'WDM staat nog altijd
in een kwaad daglicht'
'Zwarte levens hebben
hier geen enkele waarde'
Kamphuis
breekt
met EO
PAGINA 12
DINSDAG 19 AUGUSTUS 1986 DI
UTRECHT - Het lijkt al
weer zo lang geleden dat
de vereniging van Dienst
plichtige Militairen
(WDM) haar eis tot af
schaffing van de groet-
plicht kracht bijzette door
het uitroepen van de eer
ste nationale groetdag. Op
1 juli 1970 groetten dienst
plichtige soldaten elkaar,
hun meerderen, voertui
gen, regeringsgebouwen
en alles wat zij verder op
hun weg tegenkwamen.
Wie herinnert zich nog
dat Rinus Wehrmann in
mei '71 tot twee jaar ge
vangenisstraf werd ver
oordeeld omdat hij bij op
komst in militaire dienst
zijn haar niet wilde laten
knippen? Groeten hoeft
op het kazerneterrein niet
meer, dienstplichtigen
dragen hun haar zoals zij
dat zelf willen. Maar is
daarmee het bestaan van
de WDM overbodig ge
worden? Heeft zij zichzelf
overleefd?
door
Carlo Nagel
'Nee', zegt voorzitter Maarten
Veldhuizen, twintig jaar na de
oprichting. We praten in het
VVDM-kantoor in de Utrechtse
Hojelkazerne, dat er even rom
melig uitziet als altijd. "Er zijn in
het leger nog steeds veel te veel
regels, die kaderleden veel te
strikt naleven. Dat doen ze om
zich naar boven toe in te dekken.
Ze kunnen niet sneller promotie
maken dan een ander, wel later.
Daarom voeren zij hun opdracht
in het hiërarchisch bestel zo for
meel mogelijk uit. De dienst
plichtige heeft daardoor geen
ruimte voor initiatieven. Hij staat
onderaan de ladder en is de du
pe. Er zal altijd een soldatenvak
bond blijven bestaan om voor
zijn belangen op te komen".
Hij geeft voorbeelden van wat
hij een gebrek aan flexibiliteit
van het systeem noemt. "Als ik
mijn pukkel op myn manier in
pak en ik krijg al m'n spullen er
in, wat maakt het dan uit hoe ik
dat heb gedaan? Of mijn kast
met m'n persoonlijke standaard
uitrusting? Maar vooral bij de ge
vechtseenheden van infanterie
en artillerie is de discipline
streng. Daar is opdracht op
dracht en komt een losse knooo
je op 35 piek boete te staan. Ik
ben 10 jaar zeilinstructeur ge
weest en ik had het anker altijd
links voor me liggen. Maar als
een andere zeilinstructeur het
anker rechts achter zich heeft lig
gen, deugt dat dan niet?"
"Of neem de willekeur van de
commandant, die bij oneigenlij
ke krijgstuchtelijke vergrijpen
zelf een straf oplegt. Het is je ei
gen commandant. Mag hij je of
mag hij je niet? Het is bull-shit of
iemand al dan niet in strijd met
de militaire tucht of orde heeft
gehandeld, want het is de com
mandant die het bepaalt. Ik heb
het meegemaakt dat een soldaat
voor een verkeerde ziekmelding
een zwaardere straf dan anderen
kreeg opgelegd, omdat hij in de
opleiding ook al niet zo goed zijn
best deed. Vond de comman
dant. Wij vinden dat het militaire
straf- en tuchtrecht moet worden
herzien, dat er een onafhankelijk
systeem van rechtspraak moet
komen".
"Het komt voor dat een dienst
plichtige zich vanaf thuis ziek
meldt en dat de commandant
zegt: Terugkomen, ik maak er
een dienstopdracht van. Kom je
terug in de kazerne, dan zegt-ie:
Zie je wel, je was niet ziek, want
je was tot reizen in staat. Kom je
niet, dan was je onwettig afwe
zig".
