'WDM staat nog altijd in een kwaad daglicht' 'Zwarte levens hebben hier geen enkele waarde' Kamphuis breekt met EO PAGINA 12 DINSDAG 19 AUGUSTUS 1986 DI UTRECHT - Het lijkt al weer zo lang geleden dat de vereniging van Dienst plichtige Militairen (WDM) haar eis tot af schaffing van de groet- plicht kracht bijzette door het uitroepen van de eer ste nationale groetdag. Op 1 juli 1970 groetten dienst plichtige soldaten elkaar, hun meerderen, voertui gen, regeringsgebouwen en alles wat zij verder op hun weg tegenkwamen. Wie herinnert zich nog dat Rinus Wehrmann in mei '71 tot twee jaar ge vangenisstraf werd ver oordeeld omdat hij bij op komst in militaire dienst zijn haar niet wilde laten knippen? Groeten hoeft op het kazerneterrein niet meer, dienstplichtigen dragen hun haar zoals zij dat zelf willen. Maar is daarmee het bestaan van de WDM overbodig ge worden? Heeft zij zichzelf overleefd? door Carlo Nagel 'Nee', zegt voorzitter Maarten Veldhuizen, twintig jaar na de oprichting. We praten in het VVDM-kantoor in de Utrechtse Hojelkazerne, dat er even rom melig uitziet als altijd. "Er zijn in het leger nog steeds veel te veel regels, die kaderleden veel te strikt naleven. Dat doen ze om zich naar boven toe in te dekken. Ze kunnen niet sneller promotie maken dan een ander, wel later. Daarom voeren zij hun opdracht in het hiërarchisch bestel zo for meel mogelijk uit. De dienst plichtige heeft daardoor geen ruimte voor initiatieven. Hij staat onderaan de ladder en is de du pe. Er zal altijd een soldatenvak bond blijven bestaan om voor zijn belangen op te komen". Hij geeft voorbeelden van wat hij een gebrek aan flexibiliteit van het systeem noemt. "Als ik mijn pukkel op myn manier in pak en ik krijg al m'n spullen er in, wat maakt het dan uit hoe ik dat heb gedaan? Of mijn kast met m'n persoonlijke standaard uitrusting? Maar vooral bij de ge vechtseenheden van infanterie en artillerie is de discipline streng. Daar is opdracht op dracht en komt een losse knooo je op 35 piek boete te staan. Ik ben 10 jaar zeilinstructeur ge weest en ik had het anker altijd links voor me liggen. Maar als een andere zeilinstructeur het anker rechts achter zich heeft lig gen, deugt dat dan niet?" "Of neem de willekeur van de commandant, die bij oneigenlij ke krijgstuchtelijke vergrijpen zelf een straf oplegt. Het is je ei gen commandant. Mag hij je of mag hij je niet? Het is bull-shit of iemand al dan niet in strijd met de militaire tucht of orde heeft gehandeld, want het is de com mandant die het bepaalt. Ik heb het meegemaakt dat een soldaat voor een verkeerde ziekmelding een zwaardere straf dan anderen kreeg opgelegd, omdat hij in de opleiding ook al niet zo goed zijn best deed. Vond de comman dant. Wij vinden dat het militaire straf- en tuchtrecht moet worden herzien, dat er een onafhankelijk systeem van rechtspraak moet komen". "Het komt voor dat een dienst plichtige zich vanaf thuis ziek meldt en dat de commandant zegt: Terugkomen, ik maak er een dienstopdracht van. Kom je terug in de kazerne, dan zegt-ie: Zie je wel, je was niet ziek, want je was tot reizen in staat. Kom je niet, dan was je onwettig afwe zig". Militairen op oefening: 'We zoeken wel steun bij de militairenr schappij'. Soldatenvakbond viert 20-jarig bestaan, maar: dat er nooit is geschroomd om bij een ruzie tussen een dienst plichtige en een kaderlid 'flinke schoppen tegen de schenen uit te delen'. "We kunnen een man kei hard aanpakken en dan vindt-ie de WDM niet de beste club die er is. Toch zijn er tegenover veel beroeps voor wie de strepen hun lust en hun leven zijn, ook kader leden die - wat ik noem - mo dern leiderschap uitoefenen. Die een band met dienstplichtigen opbouwen, de WDM niet alleen erkennen, maar hun manschap pen zelfs aanraden er lid van te worden. Zulke kaderleden zijn ook in staat