Kernenergie is de mens niet erg toevertrouwd Grove schandalen en zwijgende overheden Me openhad rond Tsjernobil-ramp ten spijt: ZATERDAG 18 OKTOBER 1986 EXTRA PAGINA 25 Stralingsmeting in het hart van de Tsjernobil-centrale: uitgebreide veiligheidssystemen blijken moeilijk te bedienen. (fotoTassi In Wenen hebben honderden deskundigen de afgelopen weken gesproken over de toedracht en de gevolgen van het reactor-ongeluk in Tsjernobil. Ondanks de aanvankelijke openheid van de Russen bleek toch een aantal zaken onopgehelderd te zijn gebleven. En die betreffen met name de menselijke hand in dit zo omstreden proces van energie-opwekking. Hoe een ogenschijnlijk simpel experiment volkomen uit de hand liep. door Hans van Maanen Een enkel slordig experiment waarbij een paar veiligheidscircuits werden uitgeschakeld, was vol doende om dertig mensen binnen drie maanden te laten overlijden, tienduizenden binnen dertig jaar aan kanker te doen sterven, en een nog onberekend aantal mensen mis vormde kinderen te laten krijgen. Eind vorige maand kwam de Sowjet- Unie met het uitgebreide verslag van de gang van zaken in Tsjernobil, waar op 26 april van dit jaar een kernreactor ont spoorde. Westerse deskundigen reageer den verheugd op de openheid van de Russen, maar nu blijkt, na zorgvuldiger bestudering van de rapporten, dat er toch zaken onopgehelderd zijn geble ven. Andere gebeurtenissen hadden vol gens de scenario's niet eens „mogen" plaatsvinden. Een kernreactor, maar vooral het menseüjk gedrag daarbij, blijft geleerden voor verrassingen stel len. Angstaanjagend Allereerst een samenvatting van het rapport van de Russen. Het bestaat uit een kort algemeen deel en zeven bijla gen waarin allerlei technische zaken na der worden uitgediept. Het geeft een angstaapjagend beeld van ingenieurs die een vrij riskant experiment in een werkende reactor wilden uitvoeren en daartoe allerlei veiligheidssystemen af zetten. In plaats van, zoals hun bedoe ling was, de reactor te stabiliseren om te kijken op hoe weinig vermogen hij kon draaien, brachten ze alles in gereedheid voor een ongecontroleerde kernsplijting waarin, aldus het Amerikaanse tijd schrift Science in een commentaar vori ge week, „het onderscheid tussen een atoombom en een reactor-ongeval enigs zins vervaagde". Dat het experiment zo uit de hand liep is, technisch gezien, vooral te wijten aan een eigenschap van reactoren van het ty- pe-Tsjernobil. Als er koelwater ver dwijnt, neemt de kernreactie, dus de temperatuur, in bepaalde gevallen toe. Daardoor verdwijnt er, door koken, nog meer water en gaat de reactie nog har der. In de meeste westerse centrales (al thans in de burgerlijke, van militaire kerncentrales is amper iets bekend) loopt de kernreactie af als er water ver dwijnt. Het voordeel van het Russisch ontwerp is dat de reactor kan blijven draaien terwijl de brandstofstaven wor den verwisseld. Westerse reactoren moe ten worden stilgelegd, en ze zijn duurder om te maken en te exploiteren. Voorzien Uiteraard is in het probleem door de ingenieurs voorzien: er zijn in de Russi sche reactoren uitgebreide veiligheids systemen gebouwd om te voorkomen dat een kernreactie zichzelf zo „op zweept". Nu is gebleken dat die syste men moeilijk te bedienen zijn. Bovendien werkte Tsjernobil niet nor maal. Op 25 april, rond 1 uur 's nachts, draaiden de operateurs het vermogen te rug om de centrale te sluiten. Het was de bedoeling om met laag vermogen een proef te doen met, ironisch genoeg, een van de veiligheidssystemen. Men wilde zien hoe lang de centrale nog stroom kon leveren nadat hij was gesloten. Die stroom zou dan wellicht kunnen worden gebruikt om, in geval van nood, nog wat koelpompen aan te drijven. Dergelijke experimenten waren al eerder gedaan. Óm twee uur werd het experiment be gonnen met het afsluiten van het nood- koelsysteem. Dat werd gedaan om te voorkomen dat het in werking zou tre den: men wilde immers juist zien wat er gebeurt als het niet in werking treedt. Volgens het Russische rapport was dit een ernstige overtreding van de veilig