Naar het Mekka van de stoomtijd
Columbus houdt de wetenschap bezig
Laatste locomotievenfabiiek
trekt duizenden treingekken
ZATERDAG 8 NOVEMBER 1986
EXTRA
PAGINA 29
Busladingen
stoomtrein-enthousiaste
lingen uit alle
windstreken bezoeken
jaarlijks de Chinese stad
Datong, waar de laatste
fabriek van
stoomlocomotieven nog
volledig in bedrijf is.
Daar bouwen 9000
Chinezen iedere dag een
stoomlocomotief. Het
geluk straalt van de
bezoekers af als ze een
voetpedaal mogen
beroeren dat aan de fluit
een hoge C ontlokt.
door Jan van Beek
In een van de reusachtige hallen
van de laatste fabriek van stoomlo
comotieven ter wereld die nog vol
ledig in bedrijf is, mag niet gefoto
grafeerd worden. Er wordt een
nieuw model stoomketel ontwik
keld. Waarom is men bang voor be-
drijfsspionage? Als allerlaatste
smidse- heeft men toch niets meer
van concurrentie te vrezen? Maar er
rijden in de Sowjet-Unie, in Zuid-
Amerika en in Afrika nog steeds
stoommachines. En als die gerevi
seerd moeten worden hoeft men
niet te weten hoe de Chinezen het
doen.
Dat is vooral vervelend voor de busla
dingen stoom-enthousiasten die gedu
rende het toeristenseizoen elke dag wor
den uitgelaten bij de China National
Railway Locomotive and Rolling Stock
Industry Corporation, zoals de fabriek
officieel in het buitenlands heet. Het
aantal stoomtrein-gekken neemt overal
ter wereld opzienbarend toe. En uit alle
windhoeken van de aarde reizen zij naar
Datong sedert Mao's opvolger, Deng
Xiaoping, de grenzen heeft opengezet.
Elk jaar maken minstens 4000, voorna
melijk Amerikanen en Europeanen een
speciale reis naar dit mekka van de
stoomtijd.
Inrijden
Die mensen hebben er een halfjaar mo
daal netto-loon voor over om samen met
hun echtgenote in het verre, vreemde
China op een heuse stoomlocomotief te
mogen klimmen. En dat kan. Op het ei
gen rangeerterrein in Datong staat altijd
een pas afgebouwde locomotief, die
moet inrijden, klaar onder stoom.
Via een ruw soort vliegtuigtrap mogen
de stoomfanaten de cabine met de
roodgloeiende vuurmond beklimmen.
Met de eerste stap in dit heilige der heili
gen uit het stoomtijdperk bereiken zij
het moment suprème van hun lange reis.
Vol eerbied staren zij naar de druk- en
manometers, naar de verchroomde hen
dels met koperen knoppen, naar ventie
len en kraneni Als de Chinese machinist
het 160 ton wegende gevaarte, gevuld
met 50.000 liter water en 20 ton steen
kool in de tender, in beweging heeft ge
zet, mogen zij het voetpedaal beroeren
dat aan de stoomfluit een hoge C ont
lokt. Dat is het; het geluk straalt van hen
af.
Het doel van hun reis is bereikt. Zij,
hebben weinig belangstelling meer voor
wat zich elders op het 2,25 miljoen vier
kante kilometer grote fabrieksterrein af
speelt. Daar woont onder de rook van de
torenhoge schoorstenen tachtig procent
van de 9000 arbeiders met nog een onge
kend aantal gepensioneerden. Zij heb
ben de beschikking over een eigen zie
kenhuis, eigen winkels, een bioscoop,
bibliotheek, bank, postkantoor, restau
rant, een eigen zwembad en een speel-
park van stedelijke afmetingen. Er zijn
vijf scholen, waarin de kinderen van de
arbeiders van vandaag tot het toekom
stige personeel worden opgeleid.
Lijfeigenen
Dit immense bedrijf is nog opge
bouwd volgens de collectivistische
ideeën van voorzitter Mao. Het is welis
waar van en voor de arbeiders, maar om
gekeerd zijn de mensen van het bedrijf.
