Zonder aanleiding in elkaar geslagen *We nemen die angstgevoelens heel serieus' ZATERDAG 11 OKTOBER 1986 EXTRA ^BJJLAGymr^JE^EIDSCH^A^HEN^AGB^D PAGINA 19 'Een 23-jarige Leidenaar die winkeletalages bekeek, is door drie jongens vastgepakt en bewerkt met een scherp voorwerp'. 'De politie heeft drie jongens in de kraag gegrepen. Het drietal hield fietsers aan die zonder licht reden. De fietsers werden vervolgens in elkaar geslagen'. 'Vrijdagnacht zijn drie Leidenaars aangehouden omdat zij op de Breestraat zonder enige aanleiding iemand ernstig in het gelaat hadden geschopt'. Drie willekeurige berichten uit maandagkranten. Dergelijke gevallen van openlijke geweldpleging zijn, zeker in het weekeinde, geen uitzondering. Drie slachtoffers praten over hun ervaringen met openlijke geweldpleging. Aansluitend: hoe politiemensen tegen dit probleem aankijken. Groenteman G. Mank: "Het was op een zaterdagavond. Ik denk dat het een uur of zes was en ik bracht nog wat laatste bestellin gen weg. Onder andere bij Corto- na, dat vrouwenopvanghuis aan de Haagweg. Ik stop met mijn au to en aanhangwagen zo rechts mogelijk van de weg en doe mijn alarmlichten aan. Ik doe dat wel vaker zo. Ook op de Breestraat bijvoorbeeld. Nooit problemen mee gehad, en op dat tijdstip is het ook niet zo druk op de Haag- weg". "Alle auto's gingen er gewoon langs. Alleen de auto direct achter de mijne bleef staan. Er zaten twee jon gere mannen en één oude man in. Toeterend en scheldend. Ik maak ,zo'n gebaar van: rustig aan, ik ben zo 'terug. Ik loop naar binnen met mijn bestellingen en ben zo snel mogelijk weer terug bij mijn auto. Op dat mo ment zie ik dat één van die gasten is uitgestapt en een deuk in mijn auto trapt. Ik loop terug, Cortona weer in en zeg: waarschuw de politie even. Eenmaal weer buitengekomen, vraag ik aan die jongen: waarom doe je dat nou? Voor ik er erg in had, had ik de eerste klap al te pakken". Te pakken "Ze springen met zijn drieën bo venop me en één slaat precies met zijn knokkel in mijn nek. Hij heeft blijkbaar een zenuw geraakt, want la ter in het politiebureau begon ik zo maar te tollen. Heb ik echt een week flink last van gehad. Er stonden nog allerlei mensen omheen, maar die durfden geen hand uit te steken. Ze kenden die lui wel, van die echte rel schoppers. Dronken als een tor na tuurlijk. Ja, dat gebeurt je dan zo maar. Het is toch niet te geloven". "Ze waren al gevlogen toen de poli tie aankwam. Het gekke is dan dat er niets meer aan te doen is. Ik heb nog wel een aanklacht ingediend, maar bij vernieling moet de politie ze ken nelijk op heterdaad betrappen. Ik zou natuurlijk altijd zelf nog stappen kunnen ondernemen. Maar daarvoor heb ik geen tijd en ik weet niet eens zeker of het iets zou helpen. De repa ratie van de auto heeft me wel dui- door Bart Jungmann zend gulden gekost. Dat blijkt niet te verhalen". "Nee, angst achteraf heb ik niet. Ik ben niet zo bang uitgevallen en als het erop aankomt weet ik mezelf wel te redden. Het rotte is alleen: jè ben er niet op voorbereid. Maar voor de vol gende keer weet ik het wel. Dan zal ik niet de eerste zijn die een klap krijgt. Dan neem ik wel het heft in eigen handen. Inderdaad, eigen rechter. Met alle gevolgen vandien, want dan ben ik degene die iemand slaat". "Ik zou wel graag willen weten wat er nu verder is gebeurd. Eigenlijk wel vreemd dat ik verder niets meer heb gehoord van de politie. Maar laat ik niet te hard schreeuwen, want de po litie is een goede klant van me. Ik werd wel een paar weken later gebeld door een man die zei: u bent toch de heer Mank die mishandeld is. Ik schrok me rot. Ik dacht: dat zijn die lui. Maar het bleek die stichting voor slachtoffers van mishandeling. Of ik nog psychische hulp nodig had. Was niet zo, maar ik vond het wel leuk, die belangstelling. Ik heb ook nog een platenbon van ze gekregen. Ik zei als geintje tegen die man: als ik er nou elke keer een platenbon voor krijg, dat zou niet gek ziin". Patatje halen Geert Giezen: "Ik ging 's avonds laat met een vriend nog een patatje halen op de Breestraat. Ik bleef