Militairen op oefening: 'We zoeken wel steun bij de militairenr
schappij'.
Soldatenvakbond viert 20-jarig bestaan, maar:
dat er nooit is geschroomd om
bij een ruzie tussen een dienst
plichtige en een kaderlid 'flinke
schoppen tegen de schenen uit te
delen'. "We kunnen een man kei
hard aanpakken en dan vindt-ie
de WDM niet de beste club die
er is. Toch zijn er tegenover veel
beroeps voor wie de strepen hun
lust en hun leven zijn, ook kader
leden die - wat ik noem - mo
dern leiderschap uitoefenen. Die
een band met dienstplichtigen
opbouwen, de WDM niet alleen
erkennen, maar hun manschap
pen zelfs aanraden er lid van te
worden. Zulke kaderleden zijn
ook in staat dienstplichtigen
echt bij het werk te betrekken,
hen initiatieven te laten ontplooi
en. Het voorkomt verveling en
daarmee vergrijpen tegen de
krijgstucht als je een soldaat
kunt uitleggen waarom hij in
dienst zit en waarom hij moet
doen watje hem opdraagt".
Veldhuizen signaleert dat er
voor een soldatenvakbond ook
altijd voldoende te doen blijft op
het gebied van de arbeidsvoor
waarden. Hij zegt: "Wij vinden
De huidige voorzitter van de
WDM schudt moeiteloos nog
meer onrechtvaardigheden uit
zijn mouw. "Collectieve straffen
zijn verboden, maar het komt
vaak genoeg voor dat bij het ex-
cerceren een paar jongens de
zaak verzieken en de hele troep
na het eten in vrije tijd opnieuw
moet aantreden. Of denk aan het
beklagrecht Ik mag twee dagen
na een rapport een mij opgelegde
straf aanvechten. Zal je maar
twee dagen arrest hebben gekre
gen, zit je straf er al op voor je er
tegen mag protesteren".
Veldhuizen is er van overtuigd
dat het signaleren van misstan
den in de legerplaats Oirschot
(mishandeling, intimidatie) me
de verantwoordelijk is voor de
•verdubbeling van het ledental
van de WDM van 6000 naar bij
na 12.000 in de afgelopen 2,5 jaar.
Het zijn er overigens, in het be
gin van de jaren zeventig 30.000
geweest
Hij zegt: "In het begin van de
jaren tachtig ging het slecht, om
dat de WDM vanuit Den Haag
geen impulsen kreeg voor nieu
we activiteiten. Het bestuur lag
onmiddellijk overhoop met
staatssecretaris Hoekzema en
het is moeilijk om de aandacht
op te eisen als je zelf in een moei
lijke positie zit. Begrijp goed: wij
zoeken wel steun bij de soldaten,
maar erkenning van de stand
punten vind je in de burgermaat
schappij. Bij defensie staat de
WDM nog altijd in een kwaad
daglicht. Daarom is een van onze
middelen altijd geweest: maat
schappelijke steun vragen, acties
voeren, de media inschakelen.
De kwestie-Oirschot is er een
goed voorbeeld van. Het Zwart
boek Pantserinfanterie lokte ka
mervragen uit, de WDM kreeg
publiciteit, defensie was ge
dwongen om een onderzoek in te
stellen".
Schoppen De VVDM in actie, hier in augustus vorig jaar
De WDM-voorzitter geeft toe diensplichtigen.
nog steeds dat de wedde van
dienstplichtigen op het niveau
van beroepsmilitairen moet wor
den gebracht. Dat komt hun mo
tivatie ten goede. Vergeet niet
dat er vandaag de dag nog maar 3
van de 10 jongens in dienst gaan.
Het is wel zuur als je vrienden
twee keer zoveel verdienen in de
burgermaatschappij. Of als de
beroeps wel zijn overwerk be
taald krijgt en jij niet".
