De mars der absolute treurigheid
Marathon van New York mogende vuurdoop voor elf Leidenaars
ZATERDAG 1 NOVEMBER 1986
EXTRA
PAGINA 25
T De 'Club der absolute treurigheid' in training voor de marathon van New York: "Het was niet mijn idee
Als Robert de Castella, de 29-jarige
tempobeul uit Australië, of de twee
voudige winnaar, de Italiaan Orlan
do Pizzolato, morgen als eerste de
finishlijn in Central Park passeert is
het niet aannemelijk dat er bij de
winnaar iets van treurigheid valt te
bespeuren. Voor degene namelijk
die de veertiende aflevering van de
marathon van New York op zijn
naam brengt, ligt een vette cheque
klaar van maar liefst 60.000 gulden.
door Ad van Kaam
Mocht - wat overigens op dit moeilijke
parcours niet aannemelijk is - het we
reldrecord sneuvelen dat de Portugees
Carlos Lopes in Rotterdam op 2 uur 7
minuten en 12 seconden bracht, dan kan
hij die daarvoor de verantwoording nam
nog breder grijnzen. Bij de winstpremie
mag men dan het leuke sommetje van
120.000 gulden optellen.
Nee, ook de vedetten van de klassieke
afstand hebben - sinds de IAAF (de in
ternationale atletiekfederatie) de ama
teurbepalingen aanzienlijk versoepelde
- net als hun collega-atleten op de baan
betrekkelijk weinig reden tot klagen. Dit
mede omdat de organisatoren van de
meest bekende marathons - naast New
York zijn dat die van Boston, Chicago,
Tokio, Londen, Hirosjima en Rotterdam
- elkaar de dikke vliegen trachten af te
vangen door flinke potten honing bij
start of finish in het vooruitzicht te stel
len. Ook hier sloeg de commercie als in
middels bijna vanzelfsprekend haar
slag. Zodat je tegenwoordig, als je leeft
om te lopen, van het lopen kan leven.
En, mits je natuurlijk bij de absolute top
behoort, heel erg rijk kunt worden.
Treurnis vind je al evenmin bij het al
maar groeiende leger van liefhebbers,
die er als logische verliezers weliswaar
geen stuiver wijzer van worden, maar
die puur voor de lol de eigen en lands
grenzen verleggen om die 42 kilometer
en 195 meter zo snel mogelijk te voltooi
en dan wel 'gewoon' te volbrengen. An
ders zou de optocht, die morgen bijvoor
beeld bijna 20.000 man en vrouw langs
de vijf wijken (Staten Island, Brooklyn,
Queens, Bronx en Manhattan) van New
York voert, maar een trieste aanblik bie
den.
Bedenkingen
En daar komen die vijf miljoen toe
schouwers per slot van rekening niet
voor. Die komen voor sport en vermaak,
voor dramatiek en heroïek. Voor De
Castella en Pizzolato dus, om die vocaal
naar een toptijd te begeleiden. Voor de
goedwillende amateurs ook, om die door
het zogenaamde zwarte gat heen te
schreeuwen. En voor de freaks vooral,
de mafkezen op klompen of in smoking
dan wel pij, om juist hefl hartstochelijk
toe te juichen. De absolute treurigheid?
Die kennen ze wel in New York, maar op
zo'n feestdag neemt niemand daar even
notie van.
Desondanks staat er morgen om half
elf minstens één man die het spektakel
van New York als dusdanig tegemoet
treedt. Dezer dagen, thuis in Leiden nog,
keek hij als een berg op tegen Verrazano
Narrows Bridge en heeft hij zo links en
rechts zijn bedenkingen inzake het wel
slagen van de onderneming. Wat moet
dat worden als hij straks daadwerkelijk
en als nummer 3000 op de startlijst die
immense overspanning in het vizier
krijgt, zich daarbij realiserend dat dat
nog maar het aanloopje is voor 26 lange
landmijlen? "Een sprong in het duister",
zegt Theo van Seggelen wat bedrukt.
