Beheer blijft probleem: geen viswater identiek Dammen Bridge VISSPORT Solti verrast met 'Tosca' KLASSIEK Mendelssohn in zomerzon Behrens bezielt Brünnhilde Saint-Saëns op een koopje ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1986 EXTRA PAGINA 33 Iedere sportvisser heeft wel een of meer favoriete visplekken. Stekkies waartoe hij zich extra voelt aangetrokken. Meestal om dat hij daar zijn beste vangsten heeft gedaan, vaak ook omdat de omstandigheden waaronder daar kan worden gevist hem het best bevallen. Als hengelaars in deze omge ving zijn we een bevoorrecht volkje. Ik durf dat zonder over drijving te schrijven omdat we kunnen kiezen uit een vrijwel onuitputtelijk reservoir van vis- mogelijkheden. En dat heeft zo z'n voordelen. Zeker voor diegenen, die niet he lemaal zijn vastgebakken aan één bepaalde plek. Zo is het al tijd mogelijk een plekje te kiezen waar je de wind min of meer in de rug hebt. Of recht op het handje, net zoals u wilt. Elders in ons land ligt dat soms heel anders. Daar zijn hengelaars vaak aangewezen op één afgeslo ten plasje, terwijl exact bekend is welke vis er rondzwemt. Om de dóódsimpele reden dat ieder visje erin moest worden uitgezet. Wat mij - als ik het regionale viswater de revue laat passeren - het meest opvalt is de grote ver scheidenheid. We hebben uitge strekte poldergebieden met vaar ten van enkele meters breed tot slootjes die nauwelijk de meter halen. We kunnen vissen in plas sen, meren en poelen, met een grote variëteit in omvang, plan tengroei en visbestand. Verder zijn er talloze vaarten, kanalen en weteringen. En ten slotte zijn er dicht bij huis nog de sier- en stadswateren. In parken, speelterreinen maar ook langs grachten en singels. In al die wateren huist meestal een onderling sterk afwijkende visstand. Ik ken bijvoorbeeld een kanaal waar de vangst meestal bestaat uit. kleine tot handgrote bleien en brasems. Een ander kanaal dat qua aan blik, stroming en diepte nauwe lijks lijkt af te wijken, is weer een viswater waar de vangst door gaans bestaat uit flinke maatse voorns. Ondermaatse vis vang je er zelden of nooit. Die verschillen bestaan er ook bij plassen en meren. En soms zelfs voor bepaalde gedeelten. Op de ene plek is altijd wel een snoekbaarsje te vinden (of je hem ook vangt is een tweede), de andere plek is juist weer een favoriete verblijfplaats voor snoek of karper. Wat nu precies de oorzaken van die specifieke kwaliteiten van een bepaald viswater zijn, valt heel moeilijk na te gaan. Is het de kwaliteit van het water, de plantengroei in en aan het water, de samenstelling van de bodem? Is het de stroming, de drukke of afwezige scheepvaart, de uitzet ting van vis, de aanwezigheid van een beroepsvisser? Ik zou nog een tijdje kunnen doorgaan want er zijn werkelijk tientallen factoren op te sommen die uit- DOOR BRAM VAN LEEUWEN De keuze van het viswater in deze omgeving is vrijwel onbe perkt. Dit zomerse plaatje werd gemaakt door fotograaf VJim Dijkman langs de Drecht. Een water dat in de zomer nogal wat recreatievaart kent. eindelijk bepalen welke vissen er rondzwemmen en welke forma ten ze kunnen bereiken. Dat er soms hele specifieke verschijnselen kunnen optreden bewijst bijvoorbeeld het veelbe sproken Franse meer Lac de St. Cassien waar af en toe karpers worden