Donoren constant probleem
voor Leidse spermabanken
EX TRA
'Zeven van de
tien vrouwen
gaan zwanger
de kliniek uit'
'De identiteit
van de donor
wordt nimmer
prijsgegeven'
M A BIJLAGE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD
PAGINA 21
Hoewel kunstmatige
inseminatie met
donorzaad - kortweg
KID - bij vrouwen al
sinds vele jaren wordt
toegepast en een
geaccepteerd
maatschappelijk
verschijnsel is
geworden, blijft het
vinden van mannen die
hun zaad willen afstaan
een constant aanwezig
probleem voor
spermabanken.
Dergelijke banken
moeten regelmatig
initiatieven ontplooien
om hun donorenbestand
aan te vullen dan wel te
vernieuwen.
Zo ook de spermabanken
bij het Leidse
Academisch Ziekenhuis
en de Stichting Medisch
Centrum voor
Geboorteregeling aan
het Kort Rapenburg.
Beide instellingen
houden zich al zo'n tien
jaar bezig met KID -
Leiden heeft op dit
terrein een
voortrekkersrol vervuld
in Nederland - en zijn
daarbij steeds opnieuw
gestuit op de vnaag: hoe
komen we aan voldoende
donoren?
Kees de Bruyn, die met Leny
Broekhof en Kees van Voorst de
spermabank van het AZL runt,
zegt dat een vrouw soms gewoon
niet geholpen kan worden omdat
het juiste sperma niet voorhanden
is. "We gaan dan wel actief op zoek
naar een geschikte donor, maar
dat valt vaak niet mee".
"Vooral donoren van niet-Westeurope-
se afkomst zijn moeilijk te krijgen.
Denk bijvoorbeeld aan mensen van
Marokkaanse, Turkse, Aziatische, Su
rinaamse, Afrikaanse en Chinese oor
sprong, en mensen met een joodse af
komst. De moeilijkheid is dat dergelij
ke mensen vaak een geloof hebben
waarin het verboden is het eigen zaad
af te staan. In sommige religies is KID
zelfs een vorm van overspel. Dat er uit
die bevolkingsgroepen toch aanvragen
komen van echtparen voor KID valt te
verklaren uit het feit dat er kennelijk
op kinderloosheid een nog groter taboe
rust".
Kees van Schie, oprichter en mede
directeur van het Centrum voor Ge
boorteregeling, beaamt dat donoren
met bepaalde raskenmerken moeilijk
zijn te krijgen. "Wy hebben bijvoor
beeld op dit moment geen Chinese do
nor, maar wel een aanvraag van een
Chinees echtpaar. Ook hebben we een
hele tijd geen Surinaamse donor ge
had".
Het invriezen van sperma van een
donor, dat later kan worden gebruikt
voor kunstmatige inseminatie bij een
z.g. acceptor (een ontvangende partij),
is een techniek die afkomstig is uit de
veterinaire wereld. Koeien worden al
sinds tientallen jaren drachtig gemaakt
met het ingevroren en later ontdooide
sperma van een stier. Koeien worden
tegenwoordig eigenlijk nauwelijks
meer op natuurlijke wijze bevrucht.
De methode van kunstmatige inse
minatie heeft twee grote voordelen: er
is altijd stierenzaad voorradig en met
één ejaculaat kunnen meerdere koeien
worden bevrucht. Van Schie: "Om aan
de wensen van ongewild kinderloze
echtparen tegemoet te komen is men
in de jaren zestig ook begonnen met
het op ruime schaal invriezen van men
selijk sperma. Eerst in de Verenigde
Staten, later ook in Europa".
Extra impuls
Kees de Bruyn zegt dat er al sinds
1948 op het AZL wordt geïnsemineerd.
"Vroeger werd er incidenteel geïnse
mineerd, sinds 1976 is de eigenlijke
spermabank gaan draaien. Het taboe
rond het onderwerp en het donorschap
is afgenomen, mede dank zij de vele
publiciteit. In de eerste jaren van z'n
bestaan heeft de spermabank van het
door Bert Paauw
V.l.n.r. Leny Broekhof, Kees van Voorst en Kees de Bruyn, die gedrieën de spermabank op het AZL runnen:
merman of professor is. Wij zijn blij met iedere nieuwe aanmelding".
