Het loopt de
spuigaten uit
i
De enige oplossing:
nooit meer drinken
Wat doet
alcohol?
Jk heb zo'n honger...'
Dl 4K
m
etty
ZATERDAG 25 OKTOBER 1986
Drank mag dan als sociaal smeermiddel een
tamelijk onschuldig verschijnsel lijken, de
praktijk van alledag stemt tot grote
verontrusting. Nederland kent anno 1986 een
groep van naar schatting 650.000
probleemdrinkers, van wie eenderde in de
categorie alcoholverslaafden valt in te delen. Een
en ander leidt tot de conclusie dat iedere huisarts
zo'n 100 tot 150 'alcoholpatiënten' in zijn of haar
praktijk moet hebben. Toch blijft het probleem
zwaar onderschat. Vandaar een grootscheepse
campagne die tot matiging moet leiden.
door Bert Paauw
se' Drank maakt meer kapot dan je lief
lis. Die slogan wordt er sinds enkele
:he maanden ingehamerd door het Bu
reau Alcohol Voorlichtings Plan in
en pen Haag. Dit bureau, aangehaakt
ïan pij het ministerie van welzijn, volks
gezondheid en cultuur, is begin sep-
ren tember begonnen met een groot
scheepse voorlichtingscampagne
over de gevaren van het gebruik van
tot alcohol. Want Nederland drinkt te
veel, veel te veel. Op het ogenblik
jen wordt er in ons land driemaal zoveel
alcohol gedronken als 25 jaar gele-
nte den.
Een paar cijfers. In Nederland worden
wekelijks ongeveer 175 miljoen glazen
alcohol achterovergeslagen. Het gemid
deld verbruik per drinker komt jaarlijks
neer op 12 liter pure alcohol oftewel 1000
glazen per jaar.
Het gemiddelde wordt omhoog ge
stuwd door een groep van 650.000 men
sen die tot de probleemdrinkers moeten
worden gerekend omdat ze dagelijks
igoed zijn voor minimaal 8 glazen. Ruim
eenderde van die 650.000 valt zelfs in de
categorie alcoholverslaafden. Zij zitten
met een gebruik van 12 of meer glazen
per dag zowel geestelijk als lichamelijk
vast aan de alcohol.
In het verkeer vallen jaarlijks 800 do
den als gevolg van ongevallen, veroor
zaakt door alcoholgebruik. Daarnaast
fcijn dronken automobilisten jaarlijks
verantwoordelijk voor het ontstaan van
ernstige verwondingen bij 5000 wegge
bruikers.
Ruim de helft van de misdrijven die
bij justitie bekend zijn, houden verband
met alcoholgebruik. Elke dag worden er
jwel 20 mensen opgenomen in een ont-
lingskliniek. Steeds meer jongeren
alcohol gebruiken. Een onderzoek
leeft aangetoond dat ongeveer de helft
_Van de 10- en 11-jarigen al eens bier, wijn
Jof een andere alcoholische drank heeft
genuttigd.
Onderkend
1 Kortom, het alcoholgebruik in Neder
land loopt de spuigaten uit. De overheid,
nie vergeleken bij de omringende lan
den nooit erg actief is geweest op het
punt van drankbestrijding, heeft het
probleem inmiddels onderkend. Vorig
jaar oktober diende de toenmalige
staatssecretaris van volksgezondheid,
Van der Reyden, een voorlopige nota Al-
cohol en Samenleving bij het kabinet in.
Naar verwachting zal zijn opvolger Dees
jdeze nota, aangevuld met reacties, bin
nenkort doorsturen naar de Tweede Ka-
De nota stoelt op drie poten: voorlich
ting en preventie; aanpassing van de
drank- en horecawet; betere hulpverle
ning. Met de voorlichting is dus inmid-
5 een aanvang gemaakt. Gedurende
opeenvolgende jaren wordt een be-
anderhalf miljoen gulden vrij
gemaakt voor het voeren van allerlei
campagnes.
Staatssecretaris Dees verdedigde het
belang van de bestrijding van alcohol
misbruik vorige maand als volgt:
"Steeds meer gebruikers zijn vaker en
meer per keer gaan drinken. Daardoor
hebben we nu aanzienlijk meer alcohol
problemen en overlast door misbruik
dan vroeger. Dit uit zich vooral in een
groter beroep op de gezondheidszorg,
maar pok in een toenemend beslag op de
politie en het justitieel apparaat".
"Verstoringen van de ^openbare orde
en sommige vormen van criminaliteit
zijn veelal een gevolg van alcoholmis
bruik. Er is een toename van agressie
delicten die met dat misbruik samen
hangen. Voorts noem ik het rijden onder
invloed, dit is een maatschappelijk pro
bleem van de eerste orde".
