De visitekaartjes van het GAK Ziektewetrapporteur kruipt niet bij het eerste kuchje onder de wol De tien geboden van de ziektewet ZATERDAG 1 NOVEMBER 1986 EXTRA PAGINA 19 Bij hét vallen van de herfstbladeren hebben ze het zo druk als kleine baasjes. Hoe kan het anders: het ziekteverzuim neemt met sprongen toe zo gauw de R in de maand rolt. 'Lekendokter' Corine Koot en haar collega's van het GAK verrichten hun dagelijkse arbeid heel gemotiveerd, maar toch minder fanatiek dan de ziekenbezoeker van weleer die met drie treden tegelijk de trap op raasde met het doel iemand te snappen. „De mensen moeten als het ware net zo vertrouwd met ons zijn als met de groenteboer of de melkman". door Gerard van Putten Zelden worden ze ziek van hun werk, de rapporteurs van de ziekte wet. Als woordvoerster van elf col lega's bezweert Corine Koot dat de sleur amper de gelegenheid krijgt om te sluipen in hun afwisselende dagprogramma. En al is het risico van besmetting als gevolg van de vi sites aan al die bedlegerige en lo pende patiënten niet gering, als chef buitendienst van het Gemeenschap pelijk Administratie Kantoor in Lei den meent H. Huising zich de op merking te kunnen veroorloven dat zijn medewerkers niet geneigd zijn al na het eerste kuchje onder de wol te kruipen. „Ook al is half Nederland geveld door een griep-epidemie, dan nog zullen er weinig ziekmeldingen zijn onder de rap porteurs. Hun motivatie om dit werk te doen weerhoudt hen er eenvoudig thuis te blijven". De hedendaagse rap porteur van de ziektewet, oftewel de le kendokter, heeft weinig van de niet zel den al te plichtsgetrouwe ziekenbezoe ker zoals die menige oudere nog helder voor de geest moet staan. De goeden natuurlijk niet te na ge sproken, maar in vervlogen dagen waren er nogal wat van die overijverige speur ders naar misstanden, steevast gestoken in een onverslijtbare leren jas en behept met het vooroordeel dat die ziekgemelde wel eens in fysiek redelijke welstand be zig kon zijn aan een klus die hoognodig in huis moest worden opgeknapt. Een andere verklaring viel in elk geval niet te bedenken voor die haast waarmee der gelijke rascontroleurs de trap bestegen; maar al te vaak met drie treden tegelijk, volledig het welzijn van de eigen lede maten verontachtzamend, gedreven door die kennelijk niet te temmen drang om de vermeende misbruiker van de ziektewet op heterdaad te betrappen. Reputaties Ook al zijn ze vele tientallen jaren gele den gevestigd door een blijkbaar ge zichtsbepalende minderheid van dienst kloppers, reputaties hebben de eigen schap lang te leven als ze kwalijk van karakter zijn. Niet voor niets laten de 25 bedrijfsverenigingen rapporteurs eerst dan op het publiek los als er enige zeker heid bestaat omtrent de contactuele ei genschappen van de medewerkers in de buitendienst. Alleen dan wanneer er bij een minimaal 25-jarige GAK-employé met buitendienst-ambities redelijke kwaliteiten op het menselijke vlak wor den verondersteld, wordt hij of zij toege laten tot een interne opleiding waar naast wetskennis bijvoorbeeld ook een voudige psychologie wordt onderwezen. „Voor ons is essentieel", vertelt chef buitendienst Huising van het Leidse dis trictskantoor, „dat rapporteurs met mensen kunnen omgaan. Ze zijn immers niet de boemensen van het GAK, ze moeten de levende visitekaartjes zijn. De mensen in de wijken moeten met hen als het ware net zo vertrouwd raken als met de groenteboer of melkman". Anders dan sommige collega's van de oude stempel in het verleden, gaan de rapporteurs van de tegenwoordige ver sie zonder vooringenomen standpunten de wijk in. Althans, daar wordt in de be- tonkolos aan de Leidse Verbeekstraat naar gestreefd. „In principe ga ik blanco naar iemand toe", benadrukt Corine Koot. „Ik ga er altijd van uit dat mensen ziek zijn als ze zich ziek hebben gemeld. Alleen als ik het vermoeden heb dat ik word bela zerd, bespreek ik met de verzekerings arts op welke wijze