'Deesje' Goud en zilver voor Joke van Leeuwen Stimulerende uitleg van poëzie door Willem Wilmink Harmonie in 'Klop, klop, Wie is daar?' (vanaf4jaar) Onafscheidelijk duo in 'Stormboy' (vandaar) ZILVEREN GRIFFEL 'Tommie Station', een genot om te lezen Vrolijke chaos in 'Doldwazen en druiloren' WOENSDAG 8 OKTOBER 1986 PAGINA 21 Bijlage Alphens/Leidsch Dagblad De Kimlcrboebs'uwcfk duurt van 8 tot en met 18 oktober en staat dit Jaar in het teken van het thema 'Boeven'. De twee speciale Kinder boekenweekuitgaven spelen hierop in. Allereerst 'De raak Jan Steen', een kleurrijk boek van Karei Eyktnan waarin de lezers zetf aan de hand van de illustraties en het verhaal de dader moeten raden. Dm de spanning te verhogen sijn de laatste pa gina's van het boek nog dicht, zodat niemand stie kem kan kijken. Prijs van dit boek is f3,50. Voor de kienters is er 'Het Boeven ABC, gemaakt door illustrator Joost Kietveld. Prijs van dit boekje bedraagt 11.50. Beide uitgaven zijn vanaf 8 oktober in de boek handels verkrijgbaar. Uitgeverij Brnna haakt ook in op het thema'boeven' mei het boekje 'Boef en Boef- jesmaat en het geheim van de Zwarte Madonna'. Schrijfster Karin Winkel man heeft in haar verhaal tien titels van boeken ver stopt. Wie ze er uil haalt kan meedoen aan een prijsvraag. Onder redactie van Margot Klompmaker (vanaf 9 jaar) BEKROOND METEEN GOUDEN GRIFFEL 13 BEKROOND METEEN ZILVEREN PENSEEL Joke van Leeuwen, 'Ik wou het zeggen'. 'Ik heb geprobeerd om het te zeggen'. 'Maar ik heb het niet gezegd'. Dat is in haar eigen woorden het probleem van Deesje, hoofdper soon uit het gelijknamige boek van Joke van Leeuwen. Een boek dat met zo veel liefde, fan tasie en vakmanschap is ge maakt dat het is bekroond met een Gouden Griffel Voor de tekst en een Zilveren Penseel voor de tekeningen. Deesje is een in zichzelf ge keerd dromertje. Zo'n meisje in wie van alles omgaat, maar dit moeilijk anderen duidelijk kan maken. Het liefst zit ze alleen op haar kamertje met haar 'Wie- weetwatwaarboek' en Dingen- schrift. Deesje moet meer in contact komen met leeftijdgenootjes, vindt haar vader. Besloten wordt het meisje naar een tante te stu ren. De afspraak is dat tante Deesje opwacht in de stations hal, maar de twee lopen elkaar Deesje wordt voor iemand an ders aangezien en belandt in een opstelwedstrijd. Het meisje durft niets te zeggen over het stand, maar gaat er vandoor. Zwervend door een haar vreem de stad wordt Deesje opgevan gen door vriendelijke, wonderlij ke mensen. Ze treedt op als straatartieste en komt zelfs op de televisie. Ervaringen die maken dat Deesje wat meer uit haar schulp kruipt. Het is niet de eerste keer - en zal zeker niet de laatste keer zijn - dat een boek van Joke van Leeu wen wordt bekroond. Ze is een begenadigd teken- en schrijfta lent dat ook op gebied van caba ret aan de weg timmert. De wijze waarop zij haar fantasie vorm geeft is uniek in Nederland. De droomwereld en fantasieën van Deesje liggen heel dicht bij de kinderlijke denkwereld. Ver haal en tekeningen roepen een scala aan emoties en stemmin gen op, variërend van ontroering tot vrolijkheid. Tekst en tekenin gen vormen een onlosmakelijk geheel, een perfect bouwwerk. Een rijk boek aan inhoud en vormgeving, voor iedereen vanaf 9 jaar. BEKROOND METEEN GOUDEN GRIFFEL 'Willem Wilmink. De leukste en beste, eigentijdse inleiding op het lezen van poëzie is ongetwijfeld de "schriftelijke cursus gedichten" van Willem Wilmink. Een cursus die al enke le jaren regelmatig in De blauw- geruite kiel