De Berlijnse muur en het eigen risico Bettino Craxi is er om te blijven Reportage Polen naar Leiden In het bosrijke zuiden van Berlijn, vlak bij de door de spionnenuitwisselingen bekende Glienicker Brug, zitten twee jonge Oostduitse grenssoldaten lekker in het zonnetje. Het is ze te warm in de betonnen toren van waaruit ze moeten oppassen dat DDR-kameraden er niet vandoor gaan. De geweren liggen op een steen. Door hun 'Todesstreife', strook des doods, komt toch niemand. Ook hier absolute rust. door Hans Hoogendijk De Muur bestaat 25 jaar en de toestand lijkt bijna normaal. Er heerst rust aan de meest bizarre grens ter wereld. De Muur is de Muur niet meer. De Oostduitsers hebben in een kwart eeuw hun dodelijke grens geperfectioneerd. Geen grens meer dwars door huizen heen, geen bordjes meer aan woonkazernes met de woorden: 'Help, wij springen', bijna geen dodelijke schietpartijen meer en nog maar zelden lukt het iemand onge schonden door de dodelijke barrière heen te komen. De dramatische gebeur tenissen van 25 jaar Muur zijn te vinden in het museum 'Haus am Checkpoint Charlie'. Daar is het menselijke vernuft om aan van de DDR te ontkomen sa mengebracht, daar ook is het leed te zien dat een kwart eeuw Muur heeft aange richt. Eigen risico Nu is de Muur een bijna perfecte af grendeling. Politieman Klaus Klaproth had vele jaren geleden zijn eigen stuk muur in Kreuzberg. „De Muur maakte daar hele vreemde bochten. De straat was DDR, de stoep van ons. Maar bij een paar huizen was de stoep ook van hen. Dan moesten wij een huis binnen en via de keukendeur er weer uit, een paar me ter over het gras en dan konden we ver der langs de Muur". We beklimmen een van de vele houten uitkijkposten. 'Beklimmen op eigen risi co. Geen verantwoordelijkheid voor achteloosheid en overmacht. De hoofd commissaris van politie Berlijn', staat op het bordje. Klaproth: ,Hier kun je goed zien dat ze de grens hebben gecorri geerd. Op een aantal punten hep de grens zo idioot dat hij ook voor hen niet meer te overzien was. Daar hebben ze zich soms tientallen meters teruggetrok ken en een nieuwe Muur gebouwd". 'Unterbaugebiet' heet dat in politieter men. De grond blijft van de DDR, maar Westberlijners mogen er gebruik van maken. Dat levert soms vreemde situa ties op. Klaproths collega, Hauptkom- missar Michael Kupka, ook een man van het eerste uur van de Muur: „In het zuiden van de stad had een volkstuinder een schuurtje tegen de Muur gebouwd. Dat ergerde de Oostduitsers. Op een ge geven moment kwam er een DDR- grensofficier door een poort in de Muur om te vertellen dat dat niet mocht. Het schuurtje mocht er wel staan, maar niet vastgebouwd aan hun Muur". Klaproth: „Een andere bizarre situatie deed zich voor in het noorden. In Heili- gersee moest in 1984 een gat in de Muur worden gemaakt voor de nieuwe Auto bahn naar Hamburg. Oostduitse militai ren bewaakten de bouwvakkers om te voorkomen dat ze hier naartoe kwamen. Westberüjnse jongeren protesteerden op het Unterbaugebiet tegen die nieuwe weg. Wij werden gealarmeerd, maar mochten dat stuk DDR-gebied niet op. Met megafoons waarschuwden wij 'on ze' demonstranten dat ze zich op verbo den gebied bevonden. De Oostduitse mi litairen durfden ook die strook niet op en lieten op hun beurt megafoons aan rukken. Zo stonden Oost- en Westduitse gezagsdragers tegenover elkaar en schreeuwden tegen enkele tientallen de monstranten in niemandsland. Niemand kon iets doen". Verdronken Even bizar, maar veel gevaarlijker was de situatie in het gebied langs de rivie ren de Spree en de Havel. Daar zijn stuk ken waar de oever Westberlijns en het water Oostberlijns is. Politieman Leber, die al vele jaren een post heeft op de ROME - Het loont in