Met dit soort van lijfeigenschap sloot de
zich revolutionair noemende volksrepu
bliek volledig aan bij de starre feodale
tradities van het oude Chinese keizer-
De Verenigde Naties, het is
algemeen bekend, is een college
waarin top-diplomaten op hoog
niveau discussiëren over de
problemen waarvoor de wereld
staat, waarna ze hun
weloverwogen oordeel geven.
Zoiets vraagt tijd, en dat zal wel de
reden zijn waarom gedurende vier
jaar het voorstel van Spanje
(ondersteund door de VS en enige
Latijns-Amerikaanse landen) op de
agenda heeft gestaan om straks
wereldwijd de ontdekking van
Amerika te vieren.
Immers, over vier jaar is het al zo ver.
Het zal dan 500 jaar geleden zijn dat Co
lumbus voet aan wal zette op het eiland
San Salvador, een van de Bahama's. Of
was het Samana Cay? Egg Island? East
Caicos? Grand Turk? Welk eiland dat
precies was, doet er nu even niet toe
(daarover straks meer); het feit ligt daar
dat op 12 oktober 1492 Christoffel Co
lumbus, in de waan verkerend dat hij
een handige weg naar Indië had gevon
den, Amerika ontdekte.
Dat gaan we vieren, zei de Spaanse VN-
gedelegeerde Jaime de Pinies niet zon
der eigenbelang. Immers, Columbus
maakte zijn ontdekkingstocht vanuit
Spanje, en bovendien ligt hij daar begra
ven. Of liggen zijn resten in Cuba? De
Dominicaanse Republiek? Italië? Ook
dat doet er nu even niet toe (en ook daar
over straks meer). Waar het nu om gaat
is dat het Spaanse voorstel helemaal niet
in goede aarde viel. Om te beginnen zei
de IJslandse afgevaardigde Hordur Ilel-
gason, met steun van de Scandinavische
landen, dat Columbus helemaal niet
Amerika had ontdekt. Dat was de stoere
Noorman Leif Ericsson.
O nee, antwoordde de Ierse gedele
geerde. Onze heiligen waren er het eerst.
Geenszins, zei een Chinese diplomaat,
wij waren er eerder. En de Afrikaanse
landen riepen in koor dat het een schan
daal was om op zo'n manier het kolonia
lisme te vieren. Jaime de Pinies soebatte
(„wij kwamen helemaal niet om een ko
lonie te vestigen, maar om ons ras te
mengen met de inheemse bevolking")
en gaf steken onder water („de enige Ier
se aanwezigheid in Amerika vind je bij
het edelachtbare politiecorps van New
York"). Het hielp niets.
Vier jaar heeft het Spaanse voorstel op
de agenda van de Algemene Vergade
ring van de VN gestaan. Vier jaar lang
duurde ook de impasse, totdat een nieu
we voorzitter van de Algemene Vergade
ring, een diplomaat uit Bangladesh, het
punt onverhoeds van tafel veegde met
een klap van de hamer en de briljante
samenvattende conclusie: „We zijn het
er dus over eens dat Amerika is ont
dekt".
Het ziet er dus vooralsnog niet naar uit
dat de VN in 1992 groots de ontdekking
van Amerika zal gaan vieren, maar ande
re colleges zijn al volop aan het werk om
de historische datum niet ongemerkt
voorbij te laten gaan. Festiviteiten wor
den nu al voorbereid in Spanje, Italië,
Cuba, de Dominicaanse Republiek en de
Verenigde Staten. Chicago wil in 1992
een Wereldtentoonstelling organiseren,
de NASA hoopt (of hoopte in ieder geval
vóór de ramp met de Challenger) in dat
jaar een permanent bemand ruimtesta
tion te lanceren.
