Extremisme in naam van Allah Experiinenteervee Denkwijzer Leidse arabist Hans Jansen beschrijft opleving van de islam ZATERDAG 8 NOVEMBER 1986 EXTRA PAGINA 25 Voor een westerling is de overheersende rol van de islam in de Arabische landen moeilijk te vatten, gewend als hij is aan de strikte scheiding tussen kerk en staat. De Leidse arabist Hans Jansen heeft nu een boek ('De veronachtzaamde plicht') geschreven over de opleving van de islam. Uitgangspunt was de moord op de Egyptische president Sadat vijfjaar geleden. De extreme motieven van de daders en de felle discussies die op de aanslag volgden, zijn volgens hem typerend voor de tegenstellingen in de Arabische wereld. door Bart Jungmanri Hans Jansen in zijn werkkamer. Achter hem een Arabische tekst, de lei draad van de islamitische godsdienst: 'Er is maar één God en Mohammed is zijn apostel' (foto Wim Dijkman) Anwar Sadat rees nietsvermoedend overeind om de jeugdige legeroffi cier te begroeten. De jongeman was tijdens de militaire parade uit een jeep gesprongen en liep naar de loge waar de Egyptische president had plaats genomen. Sadat stond op, on bewust van het gevaar. "Gaan jullie maar weg. Ik ben nu bij mijn kinderen", had hij vaak genoeg te gen veiligheidsbeambten gezegd. In le- gerkringen waande de president zich veilig, zo schreef het Amerikaanse opi nieblad Newsweek later. Sadat kon zich niet voorstellen dat een soldaat hem kwaad zou doen. Maar op die bewuste 6 oktober vijf jaar geleden kwam hij be drogen uit. De militair die hem tegemoet kwam, gooide opeens een granaat naar de loge. Dat was het sein voor een paar andere militairen om het vuur te openen op de president en zijn gasten. De Nobelprijs winnaar voor de vrede overleefde de aanslag op zijn leven niet. Zijn moordenaars bleken deel uit te maken van een groepje islamitische fun damentalisten, dat in Sadat een obstakel zag voor de vorming van een 'Islamiti sche Staat'. Tijdens het proces tegen de daders en hun handlangers verwees de officier van justitie naar een pamflet dat circuleerde in het clubje van uiterst vro me moslims. Het was geschreven door de 26-jarige Muhammad Abd Al-Salam Faraj. Zijn ideologische betrokkenheid bij de aanslag op Sadat moest hij in 1982 met de dood bekopen. De titel van het door hem geschreven pamflet luidde 'Al-Faridah al Ghai'bah' en dat kan worden vertaald als 'De vero nachtzaamde plicht'. Aanvankelijk werd het stuk als obscuur en van weinig waar de geacht. Maar nadat een regerings functionaris er uitgebreid op reageerde en een advocaat van één der daders het in de openbaarheid bracht, deed het veel stof opwaaien. Een discussie werd losge woeld, waarbij het ging om de vraag hoezeer de islam invloed moet hebben op het staatsbestel, logischerwijs ge volgd door de vraag hoe dat dan moet worden bewerkstelligd. Goed opgelet Als directeur van het Nederlands In stituut voor Archeologie en Arabische Studiën verbleef de Leidse arabist Hans Jansen ten tijde van de aanslag in Cairo. De Leidse arabist vefcamelde alle reac ties op de moord en vooral op het ge noemde pamflet. "Ik heb heel goed op gelet, veel verzameld en veel mensen ge sproken. Al heb ik wel steeds gepro beerd hun mening in gedrukte vorm te rug te vinden. Het gaat er niet om wat Jansen uit Leiden van de islam vindt, maar wat de moslims er zelf van vinden. Het gebeurt naar mijn mening te vaak in dit vak dat iemand met een*moslim gaat praten, een aantal malle vragen stelt en daaraan een heel referaat ophangt". De inventarisatie en verwerking daar van heeft Hans Jansen flink wat tijd ge kost. Deze week, ruim vijfjaar na de aan slag, verscheen bij de Amerikaanse uit geverij MacMillan de weerslag van zijn werk: 'De veronachtzaamde plicht'. De titel verwijst dus rechtstreeks naar het pamflet, maar in de ondertitel wordt aan het eigenlijke thema (de herrijzenis van de islam