Italië zelden de moeite een portret te schetsen van een minister-president: voor dat het af is, zijn ze meestal zelf ook al af, door de zijdeur (al lukt het een enkeling, zoals Giulio Andreot- ti, om nooit helemaal van het to neel te verdwijnen). door Hein ten Kortenaar Met Bettino Craxi liggen de za ken anders. Hij presenteerde deze week zijn tweede kabinet aan het parlement presenteert na een pre mierschap van bijna drie jaar en brak daarbij hij alle records van na de oorlog, zelfs bijna sinds de een wording van Italië heeft. Alleen zijn bijna naamgenoot Benito Mus solini regeerde langer, maar die schakelde dan ook de spelregels uit. Craxi onderscheidt zich daar om ook in de aandacht die de me dia hem schenken. Al vanaf het be gin van zijn regeringsgsperiode zijn er stapels boeken aan hem zijn gewijd. Alleen al in de jaren '83 en '84 waren het er zes, waarvan vier levensbeschrijvingen, alle omge ven door een geurige wierook damp. Het nummer van het regerings- tijdschrift 'Vita Italiana' gewijd aan 'De regering Craxi' begint als een heiligenleven: "Bettino Craxi, aan de doopvont Benedetto, werd geboren op 24 februari 1934 in Mi laan, uit een familie van Siciliaanse oorsprong, in de voorafgaande eeu wen opgeluisterd door eminente magistraten en functionarissen van verschillende dynastieën". Zijn perschef Antonio Ghirelli voegt hieraan toe, in zijn biografie 'Het Craxi-effect', dat hij uit Betti- no's eigen mond heeft gehoord hoe een zekere familie Craxi in de buurt van Messina tot de dag van vandaag wordt aangeduid als „die van de koningszoon". Deze en andere tekenen die we zen op een grote toekomst konden niet verhinderen, dat tot midden 1976 de normale reactie op het ho ren van zijn naam niet anders kon zijn dan "Bettino wie?", want van het ijverige partijfunctionarisje uit Milaan, opgeklommen tot be stuurslid van de PSI als vertegen woordiger van de groep rondom Pietro Nenni, die niet meer dan 10 procent van de partij uitmaakt, had toen nog nooit iemand gehoord. In dat jaar zijn vervroegde verkiezin gen gehouden, veroorzaakt door de bejaarde socialistische partijleider Francesco de Martino. De PSI viel, van de 12 procent in de gemeente raadsverkiezingen van het jaar daarvoor, terug tot 9,6 procent en de jonge garde, aangevoerd door De Martino's eigen kroonprins En rico Manca, was vastbesloten de oude leider uit het zadel te stoten. Als voor de hand liggende opvol ger werd Antonio Giolitti be schouwd, een vroegere communist die algemeen werd geacht om zijn politieke inzichten. Wantrouwen Door het partijapparaat werd hij gewantrouwd als een intellectueel die zich altijd omringde met 'egg heads' en Manca, die de helft van de partij achter zich had, stelde bij wijze van compromis Craxi voor, aanvoerder van de kleinste stro ming in de PSI en dus bij de eerste gelegenheid makkelijk weer over boord te zetten. Dat gebeurde alle maal achter de schermen tijdens de vergadering van het centraal co mité in het Midashotel aan de rand van Rome. De buitenwacht werd daarom totaal verrast, toen op 12 juli bekend werd, dat niet Giolitti, Craxi: bewonderd <foto AP) maar Craxi tot partijleider was ge kozen. Reden tot verrassing kregen ook degenen die hem in het zadel had den geholpen. In enkele jaren ver anderde de losjes aan elkaar han gende PSI in een straf geleide 'Par tij van Craxi'. De nieuwe leider wist zich geleidelijk te ontdoen van al zijn concurrenten, te beginnen met Enrico Manca, en zich te om geven met hem blindelings toege dane volgelingen. De modernise ring van de partij kreeg gestalte in de vernieuwing van het uitge woonde Romeinse hoofdkwartier, in de stroomlijning van de organi satie en de amerikanisering van de partij propaganda. Deze