Gouden griffelwinnaé
Willem Wilmink gaf
het kind-zijn nooit op
Honing niet extra gezond
KINDERBOEKEN
WEEK
WOENSDAG 8 OKTOBER 1986
PAGINA 23
8 T/M 18 OKTOBER 1986
ETEN EN DRINKEN
Als het aan de Nederlandse porseleinfabriek Mosa ligt moeten wij onze traditionele ideëen over serviezen
enigszins op de helling zetten.
In de nieuwe serie Fantasy van Mosa gaat het allemaal anders toe. Borden kun je niet alleen als bord
gebruiken, maar ook als deksel of als onderzetter onder een van de schalen. De modernere opvattingen
omtrent serviezen blijkt ook uit het gegeven dat Mosa als startset heeft gekozen voor een tweepersoons
servies en niet voor de traditionele zespersoons-uitvoering. De prijs voor deze set is f99,95.
Willem Wilmink met zijn met goud
"Mensen hebben vaak de nei
ging om te denken: hoe ingewik
kelder iets is, des te meer stelt het
voor. Onzin dus. Laat Oek de Jong
maar eens een jeugdboek schrij
ven, dan leert hij tenminste duide
lijk formuleren. Nu schrijft hij veel
te vaag. Dat geldt niet alleen voor
proza. Veel hedendaagse poëzie
lijkt meer op een cryptogram.
Sommige dichters hebben de nei
ging moeilijk te schrijven, zodat er
in Vrij Nederland weer heel moei
lijke besprekingen van hun werk
kunnen verschijnen. Een kwestie
van interessant doen. Oh, oh wat
zijn we weer knap. Ik hou meer
van poezie die klinkt en helder is".
Wat kan poëzie voor iemand be
tekenen? Wilmink: "Anders dan
een verhaal zegt een gedicht iets op
een heel directe manier met weinig
woorden. Een vers over liefde bij
voorbeeld kan voor iemand die
verliefd is heel aansprekend zijn.
Op de achterkant van mijn boek
staat onder meer: "soms zijn ge
dichten kleine bronnen voor een
groot stuk geschiedenis, soms is
het om 't gevoel begonnen waar
ook jouw hart zo vol van is".
boek. (foto anp)
Waardevol
In Wilminks boeken, vooral in
Het verkeerde pannetje, klinkt het
geloof van de schrijver in het goe
de en waardevolle van het leven
door, ondanks ellende en angst.
Het verkeerde pannetje bevat
jeugdherinneringen (met name
over de oorlog), waarin de zin voor
rechtvaardigheid, het nobele en
het goede wordt benadrukt. Het is
een idylüsch boek met een licht-
ironische ondertoon, want Wil
mink legt subtiel maar haarscherp
de schijnheiligheid van mensen
vast.
"Ik geloof inderdaad sterk in het
goede van het leven. Ik groeide op
in Twente tijdens de Tweede We
reldoorlog. Bombardementen,
overvalwagens, kinderen die op
eens niet meer op school kwamen.
Doodsbang was ik. Dat heeft een
groot stempel op mijn leven ge
drukt. Vanuit die achtergrond
schrijf ik ook".
"Mijn ervaringen in de oorlog
hebben me ook heel rechts ge
maakt. Zoiets van 'dat nooit meer'.
Ik heb dan ook iets tegen mensen
die onze democratie aan hun laars
lappen. Donder dan op, denk ik".
BIJ GOED BEWAREN HEEL LANG HOUDBAAR
Al meer dan tien jaar
schrijft Willem Wil
mink (50) teksten in
de vorm van verha
len, liedjes en gedich
ten. Legendarisch
zijn de kinderpro
gramma's De S tra te-
makeropzeeshow en
J.J. de Bom, waaraan
hij zijn medewerking
verleende. Momen
teel levert hij teksten
voor onder meer Se
samstraat en Kinde
ren voor Kinderen.
Volgend jaar ver
schijnt een proef
schrift van zijn hand
over de dichter Hen
drik de Vries.
Aanleiding tot een
gesprek met de in
Zeist woonachtige
schrijver is de bekro
ning van zijn boek
"Waar het hart vol
van is". Dit tweede
deel van zijn schrifte
lijke cursus gedich
ten voor jongeren
vanaf 12 jaar is een
Gouden Griffel toege
kend.
