In mijn humor schuilt
toch iets van therapie'
Toon Hermans bijna 70, maar'nooit volwassen geworden'
ZATERDAG O DECEMBER 1986
EXTRA
PAGINA 23
"Als mensen zich willen ontspannen, dan
moet dat... eh... bijna kinderlijke
ontspanning zijn, wil het geneeskrachtig
zijn, het gevoel geven dat het lijkt alsof ze
in bad zijn geweest". Toon Hermans was
gisteren 40 jaar met zijn Rietje getrouwd,
en over twee weken wordt hij zeventig. Tot
zijn genoegdoening is hij naar eigen zeggen
nooit volwassen geworden. "Altijd weer
tast ik naar iets. Maar als ik denk: nou heb
ik het, dan grijp ik er weer naast".
door NinoTomadesso
gezicht. Mens zijn op de bühne is Iets
anders dan artiest zijn op de bühne. Als
je het vak kent, kun je je permitteren ge
woon mens te zijn. Als nu hier (in Toons
huiskamer met uitzicht op de tuin) de
gordijnen zouden opengaan en in het gat
dat ontstond zouden een paar duizend
mensen zitten, dan zou ik absoluut niet
veranderen. Ik zou zo blijven zitten als
ik nu zit en met die mensen beginnen te
praten zonder bekken te trekken. Want
feitelijk is theater aanstellerij. Ik heb
daar in Antwerpen theater gespeeld zon
der me aan te stellen. Als je me straks
wéér op de bühne ziet, dan zul je dat
Primitief
„Ja, ja, die aanstellerij. Je komt er ook
door je leeftijd achter. Ik ontmoette eens
Maurice Chevalier in Knokke. Na de
voorstelling zei hij tegen me: 'Ik geloof
dat ik ermee ga ophouden. Ik ben moe
van al dat dansen, van al dat zingen'. Ik
zei toen: dat moet je doen. Je moet ge
woon beginnen te vertellen. Uitje leven.
Hij antwoordde: 'Dat durf ik niet'. Hij
kón het ook niet. Ook al omdat hij zo
lang hij leefde geen enkele tekst had ge
schreven. Geen regel. Het wérd allemaal
voor hem geschreven. Zelf teksten
schrijven is zó belangrijk".
Toon schrijft z'n hele leven lang al. Hij
legt al z'n gedachten vast. Blijde, ver
drietige, angstige, vrolijke. In verhalen
en gedichten. Een reeks van boeken
haalde een miljoenen verkoop. Boeken
als Clownerietjes, Vandaag is de dag,
Fluiten naar de overkant, Liggen in het
gras, Ik heb het leven lief, De danstent in
de wei, Gebedenboekje, Groot versjes-
boek.
Toon over zijn schrijverij. „Ik schrijf
heel primitief. Ik wil de pretentie niet
hebben een echte schrijver te zijn".
Toon over zijn schilderen: „Voor mij is
het een lolletje. Ik klodder zo af en toe
maar wat. Ik wil zo graag schilderen,
blijven schilderen, maar er komt altijd
wat tussen. Of het schilderij sodemietert
van de ezel af, of de penseel valt uit m'n
handen... Ik was pas weer bgonnen, had
net twee schilderijtjes gemaakt, had er
weer écht zin in, ofcdaar krijg ik de op
dracht die shpw voor de televisie te ma
ken. Er komt altijd wat tussen". Die
show komt op 30 december op het
scherm.
Clown
Citaat uit 'Verhalen uit mijn leven':
„De post brengt een boek: The clowns of
God van Morris West. Winnaar van The
Universe Literary Price 1981. Het is een
geschenk van de moeder-overste van
een nonnenklooster. Er zit een briefje
by, en daar staat op: „U ben een clown
waar God veel van houdt". Onmiddellijk
denk ik: als dat zou kunnen. Ik ben altijd
een beetje jaloers op mensen die zo een
voudig kunnen omgaan met God. Dat
red ik niet. Ik ben een twijfelaar. Altijd
weer tast ik naar iets. Maar als ik denk:
nou heb ik het, dan grijp ik er weer
naast, zoals de clown naar zijn hoedje
grijpt dat in het zand is gevallen, maar
het telkens weer wegschopt met de pun
ten van zijn eigen, veel te grote schoe-
Clown Toon Hermans. Op bijna zeven
tigjarige leeftijd zegt hij: „Ik heb nog
nooit in mijn leven één uur gedacht dat
Ik hoef niet te winnen, de beste te zijn. Dat gevoel heb ik nooit gehad". (foto gpd>
Het loopt al tegen middernacht als
hij opeens vraagt: „Rietje, wil je me
wat melk geven?" Terwijl Rietje
naar de keuken loopt, zegt Toon
Hermans: „Melk met een beetje ho
ning, daar slaapje goed van". Het is,
aldus Toon, een dag 'wie vreuger'
geweest.