Het Amerikaanse Congres heeft al een
feestcommissie opgezet, en het'particu
lier initiatief is goed voor de oprichting
van de organisatie „Ontdekking 500",
die op eigen wijze de historische ontdek
king luister wil bijzetten. En ook de we
tenschap is volop in de slag. De onder
zoeken spitsen zich daarbij op drie vra
gen toe: hoe zagen de schepen er uit
waarmee Columbus naar de Nieuwe We
reld reisde? Waar ligt de grote man be
graven? Waar landde hij eigenlijk?
Met de eerste vraag is tot dusver het
beste resultaat geboekt, dank zij het
werk van Eugene Lyon van de Universi
teit van Florida. Deze historicus ontdek
te in archieven in de Spaanse stad Sevil-
la een 400 vellen tellende stapel docu
menten die helemaal gewijd is aan de
Spaanse vloot aan het eind van de 15e
De documenten doorlezend, kwam hij
de naam „Nina" tegen, een van de drie
schepen waarmee Columbus destijds
koers had gezet naar Amerika. Sinds-'
dien heeft Lyon een schat aan gegevens
over de Nina boven water gehaald.
In Spanje zijn de bomen al geveld
waarmee replica's zullen worden ge
maakt van de drie boten waarmee Co
lumbus in 1492 aan zijn grote avontuur
begon. Daarbij zullen de ontdekkingen
van Lyon een leidende rol spelen. Moge
lijk wordt ook nog gewacht op de resul
taten van een archeologische expeditie
van een universiteit in Texas. Aan deze
expeditie verbonden duikers hebben
onlangs de restanten van twee uit-Co
lumbus' tijd daterende karvelen in de
wateren rond de Bahama's gevonden.
Waar ligt Columbus begraven? Dat is
een aanzienlijk minder eenvoudige
vraag. Zeker is dat Christoffel op 5
1505 in de Spaanse stad Valladolid c
leed, en dat zijn resten vier jaar late
door zijn zoon Diego naar een kathe
draal in Sevilla werden overgebracht.
Zeker is ook dat in 1541, naar de laatste
wens van Diego, de resten van hem en
zijn vader in kleine loden kisten werden
gestopt en naar de kathedraal van Santo
Domingo (thans in de Dominicaanse Re
publiek) werden verscheept.
Resten
Toen Spanje in 1795 Santo Domingo
aan Frankrijk gaf, zorgde een verre na
bestaande van Columbus ervoor dat
diens stoffelijke overblijfselen niet in
handen van de gehate Franse republi
keinen vielen, door ze naar Cuba over te
brengen. Nadat Cuba in 1898 onafhanke
lijk werd, werd de kist weer naar Spanje
gebracht, waar hij in de kathedraal van
Sevilla kwam te staan. Om het verhaal
compleet te maken: Spapje gaf enkele
jaren later bij wijze van gebaar een deel
van de resten aan Genua, de Italiaanse
stad waar Columbus werd geboren.
Dat is het officiële verhaal. Maar-de
Cubanen zeggen dat Columbus' resten
nooit terug naar Europa zijn gegaan. En
in de Dominicaanse Republiek wordt
gezegd dat destijds, in 1795, de verkeer
de resten werden opgegraven, en dat in
1877 werklieden de echte resten vonden
die sindsdien altijd in Santo Domingo
zijn gebleven.
Wie te geloven? Nog vóór 1992 zal er
opheldering komen. De Amerikaanse
antropoloog prof. Jonathan Ericson
heeft in principe van in ieder geval de
Dominicaanse Republiek en Spanje toe
stemming gekregen om naar de resten
onderzoek te doen. Ericson is de ontdek
ker van een methode waarmee aan de
hand van strontium isotopen in tanden
nauwkeurig kan worden vastgesteld
waar iemand in zijn jeugd heeft ge
woond. Wat hem dus te doen staat is na
gaan of de Dominicaanse dan wel de
Spaanse tanden afkomstig zijn van ie
mand die in zijn jeugd in Genua heeft
gewoond.