AZL zich beperkt tot man/vrouw rela
ties. De laatste tijd worden ook alleen
staande vrouwen en lesbiennes gehol
pen".
Bij het Centrum voor Geboorterege
ling, waar in 1977 met een spermabank
werd begonnen, heeft men vanaf het
begin het standpunt uitgedragen alle
vrouwen te willen helpen. Van Schie:
"Dat heeft de discussie over KID een
extra impuls gegeven. Overigens be
perken de andere spermabanken in
den lande zich nu niet meer tot paren".
Beide Leidse spermabanken hebben
in grote lijnen dezelfde benadering van
donoren. Eén keer in de veertien dagen
wordt een zogenaamde donorenavond
gehouden. Na een glas wijn of een kop
koffie trekt de donor zich terug in een
kamer(tje) om het sperma te produce
ren dat moet worden opgevangen in
een potje of flesje. De Bruyn: "Wij leve
ren geen pornoblaadjes of verpleeg
sters die een handje helpen. Dat soort
ideëen schijnt nog wel eens te leven.
Een donor mag wat ons betreft wel zelf
porno of een partner meenemen".
Met een nieuwe donor volgt altijd
eerst een gesprek over de lichamelijke,
geestelijke en erfelijke gezondheid.
Geeft dat geen problemen, dan wordt
vervolgens nagegaan of het sperma
goed invriesbaar is. Van Schie: "Van
sommige mannen is het sperma altijd
goed invriesbaar, van anderen is het
nooit goed invriesbaar en bij wéér een
andere groep varieert het. De ene keer
is het sperma wel goed invriesbaar, de
andere keer niet".
"Gemiddeld produceert een man 2xh
ml sperma per ejaculaat. Per ml ejacu
laat vind je normaal gesproken tussen
de 20 en 300 miljoen spermatozoën.
Zijn er minder dan 20 miljoen, dan is
de kans op vruchtbaarheid gering en is
het sperma niet te gebruiken voor KID,
want bij het invriezen en ontdooien
gaan er altijd spermatozöen kapot. Wij
proberen dus donoren te krijgen die
hoog in het 'normale gebied' scoren.
Bij de meeste mannen komt een con
centratie van 170 tot 120 miljoen sper
matozöen per ml voor. Van een aspi
rant-donor onderzoeken we drie ejacu
laten. Vinden we driemaal een onvol
doende concentratie dan kunnen we zo
iemand niet als donor accepteren".
Sociaal gevoel
loosheid mensen kan bezorgen. Een
bijkomende motivatie is nieuwsgierig
heid naar de eigen vruchtbaarheid,
naar het eigen zaad".
Is een donor eenmaal geaccepteerd,
dan blijft hij onder medische controle
staan. Om de drie maanden wordt er
bloed geprikt ter controle op eventuele
aanwezigheid van geslachtszieken of
anti-stoffen tegen aids.
Qua leeftijden houden beide Leidse
spermabanken dezelfde grenzen aan.
Dat loopt van minimaal 18 jaar tot on
geveer 50 jaar. Donoren krijgen bij het
AZL een vast bedrag van 30 gulden per
donatie, bij het Centrum voor Geboor
teregeling een onkostenvergoeding.
Een donor met wiens zaad rond de tien
zwangerschappen zijn gerealiseerd,
wordt- met dank voor de bewezen
diensten - uit het donorenbestand ge
schrapt omdat men de kans op een re
latie dan wel een huwelijk tussen half
broer en halfzus zo goed als geheel wil
uitsluiten.
Van Schie: "KID-kinderen kunnen
overigens bij ons navragen of een rela
tie die ze zijn aangegaan gevaarlijk is,
want wij houden bij met wiens sperma
iemand is geïnsemineerd. De identiteit
van de donor wordt echter nooit en te
nimmer prijsgegeven. Dit bijvoorbeeld
in tegenstelling tot West-Duitsland
waar alle kinderen het grondwettelijke
recht hebben te weten wie hun biologi
sche vader is. In Zweden hebben KID-
,Het maakt niet uit of iemand tim-
(foto's Holvast)
kinderen het recht dat op meerdeijari-
ge leeftijd te weten. In Nederland be
staat een dergelijk wettelijk recht
niet".