dienstplichtigen echt bij het werk te betrekken, hen initiatieven te laten ontplooi en. Het voorkomt verveling en daarmee vergrijpen tegen de krijgstucht als je een soldaat kunt uitleggen waarom hij in dienst zit en waarom hij moet doen watje hem opdraagt". Veldhuizen signaleert dat er voor een soldatenvakbond ook altijd voldoende te doen blijft op het gebied van de arbeidsvoor waarden. Hij zegt: "Wij vinden De huidige voorzitter van de WDM schudt moeiteloos nog meer onrechtvaardigheden uit zijn mouw. "Collectieve straffen zijn verboden, maar het komt vaak genoeg voor dat bij het ex- cerceren een paar jongens de zaak verzieken en de hele troep na het eten in vrije tijd opnieuw moet aantreden. Of denk aan het beklagrecht Ik mag twee dagen na een rapport een mij opgelegde straf aanvechten. Zal je maar twee dagen arrest hebben gekre gen, zit je straf er al op voor je er tegen mag protesteren". Veldhuizen is er van overtuigd dat het signaleren van misstan den in de legerplaats Oirschot (mishandeling, intimidatie) me de verantwoordelijk is voor de •verdubbeling van het ledental van de WDM van 6000 naar bij na 12.000 in de afgelopen 2,5 jaar. Het zijn er overigens, in het be gin van de jaren zeventig 30.000 geweest Hij zegt: "In het begin van de jaren tachtig ging het slecht, om dat de WDM vanuit Den Haag geen impulsen kreeg voor nieu we activiteiten. Het bestuur lag onmiddellijk overhoop met staatssecretaris Hoekzema en het is moeilijk om de aandacht op te eisen als je zelf in een moei lijke positie zit. Begrijp goed: wij zoeken wel steun bij de soldaten, maar erkenning van de stand punten vind je in de burgermaat schappij. Bij defensie staat de WDM nog altijd in een kwaad daglicht. Daarom is een van onze middelen altijd geweest: maat schappelijke steun vragen, acties voeren, de media inschakelen. De kwestie-Oirschot is er een goed voorbeeld van. Het Zwart boek Pantserinfanterie lokte ka mervragen uit, de WDM kreeg publiciteit, defensie was ge dwongen om een onderzoek in te stellen". Schoppen De VVDM in actie, hier in augustus vorig jaar De WDM-voorzitter geeft toe diensplichtigen. nog steeds dat de wedde van dienstplichtigen op het niveau van beroepsmilitairen moet wor den gebracht. Dat komt hun mo tivatie ten goede. Vergeet niet dat er vandaag de dag nog maar 3 van de 10 jongens in dienst gaan. Het is wel zuur als je vrienden twee keer zoveel verdienen in de burgermaatschappij. Of als de beroeps wel zijn overwerk be taald krijgt en jij niet". De WDM heeft nog maar net (1 juli) een andere eis van jaren her er door gekregen. De vaste inhouding voor voeding is afge schaft en dienstplichtigen beta len via een bonnensysteem al leen voor hun prakje als zij dat ook inderdaad komen nuttigen. WDM-voorzitter Veldhuizen: "Of wij er veel mee zijn opge schoten, betwijfel ik, want de prijzen zijn omhoog gegaan. Ook is er wat paniekerig op gerea geerd door officieren van voe ding of koks die tot rantsoene ring besloten. Vier boterham men, twee plakjes kaas en niet meer. Toch is het weer een stapje verder". Ondergedoken UDF-persseeretaris Murphy Morobe: JOHANNESBURG - De woorden 'onderduiken', 'illegaliteit' en 'ver zet' roepen in Nederland in de eer ste plaats herinneringen op aan de tweede wereldoorlog. Maar in veel landen met onderdrukkende regi mes is de noodzaak om onder te duiken en 'ondergronds' te gaan de realiteit van de dag. Herhaaldelijk zijn de afgelopen jaren vergelijkin gen getrokken tussen Hitler-Duits- land en het minderheidsbewind in Zuid-Afrika. Nog niet zolang gele den vergeleek de nieuwe Angli caanse aartsbisschop van Kaap stad, Desmond Tutu, de situatie in Zuid-Afrika met die van de jaren dertig en veertig in Europa. Van daar dat het geen verbazing hoeft te wekken, dat ook Zuid-Afrika zijn 'onderduikers' kent. door Ruud de Wit In Zuid-Afrika