Stampei rond een racemotor Woubrugse handelaar piekert niet over teruggave van Mike Hailwoods Honda ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1986 EXTRA PAGINA 21 Paufsne Hailwood in het museum, van haar overleden echtgenoot: geen toestemming. doto gpdi De coureur in een vertrouwde pose: gelauwerd. Rond de Woubrugse motorhandelaar Jan Keessen is een conflict gerezen, met als inzet de vraag of hij de rechtmatige eigenaar is van een beroemde racemotor. Een voertuig waarmee de vermaarde Britse coureur Mike Hailwood grote triomfen behaalde. Vijf jaar geleden overleed hij, en nu wil zijn weduwe het ding terug. Keessen wil er niets van weten. door Jan Westerlaken Vier grijsgrauwe Honda-racemote- ren, honderden glimmende trofeeën en erboven een levensgroot portret. De beeltenis van een verongelukte coureur: Mike Hailwood. Eens de nationale trots van Engeland. Zes keer was hij wereldkampioen. Toen sloeg het noodlot toe. Mike Hailwood verongelukte. Niet op de racebaan, maar op weg naar een snackbar om een zakje patat te kopen. Zijn auto raakte bij een botsing betrok ken. De coureur en zijn dochtertje over leefden het ongeluk niet. Maar de herinnering aan zijn racever leden leeft voort. Een herinnering in de vorm van trofeeën, foto's en vier van de vijf motoren waarop Mike Hailwood zijn successen boekte. Alles samengebracht in een museum, zo'n veertig kilometer buiten Londen: The Donington Collec tion. Een museum over de racerij waarin voor Mike Hailwood als enige motorcou reur een prominente plaats is ingericht. De rest van het complex - tien inmens grote hallen - staat vol met race-auto's. Oude karretjes uit het begin van deze eeuw en spiksplinternieuwe bolides zo als die nu nog voortrazen over de cir cuits. Tom Wheatcroft, eigenaar van The Donington Collection, doet geheimzin nig over de waarde van zijn 'troetelkin deren'. Zeker is wel dat hij enkele hon derden miljoenen guldens in zijn hobby heeft gestoken. Alleen het racecircuit di rect naast het hiuseum heeft Wheatcroft al een slordige honderd miljoen gulden gekost. Naar de rechter Wheatcroft mist echter één tastbaar fragment uit het raceleven van Mike Hailwood: een Honda 250 cc. Die motor staat in Nederland en is in het bezit van de Woubrugse motorhandelaar Jan Keessen. Pauline Hailwood, de weduwe van Mike, wil, net als Tom Wheatcroft trouwens, de Honda terug hebben. Want, zo menen zij, die motor hoort thuis in Engeland. Een zaak waarmee Pauline Hailwood naar de rechter stapte. Die rechter be paalde dat Jan Keessen zwart op wit moest aantonen hoe hij aan de Honda was gekomen. De motorhandelaar uit Woubrugge heeft dat gedaan. Een nota met daarop vermeld een bedrag van vierhonderd pond (een kleine zestien honderd gulden) en een handtekening van Gold, de zakenpartner van Hail wood met wie hij na de racerij een mo torzaak in Londen begon. Op het eerste gezicht niets aan de hand. Pauline Hailwood zegt echter dat zij geen toestemming voor de verkoop heeft gegeven. "En Gold heeft mij ge schreven dat hij de Honda niet heeft ver kocht. Hoe is het dan mogelijk dat die motor nu in Nederland staat? Dat is de vraag waarop we een antwoord moeten zien te krijgen. Ik kan de motor niet ver kocht hebben want er zijn twee erfgena men: mijn zoon en ik. Toen we alle bezit tingen van Mike bij elkaar hadden ge bracht, misten we deze motor." Jan Keessen lijkt sterk te staan. De no ta spreekt in zijn voordeel. Maar Kees sen heeft ook documenten waaruit blijkt dat hij de Honda via de juiste kanalen in Nederland heeft ingevoerd. Vooralsnog is hij dan ook geenszins van plan de mo tor af te staan. Hoge kosten Jan Keessen: "Ik heb die Honda onder me en dat blijft zo. Trouwens, die motor is nog lang niet klaar. Allerlei onderde len liggen her en der verspreid. Sommi ge moeten worden vervangen, andere gerepareerd. Wel heb ik opdracht gege ven met alle werkzaamheden te stoppen. Waarom? Als ik die motor ooit zou moe ten afstaan, heb ik voor iemand anders hoge kosten gemaakt". Keessen beseft als niemand anders - ook al heeft hij de eerste slag gewonnen - dat dit nog maar het begin van de touw trekkerij is. Tom Wheatcroft en