We zitten te springen
om nieuwe adressen'
'Ik ben heel goed opgevangen'
"Niemand neemt hier een blad voor de mond'
'Ik probeer ze
'n stukje rust
en veiligheid
mee te geven'
..Wie had ooit
gedacht dat
Iknogeens
een liedje van
Prince
zouneuriM'
Met spoed gevraagd: pleegouders in Leiden en omgeving
ZATERDAG 29 NOVEMBER 1986
PAGINA 29
HET PLEEGKIND:
"Ik ben heel goed opgevangen. Later
ga ik ook kinderen helpen, want als
je zelf door iemand bent opgevangen
begrijp je pas hoe belangrijk dat is".
Diana uit Leiden is vijftien jaar.
Zij zit sinds één jaar in een pleegge
zin. "Ik had zo vaak ruzie met mijn
moeder dat zij de kinderbescher
ming heeft gebeld. Ik deed namelijk
altijd alleen maar wat ik zelf wilde.
Op mijn dertiende had ik een vrien
din van zeventien. Daar ging ik al
tijd stiekem mee uit en ik zei dan
dat ik naar het zwembad was. Als ik
niet weg mocht klom ik gewoon
door het raam. Er gingen ook vaak
jongens van een jaar of negentien
mee uit. Achteraf zie ik hoe stom het
is om op die leeftijd met zulke oude
jongens om te gaan. Nu heb ik alleen
nog maar vrienden van mijn eigen
leeftijd".
Via de kinderbescherming kwam
Diana in een gezin terecht bestaan
de uit een man, een vrouw en een
dochter. Haar ervaringen daarmee
zijn niet erg positief. Diana: "Ik
durfde daar nooit beneden te zitten.
Die man vroeg namelijk weieens of
ik hem voor een rijksdaalder een
kusje wilde geven. In dit gezin was
al eerder een pleegkind geweest, een
jongen van achttien. Die dochter
was een beetje gek op hem. Toen
haar ouders daar achterkwamen,
moest die jongen weg en mocht hij
nooit meer langskomen".
"Het ging helemaal niet in dat ge
zin, iedere keer liep ik weer terug
naar mijn moeder. Die zei dan: joh
ga nou weg, je kunt hier niet blijven,
het is beter als je even niet bij mij
woont. Ik bleef toch steeds komen,
want bij die mensen had ik het ook
niet naar m'n zin. Op een gegeven
moment schold die man mij uit voor
'vieze del'. Toen ben ik weggegaan,
want dat neem ik niet".
Diana is daarna bij een éénou
dergezin terechtgekomen. "Waar ik
nu zit gaat het heel goed. Die vrouw
waar ik woon heeft vaste regels
voor iedereen en als ik me daar niet
aan houd, krijg ik straf. Sinds een
week of vijf is er een meisje van zes
tien bij gekomen. Nu deel ik mijn
kamer met haar, ik heb trouwens
een hele mooie kamer, die is spe
ciaal voor mij in de kleuren rood en
wit geverfd. Straks, als de zoon van
de vrouw waar ik nu woon uit huis
gaat heb ik die kamer weer voor me
zelf. Dat zal wel wennen zijn, want
dat meisje en ik kletsen altijd zo ge
zellig's nachts. Ik vind het ook fijn
dat er geen man in dit pleeggezin
woont. Ik ben namelijk niet gewend
aan een vader, want mijn eigen va
der heeft toen ik jong was nooit naar
mij omgekeken. Pas nu ik ouder ben,
zoekt hij contact, maar nu hoeft het
niet meer van mij".
Langzamerhand ziet Diana haar
moeder steeds vaker. "Al die ruzies
die er waren hadden denk ik met de
puberteit te maken. Nu gaan we als
vriendinnen met elkaar om. Mijn
moeder komt soms op bezoek en ik
ga ook weieens naar haar toe. Dat
het nu zo goed gaat tussen ons komt
ook door de vrouw bij wie ik nu
woon. Via haar zijn mijn moeder en
ik elkaar beter gaan begrijpen. Met
mijn broer kan ik nu ook goed op
schieten. Hij is achttien en woont op
zichzelf. Vroeger had ik altijd ruzie
met hem, maar nu begrijpen we el
kaar heel goed en hij komt graag bij
mij op bezoek".
