Zangeres zonder Naam valt van de ene verbazing in de andere Nooit eerder zal iemand zonder naam zoveel naam hebben gemaakt als de Zangeres zonder Naam. Met vallen en opstaan heeft ze het hoogtepunt van haar zangcarrière bereikt. Op 67-jarige leeftijd. Twee jaar is ze buiten beeld geweest als gevolg van de operaties die ze aan knie en heup heeft moeten ondergaan, haar terugkeer op de bühne werd begroet met ovaties. Jong en oud brullen haar lijflied 'Mexico'mee in stadions, discothe enen andere ontmoetingscentra. „Wat me nu overkomt, het is ongelooflijk. Ik vraag me alleen wel eens af waarom het zo lang heeft moeten duren voordat ik door jong en oud werd geaccepteerd. Want vroeger oefende ik mijn vak net zo serieus uit als nu". ikheb geleden". tMf. Kipm door Gerard van Putten Het maakt niet uit welke omroep de zendtijd vult op Hilversum 3, vrijwel geen platenprogramma i laat zich dezer dagen zónder de Zangeres zonder Naam vullen. Het ene tv-optreden laat ze vol- gen op het andere. Haar zo ano nieme artiestennaam prijkt thans in elke zichzelf respecterende hit- parade. 'Mexico' is het wachtwoord waar- mee ze de deuren van discotheken s opent. Waar ze onlangs was inge- huurd als verzorgster van het voor- programma van de voetbalinterland j Nederland-Polen, daar ontlokte ze onder de 60.000 bezoekers van het Olympisch. Stadion beduidend meer j enthousiasme dan de voetballers zelf. Kortom, de vraag naar de Zangeres zonder Naam is groter dan ooit. „Wat me de laatste tijd overkomt, het is in één woord geweldig. Onge- looflijk is het voor mij allemaal, 't is net alsof ik droom. Ik sta in alle hitpa- rades. Daarstraks belde de platen- j maatschappij mij nog op met de me- dedeling dat ik in de Europarade sta. j Ik vroeg: wat is dat nou weer? Dat j betekent, zeiden ze, dat je tussen de Rolling Stones en Madonna staat. Nou, heb ik toen gezegd, dan wordt i het tijd dat we 'Mexico' ook in andere talen gaan opnemen". Druk bezet „Sinds half oktober ben ik elke dag bezet", zegt ze ook. „Van de week had ik twee televisies op één dag. Eerst stond ik in 'Op Volle Toeren', dat i werd in Nijmegen opgenomen. Ver- j volgens moest ik naar Sas van Gent, daar stond ik in het programma van Jan Rietman. Zeg maar als uitsmijter. Een kleerkast van een vent, een bo- j dyguard, kwam me ophalen en heeft I me ook weer teruggebracht naar Nij- j megen, zodat ik nog net de slotopna- i men van 'Op Volle Toeren' kon mee- j maken. En zelfs na zo'n dag voel ik me nog niet afgedraaid. Heel gek is j dat, maar ik geloof datje minder moe raakt als je iets graag doet. Het is net alsof ik altijd een hand in mijn rug j voel; je móét zingen, zo'n ggvoel is het eigenlijk". Mary Servaes-Bey alias De Zange- i res zonder Naam. Als ze dat zou wil- len, kon ze wel twee, drie keer per dag ergens in het land optreden. Ze toont haar overvolle agenda als over- tuigend bewijs: „Ik kom lijntjes te kort om al die optredens op te schrij- „Eigenlijk kan ik héél slecht weige ren", geeft ze in vertrouwen prijs. „Maar als ik niet af en toe 'nee' zou zeggen zoals net nog toen mij werd gevraagd naar Almere te komen om alléén maar 'Mexico' te zingen, nou, dan was ik nooit meer thuis. En als ik een keer thuis ben, dan nog zijn de vrije uurtjes schaars. Want ik krijg nu de ene reporter na de andere over de vloer". Ze wordt de laatste weken derhalve geleefd, Mary Servaes, maar ze on dergaat dat blijmoedig. Stapels post stukken bereiken dagelijks haar rian te bungalow in het achter Weert ver scholen Stramproy. Veelal volstaan haar