Onze voorouders
in kaart gebracht
Tot Ons Nut En Genoegen Is Deze Opgericht'
Uit verenigingsnamen valt veel wanhopig gepeins af te leiden
ZATERDAG 18 OKTOBER 1986
EXTRA
Op 24 oktober begint in het Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie aan de
Hooglandse Kerkgracht te Leiden een tentoonstelling getiteld 'Dieren, vroeger
en nu'. De tentoonstelling is opgezet in samenwerking met het Rijksmuseum
voor Natuurlijke Historie en geeft een gedetailleerd beeld van de talloze
diersoorten die de aarde gedurende de laatste miljard jaar hebben bevolkt.
Een aantal hoofdonderwerpen wordt met maandelijkse lezingen in de filmzaal
van het museum nader toegelicht; het spits werd onlangs afgebeten door prof.
dr. A. Brouwer, gasthoogleraar Paleontologie te Leiden, die een overzicht gaf
van wat er allemaal voor dieren op onze planeet hebben rondgezwommen,
-gekropen of-gelopen.
door Ben Apeldoorn
De vroege primaat Proconsul Africanus wordt door velen beschouwd
als de gemeenschappelijke voorloper van zowel de huidige mensapen als
de mens. Recent vond met aanwijzingen dat dit mysterieuze wezen
waarschijnlijk zijn vier ledematen gebruikte om zich te verplaatsen zo
als tegenwoordig de gorilla doet. Proconsul leefde volgens de schattingen
ongeveer 15 miljoen jaar geleden.
Ongeveer 30 miljoen jaar geleden
zwierven door het vroegere Azië kolossa
le zoogdieren die volkomen anders wa
ren geschapen dan de meeste van hun
tijdgenoten. Hier is een ver familielid
van de neushoorns te zien: Indricothe-
rium. Hij was bijna zes meter hoog, rust
te op vier zware drietenige poten en
lijkt een beetje een kruising tussen een
nijlpaard en een giraffe.
De drie meter hoge, vleugelloze Phororhacos die door velen
wordt beschouwd als de reusachtige voorloper van de loop
vogel emu. Hij was, met zijn afschrikwekkende snavelkop
die groter was dan het hoofd van een volwassen paard, een
vleeseter. Zijn prooi bestond meestal uit reptielen en
zoogdieren. Phororhacos leefde ongeveer 30 miljoen jaar ge
leden.
Diplodocus Carnegii. Met zijn lengte van 30 meter de grootste, maar niet de
zwaarste derDinosauriërs; hij woog maar 35 ton. Diplodocus leefde in de uitge
strekte moerassen van het Jura-tijdperk, zo'n 150 miljoen jaar geleden. Hij
zwierf rond in gebieden waar nu de Amerikaanse staten Wyoming, Utah en
Colorado liggen.
Als we eens een paar minuten letten
op wat we allemaal voor diersoorten
in onze onmiddellijke nabijheid
kunnen zien, dan komen we eigen
lijk al tot een heel respektabel aan
tal. Zelfs in het kleinste tuintje we
melt het in de herfst van allerlei
spinnen, en tussen de gele en bruine
bladeren kruipen allerlei insekten
en wormen rond waarnaar driftig
scharrelende merels op zoek zijn.
Hoog boven ons vliegt een formatie
zwanen, kraanvogels, ganzen of eenden,
terwijl op enkele meters afstand een
koolmeesje poogt een pinda op te eten.
In de keuken ligt een hond lodderig naar
een half dozijn ruziënde mussen te kij
ken en een kat doet een uitval naar een
muis die nog juist een muurplint weet te
bereiken.
We staan bij die verscheidenheid aan
dieren, reeds op zo'n kleine schaal, ge
woonweg niet stil. Tegenwoordig zijn er
op de gehele wereld alleen aan insekten
al ongeveer een miljoen soorten. Het
precieze aantal is niet eens bekend om
dat het al ondoenlijk is al die soorten in
kaart te brengen, laat staan uitgebreid te
bestuderen. De verscheidenheid aan le
vensvormen op onze planeet is onvoor
stelbaar groot.
