Broeinest jes van opgekropte erotiek STERVENDE ZWAAN 'Het bloed is sterker dan de leer' Steeds meer Indische Nederlanders wagen zich op het literaire pad Fraai debuut Glenn Pennock Werkgroep Nederlands Indische Letterkunde blij met opleving ZATERDAG 15 NOVEMBER 1986 EXTRA PAGINA 27 Het gaat goed met de Indische letterkunde. Steeds meer Indische Nederlanders wagen zich op het literaire pad. Er bestaat zelfs een Werkgroep Indisch Nederlandse Letterkunde. Een opvallend debuut is dat van Gienn Pennock. Jill Stolk publiceerde onlangs haar tweede boek, de roman 'Onder de blauwe sarong', waarmee ze boosheid en waardering oogstte. Uitgever Nijgh en Van Ditmar ontrukte de vooroorlogse anti-koloniale roman 'Buiten het gareel' aan de vergetelheid. - „Als de situatie onder de Indische Nederlanders gezond was geweest, had ik dit boek niet hoeven schrij ven. Ik zie wel eens Indische men sen er even in kijken en het dan weer met een pruimemondje weg leggen. Beledigd. Want wat ik schrijf is volgens hen niet waar. Net te Indische meisjes hebben geen er otiek en daarom bestaan de proble men daaromheen ook niet". Hoewel kennelijk niet iedereen het jongste boek van Jill Stolk met vreugde heeft zien verschijnen, vindt ze voor haar roman 'Onder de blauwe sarong' toch grote waardering. Het is een van de literaire verrassingen van het afgelopen jaar. Zonder dat Jill zelfs maar een coï tus suggereert, is 'Onder de blauwe sa rong' een erotisch geladen boek. Alle spanning hoopt zich langzaam maar goed gedoceerd op, om zich fraai en op luchtend te ontladen en dan over te gaan in een subtiel naspel. Broeinestjes Een razend knap vlechtwerkje van heldere taal, waarin de hoofdpersoon Salma leert omgaan met zichzelf, met haar in de opvoeding verdrongen sek sualiteit. In zekere zin doet Jill hetzelfde als wat eerder werd gedaan door Neder landse schrijvers als Wolkers en 't Hart: afrekenen met een strakke opvoeding. Hoewel? „Indische mensen liggen me na aan het hart. Als ik onderweg achter een autoraampje ook maar even een In disch gezicht denk te zien, moet ik altijd even extra goed kijken". Ze behoort tot de tweede generatie In dische Nederlanders die bezig is de lite ratuur, die zijn oorsprong vindt in Indo nesië of in kringen van Indische Neder landers, een nieuwe impuls te geven. Jill rekent met die achtergrond af. „Ik ben Indisch, nou en. Ik woon in Nederland en hoef echt niet zo nodig terCTg om daar mijn wortels te zoeken. Mijn plek is hier". Op die plek leerde Jill het probleem kennen dat het thema vormt van dit tweede boek. Indische meisjes, zo valt daaruit op te maken, zijn wankele broei nestjes van opgekropte erotiek, die elk moment kunnen exploderen. Mannen weten dat en daarom moeten die meisjes goed tegen zichzelf worden beschermd en mogen ze vooral niet laten blijken wat ze aan heerlijks voor mannen in huis hebben. Couperus Daarom moeten Indische meisjes de schermen voor hun etalage zo lang mo gelijk gesloten houden en dient de ver koopster haar borsten en billen tot het uiterste achter de toonbank te verschui len. Waar of niet waar? "Ach", zucht Jill, "wij Indische mensen zijn immers ont staan uit Hollandse ontucht en Indonesi sche veilheid. Zo heette dat vroeger toch?". Eigenlijk was ze na haar debuut 'Scherven van smaragd' niet van plan Glenn Pennock is de zoveelste au teur van de tweede generatie Indi sche Nederlanders die bij uitgeve rij In de Knipscheer debuteert. Toch is hij anders omdat hij niet met die