Extremisme in naam van Allah
Experiinenteervee
Denkwijzer
Leidse arabist Hans Jansen beschrijft opleving van de islam
ZATERDAG 8 NOVEMBER 1986
EXTRA
PAGINA 25
Voor een westerling is de overheersende rol van de
islam in de Arabische landen moeilijk te vatten,
gewend als hij is aan de strikte scheiding tussen
kerk en staat. De Leidse arabist Hans Jansen heeft
nu een boek ('De veronachtzaamde plicht')
geschreven over de opleving van de islam.
Uitgangspunt was de moord op de Egyptische
president Sadat vijfjaar geleden. De extreme
motieven van de daders en de felle discussies die
op de aanslag volgden, zijn volgens hem typerend
voor de tegenstellingen in de Arabische wereld.
door Bart Jungmanri
Hans Jansen in zijn werkkamer. Achter hem een Arabische tekst, de lei
draad van de islamitische godsdienst: 'Er is maar één God en Mohammed is
zijn apostel' (foto Wim Dijkman)
Anwar Sadat rees nietsvermoedend
overeind om de jeugdige legeroffi
cier te begroeten. De jongeman was
tijdens de militaire parade uit een
jeep gesprongen en liep naar de loge
waar de Egyptische president had
plaats genomen. Sadat stond op, on
bewust van het gevaar.
"Gaan jullie maar weg. Ik ben nu bij
mijn kinderen", had hij vaak genoeg te
gen veiligheidsbeambten gezegd. In le-
gerkringen waande de president zich
veilig, zo schreef het Amerikaanse opi
nieblad Newsweek later. Sadat kon zich
niet voorstellen dat een soldaat hem
kwaad zou doen. Maar op die bewuste 6
oktober vijf jaar geleden kwam hij be
drogen uit.
De militair die hem tegemoet kwam,
gooide opeens een granaat naar de loge.
Dat was het sein voor een paar andere
militairen om het vuur te openen op de
president en zijn gasten. De Nobelprijs
winnaar voor de vrede overleefde de
aanslag op zijn leven niet.
Zijn moordenaars bleken deel uit te
maken van een groepje islamitische fun
damentalisten, dat in Sadat een obstakel
zag voor de vorming van een 'Islamiti
sche Staat'. Tijdens het proces tegen de
daders en hun handlangers verwees de
officier van justitie naar een pamflet dat
circuleerde in het clubje van uiterst vro
me moslims. Het was geschreven door
de 26-jarige Muhammad Abd Al-Salam
Faraj. Zijn ideologische betrokkenheid
bij de aanslag op Sadat moest hij in 1982
met de dood bekopen.
De titel van het door hem geschreven
pamflet luidde 'Al-Faridah al Ghai'bah'
en dat kan worden vertaald als 'De vero
nachtzaamde plicht'. Aanvankelijk werd
het stuk als obscuur en van weinig waar
de geacht. Maar nadat een regerings
functionaris er uitgebreid op reageerde
en een advocaat van één der daders het
in de openbaarheid bracht, deed het veel
stof opwaaien. Een discussie werd losge
woeld, waarbij het ging om de vraag
hoezeer de islam invloed moet hebben
op het staatsbestel, logischerwijs ge
volgd door de vraag hoe dat dan moet
worden bewerkstelligd.
Goed opgelet
Als directeur van het Nederlands In
stituut voor Archeologie en Arabische
Studiën verbleef de Leidse arabist Hans
Jansen ten tijde van de aanslag in Cairo.
De Leidse arabist vefcamelde alle reac
ties op de moord en vooral op het ge
noemde pamflet. "Ik heb heel goed op
gelet, veel verzameld en veel mensen ge
sproken. Al heb ik wel steeds gepro
beerd hun mening in gedrukte vorm te
rug te vinden. Het gaat er niet om wat
Jansen uit Leiden van de islam vindt,
maar wat de moslims er zelf van vinden.
Het gebeurt naar mijn mening te vaak in
dit vak dat iemand met een*moslim gaat
praten, een aantal malle vragen stelt en
daaraan een heel referaat ophangt".
De inventarisatie en verwerking daar
van heeft Hans Jansen flink wat tijd ge
kost. Deze week, ruim vijfjaar na de aan
slag, verscheen bij de Amerikaanse uit
geverij MacMillan de weerslag van zijn
werk: 'De veronachtzaamde plicht'.