fans met een adressering die niet beknopter kan: 'Aan Mary Servaes', 'Aan de Zangeres zonder Naam' of 'Aan de Koningin van het Levens lied'. Nadere aanduiding blijkt al ja ren overbodig („dat komt altijd aan"). Onder de afzenders van brieven schuilen opmerkelijk veel jongeren. Drempel „Helaas, doordat ik het zo druk heb kom ik er eenvoudig niet meer aan toe de mensen terug te schrijven. Ik kom tijd tekort, nu ik ook de jeugd erbij heb gekregen. Dat komt omdat ik dat optreden in Paradiso heb ge had, half februari. Pas in oktober is dat uitgezonden op de televisie. De jeugd heeft toen kunnen zien voor welk publiek ik daar heb gezongen. Punks, junks, noem maar op, alles zat daar. Ik ben ervan overtuigd dat heel wat jongeren het pas na die tv-regi- stratie van Paradiso hebben aange durfd over de drempel te stappen". „Waarschijnlijk hielden die kinde ren altijd al van de Zangeres zonder Naam, maar nu pas durven ze daar voor uit te komen. Het gevolg is dat ik vrijwel elke avond in een disco theek sta te zingen, voor wel 1000 m?n in de hitte van een sauna. Laai end enthousiast zijn ze in die kleine Paradisootjes, want dat zijn die dis co's uiteindelijk toch. Alles en ieder een zingt mee, de jeugd kent al de teksten van mijn liedjes uit het hoofd en ik word telkens weer overladen met bloemen. En op de spandoeken die ze omhoog houden, staan dikwijls opschriften als: 'Mary, we blijven je trouw' of 'Mary, we love you'. Heel ontroerend is dat. Je hoort wel eens zeggen: de jeugd van tegenwoordig, daar is niks aan. Ik heb ze altijd geac cepteerd. Natuurlijk zitten er rad draaiers bij, maar onder volwassenen heb je ook slechte mensen". „Dat contact met die jongeren houdt me jong. Van sommigen zou ik de oma kunnen zijn. Maar doordat ik zoveel omga met de jeugd wordt de Zangeres natuurlijk nóóit oud. Ik ben 67, maar dat kan ik zelf niet geloven. Zó jong voel ik me nog. Ik maak lol letjes met de jongens en de meisjes in de disco's en zij geven mij dan weer applaus. En dat is zó overweldigend dat ik soms het gevoel heb dat het be stemd is voor een ander mens". Bejubeld en verguisd Als geen ander weet Mary Servaes dat haar genre en ook haar vocale prestaties door de jaren heen aanlei ding hebben gegeven tot de meest uiteenlopende beoordelingen. Beju beld en verguisd is ze, ten minste om streden, al tendeert de publieke ac ceptatie van hóar benadering van het vak vandaag de dag dan naar het po sitieve. Niettemin heeft ook nu me nigeen het donkerbruine vermoeden dat haar huidige succes bij jongeren voornamelijk valt terug te voeren op de landerige stemming die zo gemak kelijk bezit kan nemen van discothe ken, zo'n speciaal sfeertje waarin het past de Zangeres zonder Naam col lectief in de maling te nemen onder het genot van alcoholische versnape ringen. „Daar geloof ik niet in", weer spreekt Mary Servaes met nadruk de ze veronderstelling, die haar zicht baar grieft. „Hoe valt het dan te ver klaren dat er in het Olympisch Sta dion zoveel voetbalsupporters naar me toe zijn gekomen met het verzoek hun oranje petjes te signeren? Hoe komt het dan dat ik met 'Mexico' zó hoog sta in al die hitparades? Zouden al die mensen dat plaatje kopen om dat ze mij in de maling willen nemen? Wat een onzin!". Janken „De realiteit is dat ik nu word geac cepteerd door jong en oud. Natuur lijk houdt niet iedereen van de Zan geres zonder Naam, dat kan ook niet, niet iedereen blieft ook erwtensoep. Maar niemand kan eromheen dat ik in april 1987 al dertig jaar platenar- tieste ben. Ik geef toe, de