in het Midden-Oosten) her innerd. Jansen benadrukt dat de islami tische gedachte altijd deel heeft uitge maakt van het Arabische overheidsbe leid, maar dat gebeurde volgens sommi ge moslims in onvoldoende mate. De Irganse revolutie is in de visie van de ac tivistische moslims een goed voorbeeld van hoe het wel zou kunnen. Een voor beeld ook van islamitisch extremisme, zoals de aanslag op Sadat dat ook was. De discussies die volgden op de dood van de president zijn volgens Jansen ex emplarisch voor de tegenstellingen in de Arabische wereld. Jansen: "Het is de sleutel tot de discussie in andere Arabi sche landen". Met 'De veronachtzaamde plicht' wordt de jihad, bedoeld. Vaak is die term vertaald met 'heilige oorlog', maar Jan sen spreekt liever van 'oorlog tegen de ongelovigen'. De jihad is een belangrijke pijler in de islamitische godsdienst. Jan sen: "Aanvankelijk werd die oorlog ge voerd tegen de ongelovige kolonialisten uit het westen. Maar sommige moslim- groeperingen zijn nu van mening dat die oorlog moet worden voortgezet tegen ei gen bestuurders. Een strijd voor een vol ledig islamitische maatschappij". Dat aan het pamflet aanvankelijk wei nig waarde werd toegekend, kan Jansen zich goed voorstellen: "Het is een moei lijk document. Bedoeld als een intern stuk, stram geschreven en met een hoop tikfouten. Op het eerste gezicht boven dien een raar verhaal. Als wetenschap per had ik het geluk dat ik de tijd had om me erin te verdiepen". Centraal in het stuk staan twee stellin gen: de mens móet leven naar Gods woord èn Gods woord is identiek aan de islamitische wet. Jansen: "Op die twee stellingen zal een moslim geen nee dur ven zeggen. Het verschil is alleen dat de meesten denken dat zulks langs geleide lijke weg kan worden bereikt. Maar het idee achter de faridah (Jansen bedoelt daarmee het pamflet, red.) is dat er met een tot actie wordt overgegaan". "De faridah was niet puur kritiek op de sociale toestand in Egypte. Daarom was het ze niet te doen. Er sprak alleen een behoefte aan fundamentele vernieu wing uit". De moordenaars van Sadat waren ervan overtuigd dat Allah op hun hand was. Zij hielden de lont bij het vuur en Allah zou zorgen voor natuur rampen en een spontane opstand om de Gaandeweg het experiment begomien heel wat proefpersonen bezwaar te ma ken tegen de gang van zaken en er bij de proefleider op aan te dringen om te stop pen. Maar deze reageerde steeds met een aantal vaste uitspraken, die bedoeld wa ren om de proefpersoon ertoe te bewegen door te gaan, zoals: "gaat u alstublieft door"; "het onderzoek maakt het abso luut noodzakelijk dat u doorgaat"u hebt geen andere keus, u moet door gaan". Het bleek dat maar liefst tweederde van de proefpersonen doorging tot het hoogste schokvoltage, dat van 450. Nie mand stopte vóór de 300 volt; het punt waarop het slachtoffer tegen de tussen wand begon te schoppen. Toen Milgram zijn bevindingen voor het eerst open baar maakte, waren velen zo verbijsterd dat ze het niet wilden geloven en naar fouten in de onderzoeksprocedure gin gen zoeken. De voornaamste kritiek was dat het een laboratoriumonderzoek was en dat mensen zich in een dergelijke si tuatie heel anders gedragen dan in het dagelijks leven. Maar twee Nederlandse psychologen, Meeus en Raaijmakers, hebben aangetoond dat deze kritiek niet houdbaar is. In hun proefschrift met de veelzeggende titel 'Gewoon Gehoorzaam' omwenteling naar een volledig islamiti sche staat te voltooien. Weerlegd Jansen: "Het meest interessant aan het stuk is dat er een opsomming wordt gegeven van redenen om geen funda mentalist te worden. Die overwegingen worden door de schrijver vervolgens stuk voor stuk weerlegd". Hij nam daar mee een voorschot op de discussie die in Egypte op het pamflet volgde. "En dat is dan ook de belangrijke toegévoegde waarde van het boek", aldus Jansen. La