Zomaar weer eens bij elkaar. Praten
over koetjes en kalfjes, lachen over mal
le dingetjes, serieus situeren van heden
daagse situaties. Onderbroken door een
etentje in Laren. Het Gooise eethuis
waarin Toon opeens mes en vork neer
legt, half proestend vraagt: „Wéét je nog
van die avond in de Coin toen we Rode
Kruisje gespeeld hebben?" en vervol
gens opstaat om die ene ober te imite-
Toon Hermans wordt op 17 december
zeventig. Gisteren was hij veertig jaar
met Rietje getrouwd. „Goh, dat Rietje
het zó lang met me heeft volgehou
den...!", merkt hij guitig op. „En jij met
mij", kaatst Rietje terug. Die trouwdag,
toen in Amsterdam. In de morgenuren
schoven Rietje en Toon elkaar een ring
om de vinger, in de avonduren stond
Toon weer op het toneel. Begin van sa
menleven, voortdurend beheerst door
de bühne. En door liefde die hoe langer
hoe meer veranderde in onverbrekelijke
kameraadschap. Lief en leed. Succes en
teleurstelling. Blijdschap en zorg. Vro
lijkheid en spanning.
Geliefd
„Zoals in elk normaal gezin", zeggen
Rietje en Toon in koor. Alléén..., Toon
werd een vedette, een alom bekend en
geliefd persoon. Een man die miljoenen
plezier verschaft.
„Ik geloof wel dat ik mensen heb ge
holpen...", denkt Toon hardop. We pra
ten over zijn populariteit, over zijn pu
bliek, over de meest uiteenlopende ver
zoeken die hem bereiken. Variërend van
het zetten van een eenvoudige handte
kening tot de vraag een bezoek te bren
gen aan een zieke. „Ik weet niet wat het
is. Het is altijd al zo geweest. Zodra men
sen in de rotzooi zitten begint het. Ze
schrijven, ze komen aan de deur, ze zoe
ken me op. Als humor echt humor is,
dan heeft dat iets helends. Ik wil hele
maal niet zegden dat ik een grote gene
zer ben, maar in mijn humor schuilt toch
iets van therapie".
„Er is veel humor. Maar er is niet zo
veel humor waar je je werkelijk bij ont
spant. De meeste humoristen plaatsen
mensen voor te gecompliceerde grap
pen, en dan is het niet meer leuk. Als op
de kermis alleen maar gecompliceerde
apparaten zouden staan, zou er geen lol
meer aan zijn. Kinderen zouden zich niet
meer kunnen amuseren. Dat is met grote
mensen ook zo. Als die zich willen ont
spannen, dan moet dat...eh...bijna kin
derlijke ontspanning zijn, wil het ge
neeskrachtig zijn, het gevoel geven dat
het lijkt alsof ze in bad zijn geweest. Dit
heb ik duizenden malen gehoord. Men
sen ondervinden het in het theater, voe
len dat kennelijk ook bij het lezen van
m'n boekjes. De mensen denken dat ik
een wonderdokter ben. Een heler... en
dat ben ik natuurlijk niet".
Simpel
„Mensen schrijven me voortdurend
ontzaglijk leuke brieven. Maar die men
sen slaan me veel te hoog aan. De dingen
die ik doe, doe ik gewoon omdat ik vind
dat ik ze moet doen. Ik heb er geen enke
le bedoeling mee. Ik hoef de vogel niet af
te schieten. Ik doe zo onnozel...eh...on-
nozel is niet het juiste woord. Simpel is
beter. Zo simpel, zo kinderlijk mogelijk.
Professor Van Praag is een goede vriend
van me. Die zei eens: ik ken niemand die
zo kinderlijk in elkaar steekt als jij. Je
bent nooit volwassen geworden. Je
denkt nog steeds kinderlijk. Je doet nog
steeds dingen omdat je het fijn vindt ze
te doen. Niet op resultaat gericht".
„Ik hoef niet te winnen, de beste te
zijn. Dat gevoel heb ik nooit gehad. Als
ik maar kan klooien op de bühne. Gek
kigheid maken, weet je wel, 'Doeg mer
get', zeiden ze vroeger. Die groep in de
Vastelaovesoptoch die Doeg mer get
heette, dat was mijn favoriete groep.
