Unieke verzameling cactussen in Rijnsburg Leidse wetenschappers beginnen tweede deel van vossen-onderzoek MONUMENT Geoloog N.C. Klijn maakte van stekelige hobby zijn beroep Belangstelling voor Spinozahuisje in Rijnsburg niet groot Ach! waren alle Menschen wijs En wilden daarbij wel! De Aard waar haar een Paradijs/ Nu isse meesteen Hel. Commissaris Patijn naar Hazerswoude Uitgebreid plan over tweede brug Koudekerk DONDERDAG 2 OKTOBER 1986 REGIO LEIDEN PAGINA 23 RIJNSBURG - De mooi ste verzameling cactussen van Nederland en wellicht van Europa staat in een grote kas in Rijnsburg. "Ik neem het op tegen alle hortussen in Nederland en niet alleen die in dit land", aldus de Rijnsbur ger drs. C.N. Klijn. In een ruim 2200 vierkante meter grote kas staan duizenden cactussen te wachten om over de gehele wereld te worden geëxporteerd. door Thijs Jansen Vlak naast zijn woning, die deel uitmaakt van de kas, is een hoek vrijgemaakt waar cactussen staan die niet bestemd zijn voor de verkoop. Daar staan unieke, peperdure exemplaren, de trots van de Rijnsburger. Tussen de zeldzame stekelplanten kruipt ook een verzameling reptielen rond. "Die zijn niet voor de han del. Die dieren zijn een hobby van me", zegt Klijn, die op een zolderkamertje in Leiden is be gonnen met het aanleggen van een collectie reptielen en cactus- "Hier staat mijn pensioen", zegt hij terwijl hij op een verza meling catussen wijst. Een leek ziet het er waarschijnlijk niet aan af, maar die cactussen zijn bij el kaar duizenden guldens waard. Als Klijn klaar is met zijn verhaal is duidelijk waarom. "Zo'n verzameling aanleggen is alleen mogelijk als je gedreven bent, of als je bijzonder veel geld hebt. En zelfs al heb je veel geld, dan zul je toch iemand moeten inhuren die zo gedreven is om een dergelijke collectie cactus sen bij elkaar te krijgen", zegt Klijn over zijn stekelige oude- dagvoorziening, die onder meer ook 'miskleunen' van de nStuur omvat. "Ik heb hier vervormde catussen staan die nergens an ders te vinden zijn". Vogelspin Klijn houdt zich in het begin van het gesprek een beetje op de vlakte. "Ik wil niet de indruk wekken dat ik met iets sensatio neels bezig ben. Ik houd niet zo van publiciteit, want ik ben altijd bang voor ongewenst bezoek. Daarom heb ik ook twee grote honden". Maar als hij eenmaal op zijn praatstoel zit, is hij niet meer te stoppen. Onder het toeziend oog van een kanjer van een vogelspin uit Mexico, die in een glazen bak naast een bureau van Klijn zit, steekt de Rijnsburgér van wal: "Er zijn wel 2000 mensen in het land die dergelijke beesten hou den", zegt hij wijzend op de spin wijst. Volgens Klijn zijn er over dergelijke dieren veel fabeltjes in omloop. Zo is een 'beet' van deze vogelspin niet dodelijk. "Je kunt het vergelijken met een flink uit gevallen bijensteek". Evenals cactussen zijn reptie len altijd al een hobby van Klijn geweest. "Ik ben er rond 1971, toen ik in Leiden studeerde, mee begonnen", zegt de als geoloog afgestudeerde uit Delft afkomsti ge Rijnsburger. "Ik was tijdens mijn studie drie maanden in Amerika en dat land staat vol met cactussen en er zitten ook veel reptielen". Bij de douane leverde het mee nemen van cactussen en dieren volgens Klijn geen enkel pro bleem op. "Tegenwoordig trou wens ook niet. Er wordt alleen gekeken of er beschermde soor ten bijzitten". Klijn zegt zelf ook enkele beschermde uitheemse diersoorten in zijn bezit te heb ben. "Maar daar heb ik vergun ning voor en de controle