Watling
Laatste vraag: waar is Columbus des
tijds geland? In ieder geval gaat het om
een van de eilanden die nu onder de
naam Bahama's bekend staan. Maar
welk eiland? In de loop der jaren zijn ten
minste negen mogelijkheden hartstoch
telijk verdedigd.
In de jaren '20 van deze eeuw leek het
dat men eruit was. De meest gezagheb
bende wetenschappers van die tijd hiel
den het op het eiland Watling. De over
tuiging was zo groot dat dit eiland zelfs
werd herdoopt in San Salvador, de naam
die Columbus in 1492 zelf gaf aan het ei
land waar hij voet aan wal zette.
Tot vijfjaar geleden was er nooit ern
stige oppositie tegen deze voorstelling
van zaken. Maar toen begon de discussie
weer van voren af aan, en wezen experts
eilanden als de definitieve landings
plaats aan, die soms wel 700 kilometer
uit elkaar lagen.
Daarop besloot het tijdschrift Natio
nal Geographic nu eens een werkelijk
grondig onderzoek te doen. Om te begin
nen werden experts gezet op het log
boek van Columbus, dat wil zeggen de
door een tijdgenoot van de ontdekker
gemaakte versie die nu nog bestaat.
De wiskundigen Luis en Ethel Marden
kregen vervolgens de opdracht Colum
bus' reis van dag tot dag te reconstrue
ren, waarbij ze rekening moesten hou
den met stromingen en invloed van de
wind. Dat was een nieuwe benadering
waarop eerdere onderzoekers niet waren
gekomen. Aldus berekend, bleek het
eindpunt van Columbus' reis het onbe
woonde eilandje Samana Cay te zijn, een
conclusie die later door een computer
werd bevestigd.
Indianen
Er was evenwel nog één probleem: Co-
liimbus had destijds gemeld door india
nen te zijn begroet, en Samana Cay was
onbewoond en was altijd onbewoonbaar
geacht. Daarop nodigde National Geo
graphic Magazine de in het gebied ge
specialiseerde archeologen Charles en
Nancy Hoffman uit op Samana Cay te
gaan graven. En wat bleek? Ten tijde
van Columbus moet het eilandje ten
minste negen kleine nederzettingen van
Lucayan indianen hebben geteld. Het
was een wel heel sterke onderbouwing
van het verhaal.
Niettemin: de discussie blijft. Er zijn
nog steeds andere onderzoekers die er
voor 100 procent van overtuigd zijn dat
Columbus op Egg Island voet aan wal
zette, of Grand Turk. Maar om met Jo
seph Judge, de redacteur van National
Geographic die het onderzoek op touw
zette, te spreken: „Ik zou zeggen dat wij
98 procent zeker van onze zaak zijn.
Maar de geschiedenis groeit. De discus
sie zal altijd doorgaan. Moet ook altijd
doorgaan".
HENK DAM
het hele fabricageproces plaatsvindt,
van ijzererts tot 'ijzeren paard'.
Als plaats van vestiging was Datong
gekozen, omdat deze stad het belang
rijkste spoorwegknooppunt is tussen
Noord- en Centraal-China en het omrin
gende bergland het meest produktieve
steenkolenbekken is van de immense
natie. De helft van de miljoen inwoners
van deze stad werkt in een van de 77 col
lectieve mijnen. Een aantal daarvan is
onder het liberale bewind van Deng Xia
oping vrijgegeven voor individuele ex
ploitatie door de mijnwerkers zelf. Als
gevolg daarvan zijn er enkele duizenden
kleine zelfstandige mijnen ontstaan.
Processie
De kleinste zijn eenmansbedrijfjes,
waarvan de eigenaar volstaat met het
delven van een hoeveelheid die hij
achterop zijn transportfiets of op zijn
ezelwagen kan meenemen. Anderen zijn
al aan een oude vrachtwagen toe. Met
kolengruis overdekte mannen en vrou
wen, die in de ochtend 285 meter in de
mijnschacht zijn afgedaald, zeulen in de
namiddag hun dagproduktie naar een
verzamelpunt. Zij vormen een langge
rekte processie langs de wegen. Zij zijn
de voorlopers van de nieuwe stand van
kleine bezitters, die in de visie van Deng
de ruggegraat moet gaan vormen van de
ontluikende natie.