"Waar het hart vol
van is" gaat vooral
over de emoties die
poëzie kan oproepen.
Op subtiele en inne
mende wijze vertelt
Wilmink een en ander
over interpreteren
van gedichten. Is dat
nodig? Ja, meent de
auteur. "Waar je hart
vol van is, daar loopt
je interpretatie van
over". Hetgeen kan
leiden tot misver
standen.
Niet dat dat echt
een bezwaar is, want
je kunt teksten mooi
vinden zonder te we
ten wat het precies
betekent. Waarom
dan toch die interpre
tatie? Als antwoord
citeert Wilmink een
Chinese dichter: "Als
je een cadeautje
krijgt, is het toch óók
leuker dat je 't eerst
moet uitpakken?".
stelt dat met 'gij' de gestorven ge
liefde van de dichter wordt be
doeld, moet een leerling dat maar
geloven. Maar misschien heeft de
dichter het helemaal niet over zijn
geliefde maar over de melkboer".
"Wat ik wil zeggen: als iemand
aan een gedicht een speciale uitleg
geeft die het eigenlijk niet heeft,
laat hem dan maar. Later wordt die
uitleg vanzelf verrijkt of bijgesteld,
want interpretatie verandert naar
mate je ouder wordt en meer erva
ringen opdoet. Hoewel vaak de eer
ste indruk van een gedicht en de
sfeer die het in je oproept zich blij
vend vastleggen in je herinnering".
Moeilijk
Waarom slaat poëzie niet bij een
breed publiek aan? Is het te moei
lijk? Wilmink is daar heel duidelijk
over. "Er is niks moeilijks aan. Ik
begrijp niet waarom niet meer
mensen gedichten lezen. Het is
niet afhankelijk van leeftijd of op
leiding. Misschien is het een kwes
tie van onbekendheid. Ik snap het
niet, te meer omdat de wartaal van
een dominee op de kansel kenne
lijk wèl wordt begrepen".
"Neem nou dit gedicht van Her
man Gorter". Wilmink citeert en
kele versregels: "Zie je, ik hou van
je. Ik vin je zoo lief en zoo licht. Je
oogen zijn zoo vol licht. Ik hou van
je, ik hou van je". Wilmink: "Sim
peler kan het niet, maar de mensen
in zijn tijd begrepen er geen don
der van. Gorter kreeg woedende
reacties".
Wilmink is een schrijver die niet
houdt van overbodige woorden.
Hij schrijft heel ingedikt, vermijdt
verwarrende beeldspraak en onno
dige verfraaiingen. Zijn boeken
zijn helder en duidelijk, leesbaar
en begrijpelijk voor iedereen. "Be
wust schrijf ik heel eenvoudig. Van
de vijf volgeschreven vellen, komt
er één in het boek. Echte leesfana-
ten hóuden niet zo van mijn boe
ken. Die vinden ze te dun. Er wordt
vaak ten onrechte neergekeken op
het schrijven van een jeugdboek.
Maar helder en eenvoudig schrij
ven is niet zo gemakkelijk als het
lijkt".
door Edith Tulp
Gisten
„Door de hoge concentratie van
suikers", zegt Looyen, „is honing
goed te bewaren. Wel moetje er re
kening mee houden dat honing
vocht aantrekt, wat ten koste gaat
van de suikers. Als er te weinig sui
kers in zitten gaat het gisten. Bij
een gistingsproces komt er alcohol
vrij. Bijen hebben dan ook een ver
schrikkelijke hekel aan alcohol-
lucht, want dat doet ze denken aan
het bederf van hun eigen voedsel.
Iemand die een glaasje op heeft
kan dan maar beter uit de buurt
van bijen blijven. Verder kun je ho
ning het beste in een donkere kel
der bij een graad of twaalf bewa
ren. Als het dan ook nog op hygië
nische wijze in de pot is gedaan,
blijft het jaren en jaren goed".
is het belangrijk dat honing niet
boven de veertig graden wordt ver
hit, want dan gaan de enzymen en
de inhibine kapot.
Honing trekt vocht aan en werkt
slijmoplossend bij een verkoud
heid. Verder bevatten vooral de
donkere soorten honing veel mine
ralen en sporenelementen, zoals ij
zer, koper, mangaan en silicium,
die voor het lichaam onontbeerlijk
zijn. In tegenstelling tot wat veel
mensen denken bevat honing wei
nig vitaminen.