gevangen die tussen de 40 en 70 pond zwaar zijn. Kenne lijk zijn de omstandigheden in dit water optimaal voor het zoet watervarken. Want in de meeste andere wateren wordt dergelijke supergewichten nooit bereikt. Om de visstand in een bepaald water goed te beheren is een in zicht nodig in al die factoren. In het verleden werd daaraan wei nig of geen aandacht besteed. Dat hoefde meestal ook niet. Enerzijds omdat het water nog niet zo verontreinigd was als nu, anderzijds omdat de hengelaars- druk zo gering was. In de meeste wateren vond er eèn natuurlijke regulatie plaats. Ontwikkelde zich door bepaal de oorzaken een groot witvis- stand, dan vormde dat een pracht van een 'voedingsbodem' voor de roofvis. Die nam daarop toe en zorgde automatisch weer voor een afname van de witvis. Waarop de hoeveelheid beschik baar voedsel weer slonk en bijge volg het aantal roofvissen weer daalde. Die natuurlijke golfbe weging - hier heel simplistisch voorgesteld - is helaas vandaag de dag nog slechts in een zeer be perkt aantal wateren aanwezig. De meeste viswateren hebben te lijden van verontreiniging, een overmaat aan voedingsstoffen, drukke scheepvaart en degene ratie of oververtegenwoordiging van bepaalde vissoorten. In zo'n gecompliceerde 'samenleving' beslissen wat de juiste maatrege len zijn is een moeilijke, zo niet onmogelijke zaak. Om enig inzicht te krijgen wor den tegenwoordig wel proefvis- serijen gedaan met netten. Aan de hand van de gevangen vissen, die worden geteld, gewogen en waarvan de leeftijd wordt be paald, ontstaat een globaal beeld van wat zich onder water af speelt. Aan de hand van bodem monsters wordt bekeken welk voedsel en in welke hoeveelhe den voor de vis beschikbaar is. En een wateranalyse levert ook nog cijfermateriaal op. Maar het blijft slechts een momentopna me. En bovendien een met tal van onzekerheden. Op basis van die vaak summie re gegevens worden uiteindelijk beheersmaatregelen genomen. In kleinere afgesloten wateren zijn die effecten nog wel te vol gen. Moeilijker wordt het al als het water wat uitgestrekter is en helemaal onmogelijk lijkt het als het om uitgestrekte watergebie den gaat die met elkaar in ver binding staan. Zoals de plassen en meren in deze provincie. Een simpel voorbeeld: jaren achtereen zijn er door de Henge- laarsbond voor Leiden en om streken op diverse plaatsen snoekjes en glasaaltjes uitgezet. Wat er van al die visuitzettingen uiteindelijk is terechtgekomen valt onmogelijk na te gaan. Je kunt alleen maar hopen dat het iets heeft geholpen, maar werkelijke bewijzen daarvoor krijg je nooit in handen. De Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij organi seert al jarenlang cursussen voor bestuurders van hengelsportver enigingen. Ze moeten daar een inzicht krijgen in de processen die zich in viswateren afspelen. Een en ander wordt in de prak tijk getoetst aan experimenten in een aantal proefvijvers. Ongetij- feld een nuttige zaak, maar aan de andere kant een zo complexe materie dat ik me afvraag of het werkelijk veel zal uithalen. Dezer dagen maakte de OVB bekend dat men in samenwer king met Rijkswaterstaat bezig is met een nieuw onderzoek. Beke ken wordt welke invloed de aan wezige visstand heeft op de wa terkwaliteit. Daarbij gaat het vooral om de brasem. Omdat de ze vissoort