We zitten te springen om nieuwe adressen' 'Ik ben heel goed opgevangen' "Niemand neemt hier een blad voor de mond' 'Ik probeer ze 'n stukje rust en veiligheid mee te geven' ..Wie had ooit gedacht dat Iknogeens een liedje van Prince zouneuriM' Met spoed gevraagd: pleegouders in Leiden en omgeving ZATERDAG 29 NOVEMBER 1986 PAGINA 29 HET PLEEGKIND: "Ik ben heel goed opgevangen. Later ga ik ook kinderen helpen, want als je zelf door iemand bent opgevangen begrijp je pas hoe belangrijk dat is". Diana uit Leiden is vijftien jaar. Zij zit sinds één jaar in een pleegge zin. "Ik had zo vaak ruzie met mijn moeder dat zij de kinderbescher ming heeft gebeld. Ik deed namelijk altijd alleen maar wat ik zelf wilde. Op mijn dertiende had ik een vrien din van zeventien. Daar ging ik al tijd stiekem mee uit en ik zei dan dat ik naar het zwembad was. Als ik niet weg mocht klom ik gewoon door het raam. Er gingen ook vaak jongens van een jaar of negentien mee uit. Achteraf zie ik hoe stom het is om op die leeftijd met zulke oude jongens om te gaan. Nu heb ik alleen nog maar vrienden van mijn eigen leeftijd". Via de kinderbescherming kwam Diana in een gezin terecht bestaan de uit een man, een vrouw en een dochter. Haar ervaringen daarmee zijn niet erg positief. Diana: "Ik durfde daar nooit beneden te zitten. Die man vroeg namelijk weieens of ik hem voor een rijksdaalder een kusje wilde geven. In dit gezin was al eerder een pleegkind geweest, een jongen van achttien. Die dochter was een beetje gek op hem. Toen haar ouders daar achterkwamen, moest die jongen weg en mocht hij nooit meer langskomen". "Het ging helemaal niet in dat ge zin, iedere keer liep ik weer terug naar mijn moeder. Die zei dan: joh ga nou weg, je kunt hier niet blijven, het is beter als je even niet bij mij woont. Ik bleef toch steeds komen, want bij die mensen had ik het ook niet naar m'n zin. Op een gegeven moment schold die man mij uit voor 'vieze del'. Toen ben ik weggegaan, want dat neem ik niet". Diana is daarna bij een éénou dergezin terechtgekomen. "Waar ik nu zit gaat het heel goed. Die vrouw waar ik woon heeft vaste regels voor iedereen en als ik me daar niet aan houd, krijg ik straf. Sinds een week of vijf is er een meisje van zes tien bij gekomen. Nu deel ik mijn kamer met haar, ik heb trouwens een hele mooie kamer, die is spe ciaal voor mij in de kleuren rood en wit geverfd. Straks, als de zoon van de vrouw waar ik nu woon uit huis gaat heb ik die kamer weer voor me zelf. Dat zal wel wennen zijn, want dat meisje en ik kletsen altijd zo ge zellig's nachts. Ik vind het ook fijn dat er geen man in dit pleeggezin woont. Ik ben namelijk niet gewend aan een vader, want mijn eigen va der heeft toen ik jong was nooit naar mij omgekeken. Pas nu ik ouder ben, zoekt hij contact, maar nu hoeft het niet meer van mij". Langzamerhand ziet Diana haar moeder steeds vaker. "Al die ruzies die er waren hadden denk ik met de puberteit te maken. Nu gaan we als vriendinnen met elkaar om. Mijn moeder komt soms op bezoek en ik ga ook weieens naar haar toe. Dat het nu zo goed gaat tussen ons komt ook door de vrouw bij wie ik nu woon. Via haar zijn mijn moeder en ik elkaar beter gaan begrijpen. Met mijn broer kan ik nu ook goed op schieten. Hij is achttien en woont op zichzelf. Vroeger had ik altijd ruzie met hem, maar nu begrijpen we el kaar heel goed en hij komt graag bij mij op bezoek". Wanneer Diana zal teruggaan naar haar moeder weet ze nog niet pre cies. "Ik moet eerst een goed school jaar maken, dat gaat trouwens best. Voor mijn Frans had ik eerst altijd drieën en laatst had ik een negen". "Ik hoop wel dat ik gauw weer bij mijn moeder kan wonen. Ik wil dan, net zoals met de mensen in in het huis waar ik nu woon, vaste afspra ken met haar maken. Als ik me daar niet aan houd, moet zij straf geven door mij bijvoorbeeld de hele week te verbieden om uit te gaan of door mijn zakgeld