ter zegt hij: "Daarom gaat het eigenlijk". Na de motieven van Sadats moorde naars te hebben belicht, voert hij de be langrijkste partners in die discussie hoofdstuksgewijs op. Allereerst de reac tie van Al Azhar, de universiteit van Cai ro waar het geestelijk kader is geschoold en die een belangrijk steunpunt is van de Egyptische autoriteiten. Daarna volgt de mening van de in Egypte omvangrij ke Sufi-beweging. "Hun overwegingen zijn nogal mystiek en betreffen meer de persoonlijke vroomheid". Ten slotte komen de geestelijke lei ders Kishk en Al-Sha'rawi aan bod. De laatste stond ogenschijnlijk aan de kant van Sadat ("Zo glad als een aal", zegt Jansen over hem), de eerste zat min of meer in de oppositie. Jansen kon vrij eenvoudig aan al die reacties komen. "Er is in zekere zin wel een vrijheid van meningsuiting in'Egypte, maar die is ze ker niet absoluut. Zo'n Kishk is echter een virtuoos in het schrijven van zijn mening tussen de regels door". Aan de muur van zijn werkkamer heeft Jansen een foto hangen met daar op Kishk en hijzelf. Hij wijst ernaar bij de vraag of hij als westerling niet op gro te achterdocht stuitte. Nee dus. "Juist die vrome fundamentalisten vonden die aandacht wel mooi. Ze waren heel erg bereid om te praten. Je moest alleen niet zeggen: ik ben half moslim. Echt duide lijk zijn. 'Ik ben christen en vind het christendom beter dan de islam'. Het is eigenlijk net schaken. Duidelijk afspre ken wie met wit speelt en wie met zwart". Opvallend Opvallend is dat de oorsprong van Jansens boek ligt bij de meest extreme opvatting van de invloed van de islam. Als hij dat naar Nederlandse verhoudin gen vertaalt, komt hij dan ook terecht bij de Centrumpartij. "Zou een Egyptenaar de Nederlandse verhoudingen onder zoeken, dan had hij toch weinig aan het programma van het CDA. In het pro gram van de Centrumparty worden din gen aan de orde gesteld die de mensen in Nederland bezighouden, ook al zijn ze het helemaal niet eens met de Centrum partij. Zo kun je ook naar de faridah kij ken. Daarin staat de vraag centraal: hoe moet de wet van God in een islamitisch land worden toegepast? Met die vraag houden alle moslims zich bezig". Die vraag zal de doorsnee Nederlander al vreemd in de oren klinken, gewend als hij is aan de scheiding tussen kerk en staat. Jansen: "Voor ons is dat inder daad moeilijk voor te stellen. Hier is de rol van de kerk sinds de Reformatie al leen maar kleiner geworden. Die ont wikkeling heeft zich in de islamitische wereld niet voorgedaan. Als ik aan mijn studenten zou opdragen twintig boeken in het Arabisch te vinden die niet over de islam gaan, zou dat beslist niet mak kelijk zijn. Die centrale rol heeft de godsdienst in het Arabische taalgebied, altijd gehad". Zoals er ook al lang moslimgroeperin gen zijn voor wie de verstrengeling tus sen kerk en staat niet ver genoeg ging. In de jaren vijftig had Nasser, de voorgan ger van Sadat, al te kampen met de Mos lim-broeders. Deze groepering met een miljoenen-aanhang werd in 1954 verbo den en daarmee was de kiem gelegd voor radicale splinters als het clubje dat Sadat naar het leven stond. De islam kent namelijk net zo'n ver deeldheid als het christendom. Jansen: uescnnjuen ze een onderzoek waarin mensen een alledaagse situatie - een sol licitatie - observeren en-blijven geloven in het belang en de noodzaak van weten schappelijk onderzoek, ook al zien ze voor hun ogen dat het gepaard gaat met oneerlijk gedrag van de onderzoeker en benadeling van de sollicitant. Hoewel de onderzoeker de sollicitant voorliegt, zich niet aan gemaakte afspraken houdt en door zijn oneerlijk gedrag ervoor zorgt dat de sollicitant de baan niet krijgt en werkloos wordt, blijft men vertrouwen in hem houden en het onderzoek verant woord vinden. Kortom, binnen en buiten wetenschap pelijke laboratoria zijn gewone mensen bereid om op