in de meeste wateren massaal voorkomt, bestaat het vermoeden dat de helderheid van het water daardoor nadelig wordt beinvloed. En aangezien minder helder water ook ongunstig is de voor de roofvis, de snoek, zou daaraan ook de terugggang van de snoek- stand in veel wateren te wijten zijn. Ik ben eerlijk gezegd wat pessimistisch over de resultaten die het onderzoek zal opleveren. Het lijkt me bijvoorbeeld in een drukbevaren water heel moeilijk na te gaan of de troebel heid van het water nu wordt ver oorzaakt doordat de brasem met z'n stofzuigerbek de bodem om wroet of dat het een gevolg is van een enorme waterverplaatsing van diepliggende vrachtschepen. In een eerste opwelling zou ik zeggen dat de invloed van die enorme schroeven aanmerkelijk groter is dan die van een beschei den brasembek. Ook al zwem men ze dan ook in grote aantal len rond. En dan beperk ik me gemakshalve nog maar tot twee factoren. In werkelijkheid zijn het er tientallen. Ik ben zeer benieuwd wat we in de toekomst te horen krijgen. Maar wat nog belangrijker is: of er ook werkelijk iets uitkomt waarmee we iets kunnen doen. Helaas is er de afgelopen jaren te vaak onderzoek op visserijge- bied verricht waarvan prachtige rapporten zijn opgesteld. Ze zijn inmiddels bijgezet in stoffige ar chieven zonder dat er in de prak tijk iets me Puccini: "Tosca". Kiri Te Kanawa, Giacomo Aragall, Leo Nucci, Spiro Malas, Malcolm King, Piero de Pal- ma e.a., Welsh National Opera Cho rus, National Philharmonic Orche stra o.l.v. Sir Georg Solti. (Decca 414 597-1 (2 Ip's), 414 597-2 (2 cd's)). Tosca, vroeger het paradepaard je van dramatische sopranen en dito baritons, lijkt steeds meer een dirigentenopera te worden en na zijn opnamen van opera's van Mozart, Wagner, Verdi en Strauss heeft ook Solti zich nu aan dit realistische drama ge waagd. Het resultaat is een abso lute verrassing, zeker voor de operaliefhebber die gevoelig is voor een goede orkestklank. Hoewel het National Philhar monic Orchestra niet een van 's werelds top-ensembles is, weet de Hongaars-Britse dirigent het onderste uit de kan te halen en komt Puccini's opera tot klinken op een manier die voorgoed loo- chenstraft, dat Italiaanse opera's louter een aangelegenheid voor zangers zijn. Dat neemt niet weg, dat hier ook alleszins respectabe le vocale prestaties worden gele verd. Niet in het minst door Da me Kiri Te Kanawa, die hier tot een opmerkelijke, overwegend lyrische karakterisering komt en zich wel degelijk naast fameuze voorgangsters kan handhaven. De bariton Leo Nucci mist iets van het sadistische dat toch bij een echte Scarpia hoort, maar weet wel hoorbaar te maken dat deze politiechef een man van in vloed en oude adel is, en de tenor Giacomo Aragall demonstreert ondanks een lichte vergroving in zijn voordracht, dat hij een van de meest onderschatte tenoren van de afgelopen twintig jaar is. Bijzondere aandacht verdie nen de bijrollen met daarin o.a. de veteraan Piero de Palma, een van de grootste karaktertenoren van de afgelopen decennia en een man met meer complete ope- Bijdragen: Paul Korenhof Claudio Abbado. ra-opnamen op zijn naam dan wie ook. De platen bieden een ju weel van digitale opnametech niek. Mendelssohn: Symfonieën nr. 4 in A op. 90 ("Italiaanse") en nr. 5 in D op. 107 (Reformatie-symfonie). London