Nederland is afgeschreven
als 'koloniale mogendheid'
Franse ambtenaren massaal
in staking tegen de regering
Einde werk
Lou de Jong
is in zicht
Bingham jr.
ging weer
in de fout
Iran wil IRA-leden
politiek asiel verlenen
DINSDAG 21 OKTOBER 1986
PAGINA 13
Vice-admiraal Helfrich
Afgesneden oor Japanner
met een kwartje beloond
DEN HAAG (GPD) - Op 27 mei
1944 landde generaal Mac Arthur
met een grote Amerikaanse troe
penmacht op het eiland Biak,
noordelijk van Nieuw Guinea.
De Japanse bezetters werden,
met veel moeite en grote verlie
zen aan Amerikaanse kant, van
het strategisch belangrijke vlieg
veld in het zuidoostelijke deel
van heteiland verdreven. Zij
handhaafden zich in de bergach
tige streken van de rest van het
eiland.
In het kielzog van de Amerika
nen arriveerden op Biak een on
derdeel van de Nica, de 'Nether
lands-Indies Civil Administra
tion' en een Papoea-bataljon van
het KNIL. Aanvankelijk waren
er vrij veel Japanners die zich
overgaven en daarna door de
Amerikaanse militaire politie in
kampen moesten worden be
waakt. De Nica bracht de Pa
poea-patrouilles daarop aan het
verstand dat er minder krijgsge
vangen moesten worden ge
maakt. Op Biak werden vervol
gens nog maar 50 Japanners ge
vangen genomen; 1800 werden
er gedood.
De leden van de Papoea-pa
trouilles kregen voor elke gedo
de Japanner van de Nica een be
loning van een kwartje. Als be
wijs moesten de Papoeas een af
gesneden Japans oor inleveren.
Die oren vonden aftrek bij Ame
rikaanse souvenirjagers, die ze
bij wijze van curiositeit als post
pakket naar moeder thuis stuur
den. Die pakjes werden echter
door de censuur opengemaakt
en de oren werden ontdekt. De
Amerikaanse commandant op
Biak moest opheldering gege
ven. Het door hem ingestelde on
derzoek wees de Nederlandse
Nica als de schuldige aan.
DEN HAAG (GPD) - Het levens
werkvan de historicus Prof. dr. L.
de Jong. de geschiedschrijving van
hel Nederlandse Koninkrijk tij
dens de Tweede Wereldoorlog, na
dert zijn voltooiing. Vanaf van
daag ligt een nieuw deel in de boek
handel. deel 11 c. dat de onmacht
van het Nederlandse gouvernement
tijdens de oorlog tegen Japan en le
gen de overdracht van Nederlands-
Indië aan de Verenigde Stateii van
de Republiek Indonesië beschrijft.
Ik ben nu klaar met de beschrij
ving van de oorlogshandelingen in
Europa en Azië. Dat is een grote
voldoening, ook al ben ik twee jaar
achter geraakt in al die tijd. Op 1
april 1955 heb ik de opdracht ge
kregen om dit werk te schrijven. Bij
de presentatie van het eerste boek
in 1970 heb ik gezegd dal ik ver
wachtte er in 1985 een punt achter
te kunnen zetten. Dat worden er
twee jaar meer. Want het dertiende
en laatste deel zal, zoals het er nu
uitziet in 1988 verschijnen'.
Het 12de deel dat in april 1988
zal uitkomen, krijgt als titel 'Epi
loog' en zal de tegenhanger worden
van het eerste deel, dat als 'Voor
spel' is verschenen. In dat deel wor-
DEN HAAG (GPD) Na de wei
nig eervolle nederlaag tegen Japan
in het voormalige Nederlands-In-
dië is ons land door de hoofdrol
spelers in de oorlog in de Pacific,
door Engeland. Amerika en Au
stralië, als koloniale mogendheid
afgeschreven. De regering-in-bal-
linschap in Londen, het schamele
militaire hoofdkwartier op Ceylon
en het overschot van het Indische
gouvernement in Australië hebben
lijdzaam moeten toezien, hoe dit
fatale proces zich voltrok. De in die
drie plaatsen aangespoelde autori
teiten hebben geen enkele greep
gekregen op de ontwikkelingen in
Indië; zij hebben daar nauwelijks
iets van af geweten.