De WDM heeft nog maar net
(1 juli) een andere eis van jaren
her er door gekregen. De vaste
inhouding voor voeding is afge
schaft en dienstplichtigen beta
len via een bonnensysteem al
leen voor hun prakje als zij dat
ook inderdaad komen nuttigen.
WDM-voorzitter Veldhuizen:
"Of wij er veel mee zijn opge
schoten, betwijfel ik, want de
prijzen zijn omhoog gegaan. Ook
is er wat paniekerig op gerea
geerd door officieren van voe
ding of koks die tot rantsoene
ring besloten. Vier boterham
men, twee plakjes kaas en niet
meer. Toch is het weer een stapje
verder".
Ondergedoken UDF-persseeretaris Murphy Morobe:
JOHANNESBURG - De woorden
'onderduiken', 'illegaliteit' en 'ver
zet' roepen in Nederland in de eer
ste plaats herinneringen op aan de
tweede wereldoorlog. Maar in veel
landen met onderdrukkende regi
mes is de noodzaak om onder te
duiken en 'ondergronds' te gaan de
realiteit van de dag. Herhaaldelijk
zijn de afgelopen jaren vergelijkin
gen getrokken tussen Hitler-Duits-
land en het minderheidsbewind in
Zuid-Afrika. Nog niet zolang gele
den vergeleek de nieuwe Angli
caanse aartsbisschop van Kaap
stad, Desmond Tutu, de situatie in
Zuid-Afrika met die van de jaren
dertig en veertig in Europa. Van
daar dat het geen verbazing hoeft
te wekken, dat ook Zuid-Afrika
zijn 'onderduikers' kent.
door
Ruud de Wit
In Zuid-Afrika zijn onderduiken
en ondergronds opereren echter
niet iets van vandaag. De tot le
venslang veroordeelde ANC-leider
Nelson Mandela kreeg in het begin
van de jaren zestig zelfs de bijnaam
de 'zwarte pimpernel' toen hij in
het uiterste geheim door het land
trok om het verzet tegen de apart
heid te coördineren. En ook al
werd Mandela gearresteerd en met
hem een groot deel van de onder
grondse verzetsorganisatie 'Umk-
honto we Sizwe' opgerold, toch is
de situatie in de afgelopen 35 jaar
niet wezenlijk veranderd. Want
sindsdien voert het ANC een on
dergrondse oorlog tegen de rege
ring in Pretoria en verlaten elk jaar
duizenden jongeren illegaal het
land om in het buitenland een gue
rilla-training te ondergaan.
Vermist
Maar niet alleen het lidmaat
schap van een verboden organisa
tie als het ANC is in Zuid-Afrika
een reden om onder te duiken. Vol
gens het informatiebureau van de
oppositionele Progressieve Fede
rale Partij zyn er sinds het uitroe
pen van de noodtoestand op 12 ju
ni van dit jaar tussen de 8 en 12.000
personen vermist of gearresteerd.
Velen van hen behoren tot legale
organisaties als de vakbonden, het
Verenigd Democratisch Front
(UDF) of daarbij aangesloten loka
le groepen. Het staat evenwel vast
dat een aantal personen, dat als
'vermist' is aangemerkt, in
werkelijkheid is ondergedoken.
Na de vorige noodtoestand, die
liep van juli 1985 tot maart dit jaar,
hebben talrijke activisten uit de
massale arrestaties in het land de
conclusie getrokken, dat het beter
is om zo lang mogelijk uit de han
den van léger en poltie te blijven.
Want als je eenmaal gearresteerd
bent, is het nog maar de vraag wan
neer je weer vrijgelaten wordt. De
noodtoestandswetten en de inter
ne veiligheidswetten laten dage
lijks zien dat een gearresteerd per
soon in Zuid-Afrika weinig tot
geen rechten meer heeft. Vandaar
dat bij de eerste geruchten van een
mogelijke nieuwe noodtoestand,
begin juni dit jaar, talrijke activis
ten de 'zekere' weg kozen om on
der te duiken en een aantal van hen
is erin geslaagd om uit de handen
van leger en politie te blijven, weg
versperringen, invallen op onder
duikadressen en wilde achtervol
gingen ten spijt.