"Verder wordt ook het bedrijfsleven
geconfronteerd met arbeidsverzuim, be
drijfsongevallen, een lagere arbeidspro-
duktiviteit en arbeidsongeschiktheid
door overmatig drinken. En ten slotte
kan in de privésfeer alcoholmisbruik lei
den tot aantasting van welzijn en ge
zondheid".
Matiging
Sandra van Ginneken, coördinator
van het Bureau Alcohol Voorlichtings
Plan, zegt dat het zeker niet de bedoe
ling is om te streven naar drooglegging.
"Dat zou niet realistisch zijn. Wij voeren
dus geen anti-alcohol campagne, maar
een campagne gericht op matiging. Een
matig gebruik van alcohol kan geen
kwaad. Alcohol is per slot van rekening
een sociaal smeermiddel, het kan de ge
zelligheid bevorderen en mensen leggen
wat makkelijker contacten omdat ze
zich wat meer ontspannen voelen".
"Met de campagne willen we de men
sen wijzen op de risico's die verbonden
zijn aan een stevig alcoholgebruik en
propageren we matiging. Weliswaar is
het drankgebruik in Nederland na een
enorme stijging tussen 1960 en 1980 de
laatste jaren op een stabiel niveau geble
ven, maar wij vinden dat niveau gewoon
te hoog. Het consumptiepatroon moet
naar onze mening omlaag".
"Als je ziet hoe bezorgd en boos men
sen zich maken over drugsverslaving en
je zet de problemen rond drugs en alco
hol naast elkaar, dan moet je wel tot de
conclusie komen dat het alcoholpro
bleem erg wordt onderschat".
Sandra van Ginneken vindt het moei
lijk om aan te geven waar een matig, ver
antwoord drankgebruik overgaat in een
risicovolle, overmatige consumptie. In
de emotioneel getinte reclamecampag
nes wordt wel aangegeven dat de over
gang zeer sluipend kan plaatsvinden:
een zakenman die door z'n werk (lun
ches met klanten, borrels met collega's)
steeds vaker met alcohol in aanraking
komt, een huisvrouw die uit verveling of
onvrede naar de sherryfles grijpt, een
middelbare scholier die uit stoerheid
steeds meer pils naar binnen giet.
"Een grens aangeven van verant
woord alcoholgebruik is moeilijk. Dat
ligt erg individueel en heeft onder meer
te maken met leeftijd en lichaamsge
wicht. Onder een matige drinker versta
ik iemand die gemiddeld 1 glas alcohol
per dag nuttigt. Of een paar keer per
week 2 a 3 glazen. Onze boodschap is
dan ook: Nederlandse bevolking, drink
eens wat minder vaak".
Bij de Stichting voor Verantwoord Al
coholgebruik (Stiva), een door de drank-
industrie in het leven geroepen organi
satie, heeft men het niet zo op matiging.
Niet een teruggang van het aantal con
sumpties, maar een vermindering van
de problemen als gevolg van alcoholge
bruik is de doelstelling. Bezien vanuit
het oogpunt van de drankindustrie niet
onbegrijpelijk, al verwoordde een Stiva-
vertegenwoordiger de belangen van die
industrie onlangs enigszins cru. Zijn me
dedeling kwam erop neer dat iemand
die zich op z'n 40ste jaar wegens overma
tig alcoholgebruik doodrijdt als klant
verloren gaat, terwijl een matige drinker
die geen brokken maakt tot z'n 80ste jaar
klant blijft.
En dan zijn er nog de vrijwilligersorga
nisaties, verenigd in het NCA (Nationale
Commissie tegen Alcoholisme), die
waarschijnlijk liever verder zouden gaan
dan matiging, maar volgens Sandra van
Ginneken loyaal meewerken aan de
voorlichtingscampagne. "Ze weten wel
dat het niet realistisch is om nu geheel
onthouding na te streven, daarom is
ook hun korte termijndoel matiging".
Met de voorlichting wordt tevens
beoogd om probleemdrinkers de weg te
wijzen naar hulpverlenende instanties
als de CAD's (Consultatiebureaus voor
alcohol en drugs), de Riagg's (Regionale
instituten voor de ambulante geestelijke
gezondheidszorg) en een belangenorga
nisatie als de AA (Anonieme Alcoholis
ten).
Sandra van Ginneken: "Er kan best
wel effectief hulp worden verleend,
maar de moeilijkheid is dat alcoholisten
niet snel naar een hulpverlener stappen.