Tot die conclusies komt, niet
zonder bitterheid, prof. dr. L. de
Jong in zijn nieuwste en laatste
boek over de ontwikkelingen in
het voormalige Nederlands-Indië
in het kader van zijn geschied
schrijving van het Koninkrijk der
Nederlanden in de Tweede Wereld
oorlog. In dat nieuwe deel, 11c, be
schrijft hy in bijna 700 bladzijden
de moeite, die Nederlandse en Ne
derlands-Indische autoriteiten zich
buiten Indië hebben gegeven om
de deelneming van Nederlandse
krachten aan de oorlog tegen Ja
pan te bevorderen en het herstel
van het Nederlandse gezag in de
Archipel voor te bereiden.
door
Jan van Beek
Het resultaat van die inspannin
gen is noodgedwongen minimaal
geweest. Daarvoor zijn allerlei ver
klaringen te vinden. Het krijgsto
neel in de Indische en de Pacifi-
sche Oceaan was opgesplitst in een
Brits en een Amerikaans deel. Ne
derland kreeg daar geen greep op.
In de Britse South-East Asia Com
mand lag Sumatra. De andere de
len van de Indische Archipel be
hoorden tot de Amerikaanse
South-West Pacific Area. De Ne
derlandse autoriteiten in die beide
gebieden waren gering in aantal.
De strijdkrachten, die zij tot hun
beschikking hadden, waren onbe
duidend in omvang.
De Nederlandse marine had in
moedige gevechten in de zee-oor
log bijna alle bovenwaterschepen
verloren. Van de Marineluchtvaart
dienst waren slechts een paar
vliegboten over. Van het Konink
lijk Nederlands-Indisch Leger, het
KNIL, waren maar twee compag
nieën in Australië aangekomen. De
luchtmacht was ,zo goed als uitge
schakeld.
Een uitbreiding van die strijd
krachten zou pas mogelijk zijn,
wanneer het moederland zou zijn
bevrijd en wanneer de aangeslagen
bevolking daar in staat zou zijn een
nieuw leger op de been te brengen.
Tot dan beschikte Nederland in de
gebieden van waaruit de oorlog te
gen Japan werd gevoerd over on
voldoende machtsmiddelen. Ame
rikanen, Engelsen en Australiërs
waren niet bereid ons land op af
doende wijze te helpen het gezag in
Indonesië te herstellen. Dat heeft
de geschiedenis in de-Indische Ar
chipel onomkeerbaar beinvloed.
De vice-admiraal C. Helfrich. die
na de verloren slag in de Javazee
naar Ceylon was gestuurd, werd
daar door de regering in Londen
benoemd tot Bevelhebber Strijd
krachten Oosten, oftewel BSO,
welke initialen door zijn kleine
achterban al gauw werden vertaald
in 'Bevelhebber Schamele Over
schotten'. En dat was een juiste be
naming.
DEN HAAG (ANP) - Iran is bereid
twee leden van het verboden Ierse
Republikeinse Leger (IRA), die
mogelijk door Nederland aan
Groot-Brittannië worden uitgele
verd, politiek asiel te verlenen. Dit
heeft de ambassade van Iran in
Den Haag gisteren bekendge
maakt.
De Hoge Raad zou van daag uit
spraak doen in de uitleveringszaak
van de twee IRA-leden van 34 en 30
jaar oud. De twee hadden op 25
september 1983 de leiding bij de
grootste gevangenisontsnapping
in de Britse geschiedenis: de
vlucht van 38 gevangenen uit de
zwaar bewaakte Maze-gevangenis
in Belfast. Bij die ontsnapping
kwam een bewaarder om het le
ven. In januari van dit jaar werden
de verdachten in Amsterdam aan
gehouden. De verwachting van zo
wel de advocaat-generaal bij de
Hoge Raad, mr. J.Remmelink, als
de advocaat van de IRA-leden, mr.