bereikte een hoogtepunt op het partijcongres van 1983, waar re clametekenaars en modeontwer pers wedijverden in het lanceren van sjaals, serviezen en andere ge bruiksvoorwerpen met het motief van de rode anjer, maar ook met de handtekening en beeltenis van Craxi, die bij die gelegenheid door de jubelende congresgangers bij acclamatie als partijleider werd be vestigd. Verouderd Tegenover de verouderde ideolo gieën van communisten en chris ten-democraten stelde hij het prag matisme van de „enige moderne partij van Italië", de PSI. Waar het in de politiek om gaat is niet de verering van heilige koeien (als Marx bijvoorbeeld) of het vasthou den aan abstracte principes, maar de uitoefening van de macht. Wat Craxi voor ogen staat, is een links alternatief waarin de meer derheidspositie van de communis ten is overgenomen door de PSI. Dit verklaart zijn vijandige hou ding tegenover de PCI, maar ook de dubbelzinnigheid van zijn be trekkingen met de christen-demo craten, die hij als coalitiepartner aanvaardt, maar tegelijk zoveel mogelijk tracht té verzwakken. Droom Na een door de christen-demo craten verijdelde formatiepoging in 1979 bereikt Craxi in augustus 1983 eindelijk de eerste tree op weg naar de gedroomde macht: het pre mierschap, waarop hij een even persoonlijk stempel tracht te druk ken als op het leiderschap van de PSI. De stabiliteit, evenzeer moge lijk gemaakt door het wegvallen van de socialistische tegenwerking waarop alle voorgaande regeringen waren gestruikeld, als door de ge dwongen lijdzaamheid van de DC, werd als zijn persoonlijke verdien ste voorgesteld. Het teruglopen van de inflatie door de zakkende olieprijzen en dollarkoers was het resultaat van het economisch be leid van zijn kabinet. Na een officieel bezoek aan Was hington liet hij zijn perschef Ghi relli een luxueus boekwerk erover uitgeven, onder de titel 'Amerika ontdekt Italië' en met trots toonde hij brieven aan 'dear Bettino', on dertekend door 'yours sincerely, Ron'. Herhaaldelijk greep hij in in het beleid van afzonderlijke minis ters en zijn optreden tijdens de ka ping van de Achille Lauro en de nasleep daarvan veroorzaakte zelfs bijna een kabinetscrisis, toen mi nister van defensie Spadolini af trad, omdat de premier naar zijn mening eigenmachtig had gehan deld. Niettemin is uit opiniepeilin gen gebleken dat een meerderheid van de Italianen grote bewonde ring heeft voor deze 'sterke man' in de politiek. Craxi-effect Het merkwaardige is dat dit zijn partij nog nauwelijks ten goede is gekomen en dat het verhoopte 'Craxi-effect' tot nu toe is uitgeble ven. Dit is ongetwijfeld de reden waarom Craxi heeft ingestemd met de eis om in het komend vooijaar de premiersplaats af te staan aan een christen-democraat. In het vooijaar houdt de PSI haar partij congres en vanaf dat ogenblik tot de verkiezingen van 1988 wil hij zich uitsluitend aan de partij wij den en de identificatie van de PSI met de 'premier van de stabiliteit' ook naar buiten zo duidelijk moge lijk maken. Of hem dit zal lukken valt moeilijk te voorspellen, maar dat hij een belangrijke rol in de Ita liaanse politiek zal blijven spelen, staat als een paal boven water. Op maandag 25 augustus komt een vijftig leden tellend koor uit Polen in Leiden aan. Dit bezoek is het resultaat van contacten tussen de wijk 'Morskwartier' van de hervormde gemeente en de gereformeerde kerk en de pre dikant Karol Samiec van de kerkgemeente in Wisla, een ge meente van 7000 leden in het zuiden van Polen. Het contact kwam tot stand na dat de commissie 'Werelddiako- naat' van de hervormde diakonie ter ore was gekomen, dat de kerkgemeente in Wisla wel een relatie wilde hebben met een ge meente in het Westen. In de wijk 'Morskwartier' werd toen de commissie 'Contacten met Po len' opgericht. De Poolse gasten worden op 25 augustus aan de Nederlandse grens ontvangen. De commissie uit de Mors zal hen naar Leiden begeleiden. Na een stadswande ling door Leiden, die eindigt in de Hooglandse kerk, en een lunch in het diakonaal centrum 'De bakkerij' verzorgt het koor op dinsdag 26 augustus een mid dag-optreden in 'Robijnzicht'. 