Herkenning van het probleem door de
huisarts is van belang. Als je het aantal
alcoholverslaafden afzet tegen het aantal
huisartsen dan kom je tot de conclusie
dat iedere huisarts toch wel 100 a 150 al
coholpatiënten in z'n praktijk moet heb
ben. Ze zien er meestal maar 15. Dat
komt omdat mensen kennelijk niet mak
kelijk voor de dag komen met de mede
deling: ik ben alcoholist. Misschien ver
drinken ze hun problemen en pijnen
wel".
Dubbelhartig
"Sommige alcoholisten komen met
vage klachten die moeilijk onmiddellijk
te herleiden zijn tot een alcoholpro
bleem. De vraag is ook altijd: heeft ie
mand problemen omdat ie drinkt, of
drinkt iemand omdat ie problemen
heeft".
Volgens Sandra van Ginneken, die elf
jaar heeft gewerkt bij de Stichting voor
Wetenschappelijk Onderzoek van Alco
hol- en Drugsgebruik in Amsterdam,
wordt een nogal dubbelhartige houding
aangenomen tjen opzichte van alcoholge
bruik. "Aan de ene kant wordt het stoer
gevonden wanneer iemand goed tegen
drank kan en veel alcohol naar binnen
kan werken. Maar gaat iemand iets te
ver, wordt ie dronken, gaat ie z'n vrouw
slaan, dan is hij plotseling een smerige
zuiplap".
"Alcoholgebruik is een interessant
maatschappelijk probleem. Matiging
lukt alleen als zoiets breed wordt gedra
gen in de maatschappij. En om zo'n idee
ingang te doen vinden moet je eerst aan
kennisvergroting doen. Door kennis kan
iemand een andere houding gaan inne
men waardoor hij z'n gedrag kan gaan
veranderen. De kennisvergroting, daar
is ons bureau voor".
Met 22 spots op de televisie, 800 affi
ches op de NS-stations, een brochure en
advertenties in tal van bladen en tijd
schriften, wordt gemikt op een verschui
ving in het denken over alcohol. In de
naaste toekomst staan bovendien zoge
naamde thema-campagnes op het pro
gramma met betrekking tot alcohol en
zwangerschap, alcohol en sport, alcohol
en jeugd, enzovoorts.
Sandra van Ginneken: "Je hoort men
sen zo vaak zeggen: 'het is zo erg niet' of
'ach, die paar glaasjes die ik drink'. Men
sen hebben toch snel de neiging het al
coholprobleem te kleineren. Zonder te
willen overdrijven kom ik dan toch weer
terug op het motto van de huidige cam
pagne. Drank maakt meer kapot dan je
lief is".
„Het is geen gegarandeerde
succesformule, maar het is jammer
dat niet iedereen ermee in
aanraking komt". De Tilburgse
socioloog Pieter van Harberden is
ervan overtuigd dat de
zelfhulpgroepen voor
drankverslaafden, beter bekend
als de Anonieme Alcoholisten, een
uitweg uit drinkproblemen
kunnen bieden. Hij heeft de
organisatie vijfjaar lang
bestudeerd en indringende
vraaggesprekken met vijftien
deelnemers gevoerd. Onlangs
promoveerde hij op een
proefschrift over 'Zelfhulp bij
Anonieme Alcoholisten'.
j,De AA werkt net even anders dan pro
fessionele hulpverleners als de Consul
tatiebureaus voor Alcohol en Drugs",
Stelt Van Harberden. „Bij de CAD's zoe
ken ze al gauw naar persoonlijke proble
men om drinkgedrag te verklaren. Bij de
AA zeggen ze: je drinkt en daardoor heb
ie moeilijkheden. Stop eerst maar en ga
in een later stadium bij jezelf te rade".
De AA bestaat al 50 jaar en is actief in
118 landen. In Nederland bestaat de or
ganisatie sinds 1948. Het aantal leden is
ie laatste jaren sterk gegroeid: van circa
1350 in 1977 tot ruim 2700 in 1985. Uit
sen Tilburgs onderzoek blijkt dat vrou
wen en jongeren in de minderheid zijn.
De groepen bestaan voor 70 procent uit
mannen, merendeels van middelbare
.eeftijd. De deelnemers blijven gemid
deld vijfjaar lid.
Ziekte
Volgens Van Harberden is er „in feite
sen ontzaglijk grote markt voor de Ano
nieme Alcoholisten". Het ministerie van
welzijn en volksgezondheid schat dat er
in Nederland 650.000 zware drinkers
zijn. Ongeveer 400.000 daarvan zijn pro
bleemdrinkers, mensen die door ont
slag, echtscheiding of dood van partner
of kind aan de drank zijn geraakt. Daar
naast zijn er zo'n 250.000 alcoholverslaaf
den, mensen die na de eerste slok niet
kunnen stoppen met drinken en wier he
le bestaan om de borrel draait.