W.van Bennekom, is dat het hoog
ste Nederlandse rechtscollegevan-
daag tot het oordeel zou komen dat
uitlevering toelaatbaar is.
Telex
Iran, dat de IRA-leden "vrij
heidsstrijders" noemt, liet zijn am-
den die elementen behandeld, die
historisch uit de oorlog en de bezet
ting zijn voortgevloeid, zoals het
herstel van de democratie, de eco
nomische wederopbouw, de zuive
ring. bijzondere rechtspleging,
rechtsherstel, de worsteling met de
Republiek Indonesië, de fundamen
tele verandering van de plaats van
Nederland in de wereldpolitiek en
de beschrijving van de groepen, die
geschonden uit de oorlog zijn voort
gekomen.
De hoeveelheid bronnenmate
riaal die De Jong hiervoor moet
Lou de Jong beschrijft Helfrich
als een gekweld en gedeprimeerd
man, die hoewel geplaatst op een
sleutelpost, het werk dat hij te
doen kreeg niet als zinvol kon erva
ren. Een papieren admiraal zonder
manschappen, die bovendien door
de geallieerden onkundig werd ge
houden van voorgenomen opera
ties. In de Britse en Amerikaanse
Marinestaven was men van me
ning dat Helfrich de zeestrijd
krachten in de Java Zee nodeloos
zware verliezen had doen lijden.
Daarom hield men hem op afstand.
Ook Helfrich leed daar zwaar on
der. Al hielden velen hem voor een
ruwe zeebonk; in werkelijkheid
was hij een gevoelige man. Hij liet
over zich lopen. 'Een zielige man',
noemde de lt. gouverneur-generaal
dr. H.J. van Mook hem. Anderen
zagen hem als 'een in elkaar gezak
te pudding van ellende'. De abomi
nabele omstandigheden waaron-
«•der de Nederlandse admiraliteit op
het weinig inspirerende eiland
Ceylon op een ondraaglijk hete zol
derverdieping gedoemd was om,
vrijwel zonder bemoeienis met de
eigenlijke oorlogvoering, uitslui
tend administratieve taken te ver
richten, droegen ertoe bij dat Hel
frich zich fanatiek ging verzetten
tegen alles wat hij als een aantas
ting van zijn positie zag. Dat leidde
tot een reeks van conflicten met de
andere hoofdrolspeler in dit dra
ma, dr. Van Mook.
Ongepolijste figuur
Hubertus van Mook was in Se-
marang op Java geboren, als kind
van een onderwijzer die op het
standpunt stond dat Nederland tot
taak had Indië te helpen om zo
spoedig mogelijk geheel te emanci
peren. Dat heeft het leven van Van
Mook bepaald. Een man met een
formidabele werkkracht, over
tuigd van zijn capaciteiten, onge
duldig, 'een ongepolijste figuur'.
Hij was soms ruw in zijn uitlatin
gen, maar dat werd hem slechts
door zijn Nederlandse omgeving
kwalijk genomen; in het Ameri
kaanse milieu gold dat als een
voordeel.
Indië was zijn vaderland en hij
koetserde de hoop dat door de Ne
derlandse aanwezigheid aldaar een
gemenebest zou ontstaan waarin,
op basis van rassengelijkheid spra
ke zou zijn van een harmonisch sa
mengaan van Indonesiërs, Arabie
ren, Chinezen en Nederlanders.
Daarom meende hij dat in de oor
log concrete toezeggingen moesten
worden gedaan en voorbereidende
maatregelen moesten worden ge
troffen, waardoor de vorming van
een autonoom Indië duidelijk in
het vooruitzicht werd gesteld en
waarbij meer rekening moest wor
den gehouden met de kracht van
het Indonesisch nationalisme.