achtergrond afrekent, maar daar juist de vruchten ervan plukt. Want die achtergrond -en het feit dat hij zijn kinderjaren doorbracht in Jakarta en Singapo re- zijn er stellig de oorzaak van dat 'De weg van de kat' rijk is aan mystieke symboliek, die recht streeks lijkt te zijn ontleend aan de Indonesische wayangcultuur. Reïncarnatie, reuzen, demonen en nog veel meer van dit soort za ken doemen op met dezelfde van zelfsprekendheid als waarmee hij in het begin vol sfeer de militaire onderneming schetst die het op standige Atjeh van rond 1900 aan het Nederlandse koloniale ontzag moet onderwerpen. Hoofdpersoon Allard doet aan die tocht mee, beleeft van alles, vlucht, komt terecht op een eiland waar hij trouwt en de verantwoor ding krijgt over het dorp dat hem heeft opgenomen. Als de magi sche kris, behorend bij zijn posi tie, aan hem is overgedragen, raakt de roman in een sfeer van hallucinaties, om uiteindelijk toch in het heden terecht te komen. Een en ander verklaart waarom het boek begint met een wat ge kunsteld aandoend ouderwets taalgebruik, dat zich met de situa tie mee ontwikkelt. Pennock tekent een magische wereld die in Hollandse ogen (mis schien te) onwennig aandoet. Het is zelfs de vraag of het verhaal niet te veel in dienst staat yan al dat onbegrijpelijke. Interessant is dat hij de beeldentaal van twee cultu ren mengt, wat leidt tot een verras send slot. 'De weg van de kat', door Glenn Pennock. Uitgeverij In de Knipscheer, Haarlem. Prijs f29,50. Jill Stolk: „Ik ben Indisch nou en". om weer een Indisch boek te schrijven. „Nu eens iets achters, dacbt ik. Maar na de presentatie van een boekje over hoe Indische Nederlanders in de literatuur van deze eeuw worden afgebeeld, tja, toen moest ik wel. Terwijl ik naar huis liep kwam ik door een park. Daar heb ik, zittend onder een boom, wat trefwoor den in een postzegelboekje genoteerd. Iets anders had ik niet bij me. Dat is nu de basis van 'Onder de blauwe sarong'. „We kwamen eens in de maand bij elkaar. Rob Nieuwenhuys, Frits Jacquet, Gerard Termorshuizen en ik. Dan zaten we in Amsterdam ge zellig in de Pilserije elkaar te vertel len wat we hadden gelezen. Maar daar bleef het bij, het had geen en kele structuur. Totdat we in contact kwamen met Reggie Baay". „Als studente Nederlands maakte ze in Leiden - waar Jacquet en Termors huizen ook werken - onder leiding van Peter van Zonneveld een scriptie over de Indische journalist Pieter Broos- hooft. Uit die ontmoeting ontstond het idee om iets te gaan doen. Dat werd dus de Werkgroep Nederlands Indische Let terkunde". Zo vertelt Joop van den Berg (mede werker van het NOS-journaal en samen steller van enkele bloemlezingen proza en poëzie) hoe een jaar geleden rond Rob Nieuwenhuys, de nestor en kro niekschrijver van de Indisch georiën teerde auteurs, een werkgroep ontstond. Inmiddels is er een blad, worden er le zingen georganiseerd en doet de groep pogingen deze zich nog steeds ontwik kelende literatuur in kaart te brengen. „We vielen in een opgemaakt bed", zo gaat hij verder. „Peter wist hoe je een kwartaalblad moest leiden en zorgde voor een prima drukker. We zijn nü een jaar bezig en het gaat geweldig. Zeshon derd abonnees, wie had dat bij het begin kunnen denken? Gek, maar als je zo met elkaar bezig bent merk je opeens hoe veel er aan de gang is. Dan blijken er zelfs drie studenten los van elkaar een scriptie over Friedericy te maken". Scheepsjournalen De Indische literatuur ontstaat als Houtman