in te houden. Als zij niet meer zo lief voor mij is, maar wat strenger dan vroeger, denk ik dat het wel weer lukt met z*!t tweé- De vrouw die haar één jaar lang onderdak heeft geboden zal Diana niet snel vergeten. "Ik heb al tegen haar gezegd dat ik, als ik later groot ben, bobtails koop en dan bij haar langskom met die honden, want zij is ook gek op dieren. En als ik een baby heb, mag zij daarop passen". HET PLEEGGEZIN: Het huis van Froukje en Arie Ver veen uit Leiden staat al dertien jaar open voor pleegkinderen. Froukje: "Toen de oudste van mijn eigen drie kinderen een jaar of negen was, viel er een stilte in huis. De kinderen gin gen naar school en ik zat maar thuis. Ik kreeg zo'n gevoel dat ik het had gehad, en voelde er niets voor om mijn verdere leven in m'n eentje thuis te zitten". "Ik besloot dat ik iets moest gaan doen. Dat ik met kinderen zou gaan werken stond al gauw vast. Het was alleen nog de vraag of dat binnen- of buitenshuis zou gebeuren. Uit idea lisme en omdat het praktisch zou zijn als ik binnenshuis zou blijven, hebben mijn man en ik besloten pleegkinderen te nemen". Nadat de familie Verveen geschikt werd bevonden door de centrale voor pleegzorg kwamen er twee broertjes van acht jaar in het gezin. Froukje: "Die tweeling kwam al snel. We hadden ons namelijk voor twee kinderen opgegeven en er zijn zo weinig gezinnen die dat willen dat wij binnen de kortste keren twee jongens erbij hadden. Onze ei gen kinderen vonden het prachtig om twee leeftijdgenoten in huis te hebben". "De broers kwamen uit een tehuis waar ze vier jaar hadden gewoond. Voordien waren ze altijd ongewenst geweest. Toen ze anderhalfjaar wa ren, werden ze door hun moeder ie dere ochtend op straat gezet en 's avonds weer binnengehaald. Hun vader was nooit thuis. Op een gege ven moment zijn ze, via tips van om wonenden, in een tehuis terecht ge komen. Toen ze bij ons kwamen wa ren het werkelijk twee losgeslagen wilden. Normen kenden ze niet, ze hadden dan ook een emotionele han dicap en waren daardoor totaal niet aanspreekbaar op gevoelens. Toch was het een goed stel hoor, en we hebben ontzettend veel lol met ze gehad". "Na zes jaar kwamen er wrijvin gen. Er was zoveel gedonder, daar baalden ze zelf ook van. Hun norm loosheid zat er nog steeds in, naar mate zij ouder werden breidde die zich steeds verder uit. Wanneer kin deren dubbeltjes jatten uit je porte feuille is dat nog niet zo erg, maar zodra dat honderdjes worden gaat het toch wat te ver. Ik realiseerde mij dat die jongens wezelijk niet waren veranderd. Uiteindelijk zijn ze ergens anders geplaatst." "Achteraf brand je helemaal af. Nadat ze weg waren heb ik gepro beerd emotioneel afstand van hen te nemen. Nu zijn ze 21 jaar en redelij ke mensen geworden, de normloos heid zit er nog wel in, maar vanwege de sancties die de maatschappij voor dergelijk gedrag in petto heeft, laten zij het om bijvoorbeeld een brandje te stichten. Zij denken niet: we doen het niet omdat het verbo den is, maar meer in de trant van: als ik dat doe moet ik de bak in en dat is niet leuk". Duidelijk Nu pas snapt Froukje de extreme houdingen die de tweeling soms aannam. "Eén van de twee vertelde mij achteraf dat hij het laatste jaar bij ons zo vervelend was omdat hij dacht dat ik hem van zijn moeder af hield. Toen ik dat hoorde werd voor mij een heleboel duidelijk". "Hun moeder kwam weieens langs, maar zij was doodsbang voor die twee kinderen. Als zij kwam gin gen de jongens weg. Dat nam ik hen niet kwalijk, ik vind dat ze zelf moe ten bepalen of ze hun moeder willen zien of niet. Toen ze in het begin bij ons waren, gingen ze weieens naar hun moeder toe, maar dat was al tijd, zoals de tweeling het zelf uit drukte, bullshit. Nu komen ze niet meer bij haar. Bij één van de twee jongens zit nog veel woede naar zijn moeder toe. Laatst zei hij nog vloe kend: nu heeft m'n moeder wéér geen kaart gestuurd voor