van ruines en ande
re overblijfselen van de oude be
schaving blootgelegd. Op loopaf
stand van de meeste hotels zijn die
nu te bewonderen.
Voorts is het aantrekkelijke van
een Griekse wintersportvakantie
dat het in verhouding tot een ver
blijf in de Alpenlanden allemaal
niet zo duur hoeft te zijn. Voor een
kleine negenhonderd gulden per
persoon zijn er achtdaagse arran
gementen; met inbegrip van een
vliegretour Schiphol-Athene,
transport naar de hotels, vervoer
met de skibus van en naar de pis
tes, huur van de ski-benodigdhe
den, liftpas, twee uur ski-les per
dag en verblijf in een van de hotels
op basis van halfpension. Eventue
le bijkomende kosten voor lunch
en dergelijke kunnen gelet op het
lage prijspeil nooit de spuigaten
uitlopen. Voor een bord spaghetti
betaalde ik nergens meer dan vier
gulden.
Verder is het prettig om te mer
ken dat het er met uitzondering
van het weekeinde - wanneer veel
Atheners het skigebied opzoeken -
nog aangenaam rustig is op de pis
tes. Het toerisme vanuit het buiten
land begint pas voorzichtig op
gang te komen. Wachttijden bij de
liften zijn dus nog een zeldzaam
heid. Maar goed ook trouwens,
want op de hoger gelegen pistes
wil het nog wel eens flink waaien.
Met een goed ontwikkeld cultuur
historisch besef - maar met weinig
gevoel voor commercie - is de
hoogste sleeplift dan ook naar een
van de Griekse weergoden ver
noemd.
Skiën op de Parnassus is vooral aantrekkelijk voor beginners.