's Avonds is het in de Maranatha- kerk, met na de uitvoering een gesprek over de kerk in Polen en Nederland. Woensdag 27 gaan de gasten naar de bloemenveiling in Aals meer en is er een Poolse avond in de school 'De Weerklank' waar bij ook wijkbewoners welkom zijn. Zij besluiten hun bezoek op donderdag 28 augustus met een lunch in Madurudam. Aan het eind van de middag vertrekken de Polen naar Purmerend, waar mee ook een contact bestaat. De kerkgemeente in Wisla is een streekgemeente met vijf klei ne kerken en een moederkerk waarin elke zondag dienst wordt gehouden. Werelddiaken W. de Vries deelde ons mee, dat de kerk in de Mors dit bezoek wil aangrijpen om intensieve contac ten met de kerkgemeente in Wis la te gaan leggen. Dat zal vooral schriftelijk zijn, maar men hoopt te gelegener tijd ook een tegen bezoek te brengen. Ds. L. H. C. Friederich te Oegstgeest, geestelijk verzorger van het psychiatrisch ziekenhus Endegeest, zal voorlopig de IKON-rubriek 'Mensen', onder deel van het radiopastoraat, waarnemen. Hij is voorzitter van de commissie die het werk van het radiopastoraat begeleidt. De IKON beraadt zich op het ogenblik over de manier waarop de vorige maand overleden ds. A. Klamer moet worden opgevolgd. De rubriek 'Mensen' is te horen op Radio 5 op de eerste zondag van de maand. Vijftig jaar. Zaterdag 16 au gustus zal het vijftig jaar geleden zijn, dat de emeritus-hoogleraar P. A. H. de Boer te Oegstgeest hervormd predikant werd in Berkenwoude (Zuid-Holland). Al twee jaar na zijn bevestiging tot predikant volgde zijn benoe ming tot hoogleraar aan de theo logische faculteit in Leiden. Daar gaf De Boer onderwijs in de uit leg van het Oude Testament en de godsdienst en letterkunde van Israël. In 1978 ging professor De Boer (in 1910 in Woubrugge geboren) met pensioen. Dr. R. G. W. Huysmans, hoogleraar canoniek recht aan de Katholieke Theologische Hoge school in Amsterdam, is per 1 ok tober benoemd tot halftime pas tor van de Sint Maartensparo- chie in Voorburg. Hij behoudt zijn onderwijsfunctie, maar treedt om redenen van tijd wel af als voorzitter van de Sint Willi- brordvereniging, het adviesor gaan voor oecumene van de rooms-katholieke kerkprovincie. Huysmans (50) volgde in 1978 professor dr. F. Haarsma op als voorzitter van deze vereniging. Het bestuur heeft inmiddels als vervangend voorzitter dr. Th. C. M. van Montfoort aangewezen. Hij is vicaris van het bisdom Den Bosch. De benoeming van een voorzitter behoeft de goedkeu ring van de bisschoppen. Bedevaart. Van vrijdag 3 tot en met dinsdag 7 oktober wordt vanuit het rooms-katholieke bis dom Rotterdam een bedevaart voor zieken, gehandicapten en aan huis gebonden bejaarden ge houden naar 'Maria's genade oord Banneux Notre Dame' in de Belgische Ardennen. Contactadres: Banneux-secre- tariaat, Meeuwenbeemd 1, 2631 CA Nootdorp. Belangstellenden in Leiden en omgeving kunnen ook zuster Conrada bellen: 071- 893621. Hervormde Kerk: bedankt voor Zwolle R. Holwerda Apel doorn. Kabel In Groningen is enige tijd geëxperimenteerd met kerkelij ke deelneming aan de lokale om roep. Van deze gelegenheid werd gebruik gemaakt om een serieus onderzoek te doen naar het feite lijke bereik ervan. Tegelijk peil de men de belangstelling voor het kerk- en parochieblad. Het onderzoek beperkte zich tot ker kelijk betrokken