Hoogverraad
Een van de personen die nog
steeds op \faje voeten is, heet Mur
phy Morobe, de waarnemend pers
secretaris van het UDF. Hij treedt
al meer dan een jaar als waarnemer
op omdat de feitelijke perssecreta
ris Terror Lekota in Delmas te
recht staat op beschuldiging van
hoogverraad. Morobe (30) heeft een
heel leven als activist achter de
rug. Tijdens de Soweto-opstand in
1976 was hij een van de studenten
leiders en in 1978 werd hij tot een
acht jaar durende politieke gevan
genisstraf veroordeeld op beschul
diging van hoogverraad en terro
risme. Op het beruchte Robbenei
land, waar toen ook Nelson Mande-
la werd vastgehouden, kreeg hij
zijn verdere 'politieke scholing' en
na zijn invrijheidstelling werd hij
een van de woordvoerders van het
UDF.
Tijdens de vorige noodtoestand
dook Morobe ook onder en wist
lange tijd uit de handen van de po
litie te blijven. Uiteindelijk werd
hij in januari opgepakt na een wil
de achtervolging waarbij vier au
to's waren betrokken en pas twee
maanden later weer vrijgelaten,
toen de noodtoestand werd opge
heven. Het gegeven dat hij onder
gedoken is verhindert hem niet om
steeds weer in de publiciteit te ko
men, waarbij hij gebruik maakt
van wisselende vermommingen.
En hoewel de arrestaties van acti
visten en het feit dat velen onder
gedoken zijn het georganiseerde
verzetswerk tamelijk hebben gef
rustreerd, komen de persverklarin
gen van het UDF gewoon door,
waaruit blijkt dat de verschillende
committees van het UDF door blij
ven vergaderen.
Crimineel
De ontmoeting met Murphy Mo
robe is geheim. De afspraak is via
via geregeld en is ook nog enige ke
ren uit veiligheidsoverwegingen
verplaatst. Morobe wil niet dat er
een foto van hem wordt gemaakt,
omda,t dat de veiligheidspolitie op
een spoor kan brengen. Op de
vraag hoe hij eigenlijk weet dat hij
gezocht wordt, glimlacht hij: „Een
crimineel weet dat de politie achter
hem aanzit. Hoewel het UDF offi
cieel niet verboden is, is het be
kend hoe dit regime over ons
denkt. De massale arrestaties van
onze mensen bewijzen, dat het
geen sinecure is om onder te dui
ken".
Volgens Morobe is het duidelijk
dat de beslissende fase in de con
frontatie tussen het minderheids-
bewind van de Nationale Partij van
Botha en iedereen die zich verzet
tegen de apartheid, is aangebro
ken. Hij beschouwt het uitroepen
van de noodtoestand als het bewijs
dat de regering in een immense cri
sis verkeert, ofschoon hij moet er
kennen, dat de noodtoestand een
slag heeft toegebracht aan de vak-
bweging en organisaties als het
UDF. „Maar", voegt hij eraan toe,
„dit is slechts tijdelijk".
„Wy moeten uiterst voorzichtig
opereren, want we kunnen het ons
niet veroorloven dat nog meer
mensen worden aangehouden.
Maar de committees van het UDF
vergaderen en werken hard aan
nieuwe verzetsstrategieën. Je kunt
ook zeggen, dat de noodtoestand
een grote uitdaging is om onze
strijd op te voeren". Morobe wei
gert echter vooralsnog het UDF
een ondergrondse organisatie te
noemen: „Het is juist dat velen van
ons zijn ondergedoken en het is
ook waar dat wij niet meer de offi
ciële kantoren gebruiken, maar het
is nog te prematuur om ons als een
ondergrondse organisatie te zien.