de verzekerde moet worden benaderd". Het aantal vakantievierders dat ziekte voorwendt om te kunnen genieten van enkele clandestiene verlofdagen schijnt trouwens mee te vallen. Huising: „Aan de bittertafel wil het ziekteverzuim nog al eens naar grote hoogten stijgen. Bor relpraat is dat, ik denk dat menigeen ge neigd is de zaken overtrokken voor te stellen. Sommige werkgevers maken zich daaraan schuldig, maar wat te den ken van de buurtpraatjes? Heel wat wao-mensen aan wie niet direct valt af te zien wat ze mankeren, voelen zich de hele dag achtervolgd omdat ze door mensen in hun omgeving worden nage wezen als beroepszieken". Twee groepen Strikt genomen vallen de langdurig zieken te verdelen in twee groepen. De categorie die, zoals dat in het GAK-jar- gon heet, kampt met het bewegingsap paraat („de rug en de gewrichten") en de categorie die psychische klachten heeft. Maar al te vaak vloeit de arbeidsonge schiktheid van dat laatste contingent werknemers voort uit problemen die zich bij tijd en wijle kunnen voordoen op de werkvloer. Onderlinge conflicten, spanningen tussen werknemers en chefs, de sleur van het eentonige werk, de stress die de dagelijkse arbeid op roept, veelal zijn dat de oorzaken een slepende periode van overspannen heid. Op het Leidse districtskantoor geldt die ene, voortdurend door hoofdpijn ge plaagde voorman als een markant voor beeld van iemand die door werk arbeidsongeschikt raakte. Hef ver haal heeft als middelpunt een dikke vijf tiger, die gedurende tal van jaren ge wend was de voortgang van het werk en wat dies meer zij op een fabrieksafdeling te regelen. Het aantal dagen dat-ie zich ziek meldde, verviel gedurende tal van jaren te verwaarlozen. Al liet de taakom schrijving weinig ruimte voor afwisse ling, de man voelde zich wel bij zijn da gelijkse beslommeringen, ook al omdat zijn min of meer leidinggevende functie zijn gevoel voor eigen waarde streelde. Totdat de directie hem op zekere dag liet passeren door een jonge HTS-er. Plots kwam de monotonie van het jaar-in, jaar-uit opgeknapte werk neer op de man die op een zijspoor was gerangeerd. Hij begon te klagen over een hoofdpijn, de klachten namen als het ware met de dag toe. Na bemiddeling van de medi sche staf van het GAK werd de man als vanouds belast met zijn vertrouwde werkzaamheden, hij raakte spoedig aan de beterende hand. Ook Corine Koot kent vanuit de prak tijk iemand die zich geregeld ziek meld de als gevolg van moeilijkheden op de zaak. „Ik ken iemand die binnen een kort tijdsbestek zes keer niet op zijn werk verscheen. Wegens griep. Ik heb toen gevraagd: wat is dat toch met u? Heeft u soms problemen op de zaak of thuis? Wat bleek? Die man was analfa beet en had dat altijd verzwegen. En als hij van zijn baas werk moest doen waar bij hij moest lezen, dan liet-ie zich uit vallen". Stijging Enkele cijfers. Het GAK, dat de admi nistratie verzorgt voor achttien van de in totaal 25 Nederlandse bedrijfsverenigin gen, keerde in 1984 2,8 miljard gulden aan ziekengeld uit. Alleen al de admini stratie van het GAK geeft een landelijk ziektecijfer van 2,7 miljoen aan, een veel voud van de 130.000 ziekmeldingen die jaarlijks in het rayon Leiden worden ge noteerd. Verzekeringsgeneeskundigen en GAK-employés leven met het gegeven dat het beroep op de ziektewet de laatste tien a vijftien jaar sterk is toegenomen. De 350 artsen die aan het GAK zijn ver bonden 'zien' jaarlijks tussen zes- en ze venhonderdduizend werknemers die zich kortere of langere tijd niet in staat achten hun werkzaamheden te verrich ten. De eenvoudiger ziektegevallen wor den zelfstandig door de rapporteurs af gedaan. Of, zoals een niet nader te noe men medicus het uitdrukt: „De rappor teur is feitelijk de lekendokter van de zieken die korter dan twee weken zijn uitgeschakeld. Het zou een al te kostba re affaire worden als elk verkoudheidje door een verzekeringsarts werd beke ken. Niettemin, het werk van