De titel verwijst dus rechtstreeks naar
het pamflet, maar in de ondertitel wordt
aan het eigenlijke thema (de herrijzenis
van de islam in het Midden-Oosten) her
innerd. Jansen benadrukt dat de islami
tische gedachte altijd deel heeft uitge
maakt van het Arabische overheidsbe
leid, maar dat gebeurde volgens sommi
ge moslims in onvoldoende mate. De
Irganse revolutie is in de visie van de ac
tivistische moslims een goed voorbeeld
van hoe het wel zou kunnen. Een voor
beeld ook van islamitisch extremisme,
zoals de aanslag op Sadat dat ook was.
De discussies die volgden op de dood
van de president zijn volgens Jansen ex
emplarisch voor de tegenstellingen in de
Arabische wereld. Jansen: "Het is de
sleutel tot de discussie in andere Arabi
sche landen".
Met 'De veronachtzaamde plicht'
wordt de jihad, bedoeld. Vaak is die term
vertaald met 'heilige oorlog', maar Jan
sen spreekt liever van 'oorlog tegen de
ongelovigen'. De jihad is een belangrijke
pijler in de islamitische godsdienst. Jan
sen: "Aanvankelijk werd die oorlog ge
voerd tegen de ongelovige kolonialisten
uit het westen. Maar sommige moslim-
groeperingen zijn nu van mening dat die
oorlog moet worden voortgezet tegen ei
gen bestuurders. Een strijd voor een vol
ledig islamitische maatschappij".
Dat aan het pamflet aanvankelijk wei
nig waarde werd toegekend, kan Jansen
zich goed voorstellen: "Het is een moei
lijk document. Bedoeld als een intern
stuk, stram geschreven en met een hoop
tikfouten. Op het eerste gezicht boven
dien een raar verhaal. Als wetenschap
per had ik het geluk dat ik de tijd had
om me erin te verdiepen".
Centraal in het stuk staan twee stellin
gen: de mens móet leven naar Gods
woord èn Gods woord is identiek aan de
islamitische wet. Jansen: "Op die twee
stellingen zal een moslim geen nee dur
ven zeggen. Het verschil is alleen dat de
meesten denken dat zulks langs geleide
lijke weg kan worden bereikt. Maar het
idee achter de faridah (Jansen bedoelt
daarmee het pamflet, red.) is dat er met
een tot actie wordt overgegaan".
"De faridah was niet puur kritiek op
de sociale toestand in Egypte. Daarom
was het ze niet te doen. Er sprak alleen
een behoefte aan fundamentele vernieu
wing uit". De moordenaars van Sadat
waren ervan overtuigd dat Allah op hun
hand was. Zij hielden de lont bij het
vuur en Allah zou zorgen voor natuur
rampen en een spontane opstand om de
Gaandeweg het experiment begomien
heel wat proefpersonen bezwaar te ma
ken tegen de gang van zaken en er bij de
proefleider op aan te dringen om te stop
pen. Maar deze reageerde steeds met een
aantal vaste uitspraken, die bedoeld wa
ren om de proefpersoon ertoe te bewegen
door te gaan, zoals: "gaat u alstublieft
door"; "het onderzoek maakt het abso
luut noodzakelijk dat u doorgaat"u
hebt geen andere keus, u moet door
gaan".
Het bleek dat maar liefst tweederde
van de proefpersonen doorging tot het
hoogste schokvoltage, dat van 450. Nie
mand stopte vóór de 300 volt; het punt
waarop het slachtoffer tegen de tussen
wand begon te schoppen. Toen Milgram
zijn bevindingen voor het eerst open
baar maakte, waren velen zo verbijsterd
dat ze het niet wilden geloven en naar
fouten in de onderzoeksprocedure gin
gen zoeken. De voornaamste kritiek was
dat het een laboratoriumonderzoek was
en dat mensen zich in een dergelijke si
tuatie heel anders gedragen dan in het
dagelijks leven. Maar twee Nederlandse
psychologen, Meeus en Raaijmakers,
hebben aangetoond dat deze kritiek niet
houdbaar is. In hun proefschrift met de
veelzeggende titel 'Gewoon Gehoorzaam'
omwenteling naar een volledig islamiti
sche staat te voltooien.
Weerlegd
Jansen: "Het meest interessant aan
het stuk is dat er een opsomming wordt
gegeven van redenen om geen funda
mentalist te worden. Die overwegingen
worden door de schrijver vervolgens
stuk voor stuk weerlegd". Hij nam daar
mee een voorschot op de discussie die in
Egypte op het pamflet volgde. "En dat is
dan ook de belangrijke toegévoegde
waarde van het boek", aldus Jansen. La
ter zegt hij: "Daarom gaat het eigenlijk".