in de auto wachten, terwijl hij de snackbar binnenliep. Daar waren al twee meis jes en een jongen die we allebei ken den. Ze hadden woorden met vier gasten. De deur niet dichtgedaan of iets dergelijks. Die patat was nogal zout, dus ik ging nog even naar bin nen om twee biertjes te halen. Dat he le clubje ging net naar buiten en die ruzie was nog steeds aan de gang". "Toen ik buiten kwam, zag ik dit jongen op straat liggen. Helemaal i puin. Die vier jongens sloegen in c die twee meisjes en toen ben ik er met mijn vriend tussen gesprongen. Normaal gesproken sta ik mijn man netje wel, maar tegen vier van die gasten kan ik ook niet op. Ze hebben een paar tanden uit mijn mond gesla gen en mijn neus stond een beetje scheef. Ik ben daarvoor nog naar het ziekenhuis gegaan, maar hij bleek ge lukkig niet gebroken. Ik heb daarna nog een tijdje wapens gedragen uit zelfbescherming, maar ik heb verder nooit meer last gehad. Moet je eigen lijk bij mijn buurman zijn, Mike. Die heeft vaker problemen". Mike: "Ik heb al zo vaak klappen gehad. Een keer bij het LVC in de Breestraat. Ik had een pompje van een andere fiets gehaald omdat mijn band zacht was. Word ik opeens op mijn schouder getikt en voor mijn kop geslagen. Ik heb daar nog steeds een beetje last van. Ook een keer in de steeg naast V D. Ik passeer twee jongens en krijg zomaar een klap voor mijn kop. Het zijn eigenlijk al tijd dezelfde lui". Geert: "Van die disco's. Die komen dan uit een discotheek. Ze hebben behoorlijk wat gezopen en gaan dan ruzie lopen zoeken. Doodziek word je van die gasten". Doelwit Een student: "Ik heb liever niet mijn naam in de krant. Studenten vormen toch een beetje de doelgroep van die lui en je weet nooit of ze nog wat van plan zijn. Het gebeurde in ja nuari van dit jaar, 's avonds rond één uur. Ik was samen met mijn vriendin en een huisgenoot naar Den Haag ge weest en we hadden de auto op het Rapenburg geparkeerd. We liepen door de Houtstraat en aan de andere kant van de weg liep een jongen met ons op. Mijn vriendin moest om iets lachen en die jongen dacht dat ze hem uitlachte. Hij zei: er valt niks te lachen. Op dat moment kwamen er vier andere jongens aan. Ze riepen 'vuile rotstudent' en begonnen er meteen op in te slaan. Ik ben er nog steeds niet achter of ze wat met die andere jongen te maken hadden". "Mijn huisgenoot liep iets vooruit en die is snel naar huis gerend. Heeft de andere huisgenoten gemobiliseerd en de politie gewaarschuwd. Ze wa ren er gauw bij. Er was nog niet zo veel gebeurd. Ik had alleen nog maar een blauw oog. Ik laat me natuurlijk ook niet zomaar in elkaar slaan. Nee, mijn vriendin bleef gelukkig onge deerd". "Die jongens hebben ze om de hoek op het Rapenburg aangehou den". De politie heeft later nog ge beld dat ze hun gerechte straf hadden gekregen, maar ik weet dat verder niet zo precies. Kan me ook niet zo veel schelen. Ik heb er verder geen (foto Loek Zuyderduin) nacht van wakker gelegen. Maar mijn vriendin wel en dat vind ik eigenlijk het vervelendst van de hele zaak. Die durft de straat niet meer op". "Ja, die agressie tegen die studen ten is duidelijk aanwezig, hoewel ik er maar uit een bepaalde hoek, de Mi- nerva-hoek, over kan oordelen. Ik heb een jaar lang in het bestuur van de sociëteit gezeten ^n weet dus uit ervaring dat er zat lui zijn die naar binnen willen om keet te trappen. We waarschuwen de nieuwe leden ook voor die agressie. Zeggen tegen de meisjes dat ze niet alleen naar huis moeten gaan, maar in een groepje of met een jongen". "Ik vind het trouwens wel moeilijk om iets in het algemeen over die agressie te zeggen. Ik weet bijvoor beeld niet van andere gevallen of er wat is terug gezegd, of iets dergelijks. Je moet natuurlijk nooit aanleiding geven. Niet met gaatjesschoenen bij Samantha's (een discotheek in Lei den, red.) voor de deur gaan brallen. Dat is vragen om moeilijkheden". i had, had ik de eerste klap al te Geert Giezen dezelfde lui". "Het is bepaald overdreven te stellen dat je 's avonds de straat niet op kunt, omdat je dan grote kans loopt in elkaar te worden