Niet een wagen in de optocht...dat was
niks. Een wagen moet je maken, moet
ontworpen worden, moet je voorzichtig
in elkaar zetten. Da's véél te construc
tief. Doeg mer get..., dat is zoiets van zo
maar iets geks aantrekken. Zomaar een
idee, een inval. Dat is ook mijn levens
lijn. Zomaar wat. Niet alles van tevoren
berekenen. Niet kijkeiy. hoe zal ik nu het
hoogst scoren, het meeste succes heb
ben. Helemaal niet. Het kan ook niet! Ik
merk het, ik zie het wel eens bij arties
ten. Dan denk ik: dat heb je goed beke
ken, goed uitgerekend, maar het heeft
niet dé flair, niet dé flexibiliteit. Het
moet uit de ziel komen. Helemaal van
binnenuit".
Verbonden
„Wat in me opkomt schrijf ik neer. Ik
heb er geen geduld voor om nog eens
extra te peinzen: hoe schrijf ik nou goed
neer wat ik denk. Daarom ben ik ook
geen schrijver, wil ik ook niet zijn. Ik
ben een opschrijver en dat is iets anders.
Ik schrijf op wat ik voel".
„Ik denk toch dat het hetzelfde is als
in een theater. Dat contact hè, mensen
die zich contactueel verbonden voelen.
Die zichzélf in het theater of in het boek
herkennen omdat het zo verschrikkelijk
simpel is. Niet gecompliceerd. Niet op
zien naar...eh...zo van: kijk eens wat een
prachtige schrijver. Ik kan niet mooi
schrijven. Ik doe maar wat. Een van de
grootste kranten in Wenen schreef eens
over me: 'Ein Kind kommt avf der Büh
ne und zeigt uns sein Spielzeug'. Dit vind
ik de mooiste kritiek die ik óóit heb ge
had. Geschreven door iemand die pre
cies begreep wat voor soort mens ik ben;
die doorzag dat ik eigenlijk altijd een
kind gebleven ben...".
In de keuken wrijft Toon Hermans
met een in warm water gedompeld
doekje over zijn oog. Rietje verklaart:
„Toon heeft 'n strontje in z'n oog ge
had". Toon zegt: „In het Maastrichts
noemen ze dat 'ne wegesjeet' en trekt een
gekke bek. Héél even is hij clown en
kind tegelijk. Even later. „Leeftijd is niet
belangrijk. Voor mezelf niet en voor an
dere mensen ook niet. Absoluut niet be
langrijk. Gek hè, als Rietje niet af en toe
zei hoe oud ze was, zou ik het niet eens
weten".
Het gezin Hermans heeft een zorgelij
ke tijd achter de rug. Vader onderging
een hartoperatie, gevolgd door een wat
moeilijke revalidatie. Toon echter is nu
duidelijk op de weg terug. En dus ook
Rietje, dus ook het gezin. Drie weken ge
leden was Toon voor het eerst sinds lan
ge tijd weer in Antwerpen. Hij zou er op
een boekenbeurs een half uurtje exem
plaren van zijn laatste boek signeren.
Die dertig minuten groeiden uit tot een
onverwacht weerzien met het publiek.
Zijn publiek.
Toon: „Ik kwam er met m'n petje op
het hoofd in m'n regei\jasje binnen.
Ging aan een tafeltje zitten. Het werd erg
druk om me heen. Opeens stond ik in
een zaal bomvol met mensen. Die alle
maal wild enthousiast begonnen te klap
pen. Het was de eerste keer na mijn ope
ratie, na al mijn twijfels, dat ik het pu
bliek weer zag. Ik voelde opeens weer
dat ik een mensen-mens ben, dat ik leef
bij de gratie van mensen. Ik voelde dat
ik weer begon te functioneren. Een tijd
lang had ik, bij wijze van spreken, alleen
maar struiken en bomen gezien. Had ik
Met zijn vrouw Rietje: "Dat ze het zb lang met me heeft volgehouden...".
me, ver weg van mensen, verborgen ge
houden. Moéten houden".
'Niks theater'
„Ik begon daar in Antwerpen te pra
ten. Zomaar. Zonder enige voorberei
ding. Niks theater. Niks schmink. Ik
praatte over vrolijke, over komische en
over heel serieuze dingen. Ik voelde dat
ik met die mensen alles kon doen. Zo
maar. Ze hebben gelachen dat ze krom
stonden. Ik heb er gezien die jankten,
zeg. Het was formidabel! Het werd, vol
gens mij, de beste voorstelling van mijn
hele leven. Zomaar. Alles d l'improviste.