heidsbepalingen. De volgende paar uren waren de inge nieurs bezig de centrale op het juiste vermogen te krijgen. Dat lukte niet erg. doordat in de reactor het gas xenon ont stond. Xenon is een splijtingsprodukt van radioactief jodium, en het vertraagt de kernractie. Dus het vermogen van de reactor daalde te sterk, nog meer dan de bedoeling was. Om dat te compenseren haalden de ingenieurs een groot deel van de regelstaven, die normaal gespro ken de reactie vertragen, naar boven. Onvermijdelijk Ook daarmee kregen ze het vermogen niet op het gewenste peil, maar ze beslo ten toch maar door te gaan. Doordat de reactor eigenlijk te koud was, was er naar verhouding te veel koelwater. Om te voorkomen dat de reactor zichzelf zou uitschakelen, trokken de operateurs ook de stekker uit dat veiligheidssysteem. Bovendien gingen de automatische re gelstaven vrijwel geheel omhoog uit de reactorkern. Doordat de pompen die voor de water toevoer moesten zorgen, steeds minder stroom kregen, verminderde de toevoer in de reactorkern nog verder. Het - achteraf gezien - onvermijdelijke ge beurde: op een gegeven moment was het probleem niet zozeer te veel koelwater, als wel te weinig, De gevolgen waren catastrofaal. Het weinige koelwater raakte aan de kook, en de kernreactie begon sneller te verlo pen. Na amper een halve minuut gaf de voorman het bevel op de noodknop te drukken (waardoor alle regelstaven weer in de reactor zakken en de reactie tot stilstand komt). Maar doordat alle re gelstaven omhoog waren getrokken, duurde het enige tijd voordat ze in de reactorkern zakten. Volgens het rapport bleef bovendien een aantal staven er gens steken. De operateurs lieten de re gelstaven toen gewoon naar beneden vallen. Maar het was te laat. Tussen de brand stofstaven was meer stoom dan water, de hitte kon niet weg. Snelle kerndeel tjes (waarvan de atoombom gebruik maakt) namen het over van langzame (die gebruikt worden voor de beheerste reactie). De brandstofstaven smolten en vielen in het water. Ook dat water ver dampte plotseling tot stoom, en de druk in.de reactor nam geweldig toe. Er volg de een explosie „die de reactor en een deel van het gebouw" vernielde. Overleden Door de ontploffing sproeide gloeiend radioactief materiaal over het terrein, waardoor meer dan dertig branden uit braken. Die branden waren dezelfde ochtend onder controle, maar ernstiger was dat de grafietkern, die de kernreac tie moet afremmen, vlam vatte. Pas op 6 mei, bijna twee weken na de ontploffing, werd de brand hier geblust; de piloten die boven de reactor vlogen om boor, zand, klei en lood op het vuur te laten vallen, zijn inmiddels overleden aan de hoge doses radioactiviteit die zij hebben binnengekregen. Volgens de officiële cijfers zijn nu 31 mensen aan verbrandingen en stralings ziekte overleden. Een gebied ter grootte van de provincie Friesland, waar 135.000 mensen woonden, is voor jaren onbe woonbaar. De schattingen van het aantal mensen dat door kanker, opgelopen door blootstelling aan lage doses, zal sterven lopen uiteen van dertigduizend tot een miljoen - dat is een verhoging van het risico met enkele procenten bo ven de normale kankersterfte. De cijfers variëren sterk omdat enerzijds onduide lijk is hoeveel radioactiviteit er precies is vrijgekomen - in ieder geval veel meer dan volgens de ergst denkbare scena rio's van de VS - en anderzijds omdat de geleerden het nog steeds niet eens zijn over de effecten van lage stralingsdoses. Die effecten worden voorspeld aan de hand van de gevolgen van de atoom bommen op Japan en op de gegevens die nadien beschikbaar zijn gekomen, onder meer met röntgenapparaten, kerncentrales en atoomproeven. Formules Radioactiviteit is hoe dan ook niet goed voor een mens. Zelfs de geringste dosis straling kan tot kanker leiden - er bestaat hier dus niet, zoals bij vergiften, een „drempeldosis" die ons lichaam nog veilig kan verdragen. Iedere blootstel ling is gevaarlijk, daarop is door deskun digen veel te weinig de nadruk gelegd. Uiteraard is de kans op kanker groter naarmate men aan