ge slagen", zegt politievoorlichter D. Graveland. "Stagiares bij de Leidse politie reageren vaak heel verbaasd als ze hier meisjes 's nachts alleen zien fietsen. In andere steden komt dat niet voor", zegt J.H. La Rivière, hoofd geüniformeerde dienst en plaatsvervangend korpschef. "Maar laat wel één ding duide lijk zijn: we nemen die angstge voelens heel serieus", zegt N. van Ooik, hoofd recherche, jeugd- en zedendienst. "Geweldpleging is bij ons prio riteit nummer één. Dat staat bo ven alles", zegt E. van der Som- me, hoofd justitiële dienst. Openlijke geweldpleging is het on derwerp waarover vier Leidse politie mensen zich deze ochtend buigen. Burgers die zonder een duidelijke aanleiding worden mishandeld. Maar de term openlijke geweldpleging be hoeft een betere definiëring, zo blijkt als Van Ooik artikel 141 uit het wet boek van strafrecht tegen het licht houdt. Daarin wordt gerept van ob jecten. Behalve mensenmishandeling kan dat dus ook de de vernieling van een winkelruit inhouden. In het artikel is bovendien nog het voorbehoud opgenomen dat het ge weld door ten minste twee mensen moet worden gepleegd en dat het zich op de openbare weg moet afspe len. "Daarom is ook moeilijk in cij fers uit te drukken hoe vaak zoiets nu voorkomt. Als iemand kennelijk zo maar door een ander in elkaar wordt getimmerd, beschouwt iedereen dat gauw als openlijke geweldpleging, maar voor de wet is dat iets anders. En als een groepje aan het rotzooi trappen is, voelen mensen zich ook bedreigd, maar dan praatje weer over baldadigheid". Van Ooik heeft niettemin cijferma teriaal bij elkaar gezocht en vertelt dat er in de eerste zes maanden van dit jaar 76 gevallen van openlijke ge weldpleging zijn geconstateerd. Zes tig maal is proces-verbaal opge maakt, 37 gevallen werden opgehel derd en in 15 gevallen werden ver dachten voorgeleid voor de officier van justitie. Cijfers die Van Ooik in zijn overtuiging sterken dat politie èn justitie veel belang hechten aan de bestrijding van openlijke geweldple ging. Misleidend Of de cijfers in vergelijking met vo rige jaren zijn gestegen, durven de politiemannen niet te zeggen. Niet al leen omdat je openlijke geweldple ging moet zien in verband met even tuele stijging van de totale criminali teit, maar ook omdat er tegenwoordig anders wordt gerekend bij de politie. Van Ooik: "Zoiets is moeilijk in cij fers uit te drukken. Cijfers zijn in fei te de grootste leugenfactor. Als ik mij een tijdlang intensief bezighoud met een zware zaak, dan is mijn oplos singspercentage laag. Ondervraag ik een heroïnverslaafde die in korte tijd twintig diefstallen bekent, dan is mijn oplossingspercentage hoog". Maar als de politiemensen op hun gevoel afgaan, is het in Leiden onvei liger dan vroeger? La Rivière: "Tja, ik vind dat zo moeilijk. Er wordt zo gauw gezegd dat het vroeger niet zo erg was. Maar ik herinner me bijvoor beeld dat er tien jaar geleden zo'n ge- weldsgolfje was rond het Rapenburg. Ik denk dus dat er weinig is veran derd". Van der Somme: "Er zijn zoveel factoren waarmee je rekening moet houden. De gemiddelde leeftijd van mensen die uitgaan, is lager gewor den. Het leefpatroon is veranderd. Je kunt nu om tien uur een kanon af schieten in een café. Dat begint pas tegen een uur of elf te lopen. Alles bij elkaar is het in het weekeinde een stuk drukker. Het concentreert zich bovendien veel meer op één gebied en daardoor komt er ook veel meer boven water". Van Ooik: "Vroeger was het om half drie rustig in de stad. Tegen woordig gaat het tot veel langer door. Maar als ik zie dat jongens en meisjes van pakweg vijftien jaar 's avonds laat frank en vrij door de stad lopen, dan denk ik: het valt wel mee. En hoe vaak komt het niet voor dat er in het rapport drie meldingen zijn van openlijke geweldpleging. Je denkt dan: nou, nou, het is "flink raak ge weest. Maar dan blijkt het om één groepje te gaan dat die nacht door de stad is getrokken". Van der Somme: Voorkomen Voor zover het in haar mogelijkhe den ligt, probeert de politie die klap pen te voorkomen. Er wordt in het weekeinde