De paartijd van de een is de maaltijd van de ander Natuur zit berstensvol hartstocht ZATERDAG 4 OKTOBER 1986 EXTRA M A BIJLAGE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD PAGINA 19 Omwille van de seksualiteit zijn levende wezens bereid heel wat te riskeren. De mannetjes van het eendagsvliegje Ephemera danica lokken vrouwtjes door in zwermen van duizenden tegelijk boven de grond te dansen. Dat trekt niet alleen vrouwtjes aan, maar ook vogels: de paartijd van de een is de maaltijd van de ander. Het vrouwtje van het vuurvliegje Photuris versicolor imiteert het lichtsignaal van het vrouwtje van Photuris macdermotti. Het mannetje van laatstgenoemde denkt dat hij een parensbereid vrouwtje ziet, vliegt erop af, en wordt door het vrouwtje opgegeten. Waarom zijn het toch altijd de mannen die het meeste risico lopen? Het antwoord is te vinden in bijgaand artikel. door Hans van Maanen De voortplanting is veruit de be langrijkste functie in de natuur. Zonder voortplanting zouden er geen bontgekleurde vogels zijn, geen bloemen, geen kwakende kikkers (vrouwtjeskikkers kie zen het mannetje met de diepste kwaak) en geen vuurvliegjes. Het is nog niet zo lang dat de biolo gen dit terrein systematisch in kaart brengen, en het onlangs uit gebrachte boek 'Sex in Nature' van de Britse biologen Chris Cat- ton en James Gray is een adem benemende en vaak geestige rondreis door dit gebied. De eer ste vraag die zij uiteraard stellen is: waarom seks? De amoebe doet het zonder. Dit eencellige diertje kruipt rond op de bodem van vijvers en zeeën en leeft van nog kleinere schepselen, voorna melijk bacteriën. Als de amoebe groot genoeg is, deelt hij/zij zich in tweeën: het 'erfelijk materiaal' wordt gekopieerd, er wordt in het midden een nieuw wandje gebouwd en de cellen scheuren zich van elkaar los. Alle erfelijke eigenschappen gaan zonder meer over van ouder op kind: het kind is een 'kloon' van de ouder. Alleen als er iets misgaat met het ko piëren van het erfelijk materiaal kan er een nieuw soort amoebe ontstaan, althans als die nieuwe eigenschap het overleven van die nieuwe soort niet al te zeer in de weg staat. Tot zo ver zou een leven zonder seksuele voortplanting mogelijk zijn. Het beperkende is echter dat gunsti ge veranderingen niet 'cumuleren': stel dat de eerste amoebe-met-nage- slacht een gunstige eigenschap heeft en de tweede een geheel andere (ook gunstige), dan kunnen zij die twee ei genschappen niet laten samengaan in een nieuw en nog beter aangepast na geslacht. Bacteriën bezitten wèl de mogelijk heid erfelijk materiaal uit te wisselen via de zogeheten conjugatie. Hierbij is niet echt sprake van voortplanting, want er ontstaan geen nieuwe cellen, maar de bacteriën kunnen wel 'leren' van eikaars erfelijk materiaal. Pas de laatste jaren zijn de geleerden gaan beseffen hoe belangrijk deze vorm van 'oersex' is: hierdoor kunnen re sistente bacteriestammen snel ont staan en wordt het bestrijden van al lerlei ziekten bemoeilijkt. Seksuele voortplanting is, kortom, zo belangrijk omdat op die wijze zeer doelmatig nieuwe, gunstige eigen schappen kunnen worden doorgege ven. De natuurlijke omgeving is voor plant en dier een steeds wisselend ge heel, en soorten die zich het best kun nen aanpassen hebben de meeste kans om te overleven. Planten en die ren zijn bereid heel wat toeren uit te halen om ervan verzekerd te zijn dat hun nageslacht zal overleven. Samenwerking Na een uiteenzetting over het ge slachtsverschil, zaad en eitje, en de oorsprongen van de copülatie begin nen Catton en Gray in het derde hoofdstuk over die toeren. Mannetje en vrouwtje hebben beide belang bij het vinden van een partner, dus het ir Voor het kikvorsmannetje geldt: wie hét diepst kwaakt, kwaakt het best. Het vrouwtje wil nu eenmaal een diepe bas, want die hoort doorgaans bij het grootste mannetje. vormen van paren in de dierenwereld is meestal een kwestie van samen werking. Toch lopen de belangen niet geheel evenwijdig. Bij de meeste diersoor ten kan een mannetje weliswaar vele vrouwtjes bevruchten en zich zo van nageslacht te verzekeren, maar een vrouwtje hoeft slechts een enkel mannetje te vinden om al haar eitjes bevrucht te krijgen. Vrouwtjes heb ben dus niet zo'n belang bij het aan prijzen van hun waar