Na de motieven van Sadats moorde
naars te hebben belicht, voert hij de be
langrijkste partners in die discussie
hoofdstuksgewijs op. Allereerst de reac
tie van Al Azhar, de universiteit van Cai
ro waar het geestelijk kader is geschoold
en die een belangrijk steunpunt is van
de Egyptische autoriteiten. Daarna volgt
de mening van de in Egypte omvangrij
ke Sufi-beweging. "Hun overwegingen
zijn nogal mystiek en betreffen meer de
persoonlijke vroomheid".
Ten slotte komen de geestelijke lei
ders Kishk en Al-Sha'rawi aan bod. De
laatste stond ogenschijnlijk aan de kant
van Sadat ("Zo glad als een aal", zegt
Jansen over hem), de eerste zat min of
meer in de oppositie. Jansen kon vrij
eenvoudig aan al die reacties komen.
"Er is in zekere zin wel een vrijheid van
meningsuiting in'Egypte, maar die is ze
ker niet absoluut. Zo'n Kishk is echter
een virtuoos in het schrijven van zijn
mening tussen de regels door".
Aan de muur van zijn werkkamer
heeft Jansen een foto hangen met daar
op Kishk en hijzelf. Hij wijst ernaar bij
de vraag of hij als westerling niet op gro
te achterdocht stuitte. Nee dus. "Juist
die vrome fundamentalisten vonden die
aandacht wel mooi. Ze waren heel erg
bereid om te praten. Je moest alleen niet
zeggen: ik ben half moslim. Echt duide
lijk zijn. 'Ik ben christen en vind het
christendom beter dan de islam'. Het is
eigenlijk net schaken. Duidelijk afspre
ken wie met wit speelt en wie met
zwart".
Opvallend
Opvallend is dat de oorsprong van
Jansens boek ligt bij de meest extreme
opvatting van de invloed van de islam.
Als hij dat naar Nederlandse verhoudin
gen vertaalt, komt hij dan ook terecht bij
de Centrumpartij. "Zou een Egyptenaar
de Nederlandse verhoudingen onder
zoeken, dan had hij toch weinig aan het
programma van het CDA. In het pro
gram van de Centrumparty worden din
gen aan de orde gesteld die de mensen in
Nederland bezighouden, ook al zijn ze
het helemaal niet eens met de Centrum
partij. Zo kun je ook naar de faridah kij
ken. Daarin staat de vraag centraal: hoe
moet de wet van God in een islamitisch
land worden toegepast? Met die vraag
houden alle moslims zich bezig".
Die vraag zal de doorsnee Nederlander
al vreemd in de oren klinken, gewend
als hij is aan de scheiding tussen kerk en
staat. Jansen: "Voor ons is dat inder
daad moeilijk voor te stellen. Hier is de
rol van de kerk sinds de Reformatie al
leen maar kleiner geworden. Die ont
wikkeling heeft zich in de islamitische
wereld niet voorgedaan. Als ik aan mijn
studenten zou opdragen twintig boeken
in het Arabisch te vinden die niet over
de islam gaan, zou dat beslist niet mak
kelijk zijn. Die centrale rol heeft de
godsdienst in het Arabische taalgebied,
altijd gehad".
Zoals er ook al lang moslimgroeperin
gen zijn voor wie de verstrengeling tus
sen kerk en staat niet ver genoeg ging. In
de jaren vijftig had Nasser, de voorgan
ger van Sadat, al te kampen met de Mos
lim-broeders. Deze groepering met een
miljoenen-aanhang werd in 1954 verbo
den en daarmee was de kiem gelegd
voor radicale splinters als het clubje dat
Sadat naar het leven stond.
De islam kent namelijk net zo'n ver
deeldheid als het christendom. Jansen:
uescnnjuen ze een onderzoek waarin
mensen een alledaagse situatie - een sol
licitatie - observeren en-blijven geloven
in het belang en de noodzaak van weten
schappelijk onderzoek, ook al zien ze
voor hun ogen dat het gepaard gaat met
oneerlijk gedrag van de onderzoeker en
benadeling van de sollicitant. Hoewel de
onderzoeker de sollicitant voorliegt, zich
niet aan gemaakte afspraken houdt en
door zijn oneerlijk gedrag ervoor zorgt
dat de sollicitant de baan niet krijgt en
werkloos wordt, blijft men vertrouwen in
hem houden en het onderzoek verant
woord vinden.