zijn onderduiken en ondergronds opereren echter niet iets van vandaag. De tot le venslang veroordeelde ANC-leider Nelson Mandela kreeg in het begin van de jaren zestig zelfs de bijnaam de 'zwarte pimpernel' toen hij in het uiterste geheim door het land trok om het verzet tegen de apart heid te coördineren. En ook al werd Mandela gearresteerd en met hem een groot deel van de onder grondse verzetsorganisatie 'Umk- honto we Sizwe' opgerold, toch is de situatie in de afgelopen 35 jaar niet wezenlijk veranderd. Want sindsdien voert het ANC een on dergrondse oorlog tegen de rege ring in Pretoria en verlaten elk jaar duizenden jongeren illegaal het land om in het buitenland een gue rilla-training te ondergaan. Vermist Maar niet alleen het lidmaat schap van een verboden organisa tie als het ANC is in Zuid-Afrika een reden om onder te duiken. Vol gens het informatiebureau van de oppositionele Progressieve Fede rale Partij zyn er sinds het uitroe pen van de noodtoestand op 12 ju ni van dit jaar tussen de 8 en 12.000 personen vermist of gearresteerd. Velen van hen behoren tot legale organisaties als de vakbonden, het Verenigd Democratisch Front (UDF) of daarbij aangesloten loka le groepen. Het staat evenwel vast dat een aantal personen, dat als 'vermist' is aangemerkt, in werkelijkheid is ondergedoken. Na de vorige noodtoestand, die liep van juli 1985 tot maart dit jaar, hebben talrijke activisten uit de massale arrestaties in het land de conclusie getrokken, dat het beter is om zo lang mogelijk uit de han den van léger en poltie te blijven. Want als je eenmaal gearresteerd bent, is het nog maar de vraag wan neer je weer vrijgelaten wordt. De noodtoestandswetten en de inter ne veiligheidswetten laten dage lijks zien dat een gearresteerd per soon in Zuid-Afrika weinig tot geen rechten meer heeft. Vandaar dat bij de eerste geruchten van een mogelijke nieuwe noodtoestand, begin juni dit jaar, talrijke activis ten de 'zekere' weg kozen om on der te duiken en een aantal van hen is erin geslaagd om uit de handen van leger en politie te blijven, weg versperringen, invallen op onder duikadressen en wilde achtervol gingen ten spijt. Hoogverraad Een van de personen die nog steeds op \faje voeten is, heet Mur phy Morobe, de waarnemend pers secretaris van het UDF. Hij treedt al meer dan een jaar als waarnemer op omdat de feitelijke perssecreta ris Terror Lekota in Delmas te recht staat op beschuldiging van hoogverraad. Morobe (30) heeft een heel leven als activist achter de rug. Tijdens de Soweto-opstand in 1976 was hij een van de studenten leiders en in 1978 werd hij tot een acht jaar durende politieke gevan genisstraf veroordeeld op beschul diging van hoogverraad en terro risme. Op het beruchte Robbenei land, waar toen ook Nelson Mande- la werd vastgehouden, kreeg hij zijn verdere 'politieke scholing' en na zijn invrijheidstelling werd hij een van de woordvoerders van het UDF. Tijdens de vorige noodtoestand dook Morobe ook onder en wist lange tijd uit de handen van de po litie te blijven. Uiteindelijk werd hij in januari opgepakt na een wil de achtervolging waarbij vier au to's waren betrokken en pas twee maanden later weer vrijgelaten, toen de noodtoestand werd opge heven. Het gegeven dat hij onder gedoken is verhindert hem niet om steeds weer in de publiciteit te ko men, waarbij hij gebruik maakt van wisselende vermommingen. En hoewel de arrestaties van acti visten en het feit dat velen onder gedoken zijn het georganiseerde verzetswerk tamelijk hebben gef rustreerd, komen de persverklarin gen van het UDF gewoon door, waaruit blijkt dat de verschillende committees van het UDF door blij ven vergaderen. Crimineel De ontmoeting met Murphy Mo robe is geheim. De afspraak is via via geregeld en is ook nog enige ke ren uit veiligheidsoverwegingen verplaatst. Morobe