als mannetjes - vandaar dat het meestal de mannetjes zijn die het meeste risico lopen. Het adverteren kan op vele manie ren gebeuren, alle zintuigen zijn in principe bruikbaar om boodschap pen over te brengen. Het gezicht is daarbij eigenlijk nog het minst handi ge: op de oceaanbodem, 's nachts en om een hoekje heeft het weinig zin er mooi uit te zien om een partner te lok ken. Bovendien, zoals hierboven reeds aangegeven, trekt men niet slechts soortgenoten. Geluid is al beter, en hard geluid nog beter. Vogels zingen vrijwel al tijd uit volle borst, krekels zingen vaak vanuit kleine holletjes die als megafoon dienstdoen, kikkers blazen zichzelf enorm op om een klankkast te maken. Vleermuizen hebben oren die zijn afgesteld op superhoge tonen, maar een bepaald soort vleermuis in Mid- den-Amerika kan de kwakende kik kers feilloos lokaliseren. De kikker- soort zou nu niet meer bestaan als zij al niet een tegenstrategie had ontwik keld. In heldere nachten, als hij de vleermuis kan zien aankomen, kwaakt het mannetje met luide stem en trekt op die manier veel vrouw tjes; in donkere nachten neemt hij weinig risico en kwaakt af en toe even stiekem. Reuk Dat reuk belangrijk is bij het aan trekken van een partner, hebben mensen eigenlijk pas kort geleden ontdekt. Ook dieren maken gebruik van geuren. Geurstoffen hebben grote voordelen boven zicht en geluid: ze kunnen zeer specifieke en duidelijke boodschappen overbrengen, over zeer grote afstanden werken en blij ven hangen terwijl de afzender al weer elders is. Bovendien zijn ze am per te onderscheppen door vijanden. Vandaar dat luizen, motten, vissen, slangen, honden en katten van reuk stoffen, ('feromonen') gebruikmaken. Zoogdieren verspreiden geurstoffen vrijwel altijd via de urine, maar de zwarte rhinoceros laat zijn sporen achter door geruime tijd in zijn eigen mest rond te stappen. De theorie achter het vinden van een geslachtsrijp en willig mannetje of vrouwtje klinkt eenvoudig, de praktijk is wel wat ingewikkelder. Vogels, zalmen, schildpadden en pa lingen trekken vaak duizenden kilo meters om een geschikte partner te vinden. In een broedkolonie worden de kansen op voortplanting uiteraard het duizendvoudige van de kansen in het vrije veld. Maar er bestaan ook andere methoden. De zeeëgel en de bekende bruine zeewier die we ook hier op het strand kunnen vinden, werken met behulp van de maan: bij elke volle en elke nieuwe maan stu ren zowel de mannelijke als de vrou welijke dieren hun geslachtscellen het water in. Daarnaast stimuleren de dieren vaak elkaar: als er een begint, volgt de rest meteen. Het zaad van de mannelijke oester Gryphaea virginica bevat een hor moon dat bij het vrouwtje contracties opwekt en eitjes naar buiten dwingt. En andersom: als eitjes over een man nelijke oester strijken, komt het zaad los. Ook koralen, zeesterren en wor men maken van dit mechanisme ge bruik. Het aanzoek Na het adverteren komt de hofma kerij, de vrijerij, het aanzoek. Het vrouwtje kan dan wel een mannetje hebben gevonden, maar is dat ook een geschikt mannetje voor haar? Ook hier is het aardige weer dat de belangen van de beide geslachten wel bijna parallel lopen, maar net niet he lemaal. Uitgangspunt in de moderne biologie is dat ieder individu - als het de keus heeft - probeert zoveel moge lijk van het eigen erfelijk materiaal te laten voortbestaan in het nageslacht. Daartoe moet het mannetje zijn zaad bij zoveel mogelijk vrouwtjes kwijt, maar een vrouwtje heeft er vooral be lang bij haar eitjes te laten bevruch ten door het beste mannetje: haar na geslacht en haar genen hebben dan meer kans op voortbestaan. Ziehier de Strijd der Seksen. In de twee aardigste hoofdstukken van het boek gaan Catton en Gray eerst in op het mannelijke gezichts punt, vervolgens op het vrouwelijke. Mannetjes beginnen het gevecht om het nageslacht vaak al voordat er een vrouwtje in de buurt is. Bekend is dat het sterkste mannetje van de groep de meeste toegang tot de vrouwtjes heeft. Herten, gorilla's en torren vechten bijvoorbeeld een bittere' strijd uit om de dominantie. Minder bekend is dat hierbij ook doden kun nen vallen. Libelle-mannetjes ver drinken vaak, rendieren bloeden dood, torren worden met hun kóp op de grond geslagen totdat ze overlij den. Soms