Het UDF is niet verboden en daar
om trachten we binnen de schaarse
marges die ons worden gelaten, le
gaal actie te voren. Zo proberen we
via de gerechtshoven onze leiders
vrij te krijgen en vergaderverbo
den ongedaan te maken". Morobe
spreekt dan ook van een „legale
uitdaging" van de staat. „De rege
ring probeert van ons papieren tij
gers te maken, maar wy moeten
voorkomen dat de staat ons temt".
Illusies
Anderszins realiseert Morobe
zich, dat het UDF zich weinig illu
sies hoeft te maken. Het feit dat de
regering vonnissen van gerechts
hoven ongedaan maakt en politie
ke bijeenkomsten verbiedt, maakt
de bewegingsruimte wel erg ge
ring. Maar volgens Morobe is het
uiteindelijk niet het UDF alleen
die de beslissing neemt om ook
daadwerkelijk ondergronds te
gaan. dat expliciet te zeggen is het
uit zijn woorden op te maken, dat
die beslissing door anderen wordt
genomen en waarschijnlijk door de
'leiding-ballingschap', wat inhoudt
dat zulke instructies door het ANC
in de Zambiase hoofdstad Lusaka
moeten worden gegeven: „Want
het is niet alleen het UDF dat de
strijd tegen dit systeem voert". Wel
laat hij duidelijk merken, dat er j
hard gewerkt wordt aan het creë-
ren van ondergrondse structuren, I
vooral, en dat zegt hij met de nodi
ge omzichtigheid, omdat hij het
vermoeden heeft dat vele jongeren
op dit moment al liever onder
gronds zouden willen opereren en
de strijd tegen de apartheid op an
dere manieren willen voeren.
Morobe kan een indruk uit de eer
ste hand geven als het gaat om de
situatie in de zwarte woonwijken
na het uitroepen van de noodtoe
stand. „De regering probeert de in
druk te wekken dat de noodtoe
stand een succes is, maar weerspie
gelt slechts haar eigen belangen.
Als je kijkt naar de huurprotesten
en school- en consumentenboycots
in de zwarte woonwijken, die wor
den voorbereid en geleid door
UDF-organisaties dan kun je toch
moeilijk beweren, dat de rust en
vrede is hersteld. En ik durf met
een gerust hart te zeggen, dat de
informatie over het aantal doden
en onlust-incidenten, zoals deze
door het regeringsbureau voor in
formatie wordt gegeven, ver van de
realiteit staat. Wat Botha met de
persbreidel wil bereiken, is dat het
buitenland en vooral investeerders
de indruk krijgen, dat het in Zuid-
Afrika allemaal niet zo erg is".
Bitterheid
Binnen de zwarte woonwijken
heerst een overwegende stemming
van bitterheid, aldus Morobe. Het
is een kwestie van buigen of bar
sten geworden: „Of we laten het
hoofd hangen en geven toe aan de
regering- Botha of we gaan door
met de strijd en proberen de staat
op de knieën te krijgen". Hij noemt
de pogingen van de regering om
het gewraakte 'bantu-onderwijs'
weer van de grond te krijgen en de
door de zwarte bevolking afgezette
gemeenteraden opnieuw in te voe
ren. En hij wijst tevens op de rede
voering die president Botha dins
dag op het partijcongres te Durban
hield en waarin deze met nieuwe
formuleringen de oude 'thuisland
koeien' weer uit de apartheidsmoe
ras te voorschijn probeerde te tove-
Over het vervolg van de confron
tatie maakt Morobe zich weinig il
lusies: „Wij weten hoe dit regime
met zijn leger- en politieapparaat
optreedt. Zwarte levens hebben in
dit land geen enkele waarde. Daar
zijn voldoende voorbeelden voor te
geven. Voor deze regering bestaat
er slechst een blank Zuid-Afrika en
daarom moet de zwarte bevolking
worden uitgemoord. Hiertegen
over kunnen wij geen geweren,
tanks, gevechtswagens of kanon
nen zetten, maar onze kracht ligt in
de massa-organisatie en massa-ac
tie". En in die confrontatie gaat het
beslist niet om 'zwart-tegen-zwart'
of 'zwart-tegen-blank', zoals Botha
wil doen geloven. Morobe; „Het
enige criterium zal zijn aan welke
kant je staat".
