ZATERDAG 1 NOVEMBER 1986
EXTRA
^^^^^^BIJLAG^AJUIEl^EIDSCH/ALPHEN^AGBLAD
PAGINA 17
Veel eerder dan
verwacht staat ze op het
punt haar come-back te
maken in Leiden.
Danspedagoge
Marjolein Briër (44) - in
het najaar van 1981 na
een onverkwikkelijke
affaire met haar
toenmalige
zakenpartner door de
rechter voor tien jaar
uit Leiden verbannen -
popelt van ongeduld om
opnieuw te beginnen in
de stad die haar zo
dierbaar is. Al moeten
daartoe eerst nog de
resten van een
levensgroot trauma
worden verwerkt. Het
verhaal dat destijds
goeddeels onder de tafel
bleef. "Ik ben nog nooit
zo openhartig geweest",
zal ze aan het eind van
dit gesprek verzuchten.
A n feite restten mij
77 september '81 nog
twee mogelijkheden.
Ik kon hem uitkopen
tegen een bedrag van
twee ton - en dat was
natuurlijk niet op te
brengen - óf ik zou onder zijn zakelij
ke leiding blijven werken. In elk ge
val tot 1986. Dan zou het firmacon
tract aflopen, maar er was een clausu
le ingebouwd die erop neerkwam dat
beide vennoten nadien niet zonder el-
kaars toestemming afzonderlijk met
ae school konden doorgaan. Dat zou
dus eeuwig hannessen blijven. Voor
m'n zelfbehoud heb ik toen gezegd:
ik trek me terug, om er psychisch niet
onderdoor te gaan. Ik zou voor m'n
verdere toekomst psychisch onklaar
zijn geraakt, ik zou nooit meer kun
nen creëren. Maar je krijgt natuurlijk
wel 'n enorme opdonder. Ik had die
school in vijftien jaar tijd helemaal in
m'n eentje praktisch van de grond af
opgebouwd. Van vijfendertig leerlin
gen in 1967 tot ruim vijfhonderd in
1981. Dat is natuurlijk niet niks".
"In augustus 1978 gaat het dus mis, en
ik geloof dat ik daar achteraf wel een
verklaring voor heb. Het gebeurde in
elk geval heel systematisch. Na ruim
tien jaar alleen maar met die ballet
school en allerlei voorstellingen bezig
te zijn geweest, raakte ik heel lang
zaam overspannen. Je draait maar
door en je hebt eigenlijk niet in de
gaten dat je nooit aan rust toe komt.
Was er ooit sprake van vakantie, dan
gebruikte ik die om bij te trainen in
het buitenland. Ik heb destijds op de
Rotterdamse Dansacademie nog een
heel ouderwetse, gedisciplineerde
opleiding genoten. Ik heb allround
staats- en academisch examen ge
daan, met caractère, modern, klas
siek en noem het allemaal maar op.
Wij kregen toen nog 23 vakken, ter
wijl men zich tegenwoordig al met
een begint te specialiseren. Kortom,
daar doe je iets mee. Ik stortte me dus
als het even kon in allerlei workshops
om van de beste docenten les te krij
gen. Ik ben daar achteraf verschrik
kelijk blij mee, want dat heeft me
ruggegraat gegeven en dat heeft er
voor gezorgd dat ik tot op de dag van
vandaag veel stoten kan i
Hoofdpijn
"Maar intussen was ik altijd maar on
derweg. Ik nam nooit rust. Ik denk
dat ik dat vanuit mijn jeugd heb mee
gekregen. Ik werd altijd aan het werk
gezet. Ik voel me schuldig als ik niks
doe. We woonden in de Spaargaren-
straat in Oegstgeest, mijn moeder zat
in het verzet, en ik kan me zelfs herin
neren dat ik als 2-jarig kind onder de
trap meehielp verzetskrantjes te vou
wen. Dat is het vreemde aan Leintje,
ik kan ieder moment uit mijn leven
terugroepen, bijna tot het embryona
le stadium toe. Ik kan dat zelden aan
iemand kwijt, want ze geloven me ge
woon niet. Het klinkt ook heel
vreemd, maar ik kan het niet anders
omschrijven. Ik kan me m'n eerste
luiers herinneren, ik weet dat ik als
baby een open wond in m'n linker
been had. ik zie nog zó de Duitsers in
de achtertuin onze fietsen opeisen
terwijl ik nog geen drie was. Kortom,
ik had als kind al heel vroeg 'n enor
me drang tot observeren, en daar
komt volgens mij dat fotografische
geheugen vandaan. Ik raakte er al
gauw aan gewend me terug te trek
ken en alles op m'n eigen manier te
verwerken. Dit is even essentieel,
want ik denk dat het van grote in
vloed is geweest op wat er later alle
maal gebeurd is".