wil niet dat er een foto van hem wordt gemaakt, omda,t dat de veiligheidspolitie op een spoor kan brengen. Op de vraag hoe hij eigenlijk weet dat hij gezocht wordt, glimlacht hij: „Een crimineel weet dat de politie achter hem aanzit. Hoewel het UDF offi cieel niet verboden is, is het be kend hoe dit regime over ons denkt. De massale arrestaties van onze mensen bewijzen, dat het geen sinecure is om onder te dui ken". Volgens Morobe is het duidelijk dat de beslissende fase in de con frontatie tussen het minderheids- bewind van de Nationale Partij van Botha en iedereen die zich verzet tegen de apartheid, is aangebro ken. Hij beschouwt het uitroepen van de noodtoestand als het bewijs dat de regering in een immense cri sis verkeert, ofschoon hij moet er kennen, dat de noodtoestand een slag heeft toegebracht aan de vak- bweging en organisaties als het UDF. „Maar", voegt hij eraan toe, „dit is slechts tijdelijk". „Wy moeten uiterst voorzichtig opereren, want we kunnen het ons niet veroorloven dat nog meer mensen worden aangehouden. Maar de committees van het UDF vergaderen en werken hard aan nieuwe verzetsstrategieën. Je kunt ook zeggen, dat de noodtoestand een grote uitdaging is om onze strijd op te voeren". Morobe wei gert echter vooralsnog het UDF een ondergrondse organisatie te noemen: „Het is juist dat velen van ons zijn ondergedoken en het is ook waar dat wij niet meer de offi ciële kantoren gebruiken, maar het is nog te prematuur om ons als een ondergrondse organisatie te zien. Het UDF is niet verboden en daar om trachten we binnen de schaarse marges die ons worden gelaten, le gaal actie te voren. Zo proberen we via de gerechtshoven onze leiders vrij te krijgen en vergaderverbo den ongedaan te maken". Morobe spreekt dan ook van een „legale uitdaging" van de staat. „De rege ring probeert van ons papieren tij gers te maken, maar wy moeten voorkomen dat de staat ons temt". Illusies Anderszins realiseert Morobe zich, dat het UDF zich weinig illu sies hoeft te maken. Het feit dat de regering vonnissen van gerechts hoven ongedaan maakt en politie ke bijeenkomsten verbiedt, maakt de bewegingsruimte wel erg ge ring. Maar volgens Morobe is het uiteindelijk niet het UDF alleen die de beslissing neemt om ook daadwerkelijk ondergronds te gaan. dat expliciet te zeggen is het uit zijn woorden op te maken, dat die beslissing door anderen wordt genomen en waarschijnlijk door de 'leiding-ballingschap', wat inhoudt dat zulke instructies door het ANC in de Zambiase hoofdstad Lusaka moeten worden gegeven: „Want het is niet alleen het UDF dat de strijd tegen dit systeem voert". Wel laat hij duidelijk merken, dat er j hard gewerkt wordt aan het creë- ren van ondergrondse structuren, I vooral, en dat zegt hij met de nodi ge omzichtigheid, omdat hij het vermoeden heeft dat vele jongeren op dit moment al liever onder gronds zouden willen opereren en de strijd tegen de apartheid op an dere manieren willen voeren. Morobe kan een indruk uit de eer ste hand geven als het gaat om de situatie in de zwarte woonwijken na het uitroepen van de noodtoe stand. „De regering probeert de in druk te wekken dat de noodtoe stand een succes is, maar weerspie gelt slechts haar eigen belangen. Als je kijkt naar de huurprotesten en school- en consumentenboycots in de zwarte woonwijken, die wor den voorbereid en geleid door UDF-organisaties dan kun je toch moeilijk beweren, dat de rust en vrede is hersteld. En ik durf met een gerust hart te zeggen, dat de informatie over het aantal doden en onlust-incidenten, zoals deze door het regeringsbureau voor in formatie wordt gegeven, ver van de realiteit staat. Wat Botha met de persbreidel wil bereiken, is dat het buitenland en vooral investeerders de indruk krijgen, dat het in Zuid- Afrika allemaal niet zo erg is". Bitterheid Binnen de zwarte