mijn ver jaardag". Al met al heeft Froukje een tevre den gevoel aan haar eerste twee eer ste pleegkinderen overgehouden: "Ik heb maanden met een schuldge voel gelopen toen het mislukt was met de tweeling. Nu denk ik niet meer aan een mislukking, de jon gens hebben mij duidelijk gemaakt dat iedere ruzie iets van waarde heeft gehad, zowel voor henzelf als voor ons eigen gezin. Bovendien ben ik er nog steeds van overtuigd dat die jongens zijn wat ze zijn, mede door de zes jaar waarin zij bij ons hebben gewoond." Na de ervaring met de tweeling heeft het gezin Verveen één jaar rust gehouden. Daarna heeft het zich opengesteld voor crisisopvang. Froukje: "Het was wel leuk steeds die verschillende kinderen, maar wel onrustig. Wel was het makkelij ker omdat ik minder emotioneel ge bonden ben aan de kinderen die een korte periode blijven." Met één jongen die yia de crisisop vang bij de familie Verveen is ge weest heeft het gezin na jaren nog steeds contact. "Dat is een Maro- kaanse jongen. Hij kwam bij ons omdat hij was weggelopen. Op een gegeven moment kwam hij niet te rug van school. Ik vermoedde al dat zijn vader iets met deze verdwijning te maken had. Dat bleek te kloppen; zijn vader had hem uit school opge haald en hem een kop koffie gegeven waar slaapdrank inzat. Het eerst volgende dat wij van hem hoorden was een brief uit Marokko. Zijn va der had die jongen ontvoerd omdat hij niet meer in zijn eigen land wilde wonen. We hebben vijf jaar lang ge schreven naar de ambassade en naar de vader en de jongen. Na vijf jaar mocht hij uiteindelijk van zijn va der naar Nederland terug". Uitdaging: Nu woont er een tweeling van ne gen en een meisje van negentien jaar bij de familie Verveen. Froukje: "Het belangrijkste bij ons thuis is denk ik de openheid. Niemand neemt een blad voor de mond. Laatst zei mijn dochter nog: tjeetje, ik kan ook nooit geheimen hebben in dit huis". "Ik denk totaan het pensioen van mijn man (nog een jaar of tien) door te gaan met het opvangen van kin deren. Ik heb namelijk een soort uit daging nodig om me lekker te voe len. En het blijft natuurlijk vrese lijk boeiend om te zien hoe een kind geestelijk volwassen wordt. Vooral bij een pleegkind met wie het goed gaat kan dat razend snel gaan". DE PLEEGMOEDER: "Ik vind het niet nodig om als éénouder-pleeggezin veel te pra ten met anderen over de proble men met de kinderen die bij mij komen wonen en weer weggaan. Ik heb dat op mij genomen en nu moet ik het ook zelf oplossen. En wanneer ik het echt moeilijk krijg, ga ik een eind met de hond wandelen, dat helpt goed". Een Leidse pleegmoeder. Haar naam wil ze liever niet in de krant vermeld. "Ik geef alleen een interview omdat ik hoop dat er op deze manier meer mensen worden geactiveerd om pleegou der te worden". De eerste Ze vangt reeds een jaar of tien kinderen op. "Ik werd een keer's nachts opgebeld door een domi nee omdat hij met een kind zat die onderdak zocht. Ik bood met een mijn huis aan. Dat was mijn allereerste pleegkind". Sindsdien heeft zij via het onof ficiële circuit veel kinderen on derdak geboden. "Als er nood was wisten de mensen mij altijd te vinden. En als ik nog een plek je overheb zeg lk nooit nee. Soms moet ik wel streng zijn voor me zelf, anders zit het hier in een mum van tijd tjokvol". Op een gegeven moment heeft ze zich aangesloten bij de centra le voor pleegzorg: "Ik wilde toch wat houvast hebben. Wanneer je in je uppie pleegkinderen op vangt heb je geen ruggesteun en nu krijg ik dat wel via de centra le en via andere pleegouders". Deze pleegmoeder heeft zich niet opgegeven voor de langere opvang, maar voor crisisopvang voor kinderen boven de twaalf jaar. "Bij die kinderen is de nood het hoogst, bijna niemand wil ze in huis nemen. Iedereen wil wel een schattig blond meisje met blauwe oogjes. Van mij hoeft dat baby-achtige niet, ik vond mijn eigen twee kinderen ook niet zo leuk toen ze