"In augustus '77 maak ik dus ken
nis met de andere kant. Ik krijg die
naam absoluut niet meer over m'n
lippen want dan volgt er acuut hoofd
pijn. Laat ik hem 'dat heerschap' noe
men. Dat komt dus af en toe een kop
koffie drinken, zoals velen dat hier
deden. Ik moest er in elk geval niets
van hebben. Dat duurde zo een jaar,
en dat was precies de periode die ik
zojuist omschreef. Langzaam inslui
pende overspannenheid. Ik had niet
door dat ik langzaam maar zeker de
grip op mezelf kwijtraakte. Ik werd
labieler en labieler, en kon op een ge
geven moment geen onderscheid
meer maken tussen goed en kwaad.
Het gebeurde dat ik 's avonds mid
den in de stad de weg kwijtraakte en
ergens in Ter Aar belandde. Ik was
helemaal verdwaasd. En mijn karak
ter is dan: ik loop daar niet mee te
koop, ik zoek dat zelf wel uit. Ik zei
dus tegen niemand iets, en ging er al
maar slechter uitzien. Het enige dat
ik nog zag was dansen en voorstellin
gen geven".
"Maar de tunnel werd steeds nau
wer. Tot overmaat van ramp overlijdt
mijn vader op 29 december 1977. Met
mijn twee elders wonende zusjes had
ik al jarenlang geen contact meer, dus
alles kwam ook nog eens op mijn
schouders terecht. En dat heerschap
zat er maar doorheen. Ik was hele
maal niet op die man ingesteld, maar
twee dagen voordat mijn vader over
leed zegt hij: ik kom bij je wonen. Nu
kun je zeggen: daar komt niets van in,
maar als je hier (wijst op voorhoofd)
niet meer in orde bent gebeuren er
dingen die je niet in de hand hebt. Ik
zag het noodlot op me afkomen, ik
werd panisch. Ik hoor nog zo vanuit
de slaapkamer Lee Towers over de
radio. You'll never walk alone, dat
was toen heel in. Nou, die combina
tie. Met gitzwarte wolken die ik van
uit het raam boven Wassenaar zag na
deren. Dat kwam op me af, het was
niet meer te omzeilen. Mijn vader
werd op 4 januari begraven en in de
zelfde week zat dat heerschap hier.
Dat werd het grootste noodlot aller
tijden. Hij molesteerde me letterlijk,
hij haalde me letterlijk helemaal
open. Zo'n sterke meid, hoe kan dat?
Ik zal dat straks verklaren".
Hel
"Het werd een hel die vier maan
den duurde. Ik was als de dood voor
'm en kreeg 'm er niet meer uit. Heel
langzaam nam hij me in een psychi
sche wurggreep, en ik had niet meer
de vechtlust om er tegenin te gaan. Ik
klapte in. Wat hier gebeurde....ik
denk niet dat het goed is om in details
te treden. Maar als ik zeg dat ik nog
net dat laatste beetje verzet had om
niet op zijn instigatie mijn hond van
kant te maken, dat hij me meenam
naar Endegeest en tegen me zei: als je
veertig bent breng ik je hier en trek
ken we voor de school een andere do
cent aan. Of ik dit volledig bij m'n po
sitieven allemaal zeg? Nou en of. Ik
treed nog niet in details, en dat wil ik
ook niet. Hoe dan ook, het bleek alle
maal een vooropgezet plan te zijn ge-'
weest, want intussen had hij een wo
ning gehuurd op de Oranjegracht
waar ook allerlei macabere dingen
gebeurden, maar dat zal me vefder
een zorg zijn".
"In juni 1978 had hij me zo murw
gemaakt dat ik geen enkel verweer
meer had. Toen zei hij: wat jouw
school nodig heeft is een zakelijk lei
der. Alles onder één dak, dan zal het
een stuk beter gaan. Ik zei alleen nog
maar ja. Hij haalde de boekhouding
hoogst persoonlijk weg bij mijn ac
countant aan de Rijnsburgerweg - al
les wat ik hier zeg is na te checken -
en liet een firmacontract opstellen.