woonwijken heerst een overwegende stemming van bitterheid, aldus Morobe. Het is een kwestie van buigen of bar sten geworden: „Of we laten het hoofd hangen en geven toe aan de regering- Botha of we gaan door met de strijd en proberen de staat op de knieën te krijgen". Hij noemt de pogingen van de regering om het gewraakte 'bantu-onderwijs' weer van de grond te krijgen en de door de zwarte bevolking afgezette gemeenteraden opnieuw in te voe ren. En hij wijst tevens op de rede voering die president Botha dins dag op het partijcongres te Durban hield en waarin deze met nieuwe formuleringen de oude 'thuisland koeien' weer uit de apartheidsmoe ras te voorschijn probeerde te tove- Over het vervolg van de confron tatie maakt Morobe zich weinig il lusies: „Wij weten hoe dit regime met zijn leger- en politieapparaat optreedt. Zwarte levens hebben in dit land geen enkele waarde. Daar zijn voldoende voorbeelden voor te geven. Voor deze regering bestaat er slechst een blank Zuid-Afrika en daarom moet de zwarte bevolking worden uitgemoord. Hiertegen over kunnen wij geen geweren, tanks, gevechtswagens of kanon nen zetten, maar onze kracht ligt in de massa-organisatie en massa-ac tie". En in die confrontatie gaat het beslist niet om 'zwart-tegen-zwart' of 'zwart-tegen-blank', zoals Botha wil doen geloven. Morobe; „Het enige criterium zal zijn aan welke kant je staat". Kerk en Israël De vrijgemaakt-gereformeerde hoogleraar theologie dr. J. Kamphuis (Kampen) acht zich zo gediscrimineerd door de opvat tingen van directeur drs. L. P. Dorenbos van de EO over de ver houding tussen kerk en Israël, dat hij niet meer wil meewerken aan EO-activiteiten. Dat geldt in de eerste plaats de uitgave van een serie lezingen over de theolo gie van Karl Barth, waaraan Kamphuis had meegewerkt. Hij heeft dit aan het EO-bestuur meegedeeld. Dorenbos zei in maart op een bijeenkomst van 'Zicht op Is raël', dat het een ernstige vorm van anti-semitisme is als iemand de kerk ziet als het geestelijke Is raël en daarmee Gods beloften voor het eigenlijke Israël ver werpt. Als reactie op een bnet van professor Kamphuis gaf Doren bos later nog een toelichting daarop. Hij wilde er alleen mee zeggen, dat er geen enkele belof te voor Israël meer is als iemand de kerk stelt in de plaats van Is raël. Die opvatting heeft onbe doeld een klimaat geschapen waarin het antisemitisme welig kon tieren. Dorenbos wilde zijn eerste woorden wel terugnemen, omdat ze door hun generalise rende formulering misverstan den hadden opgeroepen. Het EO-bestuur schreef Kamp huis, dat Dorenbos op persoon lijke titel had gesproken en dat diens stelling niet in de lijn lag van de kortgeleden gepubliceer de bezinningsnota van de EO over Israël. 'Schandelijke beschuldi ging' In eerste instantie had Kamp huis de EO geschreven, dat Do renbos' uitspraak recht tegen over uitspraken van de Heilige Schrift staat. Hij verwees naar de bijbelboeken Jacobus en Petrus, waarin de christelijke gemeente met 'Israël' wordt aangesproken. In dat licht zag hij de woorden van de EO-directeur als een 'las tering van het evangelie en van Christus' dienstknechten en apostelen'. De nadere toelichting van Do renbos en de brief van het EO- bestuur gaven Kamphuis geen aanleiding zijn mening te her zien. Dorenbos, zegt Kamphuis, handhaaft een 'schandelijke be schuldiging' tegenover vele bij- belgetrouwe christenen, "die vanuit een diepe overtuiging het waarachtig goede hebben ge zocht voor het joodse volk, onder meer door evangelieverkondi ging". "Indirect worden deze ge lovigen ervan beschuldigd, wel iswaar onbedoeld en ongewild, de gaskamers van de nazi's mo gelijk te hebben gemaakt". Icto en kerk Het Interkerkelijk Comité Tweezijdige Ontwapening (Icto) heeft geen uitnodiging gekregen voor het komende gesprek tus sen de Hervormde Kerk en enke le