Kerk en Israël
De vrijgemaakt-gereformeerde
hoogleraar theologie dr. J.
Kamphuis (Kampen) acht zich zo
gediscrimineerd door de opvat
tingen van directeur drs. L. P.
Dorenbos van de EO over de ver
houding tussen kerk en Israël,
dat hij niet meer wil meewerken
aan EO-activiteiten. Dat geldt in
de eerste plaats de uitgave van
een serie lezingen over de theolo
gie van Karl Barth, waaraan
Kamphuis had meegewerkt. Hij
heeft dit aan het EO-bestuur
meegedeeld.
Dorenbos zei in maart op een
bijeenkomst van 'Zicht op Is
raël', dat het een ernstige vorm
van anti-semitisme is als iemand
de kerk ziet als het geestelijke Is
raël en daarmee Gods beloften
voor het eigenlijke Israël ver
werpt.
Als reactie op een bnet van
professor Kamphuis gaf Doren
bos later nog een toelichting
daarop. Hij wilde er alleen mee
zeggen, dat er geen enkele belof
te voor Israël meer is als iemand
de kerk stelt in de plaats van Is
raël. Die opvatting heeft onbe
doeld een klimaat geschapen
waarin het antisemitisme welig
kon tieren. Dorenbos wilde zijn
eerste woorden wel terugnemen,
omdat ze door hun generalise
rende formulering misverstan
den hadden opgeroepen.
Het EO-bestuur schreef Kamp
huis, dat Dorenbos op persoon
lijke titel had gesproken en dat
diens stelling niet in de lijn lag
van de kortgeleden gepubliceer
de bezinningsnota van de EO
over Israël.
'Schandelijke beschuldi
ging'
In eerste instantie had Kamp
huis de EO geschreven, dat Do
renbos' uitspraak recht tegen
over uitspraken van de Heilige
Schrift staat. Hij verwees naar de
bijbelboeken Jacobus en Petrus,
waarin de christelijke gemeente
met 'Israël' wordt aangesproken.
In dat licht zag hij de woorden
van de EO-directeur als een 'las
tering van het evangelie en van
Christus' dienstknechten en
apostelen'.
De nadere toelichting van Do
renbos en de brief van het EO-
bestuur gaven Kamphuis geen
aanleiding zijn mening te her
zien. Dorenbos, zegt Kamphuis,
handhaaft een 'schandelijke be
schuldiging' tegenover vele bij-
belgetrouwe christenen, "die
vanuit een diepe overtuiging het
waarachtig goede hebben ge
zocht voor het joodse volk, onder
meer door evangelieverkondi
ging". "Indirect worden deze ge
lovigen ervan beschuldigd, wel
iswaar onbedoeld en ongewild,
de gaskamers van de nazi's mo
gelijk te hebben gemaakt".
Icto en kerk
Het Interkerkelijk Comité
Tweezijdige Ontwapening (Icto)
heeft geen uitnodiging gekregen
voor het komende gesprek tus
sen de Hervormde Kerk en enke
le vredesorganisaties. Reden is,
dat het niets van zich heeft laten
horen. Dat deelde een kerkelijke
woordvoerder desgevraagd mee.
Eerst weigerde het Icto mee te
doen aan deze gesprekken, die
sinds februari onder auspiciën
van de hervormde Raad voor
Overheid en Samenleving (ROS)
en het Interkerkelijk Vredesbe
raad (IKV) worden gehouden.
Maar begin juli liet het Icto we
ten, dat het op deze weigering te
rugkwam. Officieel is bij de Her
vormde Kerk niets bekend van
dit bestuursbesluit. De ROS
heeft het Icto dan ook niet uitge
nodigd voor de bijeenkomst van
3 oktober.