wachten de mannetjes tot het laatste moment. Tegen de tijd dat een kikkervrouwtje bij de vijver komt, heeft ze meestal al een mannetje op haar rug zitten, maar in de vijver be ginnen andere mannetjes aan hem te sjorren en te trekken in een poging zelf er bovenop te komen. De strijd tussen twee gelijkwaardige man netjes kan soms uren duren. De eerste Bij vlinders gaat het niet om het recht van de sterkste, maar om het recht van de eerste: het mannetje dat het eerst op een plekje in de zon zit, kan dat plekje meestal handhaven. In de zon komen de maagdelijke vlin derlarven zich warmen. Het feit dat de oorspronkelijke eigenaar zijn terri torium bijna altijd weet te verdedigen tegen elke indringer is zeer opmerke lijk - biologen spreken in dit verband van het bourgeois-principe. Wie niet sterk is moet slim zijn, en dat geldt ook in de dierenwereld. Een zwak mannetjeshert kan zijn gehele leven slijten zonder ooit de kans te krijgen zijn genen door te geven, maar bij veel andere dieren zijn er wel mogelijkheden om door list en bedrog verder te komen. Sterke man netjes worden afgeleid, paringen on derbroken door het signaal van de vijand na te doen, en soms vermom men kleine mannetjes zich als vrouw tjes. En zelfs het sterke mannetje kan nooit geheel zeker zijn van z'n nage slacht. Het vrouwtje wordt na de pa ring vaak uitgebreid bewaakt. Maar Vliegen doen het in de lucht. een enkel ogenblik, en een ander mannetje ziet zijn kans schoon. Van daar dat de mannetjes van veel dier soorten bij wijze van spreken een kurk in het vrouwtje stoppen - bij muggen wordt het zaad zelf hard en ondoordringbaar, mannelijke bijen laten hun geslachtsorgaan als plug achter. Soms wordt aan de plug een reukstof toegevoegd die het vrouwtje onaantrekkelijk voor andere man netjes maakt. En ten slotte zijn er oök weer mannetjes die erin slagen de plug of het zaad van hun voorgangers te verwijderen alvorens zelf hun bij drage te leveren. Voortleven Het vrouwtje wil, zoals gezegd, het beste mannetje voor zich. Hoe beter het mannetje, hoe groter de kans dat ook haar nageslacht die gunstige ei genschappen zal erven en dat op die manier ook haar eigen eigenschap pen voortleven. Vrouwtjes moedigen soms gevechten aan om te zien wie het sterkste mannetje is. Of ze ont wikkelen andere methoden om er achter te komen wie de beste genen heeft. Maar daarmee is ze er niet al tijd. Ze moet er ook voor zorgen dat haar nageslacht een kans van overle ven heeft. Het lijkt dat vooral daarom 'huwelijksgeschenken' worden aan gebracht door de mannetjes: daar mee tonen ze dat ze niet de eerste de beste zfjn in het zorgen voor voedsel. Kikkervrouwtjes kiezen de diepste bas, want die hoort meestal ook bij het grootste mannetje. Het merk waardigste raadsel blijft het uitge breide vertoon van veren van bijvoor beeld de pauw. Het gaat hier niet om het bewijs de sterkste te zijn of de beste vader, maar ogenschijnlijk slechts om het vertoon van schoon heid. Er bestaan vele theorieën over het relatieve voor- en nadeel van der gelijke zaken, en tot een definitieve conclusie zijn de biologen op dit ge bied nog niet gekomen. In een kort en bedachtzaam laatste hoofdstuk gaan de auteurs in op de menselijke seksualiteit. Al eerder hebben ze gewaarschuwd dat uit het gedrag van dieren, hoe algemeen ook, geen conclusies kunnen worden ge trokken naar dat van mensen - laat staan wat betreft de wenselijkheid van bepaald gedrag. Verkrachting kan niet socio-biologisch worden ver antwoord omdat het een poging is om tegen de verdrukking in genen door te geven, polygamie valt niet te ver dedigen met de stelling dat onze voorouders polygaam zouden zijn ge weest. En dan, het ene biologische voorbeeld kan worden weerlegd met het voorbeeld van een andere soort die het juist andersom doet. Flexibel Menselijk seksueel gedrag, zo be sluiten zij, wordt gekenmerkt door flexibiliteit. Sommige mensen, in sommige culturen, zijn polygaam, an dere monogaam. Sommige volkeren moedigen homo- en biseksualiteit aan, andere verzetten zich ertegen. Er is, biologisch gezien, niets dat zich te- _gen dergelijke keuzemogelijkheden zou verzetten. Chris Catton en James Gray: Sea in Na ture. Uitgeverij Croom Helm, Londen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 19