Symphony Orchestra o.l.v. Claudio Abbado. (DG 415 974-1 (lp), 415 974-2 (cd)). Enkele maanden geleden bracht DG een set met alle symfonieën van Mendelssohn, enkele ouver tures en het Scherzo in g op de markt en uit deze alom geprezen uitgave werden nu de twee popu lairste symfonieën gezamenlijk op één enkele plaat uitgebracht. De onbetwiste winnaar is daarbij de vierde, Italiaanse symfonie, die onder de handen van Abbado een ontspannen vertolking krijgt met een constant overheersende zangerigheid die - het klinkt als een cliché - de Italiaanse zomer zon tot een constant in de mu ziek aanwezig element maakt. De zogenaamde Reformatie- symfonie wordt door Abbado ta melijk bedachtzaam benaderd, waardoor het slotdeel (met het koraal Ein feste Burg ist unser Gott) al in het allegro con fuoco en het allegro vivace van de eer ste twee delen zijn schaduw heel licht vooruit lijkt te werpen. Daar staat echter eenzelfde ho mogeniteit van opbouw als in de Italiaanse tegenover, terwijl het London Symphony Orchestra bovendien in beide symfonieën een instrumentale élégance aan de dag legt, zoals die alleen maar onder de grootste dirigenten tot stand kan komen. Bijzondere vermelding verdient de uiterst heldere (digitale) opname. Wagner: aria's en fragmenten uit Tannhauser, Der fliegende Hollan der, Lohengrin, Die Walküre, Götter- dammerung, Tristan und Isolde. Hil- degard Behrens (sopraan), Münch- ner Rundfunkorchester o.l.v. Peter Schneider. (EMI 067-2704221 (lp). 2704224 (mc), CDC 7474362 (cd)). Toen Georg Solti en regisseur Peter Hall in '83 in Bayreuth hun mislukte Ring-avontuur lanceer den, was iedereen het over één ding eens: alle rampspoed op het toneel kon niet aan het oog ont trekken, dat zich bij de solisten tenminste één debutante van bij zondere klasse bevond. Eigenlijk bezat Hildegard Behrens niet de volumineuze en kernachtige so- praanstem die voor een echte Brünnhilde nodig was, maar wat zij op dat punt tekortkwam, wist zy op overweldigende wijze te compenseren met haar muzikali teit en de warmte van haar voor dracht. Haar eerste Wagner-reci- tal, opgenomen met dezelfde di rigent met wie zij de afgelopen drie jaren in Bayreuth samen werkte, bevestigt de tot nu toe opgedane indrukken. Eigenlijk is haar stemvak dat van Elsa (Lo hengrin), Elisabeth (Tannhau ser), Senta (Hollander) en mis schien ook Sieglinde (Walküre), maar ook Brünnhilde (Götter- dammerung) en Isolde weet zij te bezielen op een wijze waar de echte dramatische sopraan dik wijls niet aan toekomt, en die volledig doet vergeten dat haar techniek en haar toonvorming af en toe toch een klein vraagteken- tje oproepen. Saint-Saëns: Le Carnaval des Ani- maux, Phaéton, Le Rouet d'Ompha- le, Danse macabre. Cristina Ortiz en Pascal Rogé (piano), London Sinfo- nietta en Philharmonia Orchestra o.l.v. Charles Dutoit. (Decca 414 460- 1 (lp), 414 460-2 (cd)). Als meevaller van de maand pre senteert Phonogram een aan trekkelijke combinatie van werken van Camille Saint-Saëns in deels analoge, deels digitale opnamen. Op de eerste plaatkant vinden we het bekende Carnaval des Animaux in een recente op name met o.a. Cristina Ortiz en Pascal Rogé aan de piano en met dirigent Charles Dutoit aan het hoofd van een alert reagerend London Sinfonietta. De heldere opname laat de vele