„Honing is een belangrijk onder
deel van het voedselpakket, maar
je moet het niet zien als een medi
cijn", meent woordvoerder Krab-
benborg van de Vereniging ter
bevordering van de bijeenteelt.
„Het is beslist niet zo dat hoe meer
honing je eet hoe gezonder je
wordt. Ook denken mensen vaak
dat je niet dik wordt van honing.
Het is wel zo dat honing minder ca
lorieën bevat, maar wil je de thee
net zo zoet maken als met suiker
dan moet je er drie lepels honing in
doen en dat heeft hetzelfde dikma
kende effect".
Grondstoffen
Een bijenvolk bestaat uit ruim
50.000 bijen. De koningin legt de
eitjes en een paar honderd darren,
mannetjesbijen, bevruchten die.
De duizenden werkbijen zorgen
voor de broed en vliegen uit om de
grondstoffen voor de honing te ha
len. Die grondstoffen zijn nektar,
suikerhoudende vloeistof die plan
ten afscheiden, en honingdauw,
een zoet kleverige stof die vooral
bladluizen afscheiden op bladeren
en stengels van planten. Nectarho-
ning bevat veel eiwitrijk stuifmeel
en enzymen, in honingdauw zitten
meer vitaminen en sporenelemen
ten. Deze twee soorten zijn meestal
gemengd.
De basisingrediënten vermengt
de bij in haar honingblaas met
speeksel. Om het goedje in te dik
ken pompt ze het uit de honing
blaas, zuigt het weer op en dat doet
ze net zo lang totdat er een groot
deel van het water is verdampt. De
honing rijpt verder in de raten en
als ze vol zijn sluiten de bijen de
raat af met een wasdekseltje. Op
dat moment kan de imker de raten
uit de kast halen.
Piet Looyen, imker sinds 1956 in
het Brabantse Nispen, heeft twaalf
bijenvolken en wint ongeveer 35
kilo honing per jaar. Er zijn tijden
geweest dat de produktie hoger
lag. „Nu", zegt hij, „moet je geen
bijen gaan houden omdat het zo
veel oplevert. De drachtplantenflo-
ra heeft al sinds de jaren dertig met
de eerste landbouwvernieuwingen
een enorme verarming doorge
maakt. Met de komst van bestrij
dingsmiddelen die alles kapot ma
ken wat de boer niet op het land
wil, zijn de belangrijkste gewassen
voor de bijen, als klaver, koren
bloemen èn paardebloemen, nage
noeg verdwenen. Boekweit, heel
geliefd bij bijen, is al jaren buiten
cultuur omdat het geen kunstmest
verdraagt.
De ruilverkaveling heeft
er voor gezorgd dat de heggen met
katjes, frambozen en bramen zijn
verdwenen. Het ergste zijn de che
mische bestrijdingsmiddelen. Als
imker wordt je er keihard mee ge
confronteerd. Vandaag spuit de
boer, 's morgens is er weer een
volk ziek of dood. Wettelijk is het
verboden om te spuiten op bloe
men en bloesem. Maar probeer het
maar te bewijzen dat je bijen daar
aan dood gegaan zijn. Ze vliegen
nu vooral op lindebloesem, fruit-
bloesem natuurlijk en koolzaad.
Het beste nog is om in de stad bijen
te houden. Daar is een permanente
bloei en er worden minder vergif
ten gebruikt".
Imker Piet Looyen laat de binnenkant i
bijenkast z
Het lage produktiepeil, ook door
klimatologische omstandigheden,
is volgens Looyen de voornaamste
reden dat binnenlandse honing
duurder is dan buitenlandsè, die
ons vooral uit Oosteuropese lan
den, Mexico, Argentinië en Canada
bereikt.
Dries van der Woerd, medewer
ker op 'De Rit', verdeelcentrum
voor imkerijprodukten, voegt
daaraan toe: „Een Nederlander eet
nu eemaal graag honing van eigen
bodem omdat hij denkt dat die be
ter is. Dat is niet altijd zo, maar de
prijs wordt daarom wel behoorlijk
opgeschroefd".