verschijnt, de jeug drubriek van het weekblad Vrij Nederland. Onder de titel 'Koen maak je mijn schoen' werd een aantal van deze stukjes over maat en rijm, klank en betekenis, beeldspraak en andere stijlfiguren gebun deld. Vorig jaar is een tweede se lectie verschenen: 'Waar het hart vol van is'. Een boek dat goed ge noeg was voor een Gouden Grif fel. De beide boekjes vormen een soort pak van Sjaalman over poë zie: de stof wordt niet systema tisch behandeld, maar is wille keurig geordend en speels gefor muleerd. De stukjes gaan steeds over be langwekkende verschijnselen: over de onvermijdelijkheid van interpreteren, misverstanden bij de lezer, grafschriften, het nut van levenservaring voor het be grijpen van poëzie, de tijdloos heid van gedichten, dromen en dichten, protestliederen, het be lang van traditie enzovoorts. Daarbij maakt Wilmink ge bruik van de meest uiteenlopen de bronnen. Zijn lievelingsdich ters worden natuurlijk het meest geciteerd: Hendrik de Vries, Ger- rit Achterberg en Vasalis; in die volgorde. Teksten van heel ver schillende figuren worden op een volkomen natuurlijke ma nier gebruikt als demonstratie materiaal. Vergilius, maar ook Ernst Jansz en Harry Slinger; Sapfo en Mark Knopfier en Con- stantijn Huygens evengoed als de klassieke Chinees Lu Yu en Bob Dylan en Henriëtte Roland Holst. Met veel gevoel voor kwaliteit, meestal via maar enkele zin- (foto pr) netjes, weet Wilmink een be paald aspect van poëzie te ver helderen, op een niet nadrukke lijke manier. Zijn commentaar is heel stimulerend en bevordert de sensitiviteit. Willem Wilmink heeft nu eenmaal een bijzondere gave om vanuit zijn publiek te denken, in dit geval vanuit een jeugdig, onwetend of half-we- tend publiek: Zijn betoogjes zijn echter ook onderhoudend en informatief voor oudere en meer ervaren poëzielezers, niet in de laatste plaats door de verrassende asso ciaties en ontdekkingen. Er is voor deze teksten weliswaar een minimumleeftijd van ongeveer 12 jaar, maar geen maximumleef tijd. En zelfs de doorgewinterde (vanaf 12 jaar) vakman hoeft zich met deze tek sten niet te vervelen. Het gevoel van betrokkenheid wordt bij de lezer nog verhoogd door Wil- minks gelukkige gebrek aan af standelijkheid, zijn enthousias me en zijn humor. Wilmink heeft evenzeer aandacht voor de vorm als voor de emotionele kant van de gedichten. Een voordeel vind ik verder dat Wilmink niet te vééU uitlegt, maar te denken en te ra den overlaat. De teksten worden ondersteund door grappige, geestverwante en dienende illu straties van Waldemar Post. CHRISTIAAN VISSER Waar het hart vol van is, schrifte lijke cursus gedichten, Willem Wil mink, uitg. Van Holkema en Waren- Het prentenboek 'Klop, klop, wie is daar?' heeft een Zilveren Griffel gekregen vanwege de fraaie harmonie tussen tekst en tekeningen. Onderdelen die in dit boekje onlosmakelijk mèt el kaar zijn verbonden. Drie marmotten verdwalen in het bos en kloppen bij het vallen van de duisternis aan bij een huis. De bewoner is er niet, maar de deur staat open, het is er warm en het bed is heel uitnodi gend. De marmotten bedenken zich niet langer en duiken onder de dekens. Nog meer dwalende dieren kloppen aan: twee konij nen en drie wasbeertjes. Alles verdwijnt in het hele grote bed. Dan komt plotseling de bewoner thuis 'Klop, klop, wie is daar' van het Japanse echtpaar Tan (tekst) en Yasuko (tekeningen) Koide vormt een innemend geheel. Het biedt allerlei elementen die peu ters en kleuters prettig vinden: warmte, sfeer, Iets Engs dat