Kortom, binnen en buiten wetenschap
pelijke laboratoria zijn gewone mensen
bereid om op bevel of 07ider aanvoering
van wat ze als een wettige autoriteit be
schouwen - de wetenschap, de staat, hun
leider - onschuldige slachtoffers te bena
delen. Dit was overigens precies wat de
schrijver Hannah Arendt in haar boek
uit 1963 over het beruchte proces tegen de
nazi-misdadiger Adolf Êichmann had
beweerd. Ze gaf het de titel mee 'Een ver
slag over de banaliteit van het kwaad',
om duidelijk te maken dat naar haar
mening de meeste misdadigers uit de
-Hitlertijd gewone mensen waren ge
weest, die de bevelen van hun superieu
ren hadden opgevolgd tot een punt
"Alleen gingen de twisten in de islamiti
sche wereld veel meer over het leider
schap, wie de khalief moest worden. In
het christendom zijn de discussies veel
dogmatischer van aard".
Veel strikter
Een ander verschil: "Het christendom
is geen wettische godsdienst zoals de is
lam wel is. De bijbel stelt vage ethische
normen, terwijl de koran veel strikter is.
De islam kent een eigen strafrecht. Ove
rigens zijn de verschillen tussen die ver
schillende groeperingen binnen de isla
mitische wereld klein. Net zo klein als in
de protestantse wereld. Voor volstrekte
buitenstaanders gaat het in beide geval
len om detailkwesties".
Met die vergelijking tussen de twee
godsdiensten in het achterhoofd is het
verleidelijk de radicale moslims te ver
gelijken met de oud-gereformeerden in
het Staphorst van de jaren zestig. Jansen
kijkt zuinig: "Ze hebben in Staphorst te
maken met een wereld om zich heen, die
steeds minder religieus wordt. Daarvan
is in de Arabische landen geen sprake".
Als de rol van de gewapende activis
ten later wordt vergeleken met die van
terreurgroeperingen als de RAF, knikt
hij bevestigend. "Een gangbare opvat
ting onder moslims is dat als je zoveel
mogelijk moslims naar voren schuift het
vanzelf islamitischer wordt. Dat is het
zelfde als wat Den Uyl destijds zei: jonge
socialisten moeten geen Kamerlid wil
len worden, maar proberen sleutelposi
ties in de maatschappij in te nemen. Ei
genlijk precies dezelfde discussie. Die
opvatting wordt ook in de faridah weer
legd. Ze noemen dat knabbelen in de
marge".
Veel verder dan geknabbel lijken de
islamitische radicalen in Egypte zelf ook
waarop ze niet meer terug konden, ter
wijl doorgaan monsterachtige gevolgen
had.
In feite waren ze verzeild geraakt in
hetzelfde proces als de proefpersonen in
het experiment van Milgram. Het begint
betrekkelijk onschuldig als experiment
en escaleert dan geleidelijk aan. Tegen
de tijd dat een proefpersoon wil stoppen,
zit hij in de val. Want wie eenmaal is
begonnen schokken te geven en onderweg
wil stoppen, geeft daarmee toe dat hij
vanaf het begin fout is geweest. Hoe lan
ger men doorgaat, hoe moeilijker het
wordt toe te geven dat men zich ernstig
vergist heeft. Het is dan gemakkelijker
om door te gaan. Dat geldt nog sterker
als men in zijn omgeving geen voorbeel
den heeft van mensen die uitdrukkelijk
weigeren mee te werken. Dat is de reden
waarom totalitaire regimes de neiging
hebben om dissidenten zo snel mogelijk
van het publieke toneel te verwijderen en
hen zo weinig mogelijk aandacht te ge
ven in de media.
Van belang is verder de feitelijke en
emotionele afstand tot het slachtoffer.
Hoe minder men van zijn slachtoffer ziet
en weet, hoe gemakkelijker men tot
wreedheden gedreven kan worden. Toen
Milgram proefpersoon en slachtoffer in
een kamer bij elkaar zette, daalde het
percentage proefpersonen dat tot het ui
terste ging met bijna de helft. De vaak
onbegrijpelijke wreedheid van bestuur
ders, die zonder gewetensproblemen met
een pennestreek of een druk op de knop
ovef het lot van talloze hen onbekende
burgers kunnen beschikken, wordt hier
door verklaard. Een staatssecretaris die
aan de ene kant instèmt met ingrijpende
bezuinigingen en aan de andere kant
een rijke vriend aan een lagere belas
tingaanslag helpt, is daarvan een ont
hutsend voorbeeld.