Voor die laatste groep kan de AA heel
goed werken, denkt Van Harberden.
„De AA gaat ervan uit dat alcoholisme
een ziekte is. Die benadering kan men
sen al van een hoop schuldgevoelens
verlossen; ziekte is iets wat je over
komt". De ziekte is ongeneeslijk: eens
een alcoholist, altijd een alcoholist,
vindt de AA. De enige oplossing is dus
nooit meer drinken.
Toch is de AA geen simpele afkick-
groep. „Ze leren je dat je moet stoppen
met drinken, maar ze sleutelen ook aan
je persoonlijkheid". Voor het bereiken
van blijvende nuchterheid moet de alco
holist zich een ander waardenpatroon ei
gen maken. In de loop van de verslaving
ontstaat namelijk een niet zo fraai ge
drag. Ze doen alles om aan drank te ko
men en proberen hun problemen te ver
bergen.
Van Harberden: „Alcoholisten zyn zo
slim, die hebben een trucendoos waar je
koud van wordt". In het proefschrift
zegt een van hen: „In mijn drankperiode
loog ik bij de konijnen af... Liegen was
mijn tweede natuur geworden".
Eerlijkheid, nederigheid en persoon
lijke verantwoordelijkheid moeten daar
voor in de plaats komen. Van Harberden
besteedt veel aandacht aan deze 'morele
carrière', die is vastgelegd in de Twaalf
Stappen van de AA. De eerste, moeilijk
ste stap is toegeven datje een ongenees
lijke alcoholist bent. De twaalfde is het
uitdragen van de boodschap naar andere
alcoholisten. In de wekelijkse bijeen
komsten van de AA-groepen steunen de
deelnemers elkaar hierin met gesprek
ken, rituelen en symbolen.
Ervaring
Sterke punten van zelfhulpgroepen
als de AA zijn de ervaring en de anoni
miteit van de deelnemers. „Veel mensen
hebben het gevoel dat ze met hun alco
holproblemen niet bij professionele
hulpverleners terecht kunnen", zegt
Van Harberden. De hulpverleners zijn
wel deskundig, maar ze missen de be
trokkenheid die voortkomt uit persoon
lijke ervaringen. Die ervaringskennis is
in de AA-groepen volop aanwezig; ieder
een kent de gevaren en problemen van
drankgebruik.
De andere hinderpaal is het taboe op
alcoholproblemen. „Mensen zeggen:
niemand mag het weten. Ze doen als het
ware de gordijnen dicht. Juist voor die
mensen is de AA aantrekkelijk, omdat
de anonimiteit van de deelnemers daar
zo belangrijk is".
Onderzoeker Van Harberden: Jammer dat niet iedereen met zelfhulp
groepen in aanraking komt". <f0to gpd)
I,n dit verband concludeert de socio
loog dat Nederland „rijp is voor een
campagne tegen alcohol, zoals de over
heid die nu voert". De mensen moeten
gaan begrijpen dat alcohol een gevaarlij
ke drug is. „Nederland is in zekere zin te
tolerant", zegt hij. „Er moet erg veel ge
beuren voordat de omgeving aanmer
kingen maakt op iemands drankge
bruik".
Het werk van zelfhulpgroepen ver
dient ook meer waardering, vindt Van
Harberden. „Veel professionele hulpver
leners hebben me gevraagd wat ik toch
in die AA zag. Ze hebben er allemaal een
mening over, maar als je doorvraagt
blijkt die nergens op gebaseerd. Ze
staan echt stijf van de vooroordelen, dat
is heel opvallend". In de opleidingen,
vooral voor huisartsen en maatschappe
lijk werk, zou de niet-professionele hulp
meer aandacht moeten krijgen.
Niet wroeten
Aan het slot van zijn proefschrift
merkt Van Harberden op dat het over
heidsbeleid voor zelfhulpgroepen „al
twintig jaar in een voorbereidende fase
verkeert". Hij pleit voor het subsidiëren
van een 'steunpunt', dat beginnende
groepen informatie kan geven. Al te veel
bemoeizucht is niet nodig: „Ze moeten
niet in die groepen gaan wroeten".