Ook De Bruyn beklemtoont de ano
nimiteit van donoren. "Een acceptor
krijgt nooit de naam van de donor te
horen, ook omgekeerd niet. Donoren
zijn wel nieuwsgierig om te horen of
hun zaad is gebruikt en of er zwanger
schappen van zijn gekomen. Hoeveel
zwangerschappen er met hun zaad tot
stand zijn gebracht vertellen we de do
noren niet. Wel zeggen we op een gege
ven moment tegen iemand: je zit aan je
tax".
Gesprek
Ten aanzien van de motivatie van do
noren zegt De Bruyn dat de meesten
het uit een sociaal gevoel doen. "Hun
redenering is: ik heb sperma, anderen
hebben het nodig, waarom zou ik het
niet geven? Ze kennen vaak kinderloze
echtparen in familie- of kennissen
kring en weten welk verdriet kinder
Kees van Schie, oprichter van het Centrum voor Geboorteregeling in
Leiden: „We beschikken zo langzamerhand wel over de nodige ervaring
om in te schatten of een kunstmatige inseminatie verstandig is".
Sinds het begin van de spermabank
aan het Kort Rapenburg hebben zich
daar in totaal een kleine 500 donoren
aangemeld en hebben ongeveer 1600
vrouwen een verzoek om KID inge
diend. De Bruyn wil ten aanzien van de
spermabank van het AZL geen cijfers
noemen, maar zegt dat in de loop der
jaren vele honderden vrouwen ("mis
schien wel meer dan duizend") zijn be
handeld.
Met een vrouw die om kunstmatige
inseminatie verzoekt wordt eerst een
diepgravend gesprek gevoerd. Van
Schie daarover: "We willen weten wel
ke overwegingen zo'n vrouw heeft.
Vertelt ze het aan familie en kennissen
of houdt ze het liever geheim? Vertelt
ze het later aan het kind? Heeft de part
ner zijn onvruchtbaarheid verwerkt? Is
de dwang van de vrouw om een kind te
nemen niet te groot? Is de betreffende
vrouw voldoende stabiel om een kind
te kunnen opvoeden?".
"Het klinkt misschien hoogdravend
en er zijn natuurlijk nooit harde garan
ties te krijgen dat het allemaal goed
gaat, maar we beschikken zo langza
merhand wel over de nodige ervaring
om in te schatten of een kunstmatige
inseminatie verstandig is. De meeste
vrouwen die erom vragen zijn er wel
aan toe. Ze hebben er goed over nage
dacht en hebben een stabiel stadium
bereikt in hun levensomstandigheden
zoals een eigen woonruimte, werk en
een relatie. Het gebeurt eigenlijk maar
zelden dat we een verzoek afwijzen".
De Bruyn: "Vaak hebben kinderloze
mensen al een hele lijdensweg doorge
maakt voordat ze bij ons terechtko
men. Ze hebben een jarenlange perio
de van onderzoeken achter de rug, zeg
maar een periode van rouw waarin het
niet is gelukt om een zwangerschap te
doen ontstaan. We gaan altijd eerst na
welke problemen man en vrouw heb
ben gehad, geven informatie over KID
en praten over de psycho-sociale gevol
gen van een KID-behandeling. Wan
neer een vrouw wordt aangenomen als
acceptor komt ze op een wachtlijst te
staan".
Eenvoudig
Het insemineren is een tamelijk een
voudige techniek. Wanneer via het zo
genaamde temperaturen is bepaald
wanneer de eisprong bij de vrouw
plaatsheeft wordt er ten tijde van die
eisprong driemaal geïnsemineerd. Bij
dat insemineren wordt een cupje op de
baarmoedermond gezet. Het onder een
temperatuur van min 196 graden Cel
sius bewaarde zaad wordt ontdooid en
ingebracht. De vrouw moet het cupje
thuis na zes uur weghalen.