daarop is behoorlijk streng". Werk "Na mijn studie heb ik van mijn hobby mijn beroep ge maakt", vervolgt de cactushan delaar zijn verhaal. "De werkge^ legenheid voor geologen was in 1976 nihil. Maar toen ik eenmaal een baan had, moest ik veel rei zen. Tijdens die reizen nam ik dan planten en reptielen mee. Die stopte ik gewoon in mijn kof fer". "Op een gegeven moment dacht ik: als ik zo moet werken bij een baas, dan werk ik liever voor mezelf'. En zo werd de ba sis gelegd voor het inmiddels grootste cactusexportbedrijf in zijn soort van Nederland. Sinds 1983 is het berijf gevestigd in het gebied Kloosterschuur in het bloemendorp.Klijn is vooral ge specialiseerd in grote cactussen. Het gaat daarbij volgens hem om planten van twee tot drie meter hoog. Die haalt hij onder meer uit subtropische gebieden zoals Tenerife en California "Die cac tussen exporteer ik vervolgens over de hele wereld, onder meer naar Japan". Omdat de zaken goed gaan heeft Klijn uitbrei dingsplannen. "Er is op dit mo ment een enorme vraag naar cac tussen die groter zijn dan een meter of twee", weet Klijn. Het zijn cactussen die bij de groothandel ongeveer drie- tot vierduizend gulden moeten op brengen. "Bij de detailhandel moet je rekenen dat er wel een paar duizend gulden bovenop komt", rekent de Rijnsburger voor. De 'kleinere' cactussen die in lange rijen in de kas van Klijn staan opgesteld en die net zo groot zijn als een zogenaamde skippybal, moeten bij de groot handel ongeveer 1000 gulden op brengen. Handenbinders De reptielen die Klijn in zijn bedrijf houdt, zijn zoals gezegd niet voor de handel. Het zijn ove rigens wel handenbinders, die dieren. De Rijnsburger zette daarom afgelopen zaterdag dan ook een advertentie in de krant waarin hij een oppasser (m/v) zoekt voor zifri verzameling. "Als ik eens een paar dagen wegmoet, dan kan ik in elk geval de dieren met een gerust hart achterlaten", verklaart Klijn de. advertentie. Hoewel veel mensen reptielen maar eng vinden valt het volgens Klijn best mee. "Je moet wel op passen datje niet wordt gebeten, want daar kun je soms flink last van hebben", zegt hij; Zelf is Klijn wel eens door een slang ge beten. "Dat deed behoorlijk zeer, maar dodelijk is zoiets niet di rect". Vroeger ontsnapte er wel eens een dier uit de verzameling van Klijn. "Maar dat is de laatste ja- Reptielen zijn niet ren niet meer gebeurd", zegt hij. Het is volgens hem overigens wel zo dat reptielen, zoals bij voorbeeld slangen een bijzonder goed 'geheugen' hebben. "Als Wim Dijkman) zo'n dier is ontsnapt en je kunt niet ontdekken hoe, dan zal de slang na te zijn gevangen onmid dellijk weer op dezelfde wijze proberen te ontsnappen". Rijnsburger drs. C.N. Klijn: "Hier staat mijn pensioen". LEIDEN/DUINSTREEK - Ruim duizend mensen in de duinstreek en op de Veluwe krijgen één dezer dagen een vragenformulier in de bus vergezeld van een oproep om mee te werken aan een onderzoek van de Leidse universiteit naar het gedrag van vossen. Eerder dit jaar werd in het kader van dat zelfde onderzoek aan ruim 6500 mensen een enquête- door Kees van Kuilenburg Met ingang van 1 januari van dit jaar is een nieuwe regeling van kracht geworden voor het verkrijgen van subsidie voor restau ratie van monumenten. Op basis van die regeling krijgen ge meenten meer invloed bij het verkrijgen van die subsidie dan tot nu toe het geval is geweest. Om in aanmerking te komen voor subsidie moesten de ge meenten vóór I september van dit jaar een zogenaamde