'Oersoep'
Levensvormen op onze planeet kwa
men, zo leren de alleroudste fossielen
ons, al drieeneenhalf miljard jaar gele
den voor. Het was een uitermate primi
tieve vorm, niet meer dan een microsco
pisch klein celletje met een membranen-
huidje eromheen. Misschien nog wel een
half miljard jaar eerder moet ergens die
even mysterieuze als onbekende stap
van chemische naar organische evolutie
zijn gezet. In die 'oersoep' van voorna
melijk stikstof- en waterstofverbindin
gen ontstonden, bij voortdurende inwer
king van ultraviolet licht van de zon en
bliksemontladingen, op den duur ami
nozuren, de bouwstenen van de eiwit
ten. Een zekere rangschikking daarvan
moet de 'vonk' zijn geweest die de stap
naar echt leven overbrugde.
Overigens bestaan er ook theorieën
waarin wordt beargumenteerd dat het
leven op aarde oorspronkelijk uit de
ruimte afkomstig is. Geen nieuwe theo
rie; de Zweedse bioloog Arrhenius ver
kondigde dat al tachtig jaar geleden. Bo
vendien toonden laboratoriumexperi
menten van de Leidse onderzoekers
Greenberg en Weber aan dat bepaalde
bacteriesoorten in de vorm van sporen
(inkapselingen) een miljoenen jaren lang
verblijf in de ruimte zonder kunstmatige
bescherming zouden kunnen overleven
waarmee het voor deze micro-organis
men theoretisch mogelijk moet zijn om
van het ene naar het andere zonnestelsel
te reizen.
Afkomstig uit het heelal of niet, die
eerste oercelletjes hadden in d^J eerste
begin nog niet de beschikking over een
celkern waarin, in de vorm van chromo
somen, genetisch erfelijk) materiaal
lag opgeslagen. De kernloze eencelligen
moeten een soort stofwisseling hebben
gehad die wel wat leek op de foto-syn
these van onze huidige flora. Kooldioxi
de uit de oeratmosfeer werd met behulp
van zonne-energie omgezet in organi
sche stoffen. Er kwam bij dat proces ook
wat zuurstof vrij, maar dat werd ogen
blikkelijk gebonden (bijvoorbeeld aan
ijzer).
Vrije zuurstof in onze aardse damp
kring begon pas twee miljard jaar later
voor te komen. Rond anderhalf miljard
jaar geleden vond er bij de eencelligen
een geweldig belangrijke verandering
plaats: ze bleken zich te hebben voor
zien van een celkern. Misschien was de
relatie cel-celkern oorspronkelijk een
parasitaire verhouding die later uitgroei
de tot symbiose (een soort organische af
hankelijkheid die beide lichaampjes
profijt opleverde).
Stimulans
Het was ook de tijd waarin vrije zuur
stof in de dampkring begon voor te ko-
men. De evolutie kreeg in die tijd een
geweldige stimulans. Uit kolonies een
celligen (mgt kern) ontstonden meercel
lige organismen waarin de diverse cellen
Talloze oprichters van
verenigingen hebben hun even
breedvoerige als moralistische
clubleuzen zó vindingrijk achter
luttele letters weten te verstoppen,
dat die in combinatie met elkaar
een clubnaam zijn gaan vormen.
Soms ligt die afkorting zó goed in
de mond dat zelfs trouwe leden
ervan uit gaan dat de stichters van
de vereniging destijds de naam
van een Romeinse held hebben
geleend voor de clubnaam.
door Gerard van Putten
Neem de sportvereniging Tonegido uit
Voorburg. Secretaris Vis weet maar al te
goed dat de meeste jongere contributie-
betalers er niet van op de hoogte zijn dat
tussen de letters puntjes moeten staan.