Bij het Icto was niemand voor
commentaar bereikbaar.
B ij standsvr ouwen
De landelijke organisatie
'Vrouwen in de bijstand' wil van
de kerken meer politieke steun
voor haar streven, zoals een dras
tische verhoging van de uitkerin
gen. Ze is tegen aparte diakonale
fondsen voor hulp aan bijstands
vrouwen. Wel moeten de kerken
armoede op korte termijn bestrij
den door individuele hulp.
Hiermee reageert het steun
punt 'Vrouwen in de bijstand' op
het CDA, dat druk op de kerken
had uitgeoefend om 'nieuwe ar
moede' te verminderen.
De kerken zijn, volgens 'Vrou
wen in de bijstand', te vaak en te
lang bezig geweest met persoon
lijke hulpverlening en te weinig
met structurele veranderingen in
de maatschappij. Dat gevaar
dreigt opnieuw als ze alleen maar
giften gaan verstrekken zonder
de oorzaak van de nood aan te
pakken.
De organisatie 'Vrouwen in de
bijstand' heeft de kerken ook ge
vraagd, mee te werken aan een
mentaliteitsverandering ten gun
ste van gescheiden vrouwen in
de bijstand.
Tal van kerkelijke gemeenten
hebben inmiddels zelfstandig of
samen met andere gemeenten
diakonale hulpfondsen opge
richt. De Raad van Kerken in Ne
derland gaf in een eerder sta
dium al te kennen, het toene
mende beroep op fondsen buiten
de sociale zekerheid verontrus
tend te vinden.
Curran op zijspoor
De Vaticaanse congregatie
voor de geloofsleer heeft de
priester Charles Curran, hoogle
raar in de sexuele ethiek aan de
Katholieke Universiteit van Was
hington, het recht ontnomen
werkzaam te zijn als officieel
rooms-katholiek theoloog. Vol
gens het door de paus goedge
keurde decreet is hij niet langer
geschikt om de katholieke leer te
onderwijzen.
Curran (52) heeft kritiek op de
leer van zijn kerk aangaande de
sexuele ethiek (abortus, geboor-
tenbeperking, masturbatie, voor
echtelijk geslachtsverkeer en
echtscheiding) en legt daarvan in
het openbaar ook getuigenis af.
Of Curran na dit besluit nog les
kan blijven geven aan de univer
siteit, is de vraag. In elk geval
handhaaft hij zijn standpunt dat
afwijking van de kerkleer moge
lijk is en in bepaalde gevallen ze
ker gerechtvaardigd.
Franciscanen. Er is twijfel
gerezen aan de juistheid van het
bericht van gisteren dat kardi
naal Ratzinger, voorzitter van de
congregatie voor de geloofsleer,
de Orde der Franciscanen krach
tig tot de orde heeft geroepen.
Volgens dat bericht moet overste
John Vaughn onverwijld een
eind maken aan de binnen zijn
orde opklinkende geluiden tegen
het kerkelijke leergezag.
Binnen de orde wordt nu ont
kend, dat er zo'n brief is binnen
gekomen. Ook bij de Nederland
se orde in Utrecht weet men van
niets. Het bericht kwam van een
rooms-katholiek persbureau in
Italië. Mogelijk zitten 'rechtse
krachten' achter de beschuldi
gingen, vermoedt pater Herbert
Schneider, overste van de Keul
se provincie der franciscanen.
China. In de volksrepubliek
China zijn sinds 1981 driehon
derd nieuwe dominees aange
steld bij de officieel toegelaten
protestantse kerk. Vyftig van
hen zyn vrouwen. China telt on
geveer 6000 geestelijken op een
totaal van rond 3 miljoen christe-
Gereformeerde Kerken Vrij
gemaakt: beroepen te Pretoria
(Zuid-Afrika) voor Die Vrije Ge
reformeerde Kerke en te Rou-
veen P. L. Voorberg Waardhui-