Dat concept heeft het beleid, van
Van Mook als lt. gouverneur-gene
raal en als minister van koloniën in
de regering in Londen bepaald. Hij
spaarde zichzelf daarbij niet.
doorwerken is gigantisch - meer
dan 200.000 dossiers over de bijzon
dere rechtspleging, zes kilometer
archief over het rechtsherstel, ze
ventien dikke delen mei verhande
lingen over het conflict Indonesië.
'Ik hoop het manuscript in de herfst
van 1987 in te leveren. Dan is het
historiografische gedeelte van mijn
werk klaar en acht ik mijn taak
volbracht'.
Daarna volgt nog een 13de deel,
dg.t eind '88 zal verschijnen. Dat
behelst een overzicht van de tot
standkoming van het gehele werk
en van de correcties die in de loop
der jaren op vorige delen zijn aan
gebracht. Het zal voorts een alge
meen register bevatten. Er komt
een weerklank in van alle kritieken
die op het werk zijn uitgebracht.
Die zullen worden geselecteerd
door een commissie vantdrie histo
rici, die door minister Deetman
van onderwijs zullen worden aan
gewezen. Prof. dr. Lou de Jong zal
dan 26 delen hebben verzorgd, die
in de boekenkast 1,15 meter in be
slag nemen en bij elkaar ongeveer
duizend gulden kosten. Er zijn in
middels meer dan twee miljoen
boeken verkocht.
Belangrijke adviseur van Van
Mook was Charles van der Plas, in
Buitenzorg geboren en van vaders
zijde gedeeltelijk van Indische af
komst. Hij zag er uit als 'een Ara
bier'. welk beeld versterkt werd
door een in die dagen niet erg
gangbare lange baard.
Van der Plas had een bijzondere
kennis van land en volk van Indië
en op grond daarvan kon hij de
schaarse berichten die uit Indië
kwamen voor Van Mook analyse
ren. De richtlijnen voor de propa
ganda en de berichtgeving naar In
dië werden steeds door hem opge
steld. Het lag voor de hand dat,
toen Van Mook een adviseur moest
toevoegen aan de staf van de Britse
admiraal Mountbatten, tot wiens
gezagsgebied na augustus 1945 ge
heel Indonesië ging behoren, hij
daarvoor Van der Plas uitkoos.
Deze drie hoofdpersonen in dit
drama, zagen elkaar soms een jaar
lang niet. Zij schreven elkaar dan
zeer lange brieven, die na de oorlog
in het Rijksarchief in Den Haag
zijn opgeborgen. Het merendeel
daarvan, dat voor augustus 1945 is
geschreven, wordt door Lou de
Jong in zijn nieuwste böek voor
het eerst gepubliceerd.
Die brieven vormen een zeer le
vendige weerslag van de onver
saagde strijd van, vooral Van
Mook, om toezeggingen te doen
omtrent de autonomie van Indone
sië aan het door de Japanners be
zette volk. Maar ook van zijn hope
loze pogingen om mensen en mate
riaal vrij te kunnen krijgen om ac
tief deel te nemen aan de oorlogs
inspanning en daarmee een factor
van betekenis te kunnen worden.