klein waren". Niet alleen De reden om haar huis open te stellen voor kinderen met proble men is voor haarzelf zo klaar als een klontje. "Ik wil die kinderen helpen omdat mijn bewogenheid voor hen heel groot is. Bovendien hoort het er gewoon bij, je staat namelijk niet alleen in de wereld. Diegenen die hier tijdelijk wor den ondergebracht probeer ik een stukje rust en veiligheid te geven. Daarnaast tracht ik een beetje structuur aan te brengen, voor zover dat mogelijk is. Ais ze weer weg zijn vind ik dat wei eens jammer. Maar het gaat er op dat moment niet om wat ik ervan vind, dan is het alleen belangrijk dat er weer plaats is voor een an der. Ik hoop wel altijd dat ze iets geleerd en gevoeld hebben in de tijd dat ze in mijn huis waren. En ik hoop natuurlijk altijd dat ze goed terecht zullen komen." De meeste ervaringen van deze pleegmoeder zijn positief. Ook h&ar kinderen hebben het nooit als een probleem gezien om ande ren over de vloer te hebben. "Die kinderen gaan goed met elkaar om, laatst nog ging mijn dochter met die twee meiden die hier nu zitten de stad in. Ze hadden de grootste lol met z'n drieeën". Spuiten Met een drugsverslaafde had de pleegmoeder een minder positie ve ervaring: "Er is wel eens een jongen hier geweest die verslaafd was. Daar kwam ik pas achter toen ik spuiten in het huis vond. Ik heb toen Pro Juventute (een or ganisatie die jongeren opvangt - red.) ingeschakeld, want ik vond het vervelend dat ik de hele dag met m'n tas om mijn nek moest lopen om te voorkomen dat hij er iets uit zou stelen". Ze zoekt altijd contact met de ouders van de jongeren die bij haar komen. "Na een week of twee wil ik dat de ouders langs komen, ook als het kind dat niet wil. Ze zitten dan even met een chagrijnig gezicht, maar dat geeft niks. Het blijven toch altijd hun ouders". Het feit dat ze alleenstaand is ziet de ze eerder als een voordeel dan als een nadeel. "Ik ben nooit bang voor iemand en ik kan be hoorlijk streng zijn. Alle beslis singen die ik neem, neem ik zelf. Een nadeel daarbij kan zijn dat er niemand is om correcties aan te brengen op die besluiten. Ik probeer dan ook zelf alle voor- en nadelen van een beslissing te overzien. Zelf weten Ze ziet niet alle jongeren terug die ooit bij haar hebben ge woond. "Ik verplicht hen nooit om nog eens bij mij langs te ko men. Dat moeten ze echt zelf we ten. Het verschilt ook per kind; de één komt of belt regelmatig en van de ander hoor je nooit meer wat. Ik blijf wel aan ze denken, maar ik moet ervoor zorgen dat ik me niet teveel hecht aan die kinderen. Ik ben tenslotte slechts een tussenschakel." "In Leiden en omgeving moeten zo snel mogelijk nieuwe pleeggezin nen worden geworven. In deze regio zijn slechts dertig adressen voorra dig, terwijl er alleen al in de stad Den Haag 200 plaatsen zijn. De bruikbare adressen in Leiden en omgeving zijn altyd bezet zodat kin deren die hier moeten worden ge plaatst vaak uitwijken naar de Haagse regio". "Dat kan heel lastig zijn; er moet dan een andere school worden gezocht en het kind moet aan pw jv t wennen. Ook in de bpnenstreek, dat toch een flink gebied is, hebben we heel weinig adressen, namelijk slechts vijf tig". Carola Groenendijk is voorlichtster van de centrale voor pleegzorg voor Zuid Holland en Zeeland. Deze instantie zorgt voor de werving van pleegezinnen en zij bemiddelt, in opdracht van een hulpverlenende organisatie, tussen kin deren en een pleeggezin. "We moeten er nu hard aan trekken in deze regio. In het voorjaar hebben we een tentoonstelling in Oegstgeest en er zullen hier nog veel meer wervingsacties komen, want op deze manier moeten we steeds 'nee' ver kopen aan de instanties die een adres zoeken voor een kind", aldus Carola. De centrale zoekt de pleeggezinnen niet in een bepaalde hoek. Carola: "Pleeggezinnen kunnen uit elke laag van de bevolking komen. Gelovig of niet gelovig, buitenlands, arm of