eerste tien jaar heb ik enorm moeten knokken. Pas in 1966 werd ik voor het eerst voor de camera's gehaald. Eerst door Willem Duys, vervolgens door Mies Bouwman. In Hilversum weigerden ze héél lang een plaat van mij te draai en. Alleen op Radio Luxemburg kreeg Johnnie Hoes een half uurtje zendtijd op de maandagmiddag. De 'Club zonder naam' heette dat pro gramma, daarin werden mijn platen wél gedraaid. Maar nogmaals, bij de Nederlandse omroepen moesten ze niks van ons hebben. Bij de VARA hadden ze een programma, dat heette 'Marimba'. Het werd gepresenteerd door Gabri de Wagt, die elke plaat van mij in het belachelijke trok. Maar dat had een averechtse uitwerking, na zo'n uitzending gingen er toch nog heel wat mensen naar de platenzaak om mijn liedje te kopen". Vroeger, bekent ze, vroeger kon Mary Servaes janken om negatieve verslagen en kritieken. Nu niet meer, ze heeft er eelt van op haar ziel gekre gen. Als een tv-presentator meent haar na een optreden te moeten af kondigen als de 'Zangeres zonder Stem', heeft ze zielsmedelijden met de betrokkene die kennelijk de be hoefte niet kan onderdrukken de la chers op een „zielige manier" op z'n hand te krijgen. „Die jongen, Eric de Zwart, heeft zich naderhand uitgeput in excuses. Het was eruit voordat hij het wist, zei hij. Ja, heb ik toen geant woord, maar dan leeft het wel bij je". Met die terechtwijzing kon De Zwart het doen, ze zegt geen verdere rancunes ten opzichte van hem te koesteren. Wat dat betreft laat Mary Servaes onomwonden weten dat ze zelfs openstaat voor die verslagge vers die haar ooit kapotgeschreven hebben of haar ooit beschreven als „een imbecielerig vrouwtje". Want ze laat niet na het te benadrukken, ze staat voor haar genre dat nogal eens pleegt te worden aangeduid met 'smartlappenindustrie'. Onvermoei baar poogt ze in een dergelijk ge sprek haar gehoor ervan te overtui gen dat ze géén smartlappen, maar le vensliedjes zingt. Dikwijls doet ze het tegen beter weten in. „André Hazes, Conny van der Bos, Koos Alberts, Willy Alberty, noem maar op, ze hébben allemaal levens liedjes gezongen. Maar als het over mijn repertoire gaat, heten die liedjes smartlappen. Met dat grievend klin kende woord zal ik het graf wel in gaan. En dat terwijl ik vind dat mijn levensliedjes wel degelijk culturele inhoud hebben". Tekstueel, meent Mary Servaes, stellen die zelfs meer voor dan haar succesnummer 'Mexico' dat overi gens in een eerder stadium van haar zangcarrière totaal niet aansloeg bij het publiek. „Dit nummer is nu voor de derde keer op de plaat gezet. Ik zing dit lied nu al 36 jaar. De eerste tijd heb ik dat in het Frans gedaan. Vanwege het succes dat ik er op de bühne mee had, vroeg ik of ik dat liedje mocht opnemen. In 1960 was dat, ik zat toen bij Phonogram. Dat kon niet, werd me gezegd. Het con trast was te groot met de liedjes die ik normaal zong, liedjes van Willy Der by bijvoorbeeld. Ik heb toen voorge steld 'Mexico' onder een andere naam te zingen, onder de naam Vero nica. Nou, toen dat plaatje werd uit gebracht deed het niets. Want wie was in vredesnaam Veronica?" Gouden plaat Tien jaar later hield ze aan 'Mexico' evenwel een gouden plaat over. Ze had haar lijflied gezongen in de ge vangenis van Breda („voor hele zware jongens"), instrumentaal onder steund door het orkest van Charlie Nederpelt. De gevangenen stonden op de banken, „zo sloeg mijn optre den daar aan". „Het is op de band op genomen en naderhand uitgezonden op de radio. Bij Johnnie Hoes die in tussen een eigen platenmaatschappij was