Dat T.O.N.E.G.I.D.O op 1 februari 1924
het licht zag met het devies: „Tot Ons
Nut En Genoegen Is Deze Opgericht".
Nederland is een land van afkortin
gen. Bepaalde grootwinkelbedrijven
voeren sinds mensenheugenis een paar
letters als handelsmerk; onderwijsin
stellingen, politieke partijen, vele sport
clubs en omroeporganisaties laten zich
al evenzeer kort en bondig betitelen.
Sommige lettercombinaties hebben in
de loop der tijd hun wezenlijke beteke
nis verloren. Achter de programma's
van bijvoorbeeld de VPRO zullen nog
maar weinig kijkers en luisteraars vrij
zinnige protestanten vermoeden. Maar
zelfs degenen die zich maar al te graag
op hun vooruitstrevende levensbe
schouwing laten voorstaan, blijken op
verenigingsvergaderingen menigmaal
bevangen door het vleugje conservatis
me dat voldoende blijkt om toch maar
weer af te zien van een nieuwe club
naam.
Bij VTL en AGOW, voetbalvereni
gingen die hun domicilie respectievelijk
in Leiden en Apeldoorn hebben, beslo
ten de leden na verloop van tijd wèl een
andere uitleg te geven aan de afkortin
gen. Van oorsprong personeelsvereni
ging van de Verenigde Touwfabrieken
Leiden, voelden de leden van de Leidse
voetbalclub zich geruime tijd na sluiting
van het desbetreffende bedrijf geroepen
VTL voortaan synoniem te verklaren
voor Vlug, Trouw en Lenig. Daarente
gen houden de schakers van de gelijkna
mige schaakvereniging de herinnering
(of groepen van cellen) zich op specifie
ke taken begonnen toe te leggen: zintui
gen, voortplanting, beweging, spijsver
tering, enzovoort.
Funktie-differentiatie heet dat tegen
woordig. De meercelligen groeiden al
dus uit tot dieren waarvan de oudste fos
sielen (670 miljoen jaar) ons leren dat er
in die tijd in zeeën en oceanen een merk
waardige, bizarre skeletloze fauna voor
kwam. Die fauna bestond uit holtedie-
ren, kreeftachtigen, wormen en kwallen
waarvoor de tegenwoordige paleonto
loog de verzamelnaam 'weekdieren'
heeft bedacht omdat ze van een skelet
verstoken waren.
Fossielen van die oude weekdieren
worden daarom ook maar weinig gevon
den, in tegenstelling tot fossielen van ge
wervelde dieren. De naam 'gewerveld'
zegt het al: die beesten hadden een ske
let waaraan hun hele hebben en houden
was 'opgetuigd'. In honderden miljoe
nen jaren oude aardlagen is de kans op
een gave afdruk van een (hard) skelet
veel groter dan van een weekdier. De
kennis van fossielgroepen is daarom on
getwijfeld zeer ongelijk verdeeld.
De eerste gewervelde dieren dateren
van 500 miljoen jaar geleden. Het waren
vissen die in plaats van schubben van
een bepantsering waren voorzien. Uit
die vissen kwamen later de amfibieën
voort die de eerste kruipbewegingen, of
misschien wel schreden, op het al be
groeide vaste land zetten. Doordat ze
een skelet hadden waren ze, in tegenstel
ling tot de weekdieren, geschikt zich
ook op het land te bewegen.
Wereldheersers
Die eerste schreden op het land vielen
ongeveer samen met de vorming van
een ozonlaag in onze dampkring waar
door de dodelijke ultraviolette straling
van de zon grotendeels werd weggefïl-
terd. De amfibieën waren voor hun
voortplanting echter nog wel op het wa
ter aangewezen. In de loop der tijden
ontwikkelden zich zowel in zee als op
het land talloze diervormen.