Pauline Hailwood, gesteund door sir Peter Chap man - de man die zich over Hailwood ontfermde toen hij als zeventienjarige jongen de racerij binnenstapte - zullen niet eerder rusten alvorens de 'bike' van Mike terug in Engeland is. De eerste stap daartoe hebben ze al ge zet. Met de nota van Keessen zijn ze in Engeland naar justitie gestapt. Om te la ten nagaan of die wel echt is. Mogelijk zullen er zelfs mensen worden verhoord. Bijvoorbeeld over het bedrag dat Kees sen voor de Honda heeft neergeteld 1600). Een bedrag dat Tom Wheatcroft als 'belachelijk laag' omschrijft. "Die motor", roept de man wiens gezicht voor het grootste deel wordt bedekt door cen timeters brede bakkebaarden, "is wel driehonderdduizend gulden waard. Er zijn maar twee van deze motoren op de hele wereld: deze en een bij de fabriek. Opnieuw bouwen? Nee, over herbou wen praten we maar niet. Want dat kost helemaal een vermogen". Hoe is hij zelf in het bezit gekomen van Hailwoods motoren, trofeeën, foto's en andere attributen? De schatrijke Brit draait er niet omheen. Hij vertelt dat Mi ke plannen had om naar Nieuw-Zeeland te emigreren. Hailwood zocht zelf con tact met Wheatcroft. Of hij voor de moto ren en alles wat erbij hoorde een plekje in het museum wilde inrichten. Opeisen Wheatcroft kreeg de trofeeën, foto's en vier van de vijf motoren. De 250 cc Hon da stond nog in de werkplaats van de motorhandel in Londen. Bij Gold dus. Tom Wheatcroft onthult dat de motor voor het uitvoeren van enkele reparaties en voor het showen naar Nederland werd overgebracht. Van verkoop was absoluut geen sprake, liet Mikes com pagnon weten. Toch klopte er iets niet. Daarom vroeg Pauline Hailwood de museum-directeur alles in het werk te stellen om de Honda terug te halen. Hü was in het bezit van Jan Keessen. Schrijven, schrijven en nog eens schrijven. Pas toen, zegt Wheatcroft, liet de man uit Woubrugge weten dat de motor in stukken lag en de onderdelen voor reparatie en vervan ging over de hele wereld verspreid wa- Tom Wheatcroft slaakt een diepe zucht. Heft de handen en bromt: "Na anderhalf jaar heb ik meneer Keessen voorgesteld de Honda zelf maar op te ha len. Alleen, ik kreeg geen antwoord op mijn voorstel. Pauline en ik hebben daarom Peter Chapman gevraagd naar de rechter te stappen om op die manier de motor op te eisen". Het verhaal van de Woubrugse motor freak - zelf ooit een verdienstelijk cou reur die het tot Nederlands kampioen bracht - komt er op neer dat al dat ge schrijf niet vanuit Engeland afkomstig was, maar dat hfj Pauline Hailwood met brieven bestookte. Mondeling zouden Mike en Keessen het al eens zijn ge weest: Jan zou ook de andere vier Hon da's kopen. Mike verongelukte. Keessen zegt dat hij direct Pauline Hailwood heeft gebeld. Beiden spraken af de ver koop een half jaartje te laten rusten. Jan Keessen: "Zes maanden later deed ik poging na poging om met haar in contact te komen. Stapels brieven heb ik geschreven. Nooit kwam er antwoord. Weet je, ik heb voorgesteld naar Enge land te vliegen om over de verkoop van die vier motoren te praten". Vruchteloos Zijn inspanningen, beweert hij, waren vruchteloos. "Dan ineens krijg ik wel brieven", vertelt de Woubrugse zaken man die, toen Mike Hailwood nog in le ven was, vrij goed contact met hem had. Ze waren vrienden. Geen dikke, maar als Mike in Nederland was spraken ze elkaar. Zo maakten ze afspraken over de Honda's. "Die brieven", hervat Keessen het gesprek, "gaven geen antwoord op mijn vragen. Men wilde weten hoe ik aan die zes-cilinder was gekomen. Ik heb een heel kort briefje teruggeschre ven: Geef antwoord op mijn schrijven, dan zal ik jullie vertellen hoe ik aan die motor kom". Hoe dan ook, de fans van Mike, met zijn weduwe voorop, hebben de strijd om de motor naar Engeland terug te ha len niet opgegeven. Integendeel. Ze heb ben a gezegd en zullen, als het nodig is, tot het bittere eind doorgaan. Pauline Hailwood: "Ik wil die motor in het mu seum van Tom. Voor mij, m'n zoon en Mikes fans. Mike zou dat zo ook hebben gewild. Hier in The Donington Collec tion staat een deel van zijn leven. Het behoort aan Engeland toe. Ik zie het als nationaal bezit. 