Volgens Krabbenborg ligt het
prijsverschil vooral aan de markt
economie. „Mexico en de Oosteu-
ropse landen zitten verlegen om
harde valuta", zegt hij, „met rege
ringssubsidie komt de honing hier
tegen een lage inkoopprijs bin
nen". Ook hij wijst erop dat buiten
landse honing niet slechter van
kwaliteit is, mits er niet mee is ge
knoeid. Krabbenborg: „De imker
zelf, dus de bron, levert goede ho
ning af, maar onderweg kunnen er
nog wel eens suiker of geur- en
smaakstoffen aan toegevoegd wor
den. Wel is er een Honingbesluit
die bepaalt dat een honing niet als
honing mag worden verkocht als
deze snel en boven de veertig gra
den is verhit. Watje dan koopt heet
bakkers- of industriehoning. Ho
ning wordt snel vloeibaar bij een
hoge temperatuur en blijft dat ook.
Een voordeel is dat niet, want de
enzymen zijn kapot en de kans op
bederf is groter. Onder de veertig
graden gaat de honing sneller
kristalliseren. Veel mensen den
ken dan dat het niet meer goed is.
Het tegendeel is waar. De kristalli
satie is het eindstadium in de ont
wikkeling van de honing en ver
hoogt juist de kwaliteit".
"Van belang voor mij is dat ik het gevoel heb dat ik besta,
werkelijk leef en nog steeds van alles mee maak. Veel
mensen gaan op in allerlei dingen, in het maken van carriè
re bijvoorbeeld, en bestaan dan niet meer als mens. Kinde
ren trekken me aan, omdat zij zich veel meer bewust zijn
van het leven en wat dat betekent. Ze denken over van
alles na, iets wat volwassenen al lang verleerd zijn. Die zijn
meer geïnteresseerd in materiële zaken, het hebben van
een huis of auto. Volwassenen verknoeien een hoop in hun
leven".
Weinig schrijvers kunnen zich zo goed in kinderen ver
plaatsen en hun denkwereld verwoorden als schrijver Wil
lem Wilmink. Verwonderlijk is dat niet. Wilmink is het
kinderlijk denken - in de meest positieve zin - nooit kwijt
geraakt.
Hichtumprijs toegekend voor zijn
boek "Het verkeerde pannetje".
Daar komt dit jaar de Gouden Grif
fel by voor zijn poëziecursus "Waar
het hart vol van is".
Het bekroonde boek is de twee
de bundeling van Wilminks ge
len?", vroeg iemand Wilmink
laatst. Interpreteren kun je op ver
schillende manieren, meent de au
teur. Je moet niet zó in een gedicht
gaan wroeten, dat het vers alle
charme en bekoring verliest. Dan
maak je iets stuk. Maar interprete-
door Margot Klompmaker
Voordat de mensheid suiker
gebruikte, was honing het eni
ge zoetmiddel dat men kende.
Daarom was het kostbaar. Zo
kostbaar dat in het oude Egyp
te een potje honing net zo
waardevol was als een ezel of
een os. Bovendien beproefden
artsen tot diep in de midde
leeuwen het goedje als genees
middel voor open wonden,
keel- en longaandoeningen,
maag- en darmklachten, oog-
wonden en zelfs als tegengif bij
een overdosis opium. Ook als
conserveermiddel bleek het
uitstekend te werken, getuige
de vondst van potjes honing in
een Egyptische pyramide die,
verzegeld met was, na duizen
den jaren nog eetbaar was. Nu
is honing ook in de supermarkt
verkrijgbaar.
Als vervanging van suiker is het
een luxe artikel geworden dat lek
ker smaakt op het brood en ge
bruikt wordt in gebak, koeken,
drank en sauzen. Volgens het
Voorlichtingsbureau voor de Voe
ding is het gemiddeld gebruik van
honing in de laatste tien jaar ver
dubbeld. Per persoon ligt de con
sumptie op vijfhonderd gram per
jaar. Reden voor die toename is dat
de consument 'eetbewuster' is ge
worden en de kwaliteit van honing
beter acht dan die van suiker. In de
medische wetenschap past het be
grip honing niet meer, maar als
huismiddeltje, vooral tegen keel
pijn, vindt het nog voldoende af
trek.