en De Keyser in 1596 Indië be reiken. Aanvankelijk gaat het om in die dagen populaire scheepsjournalen van avontuurlijke reizen naar de Oost, zoals dat van de Hoornse schipper Bontekoe. Daarna komen er andere, ambitieuzere geschriften. Latere toppers zijn Mulatu- li, Couperus en Du Perron. Na de oorlog komen namen naar voren als Aya Zik- (fotoGPD) Je kunt, om met Couperus te spreken, zeggen dat ik die roman daar in één keer heb ontvangen". „Hoe schrijven ze over ons? Indische meisjes zijn gepassioneerd en indolent. Zelf Rob Nieuwenhuys heb ik daarop betrapt". Jill citeert een paar auteurs: „Satijnen armen, broze enkels en polsen - wil je ze even controleren? - een olijf kleurige huid, amandelvormige ogen, een verschijning als een filmactrice. Ha, ken, Margaretha Ferguson, Bep Vuyk en Tjallie Robinson om er maar enkele te noemen, want elke opsomming is onvol ledig. De politieke breuk in 1956 tussen Ne derland en Indonesië als gevolg van het Nieuw-Guinea conflict betekent zeker niet het einde. Graa Boomsma, M. Ja cob, Ernst Jansz, Marion Bloem, Jan Brokken, Jeroen Brouwers, Jill Stolk, Frans Lopulalan, Glenn Pennock en ve le anderen, onder wie ook Jan Wolkers, hebben de laatste tien jaar veel bijgedra gen aan een nieuwe bloei van deze tak van de Nederlandstalige literatuur. Van den Berg: „De Indische letterkun de is net zo belangrijk als je de achter tuin van de maatschappij vindt. Nu we opeens zijn geconfronteerd met al die minderheden, blijkt dat we daar al twee eeuwen literatuur over hebben. En als je die leest, merk je ook dat we toch niet altijd van die vuige uitbuiters zijn ge weest". „Het is merkwaardig genoeg juist de generatie dertigers die daar veel belangstelling voor heeft. Waarschijnlijk want denk je, in Thailand dachten ze werkelijk dat ik een filmactrice was". „Erotiek werd steeds uitgelegd als iets onbetamelijks. Daarom werd het in mijn Indische opvoeding verdrongen. Van daar dat ik op school al onbewust wilde ruilen met een meisje dat zwanger was geraakt. Zij wist nu immers wat erotiek was. Zij had het kunnen etaleren, terwijl ik werd gedwongen dat deel van mezelf te onderdrukken". „Daarom heb ik me ook nooit naar zo'n opgelegd erotisch stereotype willen gedragen, want dat drong anderen in de positie mij strak te houden. En als je be denkt dat Indische kinderen toch al zijn opgevoed met de les altijd beter te moe ten zijn dan de Hollandse en de beste van de klas te zijn, kun je wel nagaan wat er dan met je gebeurt. Nooit kun je jezelf zijn. Maar ik heb toch altijd beter en bloemrijker Nederlands gesproken dan de mensen die ik ken. Dat wel. Bij ons moet dat gewoon perfect zijn". Hoofdpijn Haar debuut 'Scherven van Smaragd' gaat over de invloed van een vader die zijn ervaringen in het jappenkamp aan de Birmaspoorweg niet heeft verwerkt, maar niettemin verder moet met zijn In dische gezin in de Nederlandse samenle ving. Toch was die problematiek niet de aanleiding om te gaan schrijven: „Ik wil de schrijven, probeerde wat en opeens zat ik in het onderwerp. Het drong zich aan me op. Gelukkig maar, want dan be gin je niet zo geforceerd. Natuurlijk heeft het ook met frustraties te maken, want door te schrijven kun je hoofdpijn voorkomen en je beleeft er nog plezier aan ook". „Het kan me nu ook helemaal niets meer schelen of ik erotisch ben of niet, of je wel of niet je etalagemateriaal laat zien. Het gaat gewoon onbewust. Ik weet heus wel dat als ik een moeilijk gi taarexamen moet