Het laatste dat ik by de notaris aan
tafel nog hoorde was dat hij mij
zachtjes toelachte met de woorden:
dag Leintje, weet wel wat je doet.
Ach, zei ik, iedereen zet in z'n leven
wel eens 'n handtekening. Het werd
nog gevierd ook, ik kreeg een kop
koffie met een gebakje bij Van Dam.
Hij was van de ene dag op de andere
vanuit het niets directeur van een bal
letschool geworden. En ik was te la
biel om te beseffen wat er allemaal
aan de hand was".
Puinzooi
"Goed, we rijden langs de ABN op de
Breestraat, waar ik gewend was we
kelijks wat huishoudgeld op te ne
men. Toen zei hij: oh nee, dat geld is
nu van mij. Voor alles wat je doet
moet je vanaf nu mijn toestemming
hebben. Hij sloeg me bijna achter het
stuur vandaan. En eenmaal thuis: zie
zo, ik ben directeur. En hij lachte me
nog uit ook. En nog besefte ik niet
hoe ik in de puinzooi zat. Het enige
waarnaar ik verlangde was rust. Het
is misschien niet voor te stellen, maar
dat heeft te maken een proces van
overspannenheid waarop ik straks
nog terugkom. Nu zou het me alle
maal niet passeren, nee. Wat 'n leven.
M'n God, hoe houdt een mens het uit.
Mijn vader liet me wat geld na. Dat
gaan we eerst eens opmaken, zei hij,
ik heb een broer in Sydney en ik ben
geboren in Jakarta, dus daar wil ik
ook wel eens naartoe. Ik durfde geen
nee meer te zeggen. Daar ben ik ook
meerdere malen gemolesteerd. Ik
kwam in september '78 helemaal uit
gemergeld terug. Ik geloof dat ik nog
48 kilo woog. Ik kreeg niets meer
door m'n keel. Mijn vrienden schrok
ken zich rot".
"En toen sprak hij de legendarische
woorden: zo, ik heb je nu kapot ge
kregen. Je was tot nu toe een respec
tabel mens in Leiden, maar ik zal zor
gen dat jé in de goot terecht komt.
Verder verdien je veel te veel geld,
dat moet naar de arme kindertjes in
India. Ik zal ervoor zorgen datje alles
kwijtraakt. Je komt nooit meer van
me af. Let wel, dat werd me te ver
staan gegeven tussen het molesteren
door. Tussen het getrap en geschop.
Mijn bovenbuurvrouw is er getuige
van geweest. Of ik vermoord jou, öf
jij mij, er is geen andere manier om
van elkaar af te komen, zei hij. Ik ga
nu uit huis, maar je kunt geen stap
meer zonder mij verzetten, liet hij er
op volgen. En ik sloot me op. Net als
in m'n jeugd. Hoe vreem'd ook: vanaf
het moment dat ik thuis met rust
werd gelaten, begon ik langzaam
maar zeker weer bij mijn positieven
te komen".
"Al gebeurde er in die dagen nog
van alles. Hij opende achter mijn rug
om op zyn naam en die van de ballet
school een rekening bij de NMB en
zorgde ervoor dat ik er geen cent van
af kon halen. Zodoende stond ik op
mijn privérekening altijd rood, en
was volslagen afhankelijk van de
vraag of hy af en toe zo vriendelijk
wilde zijn om er eèn bedragje op te
storten. Het was in de tijd dat ik by
Imperium op de Oude Vest een twee
de studio in gebruik nam. We waren
bezig met die op te knappen toen hij
me op een middag bij wijze van ver
vroegd Sinterklaascadeautje een ge
sloten envelop overhandigde met
duizend gulden erin. Het was de ver
nedering ten top. Ik was eigenlijk een
soort prostituée van hem".
Rust
"En toch. Omdat ik thuis eindelijk
rust had, kreeg ik hoe langer hoe
meer m'n eigenwaarde terug. Heel
langzaam begon ik me te realiseren
wat er allemaal gebeurd was. Ik wilde
van die verbintenis af, want ik werd
er hoe langer hoe ongelukkiger door.
Toen ben ik naar een advocaat ge
stapt. Die las het contract en zei: dit is
een juridisch pooiercontract, daar
kom je nooit meer van af. Nou, de rest
is bekend. Hij nam ook een advocaat
en de uitkomst was dat ik op 1 juli
1981 officieel de school verliet en dat
ik bij wijze .van concurrentiebeding
me tien jaar lang binnen een straal
van twintig kilometer rond Leiden
niet als danspedagoge mocht vesti
gen".