Bij de inseminatie wordt zaad ge
bruikt van een donor die qua uiterlijk
lijkt op de partner van de vrouw. Van
Schie: "We gaan alleen op uiterlijke
kenmerken af omdat we weten dat die
in elk geval erfelijk zijn bepaald. Bij
andere kenmerken kunnen zowel
erfelijke als omgevingsfactoren een rol
spelen. Als een vrouw bijvoorbeeld om
een muzikale donor vraagt zou ik niet
weten hoe ik moet selecteren. Ik kan
natuurlijk het zaad nemen van een do
nor die goed kan pianospelen, zo ik die
al in m'n bestand heb zitten, maar het
kan best zijn dat iemand weinig aanleg
voor muziek heeft, maar door het mi
lieu waarin hij is opgegroeid gestimu
leerd is tot pianospelen. Omgekeerd
kan iemand die geen noot kan spelen
best aanleg voor muziek hebben. Die
aanleg is om uiteenlopende redenen
nooit ontplooid".
Zowel De Bruyn als Van Schie zeg
gen dat de kans op een zwangerschap
bij KID behoorlijk groot is. De Bruyn:
"Zeven van de tien vrouwen die zich
hier aanmelden gaan op een gegeven
moment zwanger de kliniek uit. Die
zwangerschap kan voor de een na één
behandeling, voor de ander pas na
twintig behandelingen optreden. Bij
de dertig procent bij wie het niet lukt
geven wij op een gegeven moment het
advies te stoppen of een tijdje te pauze
ren, anders wordt het een obsessie.
Want begrijp wel: zo'n vrouw is er elke
dag mee bezig, steeds temperaturen,
constant eraan denken. Sommige
vrouwen hebben zichzelf een limiet ge
steld, die zeggen: ik houd er na twee
jaar mee op".
Van Schie: "Er blijven altijd vrou
wen die niet zwanger raken terwijl
daarvoor geen duidelijke oorzaken zijn
aan te wijzen. Aangenomen wordt dat
er dan sprake is van niet aantoonbare
kleine afwijkingen in de eileiders, bij
voorbeeld veroorzaakt door micro-or
ganismen die zijn opgedaan tijdens
wisselende seksuele contacten. Voor
die groep vrouwen kan een reageer
buisbaby een oplossing zijn".
Praatgroep
"Soms gaan vrouwen eindeloos lang
door, geven het niet op. Het record in
onze kliniek staat op naam van iemand
die zwanger raakte na bij de 44ste cy
clus te zijn geïnsemineerd". Stelt de li
chamelijke kant van de KID-behande-
ling weinig voor, volgens De Bruyn zit
ten de problemen meer in de psycholo
gische hoek. "De man is vaak nog be
zig zijn onvruchtbaarheid te verwer
ken, man en vrouw willen de behande
lingen vaak voor de buitenwereld ge
heim houden terwijl de vrouw na een
mislukte behandeling te maken krijgt
met de menstruatiedomper".
Volgens De Bruyn hebben praat
groepen van KID-acceptoren een nutti
ge functie. "In die praatgroepen wor
den onder meer smoezen uitgewisseld
die kunnen worden gebruikt om de be
handelingen voor de omgeving te ver
bergen. Ook wordt wel gepraat over
adoptiekinderen in het geval de KID-
behandeling niet aanslaat."
Met de nog altijd groeiende vraag
naar KID-kinderen lijkt het gevaar van
commerciële spermabanken niet denk
beeldig. In de Verenigde Staten, waar
het maatschappelijk bestel doordrenkt
is van de commercie, is inmiddels een
spermabank opgericht waar uitslui
tend donoren met een hoog intelligen
tiequotiënt (bij voorkeur Nobelprijs
winnaars) worden geaccepteerd, uiter
aard tegen fikse betaling.
Van Schie en De Bruyn achten een
dergelijke ontwikkeling in Nederland
niet voor de hand liggend. "In Amerika
is daar kennelijk een markt voor. Wij
zijn een veel te nuchter volk, al gaan er
wel geluiden op om dergelijke exces
sen hier via wettelijke maatregelen te
voorkomen. Voorlopig is dat nog niet
nodig".
De Bruyn: "Een hoge of een lage op
leiding, daar kijken wij niet naar. Het
maakt niet uit of iemand timmerman
of professor is. Wij zijn blij met iedere
nieuwe aanmelding".
Wie nadere informatie wil over KID of
zich wil aanmelden als donor kan terecht
bij: Spermabank AZL, tel. 071 262874 of
Stichting Medisch Centrum voor Geboorte
regeling, Kort Rapenburg 1, tel. 071 -
126941.
ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1986