de rappor teur is strikt gebonden aan regels. In dringende vragen mag-ie niet stellen, diagnoses mag-ie helemaal niet vaststel len. Naar klachten informeren, dat is weer wèl toegestaan". Hoewel beperkt in z'n bevoegdheden, wordt de rapporteur in de behandelings kamer van menige verzekeringsarts om schreven als de gewaardeerde veldwer ker „die bekijkt hoe iemand er aan het begin van het ziektewettraject voor staat". „Dagelijks voeren wij werkover leg met de verzekeringsgeneeskundige, elke morgen voordat die begint met z'n spreekuur", vertelt Corine Koot, in Lei den de enige vrouwelijke rapporteur van de ziektewet. „In principe bezitten wij geen medische kennis. Vandaar dat we terstond de arts inschakelen als we met een bepaald geval geen raad weten of het niet helemaal vertrouwen. Elk ziek tegeval dat langer dan twee weken dreigt te duren, wordt binnen die ter mijn van 14 dagen met de verzekerings arts besproken". De rapporteurs zijn volgens chef bui tendienst Huising in staat de verzeke ringsarts belangrijke achtergrondinfor matie toe te spelen. „Omdat", geeft hij als reden op, „de meeste rapporteurs al meer dan tien jaar in hetzelfde rayon zit ten". „De rapporteurs", zegt Huising ook, „kennen de mensen in hun wijk bij wijze van spreken door en door. In het algemeen mogen de contacten met het publiek dan zakelijk-vriendelijk zijn, on ze medewerkers komen bij mensen in lief en in leed, in hou en trouw, bij ge boorte en ziekte". Rapporteur C. Koot-Van der Tuin be strijkt twee wijken („het centrum en Lei- den-Zuid West") die ze geheel naar eigen keuze af gaat. De ene keer begint ze in de binnenstad, de andere keer rijdt ze eerst naar Zuid-West, net zoals het haar uit komt. „Nogmaals, ik ga ervan uit dat el ke ziektemelding bona fide is. Toch acht De buiten dienst van het GAK ten kanto re. „Voor ons is essentieel dat rapporteurs met mensen kunnen om gaan". Links: Corine Koot op 'haar dagelijkse route. „Ik stip pel mijn route zo uit dat men in de wijken niet weet wan neer ik kom". (foto's Wim Dijkman) ik het nuttig dat ik mijn route zodanig uitstippel dat men in de wijken niet weet wanneer ik kom". Globaal genomen gaat ze „op jaarba sis" om en nabij 5000 deuren langs. Als al haar collega's houdt ze zich aan haar geheimhoudingsplicht die de privacy van haar 'patiënten' waarborgt. Wat dat betreft poogt ze zaken en privé zoveel mogelijk van elkaar te scheiden, al kan ook Corine Koot er af en toe niet aan ont komen dat ze 's avonds of in het week einde wordt herinnerd aan de beslom meringen die haar baan met zich mee brengt. En dat komt dan niet zozeer door de spoedcontroles, waarmee ze op yerzoek 'tI? De tijdspanne tussen ziekmelden en hervatten van de werkzaamheden ligt als het ware ingebed in de tien gebo den van de ziektewet. Wie zich ziek meldt mag zich on der geen voorwaarde buitenshuis be geven. Allereerst dient het eerste be zoek van de verzekeringsgeneeskun dige of (meestal) de rapporteur te worden afgewacht. Na de eerste con trole mag de tijdelijk arbeidsonge schikte zich wel op straat begeven, mits de behandelend arts daartoe toe stemming heeft gegeven. In elk geval dienen deze lopende patiënten thuis te zijn 's morgens tot 10 uur en 's mid dags van 12 tot 14.30 uur. Voor ie mand die langer dan drie weken ar beidsongeschikt is gelden die ver plichte uren van 'huisarrest' niet. Wie zich ziek meldt is verplicht de rapporteur in de gelegenheid te stellen het verpleegadres te visiteren. Is de deurbel defect, dan dienen er zodanige voorzorgsmaatregelen te worden genomen dat de rapporteur de woning toch zonder belemmerin gen kan betreden- Naar de zin van GAK-beambten komt het thans her haaldelijk voor dat ze hun komst moeten aankondigen door het gooien van kiezelstenen tegen het raam. Wie zich ziek meldt dient het juis te adres op te geven. Van opname in en van ontslag uit het ziekenhuis moet de bedrijfsvereniging binnen 24 uur op de hoogte te worden