Met Van der Plas heeft hij een ver
loren strijd gevoerd. De incompe
tentie van de regering in Londen,
de halsstarrige overtuiging van die
regenten dat de Indonesiërs er zop-
der de overschatte leiding van de
heilbrengende Nederlanders, al
leen maar een grote rotzooi van
zouden maken, moeten deze beide
mannen bitter hebben teleurge
steld. Voeg daarbij de onwil van de
geallieerden en van Australië om
Nederland daadwerkelijk te steu
nen het gezag over Indonesië op
nieuw, desnoods met militaire
middelen te verwerven, dan is de
onmacht van Nederland om zich
als koloniale mogendheid te hand
haven, duidelijk getekend. Presi
dent Roosevelt en generaal MacAr-
thur waren vol bewondering voor
de Nederlandse natie en Koningin
Wilhelmina, die zij graag een ple
zier hadden willen doen. Maar de
politieke partijen en met name de
socialistische regeringen van Cle
ment Attlee die voor de Japanse
capitulatie de conservatieve Chur
chill opvolgde en de Australi
sche Labour Party onder aanvoe
ring van oorlogsminister J.B. Chi-
fley, die tenslotte zou weigeren dat
Nederlandse gezagsbataljons in
BINNENLAND ECONOMIE
de praktijk niet de meest waar
schijnlijke optie", aldus de advo
caat van de twee Ira-leden.
Indien de Hoge Raad besluit dat
de twee, die in Groot-Brittannië
ook worden gezocht wegens het
plegen van bomaanslagen, mogen
worden uitgeleverd, dan resten de
IRA-leden nog twee rechtsmidde
len. Via een beroep op de Europese
Commissie voor de Rechten van de
Mens (en in hoger beroep het Euro
pese* Hof) kunnen zij uitlevering
voorkomen.
Onmenselijk
Daar wordt dan niet gekeken
naar het al dan niet politieke ka
rakter van de delicten, maar naar
de omstandigheden waarin de
twee komen te verkeren. Van Ben
nekom betoogde eerder in het pro
ces voor de Amsterdamse recht
bank dat hen een onmenselijke en
vernederende behandeling te
wachten staat. Een beroep op de
Commissie en het Hof in Straats
burg heeft geen schorsende wer
king. Via een kort geding zou de
minister van justitie nog gedwon
gen kunnen worden die uitspraak
af te wachten, maar ook daarover
toonde Van Bennekom zich in een
eerder stadium pessimistisch.
Australië werden opgeleid, maak
ten de dienst uit.
En van de werkelijke toestand in
de door Japan bezette Indische Ar
chipel wisten deze hoofdrolspelers
werkelijk helemaal niets door het
falen van de geheime diensten.
Geheime diensten
Geheime agenten moeten bij
hun werk noodgedwongen enige
steun hebben van de bevolking in
het land waar zij worden gepara
chuteerd. Van Ceylon en van Au
stralië uit is men aan de Neder
landse kant dan ook begonnen het
geheime werk op te bouwen in de
verwachting dat het enige steun
zou vinden bij de Indonesische be
volking. Men had er echter niet de
flauwste notie van hoe de Indone
siërs zich tijdens de Japanse bezet
ting zouden opstellen.
Niemand kon vermoeden dat ge
heime agenten in het geheel geen
medewerking zouden krijgen. De
aanwezigheid van agenten werd al
tijd aan de Japanners gemeld en
zelfs in de Minahassa, die toch al
tijd als de twaalfde Nederlandse
provincie was aangemerkt, pakten
de Indonesiërs de agenten zelf op
om ze aan de Japanners uit te leve-
'Zo is er in heel Zuidoost-Azië
geen land geweest waar de geal
lieerde geheime diensten een zo
grote frictie te overwinnen hadden
als in Nederlands-Indië, geen volk
dat als geheel zo weinig bereid was
zich voor Japans nederlaag in te
zetten als het Indonesische', zo
constateert dr. De Jong.
Er zjjn daarbij grove beleidsfou
ten gemaakt. In het eerste jaar wer
den alleen groepjes agenten uitge
zonden, die door Europeanen en
soms door zeer hoogblonde met
uitzonderlijk blauwe ogen wer
den geleid. De uitrusting van de
agenten leidde door onkunde om
trent de werkelijke situatie in In
donesië onmiddellijk tot herken
ning.
De Jong noemt zijn eigen ver
haal hierover 'een tragisch relaas',
omdat er zulk een pijnlijke tegen
stelling is tussen de povere resulta
ten die met het geheime werk zijn
bereikt en de moed die aan de dag
is gelegd door al diegenen die zich
voor geheime opdrachten ter be
schikking stelden. Het merendeel
is dan ook na vreselijke martelin
gen door de Japanners doodge
schoten of opgehangen.