bevel of 07ider aanvoering van wat ze als een wettige autoriteit be schouwen - de wetenschap, de staat, hun leider - onschuldige slachtoffers te bena delen. Dit was overigens precies wat de schrijver Hannah Arendt in haar boek uit 1963 over het beruchte proces tegen de nazi-misdadiger Adolf Êichmann had beweerd. Ze gaf het de titel mee 'Een ver slag over de banaliteit van het kwaad', om duidelijk te maken dat naar haar mening de meeste misdadigers uit de -Hitlertijd gewone mensen waren ge weest, die de bevelen van hun superieu ren hadden opgevolgd tot een punt "Alleen gingen de twisten in de islamiti sche wereld veel meer over het leider schap, wie de khalief moest worden. In het christendom zijn de discussies veel dogmatischer van aard". Veel strikter Een ander verschil: "Het christendom is geen wettische godsdienst zoals de is lam wel is. De bijbel stelt vage ethische normen, terwijl de koran veel strikter is. De islam kent een eigen strafrecht. Ove rigens zijn de verschillen tussen die ver schillende groeperingen binnen de isla mitische wereld klein. Net zo klein als in de protestantse wereld. Voor volstrekte buitenstaanders gaat het in beide geval len om detailkwesties". Met die vergelijking tussen de twee godsdiensten in het achterhoofd is het verleidelijk de radicale moslims te ver gelijken met de oud-gereformeerden in het Staphorst van de jaren zestig. Jansen kijkt zuinig: "Ze hebben in Staphorst te maken met een wereld om zich heen, die steeds minder religieus wordt. Daarvan is in de Arabische landen geen sprake". Als de rol van de gewapende activis ten later wordt vergeleken met die van terreurgroeperingen als de RAF, knikt hij bevestigend. "Een gangbare opvat ting onder moslims is dat als je zoveel mogelijk moslims naar voren schuift het vanzelf islamitischer wordt. Dat is het zelfde als wat Den Uyl destijds zei: jonge socialisten moeten geen Kamerlid wil len worden, maar proberen sleutelposi ties in de maatschappij in te nemen. Ei genlijk precies dezelfde discussie. Die opvatting wordt ook in de faridah weer legd. Ze noemen dat knabbelen in de marge". Veel verder dan geknabbel lijken de islamitische radicalen in Egypte zelf ook waarop ze niet meer terug konden, ter wijl doorgaan monsterachtige gevolgen had. In feite waren ze verzeild geraakt in hetzelfde proces als de proefpersonen in het experiment van Milgram. Het begint betrekkelijk onschuldig als experiment en escaleert dan geleidelijk aan. Tegen de tijd dat een proefpersoon wil stoppen, zit hij in de val. Want wie eenmaal is begonnen schokken te geven en onderweg wil stoppen, geeft daarmee toe dat hij vanaf het begin fout is geweest. Hoe lan ger men doorgaat, hoe moeilijker het wordt toe te geven dat men zich ernstig vergist heeft. Het is dan gemakkelijker om door te gaan. Dat geldt nog sterker als men in zijn omgeving geen voorbeel den heeft van mensen die uitdrukkelijk weigeren mee te werken. Dat is de reden waarom totalitaire regimes de neiging hebben om dissidenten zo snel mogelijk van het publieke toneel te verwijderen en hen zo weinig mogelijk aandacht te ge ven in de media. Van belang is verder de feitelijke en emotionele afstand tot het slachtoffer. Hoe minder men van zijn slachtoffer ziet en weet, hoe gemakkelijker men tot wreedheden gedreven kan worden. Toen Milgram proefpersoon en slachtoffer in een kamer bij elkaar zette, daalde het percentage proefpersonen dat tot het ui terste ging met bijna de helft. De vaak onbegrijpelijke wreedheid van bestuur ders, die zonder gewetensproblemen met een pennestreek of een druk op de knop ovef het lot van talloze hen onbekende burgers kunnen beschikken, wordt hier door verklaard. Een staatssecretaris die aan de ene kant instèmt met ingrijpende bezuinigingen en aan de andere kant een rijke vriend aan een lagere belas tingaanslag helpt, is daarvan een ont