gesteld. Wie zich ziek meldt en het voor nemen heeft naar het buitenland te vertrekken voor een meerdaags ver blijf aldaar, heeft daartoe de toestem ming nodig van de bedrijfsvereni ging. Wie zich ziek meldt weet zich ge houden aan de verplichting na een oproep op het spreekuur van de ver zekeringsgeneeskundige te verschij nen. Wie zich ziek meldt dient zich „binnen redelijke termijn" onder be handeling te laten stellen van de huis arts en de voorschriften van die medi cus op te volgen. Wie zich ziek meldt, mag zich tij dens de periode van arbeidsonge schiktheid onder geen beding inlaten met bezigheden die genezing van de kwaal kunnen belemmeren. Onder dergelijke activiteiten rekenen de be drijfsverenigingen: sportbeoefening, actieve deelname aan dans- en feest avonden, kermisvermaak. Wie zich ziek meldt moet leven met het verbod enige arbeid te ver richten. Tenzij dat werk door medici uitdrukkelijk- is voorgeschreven ter bevordering van het herstel. Wie zich ziek meldt moet zich er rekenschap van geven dat-ie zich be ter moet melden zodra de geestelijke en lichamelijke conditie het verrich ten van werkzaamheden toelaten. •-Wie zich ziek meldt, heeft het recht beroep aan te tekenen tegen de beslissing van de verzekeringsge neeskundige het werk geheel of ge deeltelijk te hervatten. Een bezwaar dient terstond bij de bedrijfsvereni ging- hetzij, mondeling, hetzij schrif telijk - te worden kenbaar gemaakt. Zieke niet thuis. „Als ik het vermoeden heb dat ik word belazerd, be spreek ik het met de verzeke ringsarts". van een werkgever op gezette tijden wordt belast. „Het behoort nu eenmaal tot de taak van een rapporteur om ook 's avonds of in het weekeinde een controle uit te voeren in het geval een werkgever de zaak niet vertrouwt. En al ben ik er zelf dan heilig van overtuigd dat het gaat om een bona fide geval, ik adviseer der gelijke mensen altijd naar de verzeke ringsarts te gaan. Want onder vele men sen mag dan nog altijd de gedachte le ven dat wij alleen controlerend bezig zijn, wü zijn vooral adviserend bezig. Het gebeurt herhaaldelijk dat we men sen met hun problemen verwijzen naar een of andere instantie". Afwachten Maar het kan, ze geeft het toe, gebeu ren dat ze wel degelijk rapporterend op treedt en de afdeling ziektewet inseint wat ze in haar vrije tijd heeft waargeno men. „Ontmoet ik op zaterdagavond ie mand in een uitgaansgelegenheid, die op vrijdag nog ziek was gemeld, dan doe ik in principe niks. Dat wil zeggen, ik signaleer het wel, maar wacht eerst de maandag af. Blijkt diezelfde persoon op maandag nog ziek te zijn, dan licht ik de verzekeringsgeneeskundige in". En zo kan het ook de man vergaan die zich doordeweeks niet in staat voelt zijn dagelijkse werkzaamheden te verrich ten, maar op zondag als voetballer wel het ene na het andere doelpunt voor zyn elftal weet aan te brengen. Het is daarom dat sommige clubbestuurders de sport redacties van dagbladen nog wel eens willen bestoken met de vraag een andere naam voor de doelpuntenmaker te ver zinnen, of desnoods maar helemaal geen naam te vermelden. Corine Koot moet lachen om het ver haal over de hand- en spandiensten die de verenigingsmensen bereid zijn te ver richten voor de topscorer die doorde weeks ziek, zwak of misselijk bleek. „Maar we maken ook dingen mee die be paald minder grappig zijn", zegt ze. Ze vertelt over iemand die daags na haar bezoek overleed, over een ander persoon die twee weken van tevoren het tijdstip aankondigde waarop hij het tijdelijke met het eeuwige zou verwisselen. „Ik zou de waarheid geweld aandoen als ik zou zeggen dat dergelijke voorval len me niets zouden doen. Het wil best wel eens gebeuren dat ik geestelijk een heel weekend met zoiets bezig ben. Dan moet je de maandag erop echt over een dergelijk geval met collega's gaan pra ten, anders laat het je niet los. Ook rap porteurs zijn immers mensen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 19