Indië verloren
De parlementaire enquêtecom
missie heeft na de oorlog geconclu
deerd dat het een ernstige fout v^n
de Nederlandse regering is ge
weest om geen activiteiten te ont
wikkelen teneinde de splitsing van
het krijgstoneel in een Engelse en
Amerikaanse zone te beïnvloeden.
Volgens Lou de Jong is die conclu
sie te gemakkelijk getrokken. De
Amerikanen wilden de oorlogvoe
ring tegen Japan monopoliseren,
maar de Britten wilden die gebie
den behouden van waaruit Singa
pore kon worden heroverd. Daar
naast wilde de Amerikaanse poli
tiek niets van doen hebben met
operaties in die gebieden, waarin
Europese regeringen hun kolonia
le regimes wilden herstellen. Te
genover die belangen hadden Ne
derlandse pleitbezorgers weinig in
te brengen.
Lou de Jong neemt het de lei
dende kringen van ons land in die
tijd wel kwalijk dat zij zijn blijven
denken volgens traditionele lijnen.
Marine, leger en luchtmacht zijn
nimmer als eenheid beschouwd.
Een moderne, op integratie van de
krijgsmachten gerichte visie ont
brak. Daardoor werd de communi
catie met de Amerikanen, die dat
wel deden} zeer moeilijk.
De Jong geeft duidelijk aan dat
Van Mook, niet alleen een van de
weinige persoonlijkheden van in
ternationaal formaat in de regering
in Londen was, maar bovendien
een veel betere kijk had dan zijn
ambtgenoten op de problemen
waarvoor men in Indonesië zou ko
men te staan.
Over de beroemde 7-december-
toespraak van koningin Wilhelmi
na merkt De Jong 'achteraf bezien'
op: 'De regering had in december
'42 het recht op zelfbeschikking in
veel duidelijker bewoordingen
moeten erkennen, door toe te ze
gen dat zij bereid was een Indone
sische aanspraak bij de bevrijding
te honoreren, Indiën daarop door
de Indonesiërs prijs gesteld werd?'
Maar, het 'Indië verloren, ramp
spoed geboren', zat er bij de Neder
landers diep in. Zo diep dat de re
gering in Londen met de toespraak
van 7 december zelfs iets op de ge
voelens van het Nederlandse volk
als geheel vooruit liep. Wilhelmina
was in dat opzicht progressief,
maar niet genoeg, want zij getuig
de van te grote Nederlandse zelfge
noegzaamheid en van een te gering
besef dat het tijdperk van het wes
ters kolonialisme afliep.
De schrijver wil het 'tragisch'
noemen dat na de oorlog 'de Ne
derlandse autoriteiten als vanzelf
weer in het reactiepatroon beland
den van de koloniale overheerser
die, als alle andere middelen falen
met geweld zijn gezag tracht te
handhaven'. Men had kunnen we
ten dat de pogingen om door mid
del van politionele acties het gezag
in de Indische Archipel te herstel
len, met ernstige gevechten ge
paard zou gaan!
De Jong erkent dat het eerste na
oorlogse kabinet Schermerhorn
toen het tot grote troepenzendin
gen naar Indonesië besloot geens
zins het gevoel had dat daar een
'onderwerpingsoorlog' moest wor
den gevoerd; het was ervan over
tuigd dat de Indonesiërs be
schermd moesten worden tegen de
fascist Soekarno, die had geheuld
met de Japanners.
'De internationale constellatie
heeft evenwel bij het kabinetsbe
raad in september en october 1945
geen duidelijke rol gespeeld en de
ze is in de Tijdelijke Tweede Ka-,
mer in het geheel niet ter sprake
gebracht Het gaat niet te ver om
hier te spreken van een betreurens
waardig gebrek aan begrip voor de
internationale realiteit', aldus De
Jong.