begonnen, is het nummer toen opgenomen. Drie maanden later had ik die gouden plaat". In feite leverde haar recente „Tour de Chant" in Paradiso identieke reac ties op vanuit het land, de live-lp met daarop 15 liedjes leverde haar goud en platina op. „En 'Mexico' sprong er opnieuw uit". Met haar hit als handelsmerk heeft ze zich onvervaard in het schnabbel circuit gestort na ruim anderhalf jaar uit de roulatie te zijn geweest als ge volg van de ingrijpende operaties die ze aan knie en heup heeft moeten on dergaan. „Op 1 november 1984 is bij mij een heupprothese aangebracht, een dag of vijftien later een kniepro these. De revalidatie vergde al met al meer dan een jaar. Zoveel geluk ik heb gehad met zingen, zoveel pech heb ik gehad met dat been. Maar ope ratie of niet, ik ben een wilskrachtige vrouw, ik wilde hoe dan ook de büh ne weer op. Maar dan niet op kruk ken. Toen ik die dingen nog had, werd ik al voor optredens gevraagd. Dat heb ik geweigerd, ik heb gewacht tot ik dat sjieke wandelstokje had waarmee ik nu op het podium sta". Met haar handicap moet Mary Ser vaes al vanaf haar derde jaar leven. Ze kwam destijds ongelukkig ten val, waarmee ze meteen was veroordeeld tot jarenlange bedrust. „Ik heb tien jaar plat gelegen, daarna heb ik pas leren lopen. Naar school gaan was er voor mij niet bij. Ik heb alleen reke nen, schrijven en lezen geleerd. Op bed. Op die vakken ben ik steeds overgegaan. Je kunt wel zeggen dat ik een hele goeie leerlinge was, ik nam makkelijk iets in-me op en op deze leeftijd heb ik ze gelukkig nóg alle zeven op een rijtje". Biefstuk eten De relatieve rijkdom van het heden heeft de schrijnende armoe van haar verleden geenszins uit haar denken verdrongen. De Zangeres zonder Naam zegt het zich nu te kunnen per mitteren bij wijze van spreken #lke dag biefstuk te eten, „maar voordatik zover was heb ik daar hard voor moe ten vechten". „Nooit", bezweert ze, „nooit zal ik zomaar een korst brood weggooien. Ik heb de neiging ieder een voedsel te verstrekken. Want in mijn onderbewustzijn ligt als het wa re vast hoeveel honger ik heb gele den". In gedachten keert Mary Servaes terug naar haar jeugdjaren in Leiden. Ze was het achtste kind uit een „doodarm gezin" van tien kinderen. Ze kwam ter wereld in de Wever straat in wat ze omschrijft als een krotje. „Nu nog vraag ik me af hoe mijn moeder daar met al die kinderen heeft kunnen wonen. Ze stond eigen lijk alleen voor het huishouden. Mijn vader, die bepaald geen gezellige va der was, bemoeide zich nooit met het gezin. Later zijn we verhuisd naar de Alexanderstraat, dat staat me meer bij omdat we daar de hongerwinter hebben meegemaakt. Ik zie het nog voor me, we hadden geen kachel en daarom lagen we de hele dag op bed. Pas tegen een uur of vier stond m'n moeder op om naar de gaarkeuken te gaan. En het eten dat ze daar kreeg, was vaak afgekeurd eten, zodat je soms wel 48 uur zonder eten zat. Eens in de week kreeg je een half broodje voor de hele week, maar dat aten we vanwege de honger die je had in één keer op. En wij, de kinderen, wij mochten om de beurt een pannetje uitlikken. Een leuke jeugd heb ik dus niet gehad. Ik heb veel over armoe gezongen, maar ik weet ook wat het Geen vechter Amper vijftien was Mary Bey, toen ze als zangeres werd ontdekt door de regisseur van het revue-gezelschap waarvan ze deel uitmaakte. „Een heel erg kinderlijke stem had ik en dat is lang zo gebleven. Mijn neef speelde Johnnie Hoes een casette toe, waarop mijn stem stond. Achtendertig jaar was ik intussen. Hij luisterde