solistische passages uitstekend tot hun recht komen, maar daar staat te genover dat de strijkers van de London Sinfonietta soms iets te veel naar de achtergrond worden gedrongen. De overige drie werken horen we in opnamen van Dutoit met het Philharmonia Orchestra uit 1981. Het vereist echter onwaar schijnlijk goede oren om te kun nen vaststellen dat het hierbij niet om digitale opnamen gaat, temeer daar hier sprake is van een evenwichtiger balans die alle instrumentengroepen keurig naast elkaar plaatst en daarbij ook zorgt voor een klankper spectief waarin het niet ont breekt aan diepte. Een aantrek kelijk aanbod. In het onlangs in Baku ge speelde toernooi werd een mode variant van de Slavische opening zeer overtuigend weerlegd. Na de zetten 1. d4 d5 2. c4 c6 3. pf3 pf6 4. cxd5 cxdö 5. pc3 pc6 6. If4 lg4 7.pe5 Db6 8. pxg4 pxg4 (diagram). Het zwarte speelplan O tijen speelden de witspelers 9.pxd5 Da5 10. pc3 e5!: 11. d5 Db6 12. Ig3 Db2 13 tel pd4 14. Dd2 la3 15 tbl Dxbl lö.pxbl lb4 17 h3? (hiermee capituleert wit in feite, Torre geeft zelf zeer inte ressante varianten die kunnen ontstaan na 17 pc3 tc8 14 Kdl txc3 15 lb5 Ke7 waarbij zwart overigens in het voordeel blijft) 17...1d2 18. Kxd2 pf6 19 le5 pf5 20 pc3 0-0-0 en zwart won het eind spel in Partos- Torre Biel 1985. Een andere partij ging verder met 11 e4 lb4 12 ld2 ed4 13 pbl (dat kan natuurlijk ook niet de weerlegging van de zwarte opzet zijn.) pf6 14.1d3 0-0 15.0-0 pe5 16 werd door Torre in de praktijk gebracht.In enkele van zijn par- Op het moment dat u dit leest is de interland Nederland-Sowjet- Unie alweer afgelopen. Bij deze interland zijn voor het eerst ook de dames van de partij geweest en wel de Nederlandse kampioe ne Karen van Lith tegen de Rus sische wereldkampioene Elena Altsjoel. Leuk was dat Elena Altsjoel al een week eerder in Nederland was om aan een toernooi in Gro ningen mee te doen. De Groningse damclub De Vriendenkring had ter gelegen- héid van het 5-jarige bestaan een damtoernooi georganiseerd. Altsjoel eindigde daarbij op een negende plaats met 10 punten uit 8 wedstrijden (eerste Hans Jan sen met 12 uit 8), zonder 1 partij te verliezen, voor o.a. w.k. deel nemer Van der Borst. Helaas heb ik van dat toernooi nog geen par tijen, wel kan ik u een fraaie overwinning van Altsjoel laten zien uit het pas gehouden Rus sisch kampioenschap. De2 tfe8 17 a3 ld2 18 pxd~2 tad8 .In deze stelling uit de partij Schroer -Torre is er weinig aan de hand al is de zwarte stelling iets prettiger. In de partij Gusenov - Sideif - Zade vervolgde de witspeler in de diagramstelling echter met 9 e4ü. Achteraf zegt iedereen dan dat het natuurlijk een logische zet is. De pointe blijkt na 9..Dxb2 10. Id2 pxd4 11. tel Wit heeft tij delijk wat materiaal verloren ,maar het is niet te zien hoe zwart de vele dreigingen kan pareren. In de partij volgde 9...e5!? 10 lb5ü lb4 11. Ic6 Dxc6 12. 0-0 (wit voltooit gewoon zijn ontwikke ling alsof er niets aan de hand is) lxc3 13 Dxg4 lxb2 14 Dxg7 0-0-0 15 Dxe5 lxal 16 exd5 txd5 (na 16..Dc3 17 Db8 Kd7 18 Dxb7 Ke8 19 d6 td7 20 Db8 td8 21 Db5 td7 22 De5 is het mat) 17 Dxh8 td818 Dxh7 lxd4 19 tel lc3 20 Dh3 en zwart gaf op, hij verliest een stuk. door Hans Vermin Altsjoel-Sadowskaja. 