De 32-jarige kandidaat-notaris, die op
en langs de voetbalvelden enig aanzien
geniet als middenvelder van de Leidse
hoofdklasser UVS en als voorzitter van
de spelersraad die de belangen van de
profspelers in Nederland behartigt, had
eigenlijk liever, als het dan toch zo nodig
moet, deelgenomen aan de marathon
van Lelystad of die van de Veenkolo
niën. "Uitsluitend en alleen omdat die
niet worden gehouden hebben we ons
oog dan maar gericht op New York",
verzucht.hij. "Ik moet daar helaas met
een aan toevoegen dat dat is geschied in
een plotselinge vlaag van volledige ver-
stands verbij stering"
Die verklaring uit zijn mond klinkt,
voor wie de als een bon vivant door het
leven gaande ex-Telstar-speler Van Seg
gelen wat beter kent, niet geheel onbe
kend. Hij heeft in zijn leven al heel wat
fratsen uitgehaald, maar dat-ie zich zou
wagen aan een waarlijk niet kinderachti
ge opgave als de marathon toch is, nee,
dat had geen serieus mens ooit van hem
verwacht. "Ikzelf ook niet", onder
schrijft hij de juistheid van die alom
heersende opvatting. "Maar nu we eraan
begonnen zijn, moeten we het maar af
maken ook." Zucht.
Romantiek
Voor de goede orde, die 'we' staat voor
een groep gelijkgestemden die zich een
kleine twee jaar geleden hebben ver
enigd onder de noemer:
l'Offizione Assaluta, hetgeen Italiaans
is voor, inderdaad, de absolute treurig
heid. "Ontstaan ooit", legt hij uit, "als
een gezelligheidsclubje voor vrijgezellen
met een hang naar romantiek. Gevormd
tijdens een gezamelijke wintersport
vakantie en zich sedertdien op gezette
tijden overgevend aan vooral gekke din
gen. Treurige zaken uiteraard".
Daaronder valt niet de wekelijkse bor
rel in een bekend Leids etablissement
("dat is gewoon leuk"), daaronder viel in
het recente verleden bijvoorbeeld wel
een excursie naar de Fasson waarbij de
aandacht binnen dat bedrijf in kleefarti-
kelen vooral uitging naar een vernieuw
de muur die ooit door één der leden, zij
het per ongeluk, met een heftruck gron
dig werd verwoest. "Ons kerstdiner vo
rig jaar mocht er ook zijn", stipt Van
Seggelen aan. "Met veertien man in
smoking naar FEBO op de Amsterdam
se Stadionkade. Ieder een kroket en een
bamibal. Je had ze moeten zien kijken
daar."
Omdat de meeste leden afkomstig zijn
uit de sportwereld richt het oog van
voorzitter Van Seggelen, die tussendoor
nog even kwijt wil dat vrouwen in de
club taboe zijn en er van inspraak geen
sprake is, zich voor wat betreft de evene
menten waaraan men zich dient te on
derwerpen vooral op dat vlak. "Wild wa
ter varen en parachutespringen zijn
daarbij in de nabije toekomst een must,
dat lijken mij toch tamelijk treurige tijd
passeringen. Mocht je denken dat we het
alleen bij woorden laten, ziehier het be
wijs".
Dat is er in de personen van tien man
nen én een vrouw die onder auspiciën
van de club morgen aan de startlijn
staan voor de meest befaamde van alle
marathons, die van New York. Die ene
vrouw, Ilonka van Riet, verdient van de
zijde van de voorzitter gezien zijn voor
gaande uitspraken natuurlijk een toe
lichting. "Het was niet mijn idee", weert
hij als vrije jongen af. En op de vraag hoe
het dan staat met die inspraak volgt een
luid en duidelijk: "Het gaat niet aan
daaromtrent uitleg te geven. Ze gaat nu
eenmaal mee".
Verdeeld
In hoeverre de toch zeker niet goedko
pe onderneming verder als serieus moet
worden beschouwd, daarover zijn de
meningen in het gezelschap verdeeld.
De voorzitter zelf zegt in de afgelopen
zomer nog wel wat kilometers te hebben
gedraaid. "Niet van harte natuurlijk,
want ik heb een bloedhekel aan lopen.
Dit is ook echt de eerste en laatste keer
dat ik aan een dergelijk waanzinnige toe
stand meedoe. Maar om een indicatie te
geven van de mogelijkheden: de City-
Pier-City-Loop in Den Haag over een af
stand van twintig kilometer liep ik wel
uit. Vraag niet hoe. Aan het eind was ik
compleet kapot. Daarna heb ik niéts
meer in die richting ondernomen. Ja, ge
traind bij UVS."