En hij besluit met de opmerking
dat het ondanks alle kritiek toch
een verdienste van de regering in
ballingschap in Londen is geweest,
dat zij over het zelfbeschikkings
recht van Indonesië heeft willen
discussiëren. Geconfronteerd met
de uitroeping van de Republiek In
donesië, heeft Schermerhorn zelfs
dat niet gedaan.
DEN HAAG (GPD) - Tijdens de
oorlog in Nederlands-Indië heeft
zich een met het beruchte Eng-
landspiel te vergelijken drama
voorgedaan. Dat gebeurde op
Oost-Timor, het enige eiland in de
archipel waar groepen guerrillas
tot het einde van de Japanse be
zetting stand hebben weten te
houden.
Tussen de guerrillastrijders en
de Britse Special Operations Exe
cutive, de SOE, in Australië was
geregeld contact. Voorraden en
wapens werden door vliegtuigen
afgeworpen en ook kleine groepen
geheime agenten werden naar hen
toegezonden.
Een 'party' van twee Portuge
zen en een Australische marconist
viel in de tweede helft van 1944 in
Japanse handen. De marconist gaf
onder martelingen zijn codegehei
men prijs. De Japanners begon
nen daarmee een 'spiel'. De ver
antwoordelijke officier van de
SOE had dat niet in de gaten en
bleef voorraden en zelfs 'party's'
sturen naar punten die door de Ja
panners werden opgegeven.
Hoe lang dat heeft geduurd,
heeft Prof. dr. L. de Jong niet kun
nen achterhalen. Op een gegeven
moment werd de betrokken offi
cier door functionarissen van de
decoderingsdienst van SOE ge
waarschuwd dat er iets niet deug
de in de telegrammen van de Au
stralische marconist.
Na die waarschuwing ging de
officier pas over tot het zenden
van een zogenaamde 'blinde par
ty' naar Oost-Timor. Zonder dat
er een afspraak was gemaakt om
hen op te vangen, zagen de leden
uit het vliegtuig dat de Australi
sche marconist op de landings-
plek stond om daar, in het gezel
schap van drie Japanse militai
ren, nieuwe voorraden in ont
vangst te nemen. Toen hij daar
over werd ingelicht, brak de be
trokken officier het radiocontact
met de Japanners af.
Die officier was niemand an
ders dan majoor Seymour Bing
ham jr., die in augustus 1942
hoofd was geworden van de Ne
derlandse sectie van de SOE in
Londen. Die functie had hij begin
1944 moeten neerleggen omdat
was gebleken dat hij zich ander
half jaar lang had laten bedriegen
door de slimme Schreieder, hoofd
van de Duitse Siecherheits Dienst
in Nederland. In het door de Duit
sers opgezette Englandspiel wer
den vier en vijftig geheime agen
ten door de nietsvermoedende
majoor Bingham de dood in ge
jaagd.
In plaats van dat hij toen we
gens verregaande incompetentie
uit de dienst van SOE was verwij
derd, werd hij in april 1944 over
geplaatst naar SOE in Australië.
Daar ging hij op eenzelfde fatale
manier in de fout als eerder in
Londen. Dr. de Jong ziet daar een
nieuwe aanwijzing in, dat er bij
het Englandspiel van Engelse
kant geen sprake is geweest van
enige opzet niaar louter van kapi
tale blunders. Majoor Seymour
Bingham heeft na de oorlog ge
weigerd voor de parlementaire
enquêtecommissie te verschijnen.
bassade de volgende "spoedtelex"
verspreiden: "De Islamitische Re
publiek Iran overweegt zorgvuldig
deze vrijheidsstrijders politiek
asiel te verlenen daar de uitspraak
van de Hoge Raad hun leven in ge
vaar kan brengen".