1.32-28 17-22 28x17 11x22 37-32 6-11 41- 37 12-17 46-41 8-12 32-28 16-21 7.31-26 3-8 37-32 11-16 41-37 7-11 34-29 1-6 40-34 19-23 28x19 14x23 13.35-30 20-25 30-24 21-27 32x21 16x27 37-31. Een belangrijke be slissing. Veiliger is schijf 37 laten hangen al heeft zwart dan de vluchtmogelijkheid 27-31. 23-28 45-40 10-14 24-20 15x24 19.29x20 18-23 40-35 13-18 44-40 5-10 20-15 9-13 50-45 14-19 35-30 19-24? een aanmerkelijk beter idee is hier 17-21 26x17 12x21 met op 31-26 gewoon 2-7-12. De witte omsin geling stelt dan niet zo veel meer voor. 25.30x19 23x14 42-37 11-16 37-32 28x37 31x42 13-19 33-29 19- 23 29-2414-19 31.24x13 8x19 38-33 10-14 40-35 2-8 33-29 8-13 35-30! De omsingeling begint plotse ling dreigende vormen aan te ne men. 6-11 43-38 16-21 42-37 11-16 37-31 27-32 38x27 21x32 48-43 22- 28 47-42 17-22 42-38 32-37 31x42 12-17 38-3316-2143-38 21-27 49-43 28-32 45-40 4-9 40-35 32-37 42x31 49.42x31 23-28 30-24 19x30 35x24 28-32 24-19 14x23 15-10 13-19 10-5 en zwart gaf eindelijk op. In Veenendaal houden ze niet van halve maatregelen. Voor het eerste grote bridge-toernooi had den ze meteen maar een aantal Europese topsterren ingehuurd. Het toernooi werd gewonnen door de Europese jeugdkam pioenen: Wubbo de Boer, Marcel Nooyen, Jan Jansma en Rob van Wel. Hun maatjes Leufkens-We- stra waren in een ander team in gelijfd. Een aardig spel: B 10 O AH V B 86 O 7 6 3 5 2 A96 N ♦VS? 7 5 3 2 wnO10 94 w u O 10 2 Z B9743 O door Ton Schipperheyn O H 8 54 H 8 H 5 4 3 2 - O A V B 9 AV106 Sch, noord 2 Ha, zuid 3 KI, noord 3 Ha, zuid 3 SA, waarop noord paste. West kwam uit met Ru 4, via de 10 voor de boer en zuid kon genoeg slagen tellen. Het probleem was alleen hoe bij de mooie harten te komen. NZ wa ren Leufkens-Westra en zuid los te dat als volgt op. Hij begon met een kleine schoppen voor 10 en vrouw. Ruiten na was voor 9 en heer en weer ruiten voor het aas. West nam de tweede schoppen met het aas en bracht zuid op nieuw aan slag met de laatste rui ten. We zijn beland bij: *AHVB8 t, O" <2 *52 o 9 N *8 <27532 wo<?10 H 8 Z B 9 7 4 3 Zuid incasseerde drie schop penslagen en vervolgde met KI A en een kleine klaveren na. West kon de bui zien hangen, maar het ondergooien van KI H helpt niet. Met open kaart makkelijk, maar met dichte kaart is de keus voor zuid heel moeilijk. Nog een grappig spel uit de training: V 9AH543 O H V 9 HB83 54 N B 10 9 7 6 3 2 <?982 1087 63 2 'V O4 97 54 W 0 Z +62 STOCKHOLMIA 86, de grote in ternationale postzegeltentoon stelling, is alweer verleden tijd. De poorten gingen in Stockholm op 29 augustus open en afgelo pen zondag, 7 september, was de expositie voorbij. Op de dag dat de expositie in de Zweedse hoofdstad werd geopend ver scheen ook de vijfde emissie in de reeks STOCKHOLMIA 86, een postzegelboeKje met vier ze gels dat in verband met het 350- jarig bestaan van de Zweedse posterijen als thema heeft "vier eeuwen in dienst van de post". In het boekje zitten twee zegels van 2,90 en twee van 2,10 kroon en de zegels tonen van links naar rechts: een zogenaamde post knecht (bij een postverordening uit 1636 werd bepaald dat post- boeren, bijgestaan door twee postknechten in een bepaald ge bied verantwoordelijk waren voor de postbezorging), een post kantoor in de 18e eeuw, het inte rieur van een posttreinwagen (zie ook de nieuwe Zwitserse perma nente zegel van 90 rappen, die we in het