het bandje af en vroeg vervolgens: wie is dat, dat kindvrouwtje? Waarop m'n neef antwoordde: dat is mijn nicht. Tot diep in de nacht heeft Hoes naar mijn stem zitten luisteren, het liet hem niet los. Uiteindelijk zei Hoes: dit is nou een stem waaraan je geen benaming kunt geven. Dit is niet de stem van een kind, dit is ook niet de stem van een vrouw. Dit is de stem van een zangeres zonder naam. En zo is tnijn artiestennaam ontstaan". Twirttig jaar heeft Mary Servaes een zakelijke relatie onderhouden met de man die Je pas en te onpas is betiteld als de 'Smartlappenkoning van Nederland'. Tot deatal van Hoes behoorde kortstondig ook-haar broer Jerry Bey. „Een schat van een jongen vm£t een schitterende stem. Er is een tijd-geweest dat ik z'n hand pakte en hem overal mee naartoe nam. Ik heb echt geprobeerd ook hem beroemd te maken. Maar helaas, hij was niet écht een artiest. Hü was niet zo professio neel ingesteld als ik, hij was geen vechter. Hij kon rustig ergens een ca fé ingaan en dan de hele middag daar zingen. Voor niks en niemendal. En of ik nou zei: Jer, dat is niet professio neel wat je doet, hij deed het toch. Vlak voordat hij stierf zei hij tegen mij: Mary, ik heb nooit in me gehad wat jij in je hebt. Ik heb veel weet van zijn dood gehad. Zestig jaar was hij nog maar. Ontzettend veel volk was er, toen hij werd begraven. Neem van mij maar aan dat ik heel kwaad was op die reporter die schreef dat al die mensen er niet voor m'n broer waren, maar voor mij. Het is te onzinnig om over te praten". De Zangeres zonder Naam, jaren lang beschouwd als hét paradepaard je van de stal van Johnnie Hoes, stap te daar na een ernstig conflict abrupt uit. De breuk met Hoes is zo ongeveer haar enige gesprekstaboe. „Ik heb toen het pijnlijkste moment van mijn carrière beleefd. Hoes roept nu in elk interview dat hij geeft: zij mag terug komen. Maar ik heb niks te maggen. Ik ben een vrouw met principes. Wie mij pijn doet, ligt er voorgoed uit". „Het is onvoorstelbaar hoe de ene mens de ander verdriet kan aandoen. Ik stikte vroeger van de vrienden. Maar hoe meer succes ik kreeg, des te jaloerser ze werden. Ook in de fami lie! Terwijl ik nooit heb lopen op scheppen over dat succes. Het gevolg is dat ik nu nog maar een paar vrien den heb, die ik streng heb geselec teerd. Als je geen harde vrouw bent, dan maken ze je wel hard. Dat er vriendschappen zijn stukgelopen die een jaar of tien hebben geduurd, nog steeds kan ik daar wakker van liggen. Temeer omdat ik me zo oprecht geef, als er sprake is van vriendschap". Minderheden „Ik weet maar al te goed wat het is als je op je ziel wordt getrapt. Van daar dat ik me al-dertig jaar het lot aantrek van homo's, zeg maar van al le minderheden. Je mag iemand niet verstoten omwille van geaardheid of huidskleur. Waardeer mekaar als mens, zeg ik altijd. Toen mijn man in valide werd verklaard, wilde ik stop pen met zingen. Hij bracht me naar elk optreden in het land. Enkele fans hebben toen gezegd: stoppen, dat mag nooit gebeuren. Wij zullen er voor zorgen dat u altijd vervoer heeft. Ze brengen me dagelijks naar de plaats waar ik moet zijn en dat waar deer ik enorm. Trouwens: stoppen met zingen, ik krijg niet eens de gele genheid om eraan te denken. Van morgen flitste het even door m'n hoofd: stoppen op het hoogtepunt van je carrière, eigenlijk zou dat heel mooi zijn. Prompt ging de telefoon. Of ik naar Almere wilde komen om alleen maar 'Mexico' te zingen. Het is toch niet te geloven".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 21