vredesorganisaties. Reden is, dat het niets van zich heeft laten horen. Dat deelde een kerkelijke woordvoerder desgevraagd mee. Eerst weigerde het Icto mee te doen aan deze gesprekken, die sinds februari onder auspiciën van de hervormde Raad voor Overheid en Samenleving (ROS) en het Interkerkelijk Vredesbe raad (IKV) worden gehouden. Maar begin juli liet het Icto we ten, dat het op deze weigering te rugkwam. Officieel is bij de Her vormde Kerk niets bekend van dit bestuursbesluit. De ROS heeft het Icto dan ook niet uitge nodigd voor de bijeenkomst van 3 oktober. Bij het Icto was niemand voor commentaar bereikbaar. B ij standsvr ouwen De landelijke organisatie 'Vrouwen in de bijstand' wil van de kerken meer politieke steun voor haar streven, zoals een dras tische verhoging van de uitkerin gen. Ze is tegen aparte diakonale fondsen voor hulp aan bijstands vrouwen. Wel moeten de kerken armoede op korte termijn bestrij den door individuele hulp. Hiermee reageert het steun punt 'Vrouwen in de bijstand' op het CDA, dat druk op de kerken had uitgeoefend om 'nieuwe ar moede' te verminderen. De kerken zijn, volgens 'Vrou wen in de bijstand', te vaak en te lang bezig geweest met persoon lijke hulpverlening en te weinig met structurele veranderingen in de maatschappij. Dat gevaar dreigt opnieuw als ze alleen maar giften gaan verstrekken zonder de oorzaak van de nood aan te pakken. De organisatie 'Vrouwen in de bijstand' heeft de kerken ook ge vraagd, mee te werken aan een mentaliteitsverandering ten gun ste van gescheiden vrouwen in de bijstand. Tal van kerkelijke gemeenten hebben inmiddels zelfstandig of samen met andere gemeenten diakonale hulpfondsen opge richt. De Raad van Kerken in Ne derland gaf in een eerder sta dium al te kennen, het toene mende beroep op fondsen buiten de sociale zekerheid verontrus tend te vinden. Curran op zijspoor De Vaticaanse congregatie voor de geloofsleer heeft de priester Charles Curran, hoogle raar in de sexuele ethiek aan de Katholieke Universiteit van Was hington, het recht ontnomen werkzaam te zijn als officieel rooms-katholiek theoloog. Vol gens het door de paus goedge keurde decreet is hij niet langer geschikt om de katholieke leer te onderwijzen. Curran (52) heeft kritiek op de leer van zijn kerk aangaande de sexuele ethiek (abortus, geboor- tenbeperking, masturbatie, voor echtelijk geslachtsverkeer en echtscheiding) en legt daarvan in het openbaar ook getuigenis af. Of Curran na dit besluit nog les kan blijven geven aan de univer siteit, is de vraag. In elk geval handhaaft hij zijn standpunt dat afwijking van de kerkleer moge lijk is en in bepaalde gevallen ze ker gerechtvaardigd. Franciscanen. Er is twijfel gerezen aan de juistheid van het bericht van gisteren dat kardi naal Ratzinger, voorzitter van de congregatie voor de geloofsleer, de Orde der Franciscanen krach tig tot de orde heeft geroepen. Volgens dat bericht moet overste John Vaughn onverwijld een eind maken aan de binnen zijn orde opklinkende geluiden tegen het kerkelijke leergezag. Binnen de orde wordt nu ont kend, dat er zo'n brief is binnen gekomen. Ook bij de Nederland se orde in Utrecht weet men van niets. Het bericht kwam van een rooms-katholiek persbureau in Italië. Mogelijk zitten 'rechtse krachten' achter de beschuldi gingen, vermoedt pater Herbert Schneider, overste van de Keul se provincie der franciscanen. China. In de volksrepubliek China zijn sinds 1981 driehon derd nieuwe dominees aange steld bij de officieel toegelaten protestantse kerk. Vyftig van hen zyn vrouwen. China telt on geveer 6000 geestelijken op een totaal van rond 3 miljoen christe- Gereformeerde Kerken Vrij gemaakt: beroepen te Pretoria (Zuid-Afrika) voor Die Vrije Ge reformeerde Kerke en te Rou- veen P. L. Voorberg Waardhui-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 12