Datong is een massale opslagplaats
van steenkool. Er wordt veel te veel ge
wonnen dat door een gebrekkig distri
butiesysteem niet kan worden afge
voerd. Op vele plaatsen gaan de kolen
bergen spontaan in brand en meldt een
vuile rookpluim dat de zwarte massa
langzaam maar zeker tot as zal vergaan.
Haastig worden thans nieuwe spoorlij
nen aangelegd om de groeiende voorra
den weg te werken.
In totaal zijn hier tot nu toe ruim 5000
stoomlocomotieven gebouwd. Die heb
ben een gemiddelde levensduur van der
tig jaar en zijn dus nog allemaal in be
drijf. Elk jaar worden er 250 tot 280 bij
gebouwd. Volgens assistent-bedrijfslei
der Wang Dagang heeft China nog min
stens twintig jaar lang behoefte aan
stoomlocomotieven en hij verwacht dat
er tot die tijd in elk geval nog eens 5000
in zijn bedrijf zullen worden gebouwd.
Traditioneel
Tot nu toe is er nog nooit een geëxpor
teerd, ook niet naar Tanzania, waar met
Chinese hulp de spoorlijn van Dar es Sa
laam landinwaarts is gebouwd. Daar rij
den in China vervaardigde diesellocs.
Mocht er een buitenlandse gegadigde
opdagen, dan kan hij een machine uit de
'Datong Locomotive Works' kopen voor
de prijs van 400.000 Yuang, oftewel on
geveer 300.000 gulden.
De bijna dertig meter lange gevaarten
ontwikkelen 3000 paardenkrachten. In
tegenstelling tot de laatste Europese en
Amerikaanse stoomlocs, die in ge
stroomlijnde stalen omhulsels werden
verpakt, zien de Chinese reuzen er tradi
tioneel uit. Het laatste en grootste type
heeft aan de voorzijde twee geribbelde
afdekplaten. Dat is de enige verfraaiing
van deze eerlijk ogende ouderwetse ma
chines.
En waar je in dit onmetelijke land op
een spoorweg stuit of een emplacement
ziet, zijn ze bezig die stoere 'ijzeren paar
den' die aan een ver verleden doen den
ken, op te lappen. De slaaptrein, die mij
van Beijing (de traditionele naam voor
Peking) in zes uur over een afstand van
270 kilometer naar Datong bracht, werd
getrokken door zo'n stoom uitstotende
Chinese draak. Als ik het raampje open
de verzamelde kolengruis en roet zich
op de lakens en drong het zich in alle
plooien en gaten.
Monumenten van nostalgie en roman
tiek zijn het, ongetwijfeld. Maar om de
vervuiling tegen te gaan mogen ze in de
grote steden niet meer doorrijden tot de
stations in het centrum. Ze houden hij
gend stil aan de stadsrand op speciale
stations. Op den duur zullen ze uitslui
tend voor het goederenvervoer worden
gereserveerd.
Foto boven: al
tijd een locomo
tief onder stoom
om de bezoekers te
plezieren. Inzet:
elke dag rolt er
een stoomlocomo
tief uit de fa
briekshallen in
Datong. (foto's gpd)
rijk, waaronder de bevolking al veertig
eeuwen had geleden.
De bouwers van de rijdende stoomma
chines van Datong hoeven de met rode
guirlandes versierde fabriekspoort ei
genlijk nooit uit, noch om geboren te
worden in het eigen ziekenhuis, noch
om in het eigen crematorium tot as te
vergaan.
In 1956 beval de grote roerganger Mao
Zhedong in naam van het volk en de re
volutie een locomotieffabriek te bou
wen, die vaart in de Chinese ontwikke
ling zou moeten brengen. Drie jaar later
was het bedrijf gereed, in totaal 260.000
vierkante meter fabriekshallen waarin