monu mentenlijst indienen bij het ministerie van welzijn, volksge zondheid en cultuur. Die lijst moest vergezeld zijn van een 'fi nancieel plaatje'. Aan de hand van die overzichten verschijnt in deze krant we kelijks een verhaal over monumenten in de gemeenten in de duin- en bollenstreek. Vandaag is dat het Spinozahuis in Rijns burg. RIJNSBURG - Beheerder A. van Dams enthousiasme is groot. Hij vertelt tijdens de rondgang door het een voudige huisje over Spinoza alsof hij hem persoonlijk heeft gekend. Dat is niet zo heel verwonderlijk. Sinds zijn benoeming tot beheerder/gids van het Rijnsburgs Spinozahuisje heeft Van Dam veel opgestoken over de bekende, zeventiende eeuwse filosoof. Hij heeft zelfs boeken gelezen die door Baruch de Spinoza zijn ge schreven. "Maar daar kreeg ik op den duur hoofdpijn van. Dat oude schrift is zo moeilijk te lezen". Het huisje in Rijnsburg i a Spinoza van 1661 tot 1663 woonde. De Rijnsburger is nu ruim 24 jaar beheerder van het beroemde Spinozahuis in Rijnsburg. Tot zijn benoeming in 1961 had hij nauwelijks van Spinoza gehoord. "Jarenlang heb ik tegenover het huisje gewoond, maar ik had er nog nooit een stap binnengezet", vertelt hij. Dat veranderde op de dag dat hij werd gevraagd om be heerder en bewoner van het huisje te worden. "Ik stond op de lijst voor een nieuwe woning en was dus niet zo happig op dat ou de huisje". Maar de eerste ken nismaking van hem en zijn vrouw bleek voldoende. Van Dam werd 'gepakt' door de sfeer en zei met graagte ja tegen het aanbod. In het huisje aan de Spinoza- laan herinnert nog veel aan de periode dat Spinoza in Rijnsburg verbleef. De tegenwoordig we reldberoemde filosoof werd in 1632 ergens in in de wijk Vloe- denburg (nu Waterlooplein- buurt) geboren. Het huis van zijn ouders is niet bewaard gebleven. Er zijn slechts twee huizen be kend waarvan met zekerheid te zeggen is dat Spinoza ze heeft be woond: een in Den Haag en een in Rijnsburg. De jonge Spinoza, zoon van een Portugees-Israëlisch koop man, werd in 1656 uit de Amster damse synagoge gebannen, om dat hij zich openlijk van het oude Israëlitische geloof had afge keerd. Doordat hij niet bereid was zijn leven te beteren werd op 21 juli 1656 de banvloek over hem uitgesproken. Dat beteken de dat gelovige familieleden en andere relaties geen omgang met Spinoza meer mochten hebben. Zelfs werd de voortzetting van de familiezaak vrijwel onmoge lijk. Spinoza koos een ander beroep en werd lenzenslijper. In 1660 verliet hij Amsterdam en vestig de hij zich in Rijnsburg. Het hui dige bloemendorp stond in die tijd onder beheer van raadspen sionaris Jan de Wit. Ook telde het dorp een aantal zogenaamde collegianten, leden van een on dogmatische protestantse groe pering. In die kringen had Spino- za een aantal vrienden. In de wo| ning van de chirurgijn H. Hoo man - het huidige Spinozahuis - had hij een vertrek waar hij len zen sleep en zijn gedachten- op papier zette. Waarschijnlijk was die Rijns- burgse periode van Spinoza on bekend gebleven, als niet een heelmeester uit die tijd een aan tekening had achtergelaten waaruit blijkt dat het huisje waarin Spinoza van 1661 tot 1663 verbleef, een gevelsteen had met een vers van Dirk Camphuysen: "Ach! waren alle menschen wijs, En wilden daarbij wel! De Aard waar haar een Paradijs, Nu isse' meest een Hel!" Toen in 1896 een oud daglo nershuisje te koop kwam met in de muur een moeilijk leesbaar versje, herinnerde een Spinoza- kenner zich dat oude verhaal. Er