goed afloopt, geborgenheid. De teke ningen in zachte kleuren beslaan steeds twee pagina's en geven al lerlei details. Plaatjes waarop veel valt te ontdekken en te be noemen. (Klop, klop, wie is daar, Tan en Yasuko Koide, vert. Martine Schaap, uitg. Gottmer). Het Japanse echtpaar Tan en Yasuko Koide. BEKROOND METEEN «3 De eerste twee pagina's van het met een Zilveren Griffel be kroonde 'Stormboy, een leven in de wildernis' plaatst de lezer meteen in de sfeer van het ver haal. Een woeste, winderige zandvlakte, schuimende bran ding en een geïmproviseerde hut waar het in de zomer te warm en in de winter te koud is. "Maar oh, wat waren we gelukkig". 'We' zijn strandjutter Tom en diens zoon Stormboy. Het twee tal woont ergens aan een verla ten Australisch zandstrand en heeft een sterke verbondenheid met de natuur. Met name die na tuurbeschrijvingen zijn een lust om te lezen (hulde aan vertaler Tjalling Bos). De beelden die schrijver Colin Thiele oproept doen een sterk appèl op de zin tuigen. "Het zoute zeewater spoelde over zijn voeten en hij genoot van de geur en het zachte geruis ervan" "Overal was het vrolij ke geluid te horen van badende vogels die er heerlijk op losplas- ten en ploeterden. Het klonk als of het water was veranderd in een tien kilometer lang bad, waarin duizenden baders druk aan het gorgelen waren en bellen bliezen onder water". Tegen deze sfeervolle achter grond speelt het eigenlijke ver haal, de geschiedenis van de vriendschap tussen Stormboy en de pelikaan 'meneer Parsival'. Een onafscheidelijk duo. Storm boy leert de vogel als een hond di..gen halen maar ook wegbren gen. Dat kunstje komt goed uit als tijdens een storm een red dingsboot in de problemen raakt. De pelikaan brengt een lijn over naar het schip, zodat het Er zijn maar weinig auteurs van literatuur voor volwassenen die in staat zijn ook even succesvol voor kinderen te schrijven. Me nig schrijver kan zich nauwelijks meer voorstellen wat kinderen bezighoudt. Ook de aanpassing van het taalgebruik gaat niet zon der slag of stoot. Mensje van Keulen heeft met haar jeugd boek 'Tommie Station' een ge slaagde poging gedaan, die te recht is beloond met een Zilve ren Griffel. Tommie Station is de naam van een jongetje dat in het begin van het verhaal door treinmachi nist Eef in een tas op het perron wordt aangetroffen. Eef besluit het kind zelf op te voeden, daarin flink gedwarsboomd door het echtpaar Bokker dat de stations restauratie beheert. De Bokkers zouden recht streeks weggelopen kunnen zijn uit een boek van Roald Dahl. Ma Bokker is een vies wijf (er is geen ander woord voor) die even sme rige waar (de samenstelling van de kroketten is onbeschrijflijk) verkoopt. Haar man is conduc teur die meer ziek is dan werkt. Omdat het tweetal aan alles en iedereen de pest heeft (ook aan elkaar) maken zij Tommie het le ven zuur en bedenken allerlei plannen om van de jongen af te komen. Wanneer een idee van pa Bok ker ten uitvoer wordt gebracht. loopt alles anders dan verwacht. Eef en Tommie worden uit de trein geslingerd en komen te recht in een stukje niemands land langs de spoorlijn. Daar leeft een merkwaardige kattengemeenschap, die aller minst is gesteld op menselijke, pottekijkers. Tommie heeft ge luk, wanneer hij wordt opgevan gen door een vriendelijke katten- moeder. Eef wordt gevangen ge zet. Het tweetal valt midden in een machtsstrijd tussen twee kattengroeperingen. (Let op een aardig detail: de identiteit van de kwade genius op de achtergrond, de Baas.) Uiteindelijk komen Eef en Tommie weer behouden thuis. Het kwaad is gestraft. op het strand kan worden ge trokken. De vriendschap tussen jongen en vogel eindigt abrupt wanneer jagers Parsival dood schieten. 