Zijn verwachtingen voor morgen om
trent de goede afloop zijn niet echt hoog
gespannen. "Ik denk dat ik na 24 kilo
meter geheel op zal zijn. Wat er dan ge
beurt weet ik niet, want zover ben ik nog
nimmer gegaan. Afzien staat niet echt
hoog in mijn vaandel en daarop schijn je
verder te moeten. Maar zonder gek
heid, ik probeer het wel. Ik gok erop dat
ik bij mijn positieven blijf. Wie weet red
ik het wel. Dat zou natuurlijk enerzijds
mooi zijn, maar anderzijds toch wel treu
rig, ook voor degenen die zich een jaar
lang in het zweet hebben getraind. In elk
geval neem ik voor de zekerheid een
paar dollars mee. Voor de ondergrondse.
Zodat ik, na eventuele opgave, niet er
gens op mijn eentje in New York achter
blijf."
Daarvoor is Taco Janzen, ook lid van
de club en overigens de vriend van voor
noemde dame, bepaald niet bang. "Ik
loop hém uit", stelt hij vast. Hij stoelt die
uitspraak op het feit dat hij vorige week
nog 33 kilometer geheel pijnloos door
stond. "Ik heb samen met Henk Zand
bergen (de secretaris/penningmeester
red.) het afgelopen half jaar heel veel ge
lopen. Vier, soms vijf keer in de week.
Dat viel niet altijd mee want het moest
allemaal in combinatie met werk en
avondstudie. Af en toe liep ik 's avonds
om half elf nog op straat. Voor het overi
ge heb ik normaal gedaan. Geen speciaal
voedsel of zo en gewoon op z'n tijd een
biertje. In die onzin geloof ik niet. Mijn
streeftijd is drieëneenhalf uur. Jawel,
dat moet kunnen".
Serieus
Nog minutieuzer dan dat tweetal be
reidde een ander illuster Leids duo zich
voor. Weliswaar geen lid van de socië
teit, maar daaraan wel middels een spe
ciale band gelieerd, vormen Ruud de
Groot en Wim Rijsbergen de serieuze
tak van het bonte gezelschap dat samen
met nog enkele honderden Nederlan
ders de oceaan oversteekt om met z'n al
len extra cachet te geven aan de interna
tionale runners-rage die de inmiddels
blijkbaar de halve wereld in zijn greep
heeft. De Groot en Rijsbergen heten
niets aan het toeval over. Zo zijn ze niet
en dat is maar goed ook. Grote kans na
melijk dat de rest van de club anders al
lang het spoor ergens bijster was ge
raakt.
Ruud de Groot (43), in het dagelijks le
ven leraar lichamelijke opvoeding en
daarnaast trainer van de Voorburgse
hoofdklasser Wilhelmus, kan smakelijk
lachen om de capriolen die de joyeuze
Van Seggelen op weg naar New York al
uithaalde. In zijn hoedanigheid als 're
gelneef meende hij evenwel dat, toen
het erop aankwam, er wél spijkers met
koppen geslagen dienden te worden.
"Dat moment was daar toen ik begreep
dat ze ook echt naar Amerika wilden",
zegt hij.
Het contact tussen de club en De
Groot/Rijsbergen kwam min of meer
toevallig tot stand, al kennen de partijen
elkaar van het voetbal al jaren. "Ik dacht
in eerste instantie", slaat de leraar licha
melijke opvoeding bij het RIO de blad
zijde even terug, "dat het om een grap
ging. Typisch iets voor Theo: wél een
grote mond, maar als puntje bij paaltje
komt niets doen. Het bleek echter na een
tijdje dat ze de plannen hoe dan ook wil
den doorzetten. Dat kwam voor mij en
Wim goed uit, want dit was eigenlijk net
wat we zochten".
Keerpunt
Beiden waren namelijk, wat de actieve
sportbeoefening betreft, op een keer
punt beland. De Groot: "Wim was net in
die tijd vanwege zijn enkels afgekeurd
voor het profvoetbal en had, behalve het
trainen van de jeugd bij Ajax, eigenlijk
niets om handen. Funest voor hem, want
hij kan niet stilzitten. Voor mij gold, dat
ik onderhand was uitgekeken op het
voetbal, althans op het beoefenen daar
van. Ik heb - en dat geldt voor Wim als
ex-international en globetrotter uiter
aard in veel sterkere mate - altijd op een
redelijk niveau gespeeld bij UVS en
RCL. Ik had echt geen trek om bij de
veteranen te gaan spelen, hoewel ik
daarvoor natuurlijk al lang de leeftijd
heb. Maar dat is me te slap allemaal, dat
gaat me veel te langzaam".