werd een vereniging opgericht die het huisje kocht en er een museum van maakte. De boeken, die Spinoza vol gens de boedelbeschrijving bij zijn dood in 1677 bezat, konden worden achterhaald. In de mu seumkamer treft men verder portretten, facsmilés van brieven en documenten en enkele instru menten aan die de filosoof bij zijn werk als lenzenslijper heeft gebruikt. In de Tweede Wereldoorlog roofden de Duitsers het huisje leeg. De verzameling, die aan een jood herinnerde, verdween naar een zoutmijn in de buurt van Berlijn. Dank zij het werk van ondergrondse kwam men al snel achter de plaats waar de spullen van Spinoza waren opgeslagen (foto Wim Dijkman) en na de oorlog werden die te ruggeven. In 1962 werd Van Dam beheer der en bewoner van het pandje. Daarvoor werd een deel van het huis opgeknapt. Zo verdwenen de twee bedsteden uit de woon kamer. Een ingreep die nu niet meer mogelijk zou zijn. "In die tijd keek men nog niet zo nauw", vertelt Van Dam, "maar de deu ren van die bedsteden heb ik nog wel. Die doen nu dienst als zol dertje in het schuurtje bij de wo ning". De buitenkant van het ruim drie eeuwen oude huisje ver keert in een slechte staat. Waar schijnlijk wordt volgend voor jaar begonnen met een restaura tie. De kosten daarvan worden geschat op ongeveer 150.000 gul den. Die opknapbeurt moet wor den betaald door de Vereniging Het Spinozahuis, die ook het on derhoud en beheer voor haar re kening neemt. De belangstelling voor het Spi nozahuisje is niet erg groot. Jaar lijks komen er zo'n driehonderd mensen een kijkje nemen. Vol gens Van Dam is daarbij onge-. veer driekwart van de bezoekers afkomstig uit het buitenland. Onder hen Duitsers, Fransen, Ja panners en Amerikanen. Het huisje is dagelijks geopend van 10.00 tot 12.00 en van 14.00 tot 16.00 uur. Op zaterdagen is het Spinozahuis niet te bezichti gen. formulier gezonden. Die en quête leverde uiteindelijk de duizend adressen voor het vervolg-onderzoek op. Het onderzoek wordt uitgvevoerd omdat er zo goed als niets bekend is over het effect dat de aanwezig heid van vossen in bepaalde gebie den heeft op huisdieren. Het gaat er daarbij niet om de juistheid vast te stellen van de bekende fabel van La Fontaine over Reintje.de Vos die een hele rij huisdieren te slim af was, maar om het roofdier dat vooral berucht is doordat het in de nachtelijke uren nogal eens huis houdt in een kippenhok. Hoe groot de schade is die door vossen wordt veroorzaakt is tot nog toe nimmer vastgesteld. "Ook minister Braks van landbouw en visserij signaleerde dit gebrek aan kennis", zegt wetenschappelijk medewerker Theo Verstrael van de vakgroep milieubiologie van de Leidse universiteit die die het on derzoek coördineert. "Dat is voor ons onder meer aanleiding geweest om met het onderzoek te begin nen". Vossen zijn in Nederland geen bedreigde diersoort. Integendeel zelfs, er komen er volgens Ver strael steeds meer. Vooral in gebie den waar de dieren vroeger niet voorkwamen worden ze op dit mo ment dikwijls gesignaleerd. "En een van de gebieden waar de vos van oudsher niet thuishoort is het duingebied in Noord- en Zuid-Hol land", aldus de Leidse weten schapper. Bunzings Verstrael wijst er op dat het niet alleen vossen zijn die in de natuur op zoek zijn naar prooi. Ook andere roofdieren zoals bunzings, wezels en hermelijnen pikken hun 'graan tje' mee en slepen wel eens een kip uit een hok. "Het is van belang daarmee bij het onderzoek reke ning te houden. We zullen de in vloed van