"Maar nu komt mijn verklaring
voor die periode van overspannen
heid. Overspannenheid is niet zicht
baar naar buiten toe. Ik ben voordien
ook wel eens mensen tegengekomen
van wie ik dacht: ach, dat gezemel,
daar heb je weer zo iemand. Totdatje
zelf in zo'n toestand verzeild raakt.
Als je normaal functioneert heb je af
weersystemen. We zijn allemaal op
gebouwd uit positieve en negatieve
krachten, en komen er negatieve
krachten op je levenspad dan heb je
daar normaal gesproken verweer te
gen. Maar als je overspannen bent ko
men er gaten in dat netwerk, en die
mazen worden steeds groter. Negatie
ve krachten hebben daar een radar
voor, en zien kans heel iangzaam te
infiltreren. Let wel, dat gebeurt niet
van de ene dag op de andere, in mijn
geval was er sprake van een aanloop
van minstens een jaar. En op een ge
geven moment raak je verlamd. Je
ziet als het ware vóór je ogen je kind
verdrinken - want dat was de ballet
school voor mij - en je doet niks. Dat
wil zeggen: je bent een toeschouw
ster van jezelf geworden, je hebt niet
meer de kracht om er tegenin te gaan.
Het is een geestelijk verlammings
proces, zo zie ik het".
Trauma
"Maar ik ben er sterker dan ooit uit
naar voren gekomen. Nadat alles me
verschrikkelijk had aangegrepen, ge
beurden er allerlei dingen die heel
positief waren.
Natuurlijk belandde ik in een va
cuum, ik had geen inkomen meer, et
cetera, maar gelukkig hebben goede
vrienden ervoor gezorgd dat ik mijn
woning kon aanhouden en dat ik wat
te eten had, onder de belofte dat ik
het zal terugbetalen en dat zal ik doen
ook, al word ik tachtig. Voordat ik er
erg in had gaf ik alweer stage-lessen
bij studio Wladimir in Amsterdam.
Daar zag iemand uit Joegoslavië me
lesgeven en die vroeg me voor drie
internationale zomerstages in Rovinj.
Dat heb ik gedaan, en zo kreeg ik
weer contacten in Italië. Guadeloupe,
Duitsland, Frankrijk, België, Oosten
rijk en Zwitserland. Eenmaal terug
werd ik vervangend docente aan de
balletacademie in Tilburg, en vervol
gens kreeg ik weer werk bij de Thea
terschool in Amsterdam. Tussendoor
nog even een beurs van de staat om te
studeren in New York, en dat alles
heeft me enorm gerijpt. Ik was het
helemaal niet gewend om me in het
buitenland te manifesteren, maar het
heeft me wel weer stabiel gemaakt.
Je wordt op iedereen maar losgelaten
en men kotst van alle kanten tegen je
aan. En als je je daarin laat meevoe
ren ben je ook weer aan de ratten
overgeleverd. Ik heb tegen mezelf ge
zegd: Leiri, als je je stabiliteit weer te
rug wilt moet je dit aankunnen. Je
moet die positie voor jezelf weten te
creëren. Nou, achteraf kan ik stellen
dat die jaren van 'reizen me goed heb
ben gedaan".
"Maar ik had van die slag toch dat
trauma nog over. Waar ik ook ging,
het werd hoe langer hoe stiller om me
heen. Er kwam 'n bepaalde eenzaam
heid over me. Er ging geen dag voor
bij of alles flitste weer door me heen.
Een kampsyndroom begrijp ik nu
dus ook, ik kan me daarvan een heel
goed beeld vormen. Op de meest wil
lekeurige momenten zag ik die flitsen
weer. En ik dacht: dit is ook niks.
Waar ik ook ga, ik neem het mee. Dat
kan toch niet eeuwig zo doorgaan?
Mijn therapie was dus: om van dat
trauma af te£omen keer ik terug naar
de plaats waar het onheil is geschied.
Als de tijd rijp is".
"En het geluk was wéér met me.