hoofdstuk Zwitserland noemen) en een postterminal in Tomteboda even buiten Stock holm. In het boekje zit voor 10,00 kroon aan zegels, maar het kost 40,00 kroon, omdat er ook een toe gangsbewijs voor de tentoonstel ling aan is verbonden. Dat is één minpunt. Het tweede is dat het boekje alleen tijdens de exposi tie te koop is geweest. ZWITSERLAND - Zoals we in de vorige rubriek al hebben op gemerkt is Zwitserland op 9 sep tember een nieuwe serie perma nente zegels gestart, die als the ma heeft "postbestelling door de tijden heen". Deze zegels zullen A H 8 9VB76 O AB5 AV10 Zuid als gever opende 2 SA en aan 8 van de 9 tafels werd direct 7 SA geboden. Dat gaf geen pro blemen, wel voor de ene NZ die in 7 Ha eindigden en daarvoor een dikke 0 mochten incasseren. door Hero Wit de serie "volksgebruiken" ver vangen. De eerste set bestaat uit zes zegels in waarden van 5, 10, 25, 35, 80 en 90 rappen. De zegel van 5 rappen staat in het teken van de motorisering van de postdienst van Zürich: een "Franz"-vrachtwagen (1911). De 10 rp-zegel vraagt aandacht voor de pakketpost. De zegel van 25 rappen toont een terminal die brieven op de juiste wijze plaatst en ze stempelt. Op de 35 rp.-zegel wordt een pakket aan een loket afgegeven. De zegel van 80 rap pen verbeeldt een postbesteller uit het jaar 1900 en op de 90 rp.- zegel zien we het interieur van een posttreinwagen (zie ook een van de twee 2,10 kr.-Stockhol- miazegels). Deze "post"-serie vervangt, zo als opgemerkt, dus de serie "volksgebruiken", waarvan de eerste zegels op 25 augustus 1977 verschenen. De serie, die twee aanvullingen kent, telt 13 zegels: 5 rappen (ook twee- en driezijdig getand), 10 rp. (idem), 20 rp. (idem), 25 rp., 30 rp., 35 rp. (ook twee- en driezijdig getand), 40 rp. (idem), 45 rp., 50 rp. (ook twee- en HELVETIA 25: driezijdig getand), 60 rp., 70 rp., 80 rp. en 90 rappen. Dan is afgelopen dinsdag, 9 september, de tweede bijzondere serie van dit jaar verschenen. De serie bestaat uit vier zegels, in waarden van 35, 50, 80 en 90 rap pen. De zégel van 35 rappen, met vredesduiven, is gewijd aan het door de VN uitgeroepen "inter nationalejaar van de vrede". Met de 50 rp.-zegel wordt het 50-jarig bestaan van de "Zwitserse Win terhulp" herdacht. Ook de 80 rp.- zegel is een jubileumzegel. Met deze zegel wordt het 100-jarig be staan (9 september 1886) her dacht van de "Convention de Berne pour la protection des oeuvres littéraires et artistique". De laatste zegel uit de serie (90 rp.) vraagt aandacht voor de XXVe conferentie van het Inter nationale Rode Kruis, die van 23 tot en met 31 oktober in Genève zal worden gehouden. STEMPELNIEUWS - Op 19. september heeft ter herinnering aan de postbootverbinding Urk- Kampen een herdenkingsvaart plaats. Er zal dan ook een bijzon der stempel worden gebruikt. Poststukken dienen voor 17 sep tember op het volgende adres te zijn: Directeur postkantoor, Postbus 99320, 8300 NA Em- meloord. Op het omslag: Stem peling postboot Urk-Kampen. Van 12 tot en met 19 september wordt in Amsterdam, Arnhem, Den Bosch, Den Haag, Gronin gen, Haarlem, Leeuwarden, Rot terdam, Roosendaal, Sittard, Utrecht en Zwolle een stempel- vlag gebruikt met de tekst Prin ses Beatrix Fonds Doe mee met de landelijke actie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 33