mensen. Uit het onderzoek bleek, dat het 'kerkbladenpubliek' bedui dend minder naar lokale radio luistert dan de rest van de Gro ningse bevolking: 10,6 tegenover 34,9 procent. Een kwart wist van het bestaan van 'kerk op de ka bel' af, maar slechts 3,4 procent had er wel eens naar geluisterd. Daar staat tegenover, dat bijna 60 procent het kerkblad altijd leest. Om de eigen achterban te be reiken, heeft kerkelijke deelne ming aan de lokale omroep wei nig zin, is een conclusie van dit onderzoek. Meelevenden hebben voor lokale radio maar weinig belangstelling. Maar wil men een breed algemeen publiek berei ken, dan heeft kerkelijke deelne ming wél zin. Mensen die het kerkblad niet lezen - vooral jon geren - zijn beter bereikbaar via radio. "Als de kerk zich open opstelt en op gelijke wijze verantwoor delijk wil zijn voor de lokale om roep, dan bestaat er een kans op enige dialoog met de buitenwe reld", zegt mediakenner Ben Frie van het rooms-katholiek Mediacentrum. Gestolen beelden. De angli caanse parochie van Stowland- stoft in Engeland wil via de Ne derlandse rechter proberen, ne gen 15de-eeuwse Vlaamse hou ten afbeeldingen terug te krij gen, die in 1977 uit de kerk zijn gestolen. Het museum voor reli gieuze kunst in Uden heeft de beelden - onderdeel van een al taartafel - op het ogenblik in bruikleen. Een paar maanden na de dief stal werden ze in Amsterdam verkocht. De nieuwe eigenaar had er geen geluk mee, want in zijn vakantie (1981) werden ze opnieuw gestolen. De volgende eigenaar kocht ze in augustus dit jaar in een antiekwinkel. Kort nadat het museum in Uden de af beeldingen in bruikleen had ont vangen ontdekte een medewerk ster van het Rijksmuseum in Amsterdam, dat het om de gesto len voorwerpen uit de Angli- caane kerk ging. Conservator L. van Liebergen van het Udense museum beves tigde, op de hoogte te zijn van het voornemen van de anglicaan se parochie om de beelden terug te krijgen. Het museum heeft in deze zaak echter alleen te maken met de bruikleengever. Het blijft voorlopig als een 'goed huisva der' over de beelden waken. Ze hebben alle betrekking op het lij den van Christus. Oberbaumbrug: „Hier is het een keer of wat gebeurd dat er spelende kinderen in het water vielen. Wij konden en moch ten niets doen. Daardoor zijn er kinde ren verdronken". Er is een eenzijdige, typisch Berlijnse oplossing gevonden. Leber laat hem zien: om de 100 meter staat een rood-wit geverfde paal. „Valt er iemand in het wa ter, dan geven wij een klap op de knop boven op die paal. Er begint een hoorn te loeien en het zwaailicht gaat draaien. In de wachttorens weten ze dat er ie mand in het water ligt. Wij komen in ac tie, en hoewel ze nooit taal of teken ge ven dat ze het signaal hebben begrepen, schieten ze niet'. Politieman Leber heeft een rustig le ven. Contact met zijn tegenvoeters een paar meter verderop heeft hij niet. „Ze negeren je totaal". Zijn collega: „In het begin van de Muur hadden we vaak con tacten. We gaven ze eens een slof sigaret ten, wat speelgoed voor de kinderen of iets anders. Het waren toch Berlijnse collega's. Vaak trof je elkaar 's nachts bij patrouilles en dan praatte je wat". Dat is er nu niet meer bij. „Het zijn geen politiemensen meer die daar dienst doen, maar militairen. En verder zijn het ook geen Berlijners. Er staan nu vooral jongens uit Saksen op wacht. Als je nu een slof sigaretten gooit, heb je een beste kans dat ze hem kapot trappen". Vanuit de wachttoren worden we keu rig in de gaten gehouden. De een foto grafeert, de ander kijkt door zijn verre kijker. „Die vervelen zich ook rot daar en dan is elk verzetje welkom". Routine Ook voor de Westberlijnse politie is de Muur routine geworden. „Wij controle ren alleen bij