Vorig jaar kom ik Carol Schrijnemae-
kers tegen, die sinds mijn vertrek de
Leidse Balletschool bestierde. Een
prachtig mens dat ik nog ken van
vroeger. Ik wist niet beter dan dat zij
nog steeds onder dat heerschap
werkte, dus wie schetst mijn verba
zing toen ze zei dat die school al een
hele tijd van haór was en dat ze zich
van geen concurrentiebeding bewust
was. De vogel bleek gevlogen, naar
een computerbedrijf in Den Haag of
zoiets. Toen ging die molen bij mij
malen. Ik dacht: misschien is dat con
currentiebeding wel afgekocht, maar
dat ga je natuurlijk niet op straat vra
gen. Ik heb dus weer contact met
haar gezocht, en ze bleek er geen en
kel bezwaar tegen te hebben als ik
weer in Leiden zou gaan beginnen.
Dat is alleen maar toe te juichen, zei
ze. Whatever you do, liet ze erop vol
gen, de Leidse Balletschool is nu
mijn tent, die heb ik van onderen af
aan weer moeten opbouwen, dus ik
wil er jouw naam niet meer aan ver
bonden zien. Nou, dat respecteer ik
ook, en daar houd ik me dus aan".
Nieuw begin
"Ik heb me gemeld bij de gemeen
te, en na een jaar wachten kon ik de
beschikking krijgen over een ruimte
in het Mostertcomplex aan de Mid
delstegracht. Dat is op 15 september
al vrijgegeven, maar ik wacht helaas
nog steeds op instructies inzake de
geluidshinderwet. Is het zover, dan
kan ik gaan inrichten. Maar het licht
staat nog steeds niet op groen, zodat
ik langzaam eraan begin te twijfelen
of ik de uitgestelde openingsdatum
van 3 november wel haal. Zo niet, dan
wordt het toch in elk geval begin vol
gend jaar. Voor een nieuwe start is 1
januari natuurlijk ook een leuke da
tum".
"Ik bevind me aan de vooravond
van een nieuw begin, zal ik maar zeg
gen. En naarmate dat punt nadert ko
men die flitsen steeds heviger terug.
Alsof ik een climax nader, waarna ik
alles kan gaan schoonpoetsen wat me
al jaren als een schim achtervolgt.
Dat de balletscholen de laatste jaren
als paddestoelen uit de grond schie
ten vind ik alleen ihaar positief. Voor
mijn part danst de hele wereld. Ik
heb ook absoluut geen concurrentie-
gevoelens. Het is alleen maar fijn dat
er sprake is van zo'n rush. Alleen
blijft het wel een probleem dat-dit
vak niet beschermd is. Als de bakker
naast mij een balletschool wil begin
nen, kan hy dat in pricipe nog steeds
doen. Je ziet steeds vaker mensen die
een jaartje op de balletacademie heb
ben gezeten, die hebben dan geen zin
meer, en dan gaan ze maar lesgeven.
Dat kweekt heel zwakke dansers".
"Niet dat in Amerika alles zoveel
beter is, maar vanwege de igeringere
overheidsbescherming moet daar wel
voor iedere stap worden gevochten.
Er worden bij nacht en ontij borden
gewassen en straten geveegd om een
paar dollar te verdienen waarvan je
les kunt nemen. En als er op een audi
tie tweehonderd dansers verschijnen
en er is er maar één nodig, dan werkt
dat wel niveau verhogend. Ik bedoel
dit: als je iedere dag een bord vol met
eten krijgt, dan weet je op 'n bepaald
moment niet meer wat honger is. Dat
hongergevoel - zo noem ik het maar -
zie je hier te weinig. Vooral bij de
jeugd. Je kunt het ze niet kwalijk ne
men, maar als jongens van veertien,
vijftien jaar al moe zyn en naar hun
knie grypen als ze twee pliés hebben
gedaan, dan denk ik: ze weten niet
wat werken is. En dat doet mijn dans-
hartje een beetje pijn".
Wortels
"Of ik ooit nog een handtekening
onder een contract met een ander zal
zetten? Nooit is in mijn leven altijd
een groot woord geweest, maar ik zeg
het toch. Nooit meer. Maar ik zeg er
ook bij: ik voel me een heel rijk mens.
Als dit allemaal niet gebeurd zou zijn,
was ik nooit degene die ik nu ben.
Hier in Leiden ligt myn taak, die ik
weer vol energie oppak. Ik weet niet
wat ik met die stad heb, maar het
heeft stellig met liefde te maken. De
eik is destyds gekapt, maar de wor
tels zijn blijven staan. En nu ben ik
weer terug bij de bron, om met me
zelf een rekening te vereffenen".