Wanneer Diana zal teruggaan naar
haar moeder weet ze nog niet pre
cies. "Ik moet eerst een goed school
jaar maken, dat gaat trouwens best.
Voor mijn Frans had ik eerst altijd
drieën en laatst had ik een negen".
"Ik hoop wel dat ik gauw weer bij
mijn moeder kan wonen. Ik wil dan,
net zoals met de mensen in in het
huis waar ik nu woon, vaste afspra
ken met haar maken. Als ik me daar
niet aan houd, moet zij straf geven
door mij bijvoorbeeld de hele week
te verbieden om uit te gaan of door
mijn zakgeld in te houden. Als zij
niet meer zo lief voor mij is, maar
wat strenger dan vroeger, denk ik
dat het wel weer lukt met z*!t tweé-
De vrouw die haar één jaar lang
onderdak heeft geboden zal Diana
niet snel vergeten. "Ik heb al tegen
haar gezegd dat ik, als ik later groot
ben, bobtails koop en dan bij haar
langskom met die honden, want zij
is ook gek op dieren. En als ik een
baby heb, mag zij daarop passen".
HET PLEEGGEZIN:
Het huis van Froukje en Arie Ver
veen uit Leiden staat al dertien jaar
open voor pleegkinderen. Froukje:
"Toen de oudste van mijn eigen drie
kinderen een jaar of negen was, viel
er een stilte in huis. De kinderen gin
gen naar school en ik zat maar thuis.
Ik kreeg zo'n gevoel dat ik het had
gehad, en voelde er niets voor om
mijn verdere leven in m'n eentje
thuis te zitten".
"Ik besloot dat ik iets moest gaan
doen. Dat ik met kinderen zou gaan
werken stond al gauw vast. Het was
alleen nog de vraag of dat binnen- of
buitenshuis zou gebeuren. Uit idea
lisme en omdat het praktisch zou
zijn als ik binnenshuis zou blijven,
hebben mijn man en ik besloten
pleegkinderen te nemen".
Nadat de familie Verveen geschikt
werd bevonden door de centrale
voor pleegzorg kwamen er twee
broertjes van acht jaar in het gezin.
Froukje: "Die tweeling kwam al
snel. We hadden ons namelijk voor
twee kinderen opgegeven en er zijn
zo weinig gezinnen die dat willen
dat wij binnen de kortste keren
twee jongens erbij hadden. Onze ei
gen kinderen vonden het prachtig
om twee leeftijdgenoten in huis te
hebben".
"De broers kwamen uit een tehuis
waar ze vier jaar hadden gewoond.
Voordien waren ze altijd ongewenst
geweest. Toen ze anderhalfjaar wa
ren, werden ze door hun moeder ie
dere ochtend op straat gezet en 's
avonds weer binnengehaald. Hun
vader was nooit thuis. Op een gege
ven moment zijn ze, via tips van om
wonenden, in een tehuis terecht ge
komen. Toen ze bij ons kwamen wa
ren het werkelijk twee losgeslagen
wilden. Normen kenden ze niet, ze
hadden dan ook een emotionele han
dicap en waren daardoor totaal niet
aanspreekbaar op gevoelens. Toch
was het een goed stel hoor, en we
hebben ontzettend veel lol met ze
gehad".
"Na zes jaar kwamen er wrijvin
gen. Er was zoveel gedonder, daar
baalden ze zelf ook van. Hun norm
loosheid zat er nog steeds in, naar
mate zij ouder werden breidde die
zich steeds verder uit. Wanneer kin
deren dubbeltjes jatten uit je porte
feuille is dat nog niet zo erg, maar
zodra dat honderdjes worden gaat
het toch wat te ver. Ik realiseerde
mij dat die jongens wezelijk niet
waren veranderd. Uiteindelijk zijn
ze ergens anders geplaatst."