Ook is het zo dat hoe meer mensen be
trokken zijn bij de uitvoering van
wreedheden, hoe gemakkelijker men er
zelf aan meedoet. In een variatie op zijn
experiment liet Milgram de proefper
soon uitsluitend een handle omzetten,
waardoor een andere proefpersoon (in
feite een medewerker van de proefleider)
nog niet te zijn gekomen. Heeft de aan
slag op Sadat enige verandering ge
bracht? Is Egypte islamitischer gewor
den? Moeilyk te zeggen, antwoordt Jan
sen. "Vooropgesteld: er is nog nooit een
politieke moord geweest die verande
ring heeft gebracht. Deze dus in principe
ook niet, maar in Egypte kun je pas
achteraf oordelen. Over het tijdperk-
Moebarak is pas een oordeel te vellen als
hy is afgetreden. Zoals er ook pas na de
dood van Sadat veel bekend werd over
zijn bewind".
Tot elke prijs
In zijn boek komt Jansen tot de con
clusie dat de liberalen in de islamiti
sche wereld bezig zyn terrein te verlie
zen. 'De overtuiging groeit dat de islami
tische wet tot elke prijs moet worden
uitgevoerd', schrijft hij aan het slot.
Maar een revolutie als in Iran ziet Jansen
niet in het verschiet liggen. "De geeste-
lyheid is lang niet zo goed georganiseerd
als in Iran en bovendien zeer loyaal aan
het gezag. Sadat is zelf ook nooit zo geï
soleerd geraakt als de sjah. De kans op
uitvoering van een revolutie is daarom
lang niet zo groot. Er wordt in Egypte
binnen progressieve kringen in West-
Europa zo in het algemeen wel flink ge
mord in de koffiehuizen, maar toen in
Cairo begin dit jaar een uitgaansverbod
werd uitgevaardigd, hield iedereen zich
daar keurig aan".
Trouwens: het optimisme over het
welslagen van de Iraanse revolutie is in
middels ook in Egypte getemperd.
"Aanvankelijk ging er wel een bemoedi
gende werking van uit op de extreem-
vromen, maar na alle berichten over de
grofheid van de ayatollah's is dat wel
minder geworden", aldus Jansen.
'The Neglected Duty' door Hans Jansen;
uitgegeven bij MacMillan, New York.
in staat werd gesteld het slachtoffer een
(pseudo)schok toe te dienen. In deze si
tuatie ging ruim 90 procent van de
proefpersonen tot de sterkste schok door!
De reden daarvan is dat men nu de
schuld voor het feitelijk toedienen van de
schok aan iemand anders kan geven.
Hoeveel nazi-misdadigers hebben zich
niet van dezelfde redenering bediend
door te zeggen dat ze alleen maar voor
het transport van joden verantwoorde
lijk waren of dat hun taak uitsluitend
was de controle op het goed functioneren
van de gasovens.
Het is vrijwel zeker dat de wetenschap
pers die betrokken waren bij de experi
menten met radio-activiteit in Amerika
zich in de komende maanden zullen ver
dedigen met overeenkomstige argumen
ten. Ze zullen zeggen dat hun taak uit
sluitend was om studies te ontwerpen
waarin de effecten van radio-activiteit
op mensen konden worden gemeten. Dat
anderen, politici en hoge ambtenaren, de
uiteindelijke beslissing hebben genomen
dat mensen als proefkonijnen gebruikt
konden worden en ook wie de gelukkigen
zouden zijn. Ze zullen verder zeggen dat.
ondanks de slachtoffers die nu eenmaal
gemaakt moesten worden, het uiteinde
lijke nut van de onderzoekingen voor het
Amerikaanse volk of de mensheid groter
is geweest dan de schade.
Maar wat ze nooit zullen toegeven is de
gruwelijke waarheid achter hun hande
len. En die luidt, dat ze zonder al te veel
wroeging onschuldige mensen op het al
taar van de wetenschap en hun eigen
ambitie hebben geslachtofferd. Mensen
die ze immers toch niet kenden en aan
wier leven en gezondheid hun persoon
lijk niets gelegen was. Mensen die door
hen in wezen op dezelfde manier werden
behandeld als de nazi's dat met hun
proefpersonen deden, namelijk als expe
rimenteervee. Mensen, aan wie het recht
op een menswaardig bestaan werd ont
nomen omdat het monster van de weten
schap gevoed moest worden.