rijk. Vooral dat laatste is belangrijk, want veel men sen denken dat zij een kind niet kunnen betalen. Dat is onzin, niemand hoeft dat uit eigen zak te betalen, iedere pleegou der krijgt een vergoeding". Niet alleen het traditionele gezin van vrouw, man en kinderen komt in aan merking voor pleegzorg. "Ook samen wonenden, alleenstaanden en homofie len kunnen worden goedgekeurd voor het pleegouderschap. Eigenlijk hebben we drie vaste eisen: degenen die zich op geven moeten redelijk gezond zijn, zij moeten ouder zijn dan twintig jaar eTi de Raad voor de Kinderbescherming wordt geraadpleegd om te kijken of de aspi rant-pleegouder geen crimineel verle den heeft. Iemand die bijvoorbeeld wei eens incest heeft gepleegd, mag natuur lijk geen onderdak bieden aan pleegkin deren". Selecteren Degenen die zich opgeven bij de cen trale worden langzaamaan vertrouwd gemaakt met de aspecten van het pleeg ouderschap. "We geven de mensen die interesse hebben in eerste instantie alge mene informatie. In fasen sturen we steeds meer toegespitste informatie. Op deze manier kunnen zij zichzelf selecte ren, bij iedere nieuwe informatiestroom komen er weer vragen naar boven. De aspirant-pleegouders gaan daardoor tel kens weer bij zichzelf te rade", aldus Ca rola. Bij de doorzetters die deze informatie procedure hebben doorstaan en die aan een serieus pleegouderschap denken, komt na enige tijd een maatschappelijk In tegenstelling tot bijvoorbeeld een stad als Den Haag, is er in Leiden en omgeving een groot tekort aan p!eeggezinen.Hoe dat komt, weet eigenlijk niemand. Desondanks is de centrale voor pleegzorg van plan om de komende maanden actiefin deze regio te gaan werven. Een pleegkind in een gezin kan immers heel verfrissend werken, zowel voor de ouders als de eigen kinderen. Op deze pagina vertellen betrokkenen over hun ervaringen. "Het blijft natuurlijk vreselijk boeiend om te zien boe een kind geestelijk volwassen wordt". door Mary-Arm Sandifort werker van de centrale op bezoek voor een gesprek. Het verslag dat hiervan wordt gemaakt door de maatschappelijk werker, wordt voorgelegd aan de hulp organisaties die voor een kind of een jongere een pleeggezin zoeken. De voor lichtster: "Een kind en een pleeggezin moeten wel duidelijk bij elkaar passen. Wat voor het ene kind geschikt is, hoeft niet goed te zijn voor het andere. Het is gebleken dat jonge kinderen beter niet bij homofielen geplaatst kunnen worden omdat deze kinderen zich toch meestal met een vrouw en een man willen identi ficeren. Oudere kinderen daarentegen hebben vaak een hele leuke tijd bij ho mofielen. Meisjes die afschuwelijke din gen hebben meegemaakt met hun vader of met andere mannen zijn natuurlijk minder geschikt om bij twee mannen te plaatsen". De tijd tussen de definitieve plaatsing van een kind bij pleegouders verschilt per vorm van opvang. Marga van der Boon van de Stichting Jeugd en Gezin, een organisatie die bij moeilijkheden tussen ouders en kinderen tracht te be middelen: "Bij crisisopvang, waarbij zo snel mogelijk opvang wordt gezocht voor maximaal drie maanden, is de ken nismakingsprocedure tussen het gezin en het kind heel kort. Als er voor langere tijd onderdak wordt gezocht en er is geen sprake van een crisissituatie begint er een lange, stapsgewijze kenningsma- kingsprocedure". Voorkeur De pleegzorg kent veel verschillende vormen. Zo zijn er bijvoorbeeld vakan tie-adressen, adressen voor langdurige opvang, weekend-adressen, dag-adres sen. De aspirant-pleegouders kunnen by de centrale hun voorkeur opgeven voor een speciale leeftijd en voor een be paalde vorm van opvang. Carola: "De meeste mensen willen kinderen die jon ger zyn dan twaalf jaar. Er zijn maar heel weinig mensen die zich opgeven voor geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen. Het vinden van adressen voor lichamelijk gehandicapten is dan ook het moeilijkst, het huis waar het kind