"Achteraf brand je helemaal af.
Nadat ze weg waren heb ik gepro
beerd emotioneel afstand van hen te
nemen. Nu zijn ze 21 jaar en redelij
ke mensen geworden, de normloos
heid zit er nog wel in, maar vanwege
de sancties die de maatschappij
voor dergelijk gedrag in petto heeft,
laten zij het om bijvoorbeeld een
brandje te stichten. Zij denken niet:
we doen het niet omdat het verbo
den is, maar meer in de trant van:
als ik dat doe moet ik de bak in en
dat is niet leuk".
Duidelijk
Nu pas snapt Froukje de extreme
houdingen die de tweeling soms
aannam. "Eén van de twee vertelde
mij achteraf dat hij het laatste jaar
bij ons zo vervelend was omdat hij
dacht dat ik hem van zijn moeder af
hield. Toen ik dat hoorde werd voor
mij een heleboel duidelijk".
"Hun moeder kwam weieens
langs, maar zij was doodsbang voor
die twee kinderen. Als zij kwam gin
gen de jongens weg. Dat nam ik hen
niet kwalijk, ik vind dat ze zelf moe
ten bepalen of ze hun moeder willen
zien of niet. Toen ze in het begin bij
ons waren, gingen ze weieens naar
hun moeder toe, maar dat was al
tijd, zoals de tweeling het zelf uit
drukte, bullshit. Nu komen ze niet
meer bij haar. Bij één van de twee
jongens zit nog veel woede naar zijn
moeder toe. Laatst zei hij nog vloe
kend: nu heeft m'n moeder wéér
geen kaart gestuurd voor mijn ver
jaardag".
Al met al heeft Froukje een tevre
den gevoel aan haar eerste twee eer
ste pleegkinderen overgehouden:
"Ik heb maanden met een schuldge
voel gelopen toen het mislukt was
met de tweeling. Nu denk ik niet
meer aan een mislukking, de jon
gens hebben mij duidelijk gemaakt
dat iedere ruzie iets van waarde
heeft gehad, zowel voor henzelf als
voor ons eigen gezin. Bovendien ben
ik er nog steeds van overtuigd dat
die jongens zijn wat ze zijn, mede
door de zes jaar waarin zij bij ons
hebben gewoond."
Na de ervaring met de tweeling
heeft het gezin Verveen één jaar rust
gehouden. Daarna heeft het zich
opengesteld voor crisisopvang.
Froukje: "Het was wel leuk steeds
die verschillende kinderen, maar
wel onrustig. Wel was het makkelij
ker omdat ik minder emotioneel ge
bonden ben aan de kinderen die een
korte periode blijven."
Met één jongen die yia de crisisop
vang bij de familie Verveen is ge
weest heeft het gezin na jaren nog
steeds contact. "Dat is een Maro-
kaanse jongen. Hij kwam bij ons
omdat hij was weggelopen. Op een
gegeven moment kwam hij niet te
rug van school. Ik vermoedde al dat
zijn vader iets met deze verdwijning
te maken had. Dat bleek te kloppen;
zijn vader had hem uit school opge
haald en hem een kop koffie gegeven
waar slaapdrank inzat. Het eerst
volgende dat wij van hem hoorden
was een brief uit Marokko. Zijn va
der had die jongen ontvoerd omdat
hij niet meer in zijn eigen land wilde
wonen. We hebben vijf jaar lang ge
schreven naar de ambassade en naar
de vader en de jongen. Na vijf jaar
mocht hij uiteindelijk van zijn va
der naar Nederland terug".
Uitdaging:
Nu woont er een tweeling van ne
gen en een meisje van negentien jaar
bij de familie Verveen. Froukje:
"Het belangrijkste bij ons thuis is
denk ik de openheid. Niemand
neemt een blad voor de mond.
Laatst zei mijn dochter nog: tjeetje,
ik kan ook nooit geheimen hebben
in dit huis".