meer straling wordt blootgesteld. Daarnaast is echter ook het soort straling van belang, plus het or gaan dat bestraald wordt, de manier van bestraling, en de duur en de hevigheid van de blootstelling. Stralingsdeskundi gen proberen dat allemaal wetenschap pelijk verantwoord in wiskundige for mules te vatten, maar dat lukt ze niet erg. De dosis die een mens binnen krijgt wordt in elk geval uitgedrukt in sieverts (vroeger in rem: 1 Sv 100 rem). De for mule luidt: als tienduizend mensen mensen aan 1 Sv worden blootgesteld, sterven er 125 aan daardoor opgelopen kanker, en krijgen er tweehonderd een misvormd nageslacht. Sommige geleer den achten deze schattingen veel te laag, andere veel te hoog. De vraag is dus, hoeveel sievert zal de wereldbevolking de komende jaren bin nen krijgen? Ook hier lopen de schattin gen zo sterk uiteen dat ten slotte de schattingen van het aantal vroegtijdige kankergevallen wordt gehuld in een waas van onzekerheden. Ze lijken vooral een kwestie van politieke voorkeur te zijn geworden. De discussies tussen de deskundigen in Wenen werden achter gesloten deuren gehouden. Niet eerlijk De Russische „allereerste, zuiver spe culatieve" schatting kwam tot 47.500 ex tra. De veiligheidsdirecteur van de IAEA, Morris Rosen, dacht op 26 augus tus aan 25.000 en twee dagen later nog slechts aan 10.000; de voorzitter van de Internationale Commissie voor Stralen- bescherming (ICRP), Dan Beninson, kwam zelfs niet verder dan 5100. Tot 1.000.000 kwam onder anderen de Ame rikaanse oud-hoogleraar John Gofman. Berekeningen over kinderen die vroeg tijdig door een erfelijke afwijking zullen overlijden, zijn nog nergens gemaakt. Nog minder nadruk wordt erop gelegd dat de kankersterfte hoe dan ook niet eerlijk onder de bevolking is verdeeld. Mensen van zestig zullen niet „vroegtij dig" aan kanker door straling overlijden, mensen die nu zestien zijn wel. Boven dien zijn kinderen in de groei veel ge voeliger voor straling - in alle bereke ningen wordt daarmee geen rekening gehouden. Hetzelfde geldt voor de onge boren vrucht en voor vrouwen. Het getal 125 per tienduizend per sievert is geba seerd op mannelijke werknemers, niet op vrouwen en kinderen. De genoemde aantallen lijken heel hoog, maar moeten volgens de deskun digen worden afgezet tegen de totale kankersterfte, en dan blijkt het ongeluk de kankersterfte met niet meer dan een paar procenten te verhogen. „De extra kankersterfte is statistisch niet waar neembaar tegen de achtergrond van de natuurlijke kankersterfte", of „komt overeen met twee sigaretten roken ex tra", heet het dan. Dat argument is bijna klakkeloos overgenomen door de mees te journalisten - en zo lijkt het, door ie dereen - maar het zal de te vroeg ster venden weinig tot troost strekken. Binnen enkele maanden na het on geval met de reactor in Tsjernobil kwam de Sowjet-Unie met een rapportage die zo uitgebreid was dat de westerse deskundigen met stomheid waren geslagen. De tra ditie bij ons is immers anders. Eind maart 1979 ging er iets mis met de kerncentrale van Three Mile Island nabij de Amerikaanse stad Harrisburg. De gevolgen voor de lichamelijke ge zondheid van omwonenden bleven goeddeels beperkt doordat er amper radioactiviteit ontsnapte. De industrie verloor echter veel van haar geloof waardigheid: tijdens rechtszaken over de'toedracht bleek dat veiligheidsrap porten waren vervalst en dat in een „patroon van misdadige overtredin gen" kleine en grote problemen ge heim waren gehouden om sluiting van de centrale te voorkomen. In 1985 ging een centrale in Ohio in de fout. Bijna fataal werd het ontbre ken van een extra pomp die was voor geschreven na het ongeval bij Three Mile Island. De aanschaf ervan werd steeds met behulp van advocaten uit gesteld omdat het een miljoen dollar bespaarde. Uit de Britse centrale in Windscale ontsnapte in 1957 een forse radioactie ve wolk. De gevolgen werden door het management eerst geheim gehouden, later ontkend en ten slotte gebagatelli seerd: een patroon dat zich bij vrijwel elk ongeluk sindsdien heeft herhaald. Zou het