De Berlijnse
muur en het
eigen risico
Bettino Craxi is er om te blijven
Reportage
Polen
naar
Leiden
In het bosrijke zuiden van