Als iemand me had gevraagd om nog
twee uur zo door te gaan was dat geen
enkel probleem geweest".
„Ik denk dat het ook zo moet zijn. Het
is een soort magie. Die je omhoog tilt...e-
h...ik kón in Antwerpen weer. Door al
die begeestering en al die liefde om me
heen. Als ik morgen zou sterven, zou ik
kunnen zeggen: de bedoeling dat ik hier
was is geweest...eh...mensen aan het la
chen maken, weet je wel. Ik heb mijn
vriend Eric Segal erover geschreven. Ik
heb hem laten weten dat het daar in Ant
werpen 'one of the best shows in my life'
is geweest. 'Because it was no show at
all'."
„Praten met mensen op een wijze zo
als mensen gewoonlijk met elkaar pra
ten. Géén entertainment, smoelentrek-
kerij en pasjes maken met schmink op je
(foto GPD)
ik werkte. Nóóit! Het zou een pertinente
leugen zijn als ik zou zeggen: ik heb ge
werkt. Ik heb altijd gespééld...".
„Uit een zucht naar nieuwsgierigheid.
Kan het anders?, weetje wel. Altijd tek
sten veranderen. Zou het zó niet beter
zijn? Puur afwegen, puur spelen. Een
perfectionist ben ik niet. Ik hoor bij die
groep van Doeg mer get. Ik ben een im
pulsief niens. Ik heb wel eens in het
theater tegen een toneelmeester gezegd:
wil je na de pauze een tafel met wat rot
zooi op het toneel zetten? Kwam ik weer
op de bühne en dan pakte ik wat van dat
tafeltje. Niemand wist wat ik ermee zou
gaan doen, wat ik erover zou gaan zeg
gen. Ik ook niet. Ik begon maar, deed
maar wat. Zuivere improvisatie, begrijp
je? Daarom zeg ik ook, enkele weken ge
leden in Antwerpen heb ik één van mijn
beste shows ten beste gegeven omdat er
geen enkele voorbereiding aan vooraf
was gegaan. Perfectie vind ik een groot
gevaar. Ik ben van nature ook zo dat ik
weet dat er helemaal geen perfectie be
staat. Alles is onaf. Ook het leven is, als
je doodgaat, onaf. Want dan begint het
pas".
Noodlot
„Ik heb niet lang geleden over de vre
de geschreven, met in m'n achterhoofd
de vraagstelling: wat zou er gebeuren als
alle mensen ter wereld gelijktijdig op
een bepaald moment zich op één ding
zouden concentreren? Een enorme sa
menbundeling van gedachten op de vre
de bijvoorbeeld. Ik heb toen een voet
balwedstrijd aangehaald. St. Etienne-
Bordeaux".
„Bordeaux stond bij de rust met drie
nul achter. Onmiddellijk na de rust ren
den die van Bordeaux naar voren en
trapten er eentje in. Drie-één. Opnieuw
aftrap. Ik keek thuis naar de televisie
beelden en voelde dat er iets heel geks
zou gaan gebeuren. Die jongens van
Bordeaux pakten opnieuw de bal en
knalden 'm er wéér in. Drie-twee! Sensa
tie. Stadion op z'n kop. Niet te geloven!
De bal weer in het midden, die van Bor
deaux grepen 'm, renden ermee weg en
pats!, boem!, het was wéér raak. Drie
drie! In enkele minuten. Dat had ik nog
nooit gezien en ik ging toen toch al zo'n
jaartje of zestig naar het voetballen. Ik
heb dat toen toegeschreven aan een sa
menbundeling van gedachten. Die tot
stand komt als een aantal mensen gelijk
tijdig dezelfde impulsen voelen en er on
middellijk ook naar handelen. Dan ge
beuren er eigenlijk wonderen. Omdat gi
gantische krachten zich ontladen. Dat is
de magie van de cirkel, van het circus".
De clown is plotseling weer waar hij
het liefst is. In de piste, op het toneel.
Voortdurend contact met mensen.
„Soms geloof ik sterk dat het mijn nood
lot is. Dat ik dit moét doen. Praten, spe
len met mensen".
Soms geloof ik sterk dat het mijn noodlot is. Praten, spelen met mensen
(foto ANP)