de 13 grensovergangsplaat sen en verder houden we de watergren- zen in de gaten. De Muur heeft voor ons niet meer de hoogste prioriteit", vertelt Klaproth. Van de 13.000 Westberlijnse politiemannen zijn er maar een paar honderd dag en nacht met de Muur be zig. Grenscontroles voeren ze ook niet uit. „Voor ons zijn Oost- en West-Berlijn nog altijd een bezet gebied, een onge deelde stad. Als wij grenscontroles zou den uitvoeren, erkennen we dat er een deling is. Dat doen we niet". Een opvat ting die sinds de aanslag op de disco theek La Belle enigszins geweld is aan gedaan, want op verzoek van de drie geallieerde machten in West-Berlijn con troleren Westberlijnse politiemannen nu ook de grensovergangen voor buitenlan ders. De Westberlijnse politie houdt zich in het algemeen ver van de Muur. „Wij wor den pas ingeschakeld als er incidenten zijn". Wat voor incidenten? „Daar horen natuurlijk de vluchtpogingen bij. Per slot van rekening hebben die al 76 men sen het leven gekost. Maar vaak horen wij niets van geslaagde vluchtpogingen. Verder is het zo dat wij bij gewelddadige incidenten pas mogen schieten als er van Oostberlijns gebied af kogels bij ons terecht komen. Vaak worden we ook gealarmeerd als bewoners ergens knal len horen. Meestal valt de ernst daarvan wel mee. Soms zijn het jonge Oostduitse grensbewakers die uit verveling een ma gazijn leeg schieten, soms is het een ver keerd afgestelde auto-ontsteking". De tijden dat Westberlijnse politie- mannnen met gevaar voor eigen leven aangeschoten vluchtelingen te' hulp snelden is voorbij. „Maar als zich een noodsituatie voordoet, moet elke politie man in overeenstemming met zijn gewe ten handelen. We kunnen dat niet door middel van wetten regelen", zegt Kla proth. Hond Adjudant Wolfgang Schwafz geeft een voorbeeld: „Op een gegeven moment, een paar jaar geleden, werd er alarm ge geven. Mensen hadden iets of iemand in het gebied van de Todesstreifen zien lig gen. Wij er naartoe. Er lag iets dat nog bewoog. Was het een hond of een mens? We wisten het niet. Opbellen met de Vo po's had.geen zin. Ze nemen de hoorn op en als wij zeggen: politie Berlijn, gooien ze hem er direct weer op. Uiteindelijk schakelden wij de brandweer in en on der dekking van ons schoven die een ladder over de Muur. Het bleek een hond te zijn die zich had vastgelopen. Het beest leefde nog en de brandweer pikte hem op. We weten nog niet of het een Westberlijnse of een Oostberlijnse hond was". Meer problemen hebben de Westber lijnse gezagsdragers met incidenten als aangeschoten automobilisten die hun wagen tegen de Muur rammen en hem daar dan laten staan. „Vaak staat zo'n wrak dan op een stuk Unterbaugebiet en mogen wij hem eigenlijk niet wegha len". Vindt de politie de zaak te gecom pliceerd, dan zijn er nog altijd de MP's van de Franse, Britse of Amerikaanse bezettingsmachten, die gezien hun sta tus overal mogen optreden. Voor de Westberlijnse politie is het le ven met de Muur een alledaagse gebeur tenis geworden. De meesten zien het be ton en het doodbrengende achterland niet eens meer. Politiemensen die met de Muur zijn vergroeid zijn er bijna niet meer. De Berlijnse Muur is 165,7 kilome ter lang en de Westberlijnse politie con stateert heel nuchter: „Wij hebben daar niet veel te zoeken, want wij hoeven on ze mensen niet te bewaken en tegen te houden'. Dat was direct na de eerste prikkel draadversperring op de dertiende au gustus 1961 wel anders. „Toen moesten wij, Berlijnse politiemannen, onze be volking tegenhouden omdat ze de ver sperringen wilden bestormen". Nu, eer kwart eeuw later, is elk politierapport vrijwel steeds hetzelfde: 'Aan de Muin geen bijzonderheden'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 6