hutsend voorbeeld. Ook is het zo dat hoe meer mensen be trokken zijn bij de uitvoering van wreedheden, hoe gemakkelijker men er zelf aan meedoet. In een variatie op zijn experiment liet Milgram de proefper soon uitsluitend een handle omzetten, waardoor een andere proefpersoon (in feite een medewerker van de proefleider) nog niet te zijn gekomen. Heeft de aan slag op Sadat enige verandering ge bracht? Is Egypte islamitischer gewor den? Moeilyk te zeggen, antwoordt Jan sen. "Vooropgesteld: er is nog nooit een politieke moord geweest die verande ring heeft gebracht. Deze dus in principe ook niet, maar in Egypte kun je pas achteraf oordelen. Over het tijdperk- Moebarak is pas een oordeel te vellen als hy is afgetreden. Zoals er ook pas na de dood van Sadat veel bekend werd over zijn bewind". Tot elke prijs In zijn boek komt Jansen tot de con clusie dat de liberalen in de islamiti sche wereld bezig zyn terrein te verlie zen. 'De overtuiging groeit dat de islami tische wet tot elke prijs moet worden uitgevoerd', schrijft hij aan het slot. Maar een revolutie als in Iran ziet Jansen niet in het verschiet liggen. "De geeste- lyheid is lang niet zo goed georganiseerd als in Iran en bovendien zeer loyaal aan het gezag. Sadat is zelf ook nooit zo geï soleerd geraakt als de sjah. De kans op uitvoering van een revolutie is daarom lang niet zo groot. Er wordt in Egypte binnen progressieve kringen in West- Europa zo in het algemeen wel flink ge mord in de koffiehuizen, maar toen in Cairo begin dit jaar een uitgaansverbod werd uitgevaardigd, hield iedereen zich daar keurig aan". Trouwens: het optimisme over het welslagen van de Iraanse revolutie is in middels ook in Egypte getemperd. "Aanvankelijk ging er wel een bemoedi gende werking van uit op de extreem- vromen, maar na alle berichten over de grofheid van de ayatollah's is dat wel minder geworden", aldus Jansen. 'The Neglected Duty' door Hans Jansen; uitgegeven bij MacMillan, New York. in staat werd gesteld het slachtoffer een (pseudo)schok toe te dienen. In deze si tuatie ging ruim 90 procent van de proefpersonen tot de sterkste schok door! De reden daarvan is dat men nu de schuld voor het feitelijk toedienen van de schok aan iemand anders kan geven. Hoeveel nazi-misdadigers hebben zich niet van dezelfde redenering bediend door te zeggen dat ze alleen maar voor het transport van joden verantwoorde lijk waren of dat hun taak uitsluitend was de controle op het goed functioneren van de gasovens. Het is vrijwel zeker dat de wetenschap pers die betrokken waren bij de experi menten met radio-activiteit in Amerika zich in de komende maanden zullen ver dedigen met overeenkomstige argumen ten. Ze zullen zeggen dat hun taak uit sluitend was om studies te ontwerpen waarin de effecten van radio-activiteit op mensen konden worden gemeten. Dat anderen, politici en hoge ambtenaren, de uiteindelijke beslissing hebben genomen dat mensen als proefkonijnen gebruikt konden worden en ook wie de gelukkigen zouden zijn. Ze zullen verder zeggen dat. ondanks de slachtoffers die nu eenmaal gemaakt moesten worden, het uiteinde lijke nut van de onderzoekingen voor het Amerikaanse volk of de mensheid groter is geweest dan de schade. Maar wat ze nooit zullen toegeven is de gruwelijke waarheid achter hun hande len. En die luidt, dat ze zonder al te veel wroeging onschuldige mensen op het al taar van de wetenschap en hun eigen ambitie hebben geslachtofferd. Mensen die ze immers toch niet kenden en aan wier leven en gezondheid hun persoon lijk niets gelegen was. Mensen die door hen in wezen op dezelfde manier werden behandeld als de nazi's dat met hun proefpersonen deden, namelijk als expe rimenteervee. Mensen, aan wie het recht op een menswaardig bestaan werd ont nomen omdat het monster van de weten schap gevoed moest worden. Met een variatie op het bekende