"Ik denk totaan het pensioen van
mijn man (nog een jaar of tien) door
te gaan met het opvangen van kin
deren. Ik heb namelijk een soort uit
daging nodig om me lekker te voe
len. En het blijft natuurlijk vrese
lijk boeiend om te zien hoe een kind
geestelijk volwassen wordt. Vooral
bij een pleegkind met wie het goed
gaat kan dat razend snel gaan".
DE PLEEGMOEDER:
"Ik vind het niet nodig om als
éénouder-pleeggezin veel te pra
ten met anderen over de proble
men met de kinderen die bij mij
komen wonen en weer weggaan.
Ik heb dat op mij genomen en nu
moet ik het ook zelf oplossen. En
wanneer ik het echt moeilijk
krijg, ga ik een eind met de hond
wandelen, dat helpt goed".
Een Leidse pleegmoeder. Haar
naam wil ze liever niet in de
krant vermeld. "Ik geef alleen
een interview omdat ik hoop dat
er op deze manier meer mensen
worden geactiveerd om pleegou
der te worden".
De eerste
Ze vangt reeds een jaar of tien
kinderen op. "Ik werd een keer's
nachts opgebeld door een domi
nee omdat hij met een kind zat
die onderdak zocht. Ik bood met
een mijn huis aan. Dat was mijn
allereerste pleegkind".
Sindsdien heeft zij via het onof
ficiële circuit veel kinderen on
derdak geboden. "Als er nood
was wisten de mensen mij altijd
te vinden. En als ik nog een plek
je overheb zeg lk nooit nee. Soms
moet ik wel streng zijn voor me
zelf, anders zit het hier in een
mum van tijd tjokvol".
Op een gegeven moment heeft
ze zich aangesloten bij de centra
le voor pleegzorg: "Ik wilde toch
wat houvast hebben. Wanneer je
in je uppie pleegkinderen op
vangt heb je geen ruggesteun en
nu krijg ik dat wel via de centra
le en via andere pleegouders".
Deze pleegmoeder heeft zich
niet opgegeven voor de langere
opvang, maar voor crisisopvang
voor kinderen boven de twaalf
jaar. "Bij die kinderen is de nood
het hoogst, bijna niemand wil ze
in huis nemen. Iedereen wil wel
een schattig blond meisje met
blauwe oogjes. Van mij hoeft dat
baby-achtige niet, ik vond mijn
eigen twee kinderen ook niet zo
leuk toen ze klein waren".
Niet alleen
De reden om haar huis open te
stellen voor kinderen met proble
men is voor haarzelf zo klaar als
een klontje. "Ik wil die kinderen
helpen omdat mijn bewogenheid
voor hen heel groot is. Bovendien
hoort het er gewoon bij, je staat
namelijk niet alleen in de wereld.
Diegenen die hier tijdelijk wor
den ondergebracht probeer ik
een stukje rust en veiligheid te
geven. Daarnaast tracht ik een
beetje structuur aan te brengen,
voor zover dat mogelijk is. Ais ze
weer weg zijn vind ik dat wei
eens jammer. Maar het gaat er op
dat moment niet om wat ik ervan
vind, dan is het alleen belangrijk
dat er weer plaats is voor een an
der. Ik hoop wel altijd dat ze iets
geleerd en gevoeld hebben in de
tijd dat ze in mijn huis waren. En
ik hoop natuurlijk altijd dat ze
goed terecht zullen komen."
De meeste ervaringen van deze
pleegmoeder zijn positief. Ook
h&ar kinderen hebben het nooit
als een probleem gezien om ande
ren over de vloer te hebben. "Die
kinderen gaan goed met elkaar
om, laatst nog ging mijn dochter
met die twee meiden die hier nu
zitten de stad in. Ze hadden de
grootste lol met z'n drieeën".
Spuiten
Met een drugsverslaafde had de
pleegmoeder een minder positie
ve ervaring: "Er is wel eens een
jongen hier geweest die verslaafd
was. Daar kwam ik pas achter
toen ik spuiten in het huis vond.
Ik heb toen Pro Juventute (een or
ganisatie die jongeren opvangt -
red.) ingeschakeld, want ik vond
het vervelend dat ik de hele dag
met m'n tas om mijn nek moest
lopen om te voorkomen dat hij er
iets uit zou stelen".