Honing bevat tachtig procent
meervoudige suikers, voorname
lijk vruchten- en druivensuikers en
twintig procent vocht. Honing is
direct opneembaar in het bloed en
geeft het lichaam energie. De enzy
men, uit de spijsverteringssappen
van de bij, dragen bij aan bepaalde
chemische processen in het li
chaam, zoals het omzetten van zet
meel in suikers en het verteren van
vet. Een belangrijke stof is ook in
hibine. Deze gaat de ontwikkeling
van bacteriën tegen, ontsmet en is
daarom van oudsher een middel te
gen bacteriële aandoeningen. Wel
De grote verwondering waarmee
een kind tegen het leven aankijkt,
de betovering die er voor hen van
bepaalde dingen kan uitgaan, de
sferen die een kind voor zichzelf op
roept. Dat alles is in de boeken van
Wilmink terug te vinden. "Mijn
denken sluit aan op dat van kinde
ren. Ik denk dat ik daardoor auto
matisch voor kinderen schrijf, dat
gaat vanzelf, onbewust".
Anecdote
Toen ruim tien jaar geleden Wil
minks jeugdboek Het Bangedie-
renbos verscheen, werd de auteur
verweten - door volwassenen uiter
aard - zich "pedagogisch onverant
woord" te hebben uitgelaten. In
Het Bangedierenbos staat een pas
sage over gehandicapten in rol
stoelen die een voetbalfanaat (en
Wilmink is een groot liefhebber!)
dwars zitten.
"Als kind ging ik altijd naar
voetballen kijken. Kwam ik expres
heel vroeg. Zocht een mooi plaats
je, helemaal vooraan. En dan één
seconde voordat de wedstrijd be
gon wie kwamen daar met hun
karretjes het terrein opsnorren?
Wie gingen vlak voor je neus zitten,
zodat je geen moer meer kon
Er is zelfs beweerd dat dit ge
wraakte stukje Wilmink een bekro
ning van zijn boek heeft gekost.
Dat laatste verwijst de schrijver
echter naar het rijk der fabelen.
"Een leuke anecdote, meer niet".
Later kreeg Wilmink toch zijn grif-
fel voor "Dicht langs de huizen". In
1985 werd hem de Nienke van
dichtencursus, zoals die wekelijks
is verschenen in de jeugdrubriek
van het weekblad Vrij Nederland.
Aan de hand van gedichten, liedjes
en popsongs vertelt Wilmink meer
over de techniek en het interprete
ren van poëzie. Hij is blij dat het
tweede deel van zijn cursus is be
kroond, omdat hij het zelf erg mooi
vindt.
Gewroet
"Moet je gedichten interprete
ren? Kun je ze niet gewoon aanvoe
ren kan maken dat een gedicht
méér betekenis krijgt. Als, zo te
kent Wilmink erbij aan, leraren
maar niet met onvoldoendes
strooien voor leerlingen die een ge
dicht een andere betekenis geven
dan het schoolboek. "Zijn ze nou
helemaal gek!".
Hoe moet het dan wel? "Wat je
niet moet doen is een gedicht regel
voor regel interpreteren. Je moet
het vers als geheel bekijken en een
paar dingen erin aanstippen. Liefst
gedichten die kinderen zonder
jouw uitleg ook wel begrepen zou
den hebben", aldus de schrijver.
Leraren pakken hét volgens Wil
mink vaak niet goed aan. Ze geven
hun leerlingen een schoolboek met
een gedicht waarbij vragen staan.
De kinderen wordt niet gevraagd
naar hun eigen interpretatie en ge
dachten over het vers. Nee, ze moe
ten zich verdiepen in de interpreta
tie van de schrijver van het boek,
die de vragen heeft bedacht. Zo
moet het dus niet.
Maar dringt ook een leraar zijn
mening over een gedicht niet op?
Dat ligt volgens Wilmink toch an
ders. "In de klas hebben leerlingen
de mogelijkheid om met hun leraar
in discussie te gaan. Een leraar kan
zich laten ompraten. Op de lagere
school bijvoorbeeld doen ze 't
goed. Daar laten ze de kinderen
veel meer aan het woord. Daar
vormt een gedicht het uitgangs
punt om een kind te laten praten
over dingen die voor hem van be
lang zijn. Op de middelbare school
wordt de nadruk te veel op de be
doeling van de dichter gelegd".
"Soms wil een leraar meer achter
een gedicht zoeken dan de dichter
zelf. Leerlingen moeten maar van
alles aannemen. Als in een gedicht
het woord 'gij' staat en een leraar