na Tsjernobil beter gaan? Enige weken geleden ontsnapte bij de gloednieuwe Franse centrale in Catte- nom licht-radioactief water. Geen tien tallen liters, zoals de Fransen eerst zei den, maar tienduizenden. Schandalen De geschiedenis van de kernenergie is er vooral een van grove schandalen, liegende directeuren en zwijgende overheden. Voor velen is dat al reden genoeg om niet op de ingeslagen weg voort te gaan. In 1975 zocht een technicus in de centrale van Browns Ferry met een kaarsje naar een lek in een leiding, waardoor plastic smolt en vijf koelsys temen buiten werking raakten. «Uit de kerncentrale Ginna kwam in 1982 straling vrij doordat zeven jaar eerder een paar stukken metaal bij een onder houdsbeurt waren blijven slingeren. Een centrale in Californië is verkeerd gebouwd doordat twee werktekenin gen werden verwisseld. In 1983 ging het bijna mis in de Salem I, toen het dubbele veiligheidssysteem onge merkt niet goed functioneerde. Een operateur begreep net op tijd wat er aan de hand was, maar het handvat van de noodschakelaar schoot los. Hoewel men niet wist wat er precies was ge beurd, draaide de centrale de volgende ochtend weer. Drie dagen later kwam dezelfde storing. Uiteindelijk bleek dat „iemand" een veertje in een spoeltje had bijgesteld, waardoor het systeem wat minder vaak vals alarm gaf. Toch zoekt de IAEA, het internatio nale bureau voor atoomenergie, het nog steeds in het nog verder opvoeren van de veiligheidseisen en het verbete ren van het ontwerp - kortom, in de techniek. Maar ook de nieuwste kern centrale heeft mensen nodig. Voor het beoordelen van de veiligheid van kern centrales is niet zozeer kennis van de kernfysica vereist als wel kennis van de arbeidspsychologie - mensenken nis, zo men wil. De meeste bedrijven maken een keu rige, efficiënte indruk van buitenaf, maar de werknemers kunnen allemaal een boekje opendoen over blunders, hoogmoed en foute beslissingen van de leiding. Extra voorzieningen kosten te veel geld, een prestigeproject wordt doorgedrukt, veiligheidsbrillen wor den voor een koopje aangeschaft. Overwerk is vanzelfsprekend, een schouderklopje kan er niet af. Niet zo nauw De werknemers nemen het op hun beurt niet zo nauw met de voorschrif ten. De slecht zittende veiligheidsbril len blijven af, de machine wordt met een ijzerdraadje gerepareerd, de gas fles blijft even open. Aan de andere kant worden oi\juiste brandinstructies verbeterd, zinloze voorschriften niet opgevolgd, en handigheidjes bedacht om de ergste fouten in het ontwerp goed te maken. Het is niet zelden te danken aan menselijk ingrijpen dat al les nog net goed gaat. Strenger toezicht of hogere veiligheidseisen kunnen hieraan niets veranderen. Het is de menselijke factor, en zonder mensen kan er niet worden gewerkt. Er is niet de geringste reden om aan te nemen dat mensen die in kerncen trales werken anders werken dan ande ren, noch dat Russische arbeiders an ders in elkaar zitten dan westerse werknemers. Ook zij repareren kleine defecten wel even zelf, herstellen fou ten van anderen, en beseffen ten slotte niet meer dat ze met gevaarlijke spul len werken. Dan komt het ongeluk. Tienduizen den mensen zullen vroegtijdig aan kan ker overlijden, miljoenen guldens zijn al uitgegeven aan noodmaatregelen, en jarenlang zal extra waakzaamheid en onderzoek geboden zijn. In Tsjernobil waren heel gewone Russische ingenieurs bezig. Geen spe ciale, misdadige of incompetente lie den. Ze kenden de centrale waarschijn lijk als hun broekzak, hadden veel er varing en waren eraan gewend met kernenergie om te gaan. Ze waren han dig en schakelden een paar lastige voorzieningen uit. Met alle gevolgen vandien. Menselijk, al te menselijk. HANS VAN MAANEN Harrisburg 1979: vervalste rapporten deden industrie veel van haar geloofwaarigheid verleizen. Windscale 1957: een ontsnapte radioactieve wolk werd eerst geheim gehoudenlater zelfs ontkend. Hamm 1986: de directie van deze Westduitse kerncentrale trachtte een incident in de doofpot te houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 25