Ze zoekt altijd contact met de
ouders van de jongeren die bij
haar komen. "Na een week of
twee wil ik dat de ouders langs
komen, ook als het kind dat niet
wil. Ze zitten dan even met een
chagrijnig gezicht, maar dat
geeft niks. Het blijven toch altijd
hun ouders".
Het feit dat ze alleenstaand is
ziet de ze eerder als een voordeel
dan als een nadeel. "Ik ben nooit
bang voor iemand en ik kan be
hoorlijk streng zijn. Alle beslis
singen die ik neem, neem ik zelf.
Een nadeel daarbij kan zijn dat
er niemand is om correcties aan
te brengen op die besluiten. Ik
probeer dan ook zelf alle voor- en
nadelen van een beslissing te
overzien.
Zelf weten
Ze ziet niet alle jongeren terug
die ooit bij haar hebben ge
woond. "Ik verplicht hen nooit
om nog eens bij mij langs te ko
men. Dat moeten ze echt zelf we
ten. Het verschilt ook per kind;
de één komt of belt regelmatig en
van de ander hoor je nooit meer
wat. Ik blijf wel aan ze denken,
maar ik moet ervoor zorgen dat
ik me niet teveel hecht aan die
kinderen. Ik ben tenslotte slechts
een tussenschakel."
"In Leiden en omgeving moeten zo
snel mogelijk nieuwe pleeggezin
nen worden geworven. In deze regio
zijn slechts dertig adressen voorra
dig, terwijl er alleen al in de stad
Den Haag 200 plaatsen zijn. De
bruikbare adressen in Leiden en
omgeving zijn altyd bezet zodat kin
deren die hier moeten worden ge
plaatst vaak uitwijken naar de
Haagse regio".
"Dat kan heel lastig zijn; er moet dan
een andere school worden gezocht en
het kind moet aan pw jv t
wennen. Ook in de bpnenstreek, dat
toch een flink gebied is, hebben we heel
weinig adressen, namelijk slechts vijf
tig".
Carola Groenendijk is voorlichtster
van de centrale voor pleegzorg voor
Zuid Holland en Zeeland. Deze instantie
zorgt voor de werving van pleegezinnen
en zij bemiddelt, in opdracht van een
hulpverlenende organisatie, tussen kin
deren en een pleeggezin. "We moeten er
nu hard aan trekken in deze regio. In het
voorjaar hebben we een tentoonstelling
in Oegstgeest en er zullen hier nog veel
meer wervingsacties komen, want op
deze manier moeten we steeds 'nee' ver
kopen aan de instanties die een adres
zoeken voor een kind", aldus Carola.
De centrale zoekt de pleeggezinnen
niet in een bepaalde hoek. Carola:
"Pleeggezinnen kunnen uit elke laag
van de bevolking komen. Gelovig of niet
gelovig, buitenlands, arm of rijk. Vooral
dat laatste is belangrijk, want veel men
sen denken dat zij een kind niet kunnen
betalen. Dat is onzin, niemand hoeft dat
uit eigen zak te betalen, iedere pleegou
der krijgt een vergoeding".
Niet alleen het traditionele gezin van
vrouw, man en kinderen komt in aan
merking voor pleegzorg. "Ook samen
wonenden, alleenstaanden en homofie
len kunnen worden goedgekeurd voor
het pleegouderschap. Eigenlijk hebben
we drie vaste eisen: degenen die zich op
geven moeten redelijk gezond zijn, zij
moeten ouder zijn dan twintig jaar eTi de
Raad voor de Kinderbescherming wordt
geraadpleegd om te kijken of de aspi
rant-pleegouder geen crimineel verle
den heeft. Iemand die bijvoorbeeld wei
eens incest heeft gepleegd, mag natuur
lijk geen onderdak bieden aan pleegkin
deren".