De eerste-secretaris van de
Iraanse ambassade, N.Safawi, zei
desgevraagd dat het aanbod vanuit
Teheran gedaan is uit "humanitai
re overwegingen". Over het initia
tief van Iran is vooraf geen overleg
geweest met de IRA-leden of hun
advocaat, zo voegde hij er aan toe.
Hij zei overigens over aanwijzin
gen te beschikken dat de Hoge
Raad over het uitleveringsverzoek
van Londen negatief zal beschik
ken.
Uitgewezen
zonderlijke" en "ongevraagde" ac
tie van Iran gaat. "Ik betwijfel bo
vendien of mijn cliënten zonder
meer bereid zouden zijn om op een
dergelijk ongevraagd aanbod in te
gaan".
Van Bennekom zei dat het "in
theorie" mogelijk is dat de twee
IRA-leden bij een negatieve be
schikking van de Hoge Raad naar
Iran worden uitgewezen. "Dan
moeten zich wel zeer zwaarwegen
de omstandigheden voordoen. Er
is namelijk een verdragsverplich
ting tussen Nederland en Groot-
Brittannnië om uit te leveren, maar
niettemin kunnen er omstandighe
den zijn die het begrijpelijk of zelfs
geboden kunnen maken om on
danks de bestaande verdragsver
plichtingen toch niet uit te leveren.
Dan denk ik vooral aan vrees voor
schendingen van de rechten van de
mens of iets dergelijks. Dus in
theorie is het wel denkbaar maar in
PARIJS - Een nationale staking
van naar schatting vijf miljoen
rijksambtenaren heeft vandaag het
openbare vervoer, de posterijen en
onder meer het staatsonderwijs in
Frankrijk lam gelegd. De staking is
in zijn omvang de grootste zijn
door
Rudolph Bakker
sinds 1977. Staatsemployées in de
ruimste zin van het woord vinden
dat de regering-Chirac niet vol
doende garanties geeft voor de
handhaving van hun koopkracht.
Bovendien zijn ze het niet eens met
het plan van de regering het aantal
rijksbanen over de komende jaren
drastisch in te krimpen.
Vooral de spoorwegen en het
luchtverkeer werden door de sta
king ernstig ontwricht. Op bepaal
de trajecten zouden maar een op de
vijf treinen vertrekken. Op de
luchthavens waren het onder ande
re de verkeersregelaars die het
werk neerlegden. Het binnenland
se vervoer, maar ook de via Franse
luchthavens lopende internationa
le lijnen, hadden onder de staking
ingrijpend te lijden. Hoewel de sta
kers officieel en zoals gebruikelijk
hebben verklaard dat hun actie ten
doel heeft 'op te komen voor een
optimaal functioneren van de
openbare diensten' blijkt uit een
opinie-onderzoek dat 54 procent
van het Franse publiek voor de ac
tie geen waardering kan opbren
gen.
Franse ambtenaren hebben bij
het publiek geen goede pers. Men
wijst naar hen met de vinger als ze
ontevreden zijn en hanteert het ar
gument dat in een land met meer
dan twee miljoen werklozen de
ambtenaren dankbaar mogen zijn
dat ze niet ontslagen kunnen wor
den. Publicaties in de afgelopen ja
ren hebben bovendien aan het
licht gebracht over welk ingewik
keld maar doeltreffend netwerk
van voordelen de ambtenarenbon
den - en niet alleen de ambtena
renbonden - beschikken die maakt
dat de werkelijke tegenprestaties
voor hun arbeid aanzienlijk hoger
liggen dan de loutere getallen van
hun salarissen aangeven.
In de actie loopt ditmaal de poli
tiek neutrale 'Force Ouvrière' voor
op, die tijdens het socialistische
bewind in ledental de socialisti
sche CFDT voorbij was gestreefd.
Omdat de grote bonden het ook dit
keer weer niet eens zijn geworden
over een gezamenlijke actie, zou
den de manifestaties vandaag in
Parijs weer in gescheiden gelede
ren worden gehouden.
Prof. dr. L. de Jong bij de tot dusver verschenen delen.