eventueel zou kunnen worden geplaatst moet dan namelijk helemaal aangepast zijn aan de handicap". Niet alle plaatsingen lopen volgens Marga gesmeerd: "Een plaatsing kan na tuurlijk weieens mislukken, het zou te mooi zijn wanneer alles altijd goed zou verlopen. In zo'n geval proberen we via de centrale een ander gezin te vinden. Gelukkig geven kinderen, zelfs hele jon ge, zelf goed aan of zij het ergens naar hun zin hebben of niet. Op die manier merken we snel genoeg of het goed gaat". De kinderen die onderdak zoeken worden altijd begeleid door een maat schappelijk werker van de organisatie waar zij hebben aangeklopt. Marga: "De maatschappelijk werkers praten behal ve met de kinderen ook met de pleegou ders. We vinden het heel belangrijk dat er zoveel mogelijk continuïteit in de be zoeken van de maatschappelijk werkers zit. Onze stelregel is dat zij minimaal één keer per maand langsgaan bij het desbe treffende pleeggezin. Maar als er een zeer intensieve begeleiding nodig blijkt te zijn, doet de maatschappelijk werker dat ongeveer één keer in de twee weken. Wanneer een kind net geplaatst is moet de maatschappelijk werker ook onge veer om de week langsgaan. Daarnaast kunnen zowel het kind als de leden van het gezin altijd bellen als er problemen zijn". De stichting Jeugd en Gezin tracht zo veel mogelijk de ouders van de kinderen die opvang zoeken bij het hele gebeuren te betrekken. Marga: "We vinden het be langrijk dat de ouders weten hoe het met hun kind gaat en waar het zit. We bekij ken wel altijd wat het beste is voor het kind. Wanneer de ouders bijvoorbeeld uit de ouderlijke macht zyn ontzet, wordt het heel moeilijk om een kind met hen in contact te brengen". Jammer Ook al verlopen de meeste plaatsingen van kinderen in pleeggezinnen goed, erg efficiënt werken de verschillende orga- Carola Groenendijk, voorlichtster van de centrale voor pleegzorg, met twee wervingsposters voor nieuwe pleeggezinnen: "Veel mensen denken dat zij een kind niet kunnen betalen. Dat is onzin, niemand hoeft dat uit eigen Zak te betalen". (foto Wim Dijkman) nisaties niet. In Leiden zijn een heleboel verschillende organisaties die de belan gen van kinderen met problemen probe ren te behartigen. Iedere organisatie houdt zich bezig met haar eigen werk, zodat er geen duidelijk totaalbeeld ont staat van het precieze aantal kinderen die hulp zoeken in de regio Leiden. Daarnaast houden organisaties weieens een campagne die slechts op henzelf is gericht. Carola:" Het Jongeren Advies Centrum (JAC) in Katwijk houdt haar ei gen acties om pleegouders te werven, dat vind ik weieens jammer. Op die ma nier wordt er maar van één kant gebruik gemaakt van die adressen terwijl de mensen die zich opgeven bij het JAC misschien ook wel geïnteresseerd zijn in andere vormen van opvang". Marga van der Boon van Jeugd en Ge zin daarentegen heeft commentaar op de centrale voor pleegzorg voor Zuid-Hol land en Zeeland: "De centrale houdt twee gesprekken met de aspirant-pleeg ouders en draagt het verdere onderzoek over aan de instantie die een gezin zoekt. We vinden dat dat de centrale zelf het onderzoek moet uitwerken, wij hebben daar geen tijd voor. Binnenkort gaan we daar samen over praten". Hoe het komt dat er in Leiden en om geving weinig pleeggezinnen zijn, blijft onduidelijk. Marga: "Ik zou dat niet dur ven zeggen. Ik weet ook niet of daarvoor weieens onderzoek is gedaan". Ook Carola van de centrale vindt het moeilijk te bepalen: "Misschien komt het omdat er veel ouderen in Leiden wo nen. Voorlopig richten we ons niet op het waarom maar op het werven van nieuwe adressen. Want werkelijk, we zit ten te springen om plaatsen". Inlichtingen: Centrale voor pleegzorg Zuid-Holland/ Zeeland, Groot Hertoginnelaan 70, Den Haag (070- 469306). Katholieke Stichting Jeugd en Gezin, Plan tage 2, Leiden (071-142441/142442).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 29