Selecteren
Degenen die zich opgeven bij de cen
trale worden langzaamaan vertrouwd
gemaakt met de aspecten van het pleeg
ouderschap. "We geven de mensen die
interesse hebben in eerste instantie alge
mene informatie. In fasen sturen we
steeds meer toegespitste informatie. Op
deze manier kunnen zij zichzelf selecte
ren, bij iedere nieuwe informatiestroom
komen er weer vragen naar boven. De
aspirant-pleegouders gaan daardoor tel
kens weer bij zichzelf te rade", aldus Ca
rola.
Bij de doorzetters die deze informatie
procedure hebben doorstaan en die aan
een serieus pleegouderschap denken,
komt na enige tijd een maatschappelijk
In tegenstelling tot
bijvoorbeeld een
stad als Den Haag, is
er in Leiden en
omgeving een groot
tekort aan
p!eeggezinen.Hoe
dat komt, weet
eigenlijk niemand.
Desondanks is de
centrale voor
pleegzorg van plan
om de komende
maanden actiefin
deze regio te gaan
werven. Een
pleegkind in een
gezin kan immers
heel verfrissend
werken, zowel voor
de ouders als de
eigen kinderen.
Op deze pagina
vertellen
betrokkenen over
hun ervaringen. "Het
blijft natuurlijk
vreselijk boeiend om
te zien boe een kind
geestelijk volwassen
wordt".
door Mary-Arm Sandifort
werker van de centrale op bezoek voor
een gesprek. Het verslag dat hiervan
wordt gemaakt door de maatschappelijk
werker, wordt voorgelegd aan de hulp
organisaties die voor een kind of een
jongere een pleeggezin zoeken. De voor
lichtster: "Een kind en een pleeggezin
moeten wel duidelijk bij elkaar passen.
Wat voor het ene kind geschikt is, hoeft
niet goed te zijn voor het andere. Het is
gebleken dat jonge kinderen beter niet
bij homofielen geplaatst kunnen worden
omdat deze kinderen zich toch meestal
met een vrouw en een man willen identi
ficeren. Oudere kinderen daarentegen
hebben vaak een hele leuke tijd bij ho
mofielen. Meisjes die afschuwelijke din
gen hebben meegemaakt met hun vader
of met andere mannen zijn natuurlijk
minder geschikt om bij twee mannen te
plaatsen".
De tijd tussen de definitieve plaatsing
van een kind bij pleegouders verschilt
per vorm van opvang. Marga van der
Boon van de Stichting Jeugd en Gezin,
een organisatie die bij moeilijkheden
tussen ouders en kinderen tracht te be
middelen: "Bij crisisopvang, waarbij zo
snel mogelijk opvang wordt gezocht
voor maximaal drie maanden, is de ken
nismakingsprocedure tussen het gezin
en het kind heel kort. Als er voor langere
tijd onderdak wordt gezocht en er is
geen sprake van een crisissituatie begint
er een lange, stapsgewijze kenningsma-
kingsprocedure".
Voorkeur
De pleegzorg kent veel verschillende
vormen. Zo zijn er bijvoorbeeld vakan
tie-adressen, adressen voor langdurige
opvang, weekend-adressen, dag-adres
sen. De aspirant-pleegouders kunnen
by de centrale hun voorkeur opgeven
voor een speciale leeftijd en voor een be
paalde vorm van opvang. Carola: "De
meeste mensen willen kinderen die jon
ger zyn dan twaalf jaar. Er zijn maar heel
weinig mensen die zich opgeven voor
geestelijk en lichamelijk gehandicapte
kinderen. Het vinden van adressen voor
lichamelijk gehandicapten is dan ook
het moeilijkst, het huis waar het kind
eventueel zou kunnen worden geplaatst
moet dan namelijk helemaal aangepast
zijn aan de handicap".
Niet alle plaatsingen lopen volgens
Marga gesmeerd: "Een plaatsing kan na
tuurlijk weieens mislukken, het zou te
mooi zijn wanneer alles altijd goed zou
verlopen. In zo'n geval proberen we via
de centrale een ander gezin te vinden.
Gelukkig geven kinderen, zelfs hele jon
ge, zelf goed aan of zij het ergens naar
hun zin hebben of niet. Op die manier
merken we snel genoeg of het goed
gaat".