'Stormboy' is een prachtver- haal, schitterend verteld in wel geteld zestig bladzijden. Eenvou dig geschreven en toch heel ont roerend, meeslepend en ouder wets romantisch. Een boek dat perfect is afgestemd op de doel groep waarvoor het is geschre ven: kinderen vanaf 9 jaar. Het geen niet wegneemt dat ook ou deren van dit verhaal zullen ge nieten. Het boek is mooi en ruim geïllustreerd door Juul van den Heuvel. (Stormboy, Colin Thiele, vert. Tjalling Bos, ill. Juul van den Heu vel, uitg. MeulenhofT, f 19,50). (vanaf 9 jaar) 'Tommie Station' bestaat uit twee gedeelten die weliswaar fantasievol maar niet naadloos op elkaar aansluiten. Spannend is het verhaal zeker. Mensje van Keulen voelt feilloos aan wat leuk is. Voor welk lezerspubliek Mensje van Keulen ook schrijft, taalgebruik en stijl blijven ver zorgd en kleurrijk. Dit alles maakt 'Tommie Station' een ge not om te lezen. Het verhaal is ruim van illu straties voorzien door Willem van Malsen met kleine zwart-wit tekeningen. (Tommie Station, Mensje van Keulen, ill. Willem van Malsen, uitg. Querido, f24,50). (vanaf 12 jaar) "Waarom kun je niet gewoon normaal zijn", brult de 12-jarige Simone haar moeder toe aan het begin van het met een Zilveren Griffel bekroonde 'Doldwazen en druiloren'. Inderdaad maakt het huishouden waarin Simone opgroeit een allesbehalve geor ganiseerde indruk. Moeder is een chaotische persoonlijkheid die samenleeft met 'een halve gare' in een 'tochtig klein krot', vindt Simone. Bovendien besluit opa bij hen in te trekken, omdat hij zijn dood voelt naderen en liever in een vertrouwde omgeving sterft. Overigens is Simone blij met zijn komst, want opa en kleindochter voelen elkaar uit stekend aan. Opa legt ook uit wat er met hun familie aan de hand is. "Wij zijn een geslacht van doldwazen en slomen, doldriesten en druilo ren. Jouw moeder is een dwaas. Niet eenvoudig om mee te leven, maar wel opwindend. Jij wordt er ook vast één". Op haar nieuwe school wordt Simone aangezien voor een jon gen. Uit schaamte laat ze het maar zo, en past haarstijl en kle ding aan haar nieuwe sekse aan. Het dubbellevep Simone-Simon valt echter behoorlijk tegen om vol te houden. Vooral als een klasgenote verliefd op haar wordt en Simone zelf zich aange trokken voelt tot Isak. Uiteinde lijk loopt het meisje tegen de lamp, maar rouwig is ze er niet De zaken die in 'Doldwazen en druiloren' overhoop worden ge haald, leiden tot talloze humoris tische situaties, die met veel ver ve worden beschreven. Maar er valt niet alleen veel te lachen. Het verhaal roept een warme sfeer op die bij tijd en wijle ont roerend is. Het is geschreven vanuit de optiek van een 12-jarige, maar helaas klinkt soms te veel de stem van de volwassen schrijver door. "Ik tastte naar de kristallen bol waar ik al een hele tijd niet meer in had gekeken. Ik weet niet wat ik verwachtte te zullen zien. Een hemelrijk der dwazen met opa als een soort lachende heilige". Dit klinkt te gekun steld. Ook het slot - het sterven van grootvader temidden van al zijn vrienden en geliefden - komt me- lo-dramatisch over. Neemt niet weg dat 'Doldwazen en druilo ren' een heel aantrekkelijk ver haal is dat leest als een trein. (Doldwazen en druiloren, Ulf Stark, vert. Emmy Weehuizen, uitg. Lemniscaat, f21,50).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 21