'Mike the Bike' was Mi kes bfjnaam. Wfj missen een 'bike' (mo tor). Een schakellje dat we dolgraag te rug willen hebben. In dit museum kun nen de mensen de Honda bewonderen. En niet in Nederland". Keessen is niet zo onder de indruk van dit verhaal. Nuchter reageert hfj: "Weet je wat ik nou zo gek vind? Nooit heeft Pauline naar die Honda gevraagd. Als ze er werkelijk een emotionele binding mee zou hebben, zou ze er dan niet wat meer naar hebben geïnformeerd? Dit soort verhalen ervaar ik als een fabeltje. Ik had met Mike alles over de verkoop van die vier andere motoren geregeld. Als 'ie ze eens thuis wilde hebben, kon dat. Zou hij spijt van de verkoop heb ben, dan kon hfj ze terugkopen tegen de zelfde prijs als die ik ervoor had betaald. Een mooiere regeling was er toch niet te bedenken? Ik kan niet om de indruk heen, dat er mensen om Pauline heen hangen die op de een of andere manier die Honda willen hebben. En dan te be denken dat ze er al een paar hebben in gepikt". Museumpje Het gaat Jan Keessen wel aan het hart. De motoren van zijn vriend Mike Hail wood had hfj zo graag aan zijn verzame ling toegevoegd. Een collectie van zo'n vijfentwintig racemotoren die de Wou brugse zakenman ooit nog eens hoopt te kunnen uitstallen in een eigen mu seumpje. Om dat te bereiken heeft hij in Alphen al een stuk grond gekocht Keessen wil daarop een huis bouwen met ernaast een ruimte die als museum kan worden in gericht. Alles is rond. De gemeente Al phen heeft alle vergunningen verstrekt die hfj nodig heeft. Het enige obstakel is zijn huis in Woubrugge. Zodra hfj dat van de hand heeft kunnen doen, nemen de plannen vaste vormen aan. Hoe is hfj eigenlijk aan al die motoren gekomen? "Soms ben ik er jaren mee bezig om de eigenaar tot verkoop over te halen. Een jaar of drie, vier zfjn normaal. Je moet praten over de voorwaarden en zo. Ik heb met racers contracten afgeslo ten waarin is bepaald dat ik buiten hun medeweten de motor niet van de hand mag doen. Ach, ik kan me daar best in vinden hoor. Die machines zfjn voor de coureurs een stukje levensgeschiedenis. Het is dus best te begrijpen dat ze willen weten waar die apparaten blijven". "Vroeger kon je die dingen voor een appel en een ei kopen. Nu moet je er wel wat meer geld voor betalen. Er is heel moeilijk aan te komen. Die paar die er nog zijn staan over het algemeen in mu sea. En die zfjn niet te koop. Je moet er toevallig tegenaan lopen. In veel geval len staan de motoren in vochtige schuur tjes te roesten. Zonde natuurlijk. Als de coureurs zien dat ik ze helemaal opknap en ze in een mooie, droge bergruimte zet, willen ze vaak wel tot verkoop be sluiten". De motoren uitstallen in zfjn show room doet hfj niet. Ondanks het feit dat elke motor zijn verhaal heeft. "Als je die dingen zo open en bloot neerzet, moet iedereen er zo nodig met z'n vingers aan zitten. Erger nog, ze gaan erop zitten. Nou dat wil ik absoluut niet. Daarom houd ik ze maar uit de buurt van al te opdringerig publiek". Populair Voor. Jan Keessen zullen de komende maanden spannend zfjn. Blijft de Honda van Mike Hailwood in Woubrugge of moet hij hem afstaan aan de weduwe van de verongelukte coureur? Mike Hailwood is in Engeland - vijfjaar na zfjn dood - nog altijd populair. Een po pulariteit die hij niet alleen te danken heeft aan het motorracen, maar ook aan de periode dat hij zfjn geluk beproefde in de formule I-autoracerij. Zijn prestaties in deze bolides waren povertjes. Tweede van Europa en een vierde plaats op Monza zijn de enige twee wapenfeiten die in het oog sprin gen. Clay Regazzoni heeft zijn leven aan Mike Hailwood te danken. Zuid-Afrika 1973. De wagen van Regazzoni stond in lichterlaaie. Clay kon er niet uit. Hij zat klem. Met gevaar voor eigen leven zag Hailwood kans zfjn collega-autocoureur uit de vlammenzee te redden. Terug in Engeland kreeg hfj de hoogste onder scheiding die het land kent: the George Medal. En die gebeurtenis zfjn de Brit ten ook nog niet vergeten. De Woubrugse motorhandelaar Jan Keessen: "Ik heb die Honda onder me en dat blijft zo". (foto wim Dijkman)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 21