De kinderen die onderdak zoeken
worden altijd begeleid door een maat
schappelijk werker van de organisatie
waar zij hebben aangeklopt. Marga: "De
maatschappelijk werkers praten behal
ve met de kinderen ook met de pleegou
ders. We vinden het heel belangrijk dat
er zoveel mogelijk continuïteit in de be
zoeken van de maatschappelijk werkers
zit. Onze stelregel is dat zij minimaal één
keer per maand langsgaan bij het desbe
treffende pleeggezin. Maar als er een
zeer intensieve begeleiding nodig blijkt
te zijn, doet de maatschappelijk werker
dat ongeveer één keer in de twee weken.
Wanneer een kind net geplaatst is moet
de maatschappelijk werker ook onge
veer om de week langsgaan. Daarnaast
kunnen zowel het kind als de leden van
het gezin altijd bellen als er problemen
zijn".
De stichting Jeugd en Gezin tracht zo
veel mogelijk de ouders van de kinderen
die opvang zoeken bij het hele gebeuren
te betrekken. Marga: "We vinden het be
langrijk dat de ouders weten hoe het met
hun kind gaat en waar het zit. We bekij
ken wel altijd wat het beste is voor het
kind. Wanneer de ouders bijvoorbeeld
uit de ouderlijke macht zyn ontzet,
wordt het heel moeilijk om een kind met
hen in contact te brengen".
Jammer
Ook al verlopen de meeste plaatsingen
van kinderen in pleeggezinnen goed, erg
efficiënt werken de verschillende orga-
Carola Groenendijk, voorlichtster van de centrale voor pleegzorg, met
twee wervingsposters voor nieuwe pleeggezinnen: "Veel mensen denken dat
zij een kind niet kunnen betalen. Dat is onzin, niemand hoeft dat uit eigen
Zak te betalen". (foto Wim Dijkman)
nisaties niet. In Leiden zijn een heleboel
verschillende organisaties die de belan
gen van kinderen met problemen probe
ren te behartigen. Iedere organisatie
houdt zich bezig met haar eigen werk,
zodat er geen duidelijk totaalbeeld ont
staat van het precieze aantal kinderen
die hulp zoeken in de regio Leiden.
Daarnaast houden organisaties weieens
een campagne die slechts op henzelf is
gericht. Carola:" Het Jongeren Advies
Centrum (JAC) in Katwijk houdt haar ei
gen acties om pleegouders te werven,
dat vind ik weieens jammer. Op die ma
nier wordt er maar van één kant gebruik
gemaakt van die adressen terwijl de
mensen die zich opgeven bij het JAC
misschien ook wel geïnteresseerd zijn in
andere vormen van opvang".
Marga van der Boon van Jeugd en Ge
zin daarentegen heeft commentaar op de
centrale voor pleegzorg voor Zuid-Hol
land en Zeeland: "De centrale houdt
twee gesprekken met de aspirant-pleeg
ouders en draagt het verdere onderzoek
over aan de instantie die een gezin zoekt.
We vinden dat dat de centrale zelf het
onderzoek moet uitwerken, wij hebben
daar geen tijd voor. Binnenkort gaan we
daar samen over praten".
Hoe het komt dat er in Leiden en om
geving weinig pleeggezinnen zijn, blijft
onduidelijk. Marga: "Ik zou dat niet dur
ven zeggen. Ik weet ook niet of daarvoor
weieens onderzoek is gedaan".
Ook Carola van de centrale vindt het
moeilijk te bepalen: "Misschien komt
het omdat er veel ouderen in Leiden wo
nen. Voorlopig richten we ons niet op
het waarom maar op het werven van
nieuwe adressen. Want werkelijk, we zit
ten te springen om plaatsen".
Inlichtingen: Centrale voor pleegzorg Zuid-Holland/
Zeeland, Groot Hertoginnelaan 70, Den Haag (070-
469306). Katholieke Stichting Jeugd en Gezin, Plan
tage 2, Leiden (071-142441/142442).