Met een variatie op het bekende liedje
van Gerard Cox zouden we kunnen zeg
gen: 'er veranderde niet veel in vijftig
jaar'.
ir Verdachten van de moord op Sadat hangen extremistische leuzen aan hun kooi in de rechtszaal
Gewone jongens en meisjes en nette vol
wassen mannen en vrouwen blijken on
der bepaalde omstandigheden tot de
meest schokkende wreedheden jegens an
deren in staat te zijn. Een bewijs daa r-
voor is onlangs weer eens geleverd door
een commissie van het Huis van Af
gevaardigden in de Verenigde Staten,
die een rapport publiceerde over experi
menten met radioactiviteit op mensen.
Uit het rapport blijkt dat in het begin
van de jaren zestig aan een Amerikaan
se universiteit onderzoekers - in het da
gelijks leven waarschijnlijk allemaal
goed opgevoede en gerespecteerde bur
gers - in vergadering bijeenkwamen en
de beslissing namen om medemensen
stiekem met radioactief materiaal te be
smetten. Louter en alleen om te kijken
wat voor effecten dat op hun gezondheid
zou hebben. Natuurlijk hebben ze gewe
ten dat ze daarmee over sommige van
hun menselijke proefkonijnen een dood
vonnis uitspraken en dat ze anderen
voor de rest van hun leven zouden ver
minken. Maar dat heeft hen er duidelijk
niet van weerhouden hun gruwelijke
werk uit te voeren. Hoe is het mogelijk
dat de ene mens toch zo wreed kan zijn
ten opzichte van een ander die hem niets
heeft misdaan?
Het antwoord op die vraag is door de
Amerikaanse psycholoog Stanley Mil
gram gegeven in een serie van onderzoe
kingen die hij tussen 1963 en 1974 uit
voerde. Milgram zette een advertentie in
een plaatselijk dagblad waarin hij ge
wone mannen en vrouwen vroeg om te
gen betaling van 4 dollar per uur deel te
nemen aan een onderzoek over 'geheu
gen'. Degenen die zich als proefpersonen
opgaven, kregen de opdracht rijtjes van
steeds twee woorden aan iemand anders
voor te lezen en vervolgens na te gaan -
door het eerste woord van elk paar te
noemen - hoe goed deze persoon de
woordparen had onthouden. Elke keer
dat de 'leerling' eenfotit maakte, kregen
de proefpersonen van de onderzoeker de
opdracht op een knop te drukken, waar
door naar zijn zeggen aan de leerling
een elektrische schok werd toegediend. In
totaal had men dertig knoppen voor
zich, waarop steeds het voltage van de
schok stond aangegeven, oplopend van
15 tot 450 volt. Bovendien waren er bord
jes met waarschuwingen voor de ernst
van de schok. Zo stond er boven het hoog
ste voltage: "Gevaar: zeer ernstige
1 schok". Wanneer een knop werd inge-
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
drukt ging een zoemer, flitsten lampen
aan en sloeg de naald van een voltage
meter uit. De deelnemers waren er bo
vendien getuige van geweest hoe in de
aangrenzende kamer hun 'leerling
slachtoffer', die ze verder niet zien maar
wel horen konden, in een met elektrici
teitsdraden omwikkelde stoel was vast
gebonden en hoe elektroden aan zijn pols
waren bevestigd. Voordat het experi
ment begon, hadden ze zelf bij wijze van
kennismaking met het experiment een
schok van 45 volt toegediend gekregen.
Tijdens het experiment gaf de proeflei
der steeds de opdracht het voltage van de
schok te verhogen, naarmate de 'leerling'
meer fouten maakte.
Die leerling was een 47-jarige, vrien
delijk uitziende man, die speciaal voor
het onderzoek was ingehuurd en ge
traind om zo natuurlijk mogelijk reac
ties op schokken na te bootsen. Hij kreeg
in werkelijkheid natuurlijk geen
schokken, maar de proefpersonen wisten
dat niet. Naarmate hij tijdens het expe
riment meer fouten maakte en de (pseu-
dojschokken toenamen in voltage, begon
hij steeds duidelijker hoorbaar in de ka
mer ernaast te protesteren, te schreeu
wen ofte vloeken. Bij 300 volt begon hij
tegen de tussenwand te schoppen en bij
het volgende voltage werd hij plotseling
doodstil en antwoordde niet meer op
vragen.