andere roofdieren dus nauwkeurig uit het onderzoek moeten filteren", zegt Verstrael. Om dit te bereiken omvat het on derzoek gebieden waar al deze roofdieren (inclusief vossen) voor komen; gebieden waar alleen vos sen voorkomen en gebieden waar alleen bunzings, wezels en Herme lijnen voorkomen. "Het is in dit verband ook van belang om te kijken naar gebieden waar vossen al van oudsher voor komen en naar plaatsen waar deze dieren pas sinds kort rondlopen", zegt Verstrael. De mensen in de ge bieden waar vossen reeds lang rondlopen, zoals bijvoorbeeld de Veluwe, zullen zich veel beter heb ben ingesteld op de roofzucht van deze dieren dan mensen in gebie den waar de vos pas sinds kort aan wezig is". Hy doelt met zijn laatste opmer king onder meer op het duingebied in Zuid- en No&rd-Holland. "Daar wordt pas sinds enkele jaren reke ning gehouden met de aanwezig heid van vossen in het gebied". De meeste mensen die in deze regio zijn aangezocht om aan de enquête mee te doen wonen in Wassenaar, Noordwijk en Noordwijkerhout. "Katwijk is niet zo'n interessante gemeente voor ons", zegt de we tenschapper. "Dit komt doordat de bebouwing in de buurt van de dui nen zich daar niet voor leent. On der meer omdat er nogal wat flat woningen staan waarvan de bewo ners doorgaans geen last van vos sen ondervinden", meent hij. Resultaten Verstrael verwacht dat de resul taten van het vervolg-onderzoek tegen het eind van het jaar bekend zullen zijn. "Of anders begin vol gend jaar", zo houdt hij een slag om de arm. Volgens Verstrael moeten de ge volgen van de aanwezigheid van vossen op de natuur niet worden overdreven. "Gemiddeld komen er drie tot vier vossen per 100 hectare voor. Erg schadelijk zijn ze over het algemeen niet", meent de we tenschapper. "Ook brengen vossen geen hondsdolheid over, want daarvoor bestaat, zeker in dit gebied, geen enkel gevaar". Er zijn volgens hem wel eens tuinders die klagen dat vossen ziekten overbrengen zoals geelziek bij bollen, mgar daaraan maken zich volgens Verstrael ook andere roofdieren schuldig. HAZERSWOUDE - De c ris der koningin in de provincie, mr. S. Patijn, gaat de komende maanden weer op pad. Hij bezoekt tot het eind van het jaar drie ge meenten, waaronder Hazerswoude op vrijdag 31 oktober. Het pro gramma van het werkbezoek is nog niet bekend, wel dat het een middag duurt. KOUDEKERK AAN DEN RIJN - Om ervoor te zorgen dat een twee de Koudekerkse brug over de Ou de Rijn alsnog in het streekplan voor Zuid-Holland wordt opgeno men, gaat binnen tien weken een uitgebreid plan over de realisering ervan naar de provincie. Een werk groep, bestaande uit vertegen woordigers van de gemeente, de provincie en het bedrijfsleven, wil met de hulp van een deskundig bu reau aantonen dat een tweede brug de beste oplossing is voor de ver keersproblematiek in de Dorps straat en Hoogewaard. Zolang de brug niet in het streekplan staat, kan van de bouw geen sprake zijn. Met de bouw van een tweede brug kan zwaar vrachtverkeer en sluipverkeer uit de dorpskom wor den geweerd. Voor de 'zwakke' weggebruiker, de fietser met na me, zijn de Dorpsstraat en Hooge waard onveilig. De werkgroep wil in het plan duidelijk naar voren brengen dat daar alleen met een nieuwe brug over de Rijn ter hoog te van Schokbeton een einde aan kan worden gemaakt. Eerder toon de de gemeente Koudekerk met de uitgave van een videoband reeds de noodzaak van een tweede Rijn overgang aan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 23