druk gesurveilleerd. In uniform en in burger, te voet en per auto. De ervaring heeft inmiddels ge leerd dat de controlerende taak ei genlijk louter moet worden uitgeoe fend in het centrum, ruwweg be grensd door Pririsessekade, Bree straat, Hooigracht en Langegracht. Zeker negen van de tien gevallen van openlijke geweldpleging spelen zich daar af. La Rivière: "We werken volgens een bepaald plan om ook de burgers het gevoel te geven dat we er zijn en dat ze bij ons terecht kunnen. Het is namelijk van het grootste belang dat de burgerij zelf ook attent is". Van der Somme: "Ze kunnen ons beter tien keer teveel waarschuwen dan één keer te weinig". Van Ooik: "Het is bij die surveillan ce een soort hobby van mij om ergens in een portiek aan de Haarlemmer straat te gaan staan. Om eens te kij ken wat daar allemaal gebeurt. Dan zie ik bijvoorbeeld dat een dronken meisje door anderen heel hard tegen een winkelruit wordt geduwd. Tot mijn verbazing houdt die ruit het, maar voor hetzelfde geld breekt-ie. Dan zouden de mensen dus wakker worden, de politie wordt gewaar schuwd en hup: je hebt weer een ge val van openlijke, geweldpleging. Van die toevalligheden hangt het eigen lijk af. En er is daarbij nóg een be langrijk verschil: ik lach me rot als ik een paar van die dronken mensen in de weer zie, maar een ander zou zich er bedreigd door voelen". Waarmee we weer uitkomen bij de angstgevoelens die niet helemaal kloppen met de werkelijkheid. Neem de Haarlemmerstraat. Graveland: "Iedereen denkt dat je beter 's avonds niet op de Haarlemmerstraat kunt lopen, terwijl we per jaar toch maar een paar meldingen van die straat binnenkrijgen. Valt dus eigen lijk best mee. Maar het is er stil en iedereen ervaart dat als bedreigend". Of de angst van studenten dat zij een speciaal doelwit zijn. Graveland: "Blijkt ook niet uit de rapporten. Maar zo'n verhaal gaat dan als een lo pend vuurtje door de sociëteiten". Van Ooik: "En dat bedoel ik met het serieus nemen van die gevoelens. Als jij klappen krijgt en je hoort dat iemand anders in je kennissenkring onlangs hetzelfde is overkomen, dan wordt die angst heel reëel. Wij mogen dat niet zomaar wegwuiven". Schadefonds Volgens oud-commissaris Van An- del van de Haagse politie is er overi gens te weinig aandacht voor slacht offers van geweldsmisdrijven. Justi tie en politie zijn volgens hem alleen maar ingericht op het pakken van dieven en dat gaat ten koste van de hulp aan slachtoffers. De kritiek klinkt de Leidse politiefunctionaris sen bekend in de oren. Van der Som me onderkent de verwijten, maar weet niet hoe er bij de huidige wetge ving meer gedaan kan worden. "De mogelijkheden om het slachtoffer te begeleiden zijn gering. De rechten van de verdachte zijn stevig veran kerd. Dat is in de loop der jaren zo gegroeid, maar de aandacht voor het slachtoffer groeit daarentegen onmis kenbaar". Plaatsvervangend korpschef La Ri vière: "Als de dader plannen heeft voor financiële genoegdoening, zul len we daarbij zeker ook bemidde len". Van der Somme: "En we geven het slachtoffer ook altijd bericht van de afloop van de zaak. Veel meer kun nen we momenteel niet doen". Naar de mening van Van Andel is dat alles nog onvoldoende. Hij wijst op landen waar slachtoffers worden betrokken bij de rechtsgang en waar in het vonnis ook naar mogelijkhe den van financiële schadeloosstelling wordt gezocht. De gepensioneerde commissaris zit in het bestuur van de stichting Scha defonds voor Slachtoffers Geweld misdrijven. Al ruim tien jaar probeert deze particuliere stichting bijstand te verlenen aan slachtoffers. In eerste instantie psychisch, maar indien mo gelijk ook financieel. Van Andel: "Bijvoorbeeld als een bril kapot wordt geslagen en het ziekenfonds niet uitkeert". Als voorbeeld van een zich wijzi gende houding noemt Van der Som me een project waarmee de Leidse politie in december gaat beginnen. De voornaamste doelstelling daarvan is het slachtoffer van een gewelds misdrijf in materieel opzicht een ze kere schadevergoeding te geven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 19