Ook te veel publiciteit is ongewenst:
hij noemt als voorbeeld een groep men
sen die aan kalmerende middelen ver
slaafd was. „Ze verschenen op de televi
sie in een programma van Koos Postema
en zijn eigenlijk aan de massale reactie
daarop te gronde gegaan". (GPD)
Alcohol is een middel dat een ver
dovende werking op het zenuw
stelsel uitoefent. Bij gebruik van
kleinehoeveelheden voelt de
drinker zich minder geremd en
wordt hij vaak vrolijk en zorge
loos. Bij een laag bloedalcoholge-
halte neemt de polsslag toe, de
huid wordt rood en men gaat snel
ler ademen.
Als de drinker meer drinkt
wordt zijn gang onzeker, gaat hij
lallend praten, wordt hij trager
van reactie en neemt zijn gezichts
vermogen af. Het oordeelsvermo
gen wordt aangetast, waardoor
men niet iets béter doet, maar
minder gehinderd wordt door het
grotere aantal fouten dat men
maakt.
Als men zoveel drinkt dat men
een concentratie van meer dan 3
milligrammen alcohol per ml
bloed heeft, dan raken de zintui
gen verdoofd en wordt de huid
van de drinker klam. Als men dan
nog doordrinkt kan men bewuste
loos raken en soms kan men zo'n
hoge alcoholconcentratie berei
ken dat ademstilstand en dus de
dood optreedt. Overigens geldt
het bovenstaande voor iemand die
incidenteel alcohol gebruikt en
daarbij uit de band springt. By
drinkers die een tolerantie voor al
cohol hebben opgebouwd liggen
de percentages anders.
Alcoholgebruik versnelt de uit
scheiding van water (veël moeten
urineren), hetgeen tot gevolg heeft
dat de drinker dorst krijgt. Die
dorst wordt nog versterkt omdat
alcohol invloed heeft op de dorst-
centra in de hersenen.
Verder kan incidenteel overma
tig gebruik van invloed zijn op de
vet- en koolhydraatstofwisseling.
Ook kan het beschadigingen van
het maagslijmvlies veroorzaken.
Gebruik van grote hoeveelheden
alcohol leidt vaak tot een kater,
die wordt gekenmerkt door een
vieze smaak in de mond, dorst,
misselijkheid en hoofdpijn.
Overmatig chronisch alcoholge
bruik kan direct of indirect een
schadelijke werking hebben op
weefsels en organen. De meest
voorkomende lichamelijke gevol
gen van buitensporig alcoholge
bruik zijn ziekten aan de lever zo
als alcoholische vetlever, alcoholi
sche leverontsteking en levercir-
rose. By cirrose gaan levercellen
te gronde en treedt een sterke
bindweefselvorming op, met an
dere woorden de lever verhardt.
De normale structuur ervan wordt
volkomen verstoord. Door chro
nisch alcoholgebruik wordt de le
ver vergiftigd. Overigens moet
men bij chronisch gebruik denken
aan een periode van tien tot twin
tig jaar.
Andere ziekten ten gevolge van
chronisch drinken ontstaan aan
de maag, de alvleesklier en het
hart. Voorts bestaat een verhoog
de kans op bepaalde soorten kan
ker (aan mond, keel, slokdarm,
strottehoofd en lever). Mensen die
veel drinken bezuinigen vaak op
andere voedingsmiddelen. Daar
door krijgen deze mensen voed
seltekorten, bijvoorbeeld gebrek
aan vitaminen. Vroeger dacht
men dat leverbeschadigingen in
hoofdzaak veroorzaakt werden
door voedseltekorten, tegenwoor
dig weten we uit dierexperimen
ten dat de alcohol zélf een zeer be
langrijke oorzaak is.
Bij alcoholisten ziet men regel
matig psychische en soms neuro
logische problemen. Voorzover
het de psychische problemen be
treft is het moeilijk precies uit te
maken wat er nu eigenlijk eerst
was: de problemen of de versla
ving. By sommige neurologische
problemen is het tekort aan vita
minen de belangrijkste oorzaak.
Men deelt de alcoholpsychosen
in twee groepen in: de acute en de
chronische. Onder de acute rekent
men het delirium tremens (hallu
cinaties, vaak optredend wanneer
na een periode van buitensporig
drinken opeens het gebruik wordt
gestopt of verminderd). Onder de
chronische rekent men de jaloers-
heidswaan en de psychose van
Korsakow (de patiënt - soms nog
pas een dertiger - bibbert continu
en vertoont kenmerken van senili
teit).
Affiche voorlichtingscampagne: gericht op matiging, niet op drooglegging.
wwa 'gezellig «-n |,m;- 1 - h. - gohruikL
M(*>r wetenH-.al do folder i»ó pos&aMOör ef
bibliotheek.
Mil
maakt meer kapot dan je Hef is.