De achterliggende gedachte daarbij was
de angst om in een soort vacuüm te gera
ken, het gevaar dat elke (top)sporter be
dreigt wanneer de vier kruisjes in zicht
komen, dan wel zijn gepasseerd. "Ik had
niet zoveel zin om in een donker gat te
vallen", verwoordt De Groot dat, "je
wordt zo snel lui als je eenmaal in die
stoel voor de tv terecht komt. Ik deed 's
zomers wel wat aan tennis en hep twee
maal in de week voor mezelf, maar echt
wijzer word je daar niet van. Dat idee om
een marathon te gaan lopen, zo'n nieuwe
uitdaging, sprak mij en Wim meteen
aan. Ik bedoel, dat is toch geen sinecure.
Daar moetje echt wat voor doen, althans
als je die 42 kilometer wilt uitlopen in
een redelijke tijd. Vanaf dat moment, er
gens in februari, zijn we er keihard te
genaan gegaan."
Dat betekende voor het tweetal, dat
rookt noch drinkt, een wekelijkse routi
ne van vier tot vijf keer lopen, afwisse
lend langs de Vliet en in de duinen van
Wassenaar. "We maakten een gemiddel
de van zestig kilometer in de week, he
pen halve marathons en dachten daar
mee, met in het achterhoofd een tijd van
pakweg drieëneenhalf uur in New York,
een aardig eind op streek te geraken. Dat
bleek een vergissing. Althans volgens
Jacques Valentijn, een voormalige top
per in Nederland op de lange afstand.
We moesten, zeker in de laatste zes we
ken, het aantal kilometers per week op
voeren tot 85 90. Hetgeen we ook heb
ben gedaan".
Nijboer
Wim Rijsbergen (34), de voormahge
voorstopper van Feyenoord, het Neder
lands elftal en de New York Cosmos,
kreeg ook een dergelijk advies, zij het
dat Gerard Nijboer, de voormahge Euro
pese kampioen op deze discipline, er
nog een schepje bovenop gooide. "Hij
vond dat we ruim over de honderd kilo
meter per week moesten maken. Maar
hij dacht zeker", zo grinnikt de man die
nu onder de hoede van Johan Cruijff bij
Ajax stage loopt, "dat we van plan waren
om zijn vijfde plaats van vorig jaar in
New York te evenaren. Dat is nu ook
weer niet de bedoeling".
Rijsbergen, morgen terug in de stad
waar hij destijds als voetballer bij de
Cosmos met wereldsterren als Pele, Bec-
kenbauer en Neeskens furore maakte,
ziet in het volbrengen van zijn eerste ma
rathon uiteraard geen probleem. "Dat
gaat vanzelf. Ik heb startnummer 1700,
dus ik zit vrij vooraan als de hele handel
in beweging komt. Belangrijk, want als
je ergens achterin die enorme massa
mensen verzeild raakt sta je eerst een
kwartier stil. Ik reken zelf op een tijd
van drie uur en nog iets. Dat moet haal
baar zijn."
Ruud de Groot is dienaangaande iets
bedachtzamer. "Ik ben vorige week in
de marathon van Eindhoven na 33 kilo
meter uitgestapt. Bewust, want het mee
doen gold als een training. Tot daar ging
het goed, maar het schijnt dat je rond de
35 kilometer pas echte problemen krijgt.
Dan zijn de reserves van het hchaam vol
ledig opgebruikt en moet je verder op
karakter. Het zwarte gat, heet dat, en ik
ben er eerlijk gezegd een beetje bang
van. Het laatste stuk, door Central Park,
is wat de marathon van New York tot
één van de zwaarste ter wereld maakt.
Het is daar heuvelachtig. Maar goed,
daar staat weer tegenover dat er een mil
joen mensen zijn om je over de finish te
schreeuwen. Dus dat zal wel lukken.
Sterker nog, het moet lukken".
Onbegrip
Daar is Theo van Seggelen nog niet zo
zeker van. Hij schudt vol onbegrip zijn
blonde lokken als hij hoort van het opti
misme dat overheerst bij zijn reisgeno
ten. "Waar ben ik in godsnaam aan be
gonnen", herhaalt hij nog maar eens.
"Dit alles getuigt echt van absolute treu
righeid".
Waarna hij toch nog opklaart. "O ja,
daar ging het in principe toch om. Tot
zover klopt het. Nu nog dat verschrikke
lijke eind lopen"....
Wim Rijsbergen (geheel links): "Dat gaat vanzelf'. De overigen zijn iets bedachtzamer.