doen de mensen echt niet alleen mijn instrument zien". „Erotiek is voor Indische opvoeders een heel emotioneel probleem. Ik leerde dat mannen geen mensen zijn, maar be lagers voor wie je goed moet oppassen. Toch kwam ik vaak de schattigste jon gens tegen. Daarom wil ik aantonen dat je als vrouw heel goed zelf kunt beslis sen wat je doet. Dat zie je als Salma te gen het eind van het boek een journalist ontmoet die het liefst meteen met haar naar bed wil. Ze vindt hem niet aantrek kelijk en gaat daar dus niet op in". „Dat er Indische Nederlanders zijn die heftig ontkennen dat het is zoals het in mijn boek staat, bewijst dat ik gelijk heb. Heus, ik ben altijd een prima anten ne geweest in die kringen. Niets ontging mij. Die wereld komt me dan ook behou dender voor dan die van het afstandelij ke calvinisme". 'Onder de blauwe sarong', door Jill Stolk. Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar, Den Haag. omdat de scherpe ressentimenten ten aanzien van het verleden voorbij zijn. Bovendien biedt die literatuur ook veel meer ruimte voor het universele, anders dan het Hollandse binnenhuisje. Want laten we eerlijk zijn, Nederland is een prima land, maar het blijft een aange- slibt moeras, waar eigenlijk niets ge beurt". „Er is wel gezegd dat de Indische lite ratuur gauw afgelopen zou zijn, maar je ziet dat het juist weer begint te komen. Het bloed is sterker dan de leer. De bloei van dit moment zal zich zeker nog twin tig jaar voortzetten. Neem een boek als 'Bezonken rood' van Jeroen Brouwers, dat zou zo in de 'Oost-Indische Spiegel' van Nieuwenhuys kunnen. Bovendien ontstaat er nu ook geschiedschrijving waarvoor Nederland eerder nog niet rijp was. En dan hebben we nu Jill Stolk er bij gekregen, die over die Indische ach tergrond weer heel anders, heel knap is gaan schrijven". Doorslag „De waarde van de Indische letterkun de is moeilijk aan te geven. De waarde ring van de lezer geeft altijd de doorslag. Du Perron noemde mevrouw Szekely- Lulofs een damesschrijfster, maar achteraf blijkt dat ze toch écht zo slecht niet was. Heel goed eigenlijk. In zulke gevallen kun je als Werkgroep Indisch Nederlandse Letterkunde corrigerend optreden door zulke auteurs te gaan her waarderen". "Natuurlijk kun je juist ook onderzoe ken of er gevallen zijn waarin sprake is van overwaardering. Je moet dan door de heersende euforie rond een schrijver prikken, tegen meningen ingaan, en dat eist moed. Alles bij elkaar zijn we nog niet toe aan een volwaardige Indische li teratuur, zoals er in Amerika een volwas sen zwarte letterkunde bestaat. Maar dat komt nog wel"? aldus Joop van den Berg. Iedereen kan lid worden van de werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde. De contri butie, inclusief een abonnement op het blad 'Indische Letteren', bedraagt f 35 per jaar (gi ro 1977068 tnv R. Baay, Praam 27, 2377 BW Oude Wetering, onder vermelding van Indi sche Letterkunde). Smartelijk tafereeltje, deze week op de Amsterdamse Lijnbaansgracht. Een stervende zwaan zoekt naar een gped moment om z'n vleugels uit te slaan... Met z'n laatste krachten zoekt het dier een goed heenkomen onder de dichtstbijzijnde auto, om daar in stilte de laatste adem uit te blazen. (foto's Vreeker/ANP) Rob Nieuwenhuys: nestor, (foto anp> .in vallende vlucht zoekt het dier z'n balans. ...maar valt als een baksteen naar beneden... .en komt met een doffe dreun op het plaveisel terecht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 27