liedje van Gerard Cox zouden we kunnen zeg gen: 'er veranderde niet veel in vijftig jaar'. ir Verdachten van de moord op Sadat hangen extremistische leuzen aan hun kooi in de rechtszaal Gewone jongens en meisjes en nette vol wassen mannen en vrouwen blijken on der bepaalde omstandigheden tot de meest schokkende wreedheden jegens an deren in staat te zijn. Een bewijs daa r- voor is onlangs weer eens geleverd door een commissie van het Huis van Af gevaardigden in de Verenigde Staten, die een rapport publiceerde over experi menten met radioactiviteit op mensen. Uit het rapport blijkt dat in het begin van de jaren zestig aan een Amerikaan se universiteit onderzoekers - in het da gelijks leven waarschijnlijk allemaal goed opgevoede en gerespecteerde bur gers - in vergadering bijeenkwamen en de beslissing namen om medemensen stiekem met radioactief materiaal te be smetten. Louter en alleen om te kijken wat voor effecten dat op hun gezondheid zou hebben. Natuurlijk hebben ze gewe ten dat ze daarmee over sommige van hun menselijke proefkonijnen een dood vonnis uitspraken en dat ze anderen voor de rest van hun leven zouden ver minken. Maar dat heeft hen er duidelijk niet van weerhouden hun gruwelijke werk uit te voeren. Hoe is het mogelijk dat de ene mens toch zo wreed kan zijn ten opzichte van een ander die hem niets heeft misdaan? Het antwoord op die vraag is door de Amerikaanse psycholoog Stanley Mil gram gegeven in een serie van onderzoe kingen die hij tussen 1963 en 1974 uit voerde. Milgram zette een advertentie in een plaatselijk dagblad waarin hij ge wone mannen en vrouwen vroeg om te gen betaling van 4 dollar per uur deel te nemen aan een onderzoek over 'geheu gen'. Degenen die zich als proefpersonen opgaven, kregen de opdracht rijtjes van steeds twee woorden aan iemand anders voor te lezen en vervolgens na te gaan - door het eerste woord van elk paar te noemen - hoe goed deze persoon de woordparen had onthouden. Elke keer dat de 'leerling' eenfotit maakte, kregen de proefpersonen van de onderzoeker de opdracht op een knop te drukken, waar door naar zijn zeggen aan de leerling een elektrische schok werd toegediend. In totaal had men dertig knoppen voor zich, waarop steeds het voltage van de schok stond aangegeven, oplopend van 15 tot 450 volt. Bovendien waren er bord jes met waarschuwingen voor de ernst van de schok. Zo stond er boven het hoog ste voltage: "Gevaar: zeer ernstige 1 schok". Wanneer een knop werd inge- door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden drukt ging een zoemer, flitsten lampen aan en sloeg de naald van een voltage meter uit. De deelnemers waren er bo vendien getuige van geweest hoe in de aangrenzende kamer hun 'leerling slachtoffer', die ze verder niet zien maar wel horen konden, in een met elektrici teitsdraden omwikkelde stoel was vast gebonden en hoe elektroden aan zijn pols waren bevestigd. Voordat het experi ment begon, hadden ze zelf bij wijze van kennismaking met het experiment een schok van 45 volt toegediend gekregen. Tijdens het experiment gaf de proeflei der steeds de opdracht het voltage van de schok te verhogen, naarmate de 'leerling' meer fouten maakte. Die leerling was een 47-jarige, vrien delijk uitziende man, die speciaal voor het onderzoek was ingehuurd en ge traind om zo natuurlijk mogelijk reac ties op schokken na te bootsen. Hij kreeg in werkelijkheid natuurlijk geen schokken, maar de proefpersonen wisten dat niet. Naarmate hij tijdens het expe riment meer fouten maakte en de (pseu- dojschokken toenamen in voltage, begon hij steeds duidelijker hoorbaar in de ka mer ernaast te protesteren, te schreeu wen ofte vloeken. Bij 300 volt begon hij tegen de tussenwand te schoppen en bij het volgende voltage werd hij plotseling doodstil en antwoordde niet meer op vragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 25