Sommige soorten groeiden als het wa
re uit tot wereldheersers zoals in het Me-
sozoïcum (de Middentijd) met de reptie
len gebeurde. Deze dieren waren voor
hun voortplanting niet meer van het wa
ter afhankelijk. Ze legden eieren met
een kalkschaal en sommigen brachten
later in hun evolutie ook levende jongen
ter wereld. Door hun flexibiliteit en aan
passingsvermogen waren ze, van groot
tot klein, geweldig succesvol. Geduren
de meer dan honderd miljoen jaar wis
ten ze zich op onze planeet te handha
ven.
Maar 63 miljoen jaar geleden was het
afgelopen met hun heerschappij; gelijk
tijdig ging het Krijttijdperk, de ongeveer
60 miljoen jaar geduurd hebbende laat
ste geologische periode van het Mesozoï-
cum, langzaam over in het Kenozoïcum
(de Nieuwe Tijd). De Sauriërs verdwe
nen en maakten plaats voor een nieuwe
diersoort: de zoogdieren wier evolutie in
luttele miljoenen jaren een geweldige
vlucht nam. Dergelijke vrij 'plotselinge'
massale verdwijningen, gepaard gaande
met het opkomen van geheel nieuwe
soorten, markeren ook de grenzen tus
sen andere geologische tijdperken. We
moeten overigens bedenken dat die
'grenzen' perioden van miljoenen jaren
bestrijken.
Over de mogelijke oorzaken van Qie
plotselinge omwentelingen zijn vooral
de laatste jaren imposante theorieën ten
beste gegeven. Veel geleerden neigen er
toe die oorzaken te zoeken in al of niet
periodiek optredende kosmische kata-
strofes zoals geweldige inslagen van ko
meten of planetoïden (kleine planeten),
'hoestbuien' van onze zon, relatief dicht
bij exploderende zware sterren of inter
stellaire stofwolken die ons planeten
stelsel zo nu en dan doorkruisen. Weer
andere onderzoekers houden het op ty
pisch aardse dingen zoals veranderingen
in de aardkorst, intensief vulkanisme,
wijzigingen in het magnetisch veld van
de aarde en de daarmee misschien nauw
in verband staande klimatologische ver
anderingen. Maar omdat zelfs de geolo
gische grensgebieden tussen de belang-
derd voorzien van het voorvoegsel 'RK',
maar de vereniging met de meest stich
telijke naam huist zonder twijfel in het
Zuidhollandse Nootdorp: RKDEO. Na
vraag bij secretaris Van Es leert evenwel
dat 'DEO' niets te maken heeft met een
Hogere Macht, maar allés met 'Door
Eendracht Omhoog'.
Vermoedelijk vervuld van de aloude
overtuiging „geef hun brood en spelen"
hebben ook werkgevers, die toen nog
gewoon bazen werden genoemd, nogal
eens de aanzet gegeven tot de oprichting
van een sportvereniging voor perso
neelsleden. Zoals Geert Willem Sikkens
uit Sassenheim, destijds directeur van
de locale verffabriek. „Heel vroeger, dik
vijftig jaar geleden, betekende GWS dan
ook Geert Willem Sikkens", vertelt de
huidige secretaris De Zwart. „Maar de
Nederlandsche Voetbalbond verbood
die benaming, vandaar dat het uiteinde
lijk 'Goede Wilskracht Sterkt' is gewor
den".
In Maassluis zweert de voetbalclub
VDL evenwel onverminderd trouw aan
Van der Lely, de directeur van de vroe
gere touwfabrieken. En het Rotterdam
se Coal komt er nog altijd voor uit dat
het eens is ontstaan door toedoen van
enige sjouwers van de Steenkolen Han
delsvereniging. De baas, een zekere Klu
wen, bleek bereid het materiaal te finan
cieren; als tegenprestatie nam men de
naam van het bedrijf over. Al vond men
het sjieker staan die naam te verengel
sen: Coal Trading Association dus in
plaats van Steenkolen Handelsvereni
ging.
De voorliefde voor Engelse termen
was in de beginjaren van deze eeuw toch
groot, getuige het grote aantal FC's
(LFC, AFC, DFC, HFC, etc.). Zekere
Haarlemse voetbalfanaten droegen om
streeks 1919 de 'English Style' weer op
een andere manier uit. Na de keuze voor
geelzwarte clubkleuren was de vereni-
gingsnaam TYBB oftewel 'The Yellow
Black Boys' snel verzonnen.
School en sport hebben nogal eens in
eikaars verlengde gelegen; de gymnas
rijkste perioden al miljoenen jaren be
slaan, is het ook goed mogelijk dat de
massale veranderingen in het planten
en dierenrijk een samenloop van al die
ingrijpende faktoren is geweest.
Al die ontwikkelingen zijn we te we^
ten gekomen dank zij de stille fossielen
in oude aardlagen; fossielen die zonder
twijfel slechts het topje van die steeds
smeltende en weer aangroeiende ijsberg
vormen die in de eindeloze en meren
deels nog onbegrepen zee van tijd en
evolutie drijft. Staande voor één van die
vele kleurenplaten waarop een tropisch
oerwoud uit het Carboon met allerlei
merkwaardige dieren is afgebeeld, be
kruipt je onwillekeurig de gedachte dat
wij er nu zijn dank zij het feit dat zij er
eens zijn geweest.
Dieren vroeger en nu. Museum voor Geolo
gie en Mineralogie. Openingstijden op week
dagen: van 10-17 ,uur, zaterdag gesloten, zon
dag van 14-15 uur. Edukatieve groepen (bijv.
scholen) gratis. De tentoonstelling begint op
24 oktober op de Hooglandse Kerkgracht 17
te Leiden en duurt tot 26 april 1987.
tiekles heeft meer dan eens geleid tot de
geboorte van een sportclub. Sterker
nog: de Amsterdamse onderwijzer Nico
Broekhuysen zou in 1902 het korfbal
hebben uitgevonden. Geheel in de geest
van Broekhuysen begon KNS in Oegst-
geest te 'Korfballen Na Schooltijd'. Maar
ook de voetbalverenigingen HBS
(Houdt Braef Stand), MULO .(Met Uiter
ste Leeuwemoed Opwaarts) en HAVO
(Haalderen Voorop) vonden vrijwel ze
ker in het onderwijs hun oorsprong.
Menig sportclub afficheert zichzelf als
kwekerij voor gezonde lichamen. Zoals
in Klaaswaal SSS (Sport Staalt Spieren)
en in België Waterschei/THOR, dat Tot
Heil Onzer Ribbenkasten een clubleven
leidt.
Uit verenigingsnamen valt soms veel
af te leiden. MMO uit Hoogmade maakt
er geen geheim van, het is 'Met Moeite
Opgericht'. By de Zeeuwse rugbyclub
Oemoemenoe wisten 'twijfel en wan
hoop' zich al evenzeer tussen de agenda
punten van de oprichtingsvergadering
te dringen. Voorzitter Hans van Dijk
herinnert zich die augustusdag van 1971
nog als de dag van gisteren: „De ene na
de andere naam vloog over de tafel,
maar niemand was enthousiast over de
voorstellen. Op een gegeven moment
riep iemand wanhopig: Oemoemenoe?
Zeeuws voor: wat moeten we nu? Dat is
het dan geworden".
Afkortingen, ze hebben menige hu
morloze grappenmaker de inspiratie ge
geven tot het uitvinden van andere bete
kenissen. Bij KGB in Bovenkarspel wor
den ze zo langzamerhand moe van de
„afgezaagde" vraag of men van doen
heeft met voetballende leden van de in
Nederland gedetacheerde leden van de
Russische geheime dienst. „We bestaan
langer dan de Russische KGB", is de
overtuiging van secretaris Steltenpool.
„Wij heten Kolpings Glorie Blijft, naar
de Duitse kapelaan Adolf Kolping die
een jaar of vijftig geleden jeugdvereni
gingen voor werkloze katholieke jonge
ren heeft gesticht".
Het Hillegomse SIZO, dat speelt in
zwart oranje, geniet een kwalijke repu
tatie: 'Schopt Iedereen Zaterdags Open'.
En een verslaggever van 'De Dordte-
naar' had het ooit over 'Elf Boeren Op
Hol', toen hij EBOH in minder goede
doen aan het werk zag. Dat EBOH stond
en nog altijd staat voor 'Eendracht
Brengt Ons Hooger', hebben spelers, be
stuurders en aanhang er letterlijk bij
hem ingehamerd.
aan de Verenigde Touwfabrieken onver
anderd levend.
Bij AGOW, op 25 februari 1913 bij de
Nederlandsche Voetbal Bond aange
meld als 'Apeldoornsche Geheel Ont
houders Voetbal Vereeniging', begon
nen de leden op den duur het beoefenen
van sport zonder het genot van een
druppel drank toch saai te vinden. „Tot
het begin van de jaren twintig hebben ze
hier op een droogje gestaan", weet de
huidige secretaris A.G. van der Neut, die
zeker zegt te weten dat hij in de eerste
jaren na oprichting alleen al vanwege
zijn naam niet in aanmerking zou zijn
gekomen voor een bestuursfunctie. „Om
het binnen de club wat gezelliger te ma
ken, hebben ze toentertijd het drankver
bod opgeheven. 'Apeldoornse Geheel
Onthouders Voetbal Vereeniging' werd
gewijzigd in 'Alleen Gezamenlijk Oefe
nen Voert Verder'. Ik geef toe, het is wat
moeizaam bijeengeharkt. Maar als lief
hebber van een borrel vind ik het wel
gezelliger klinken dan het oorspronkelij
ke verenigingsmotto, al is er ook nu bij
AGOW niet veel meer te krijgen dan
een glas sherry".
Niet elke club is gegrondvest op origi
naliteit. Bij het bedenken van de naam is
menigmaal plagiaat gepleegd. In Neder
land zijn er zes MW's; VIOS (Vooruit
gang Is Ons Streven) uit Den Haag kreeg
navolging van VIOS Warmenhuizen
(Vooruit Is Ons Streven) en min of meer
ook van FIOS (Fier Is Ons Streven).
Creatieve naapers bestaan niet alleen
in Japan. De allereerste bestuurders van
de Rotterdamse voetbalvereniging
HION moeten ook tot dat slag hebben
behoord. Ze wilden hun club per se do
pen met 'Hollandia', maar hun probleem
was dat voetballers uit Hoorn al in 1898
zich onder die naam hadden verenigd.
Het compromis werd gevonden met de
keuze voor de afkorting HION, ofwel
'Hollandia Is Onze Naam'.
In hun streven een oorspronkelijke
clubnaam te bedenken, zijn andere ver
enigingsoprichters kennelijk doorgesla
gen. Het Enkhuizer DINDUA (Door In
(tekening: Ron Alma)
spanning Nuttig, Door Uitspanning
Aangenaam) is daar een voorbeeld van,
maar het kan nóg geforceerder. In Goes
zfin de oprichters van de plaatselijke
voetbalclub in 1895 gaan stoeien met de
letters G.O.E.S. en uiteindelijk werd ge
vonden 'Gezamenlijk Opwaarts Een
drachtig en Sterk', terwijl men het in Ze
venaar heeft gezocht in een al te ludieke
naamkeuze ten bate van de volleybal
club. Het woord volleybal werd omge
draaid, zodat de supporters voorgoed
zijn veroordeeld tot het roepen van:
„hup Labyellov'.
De geestelijkheid heeft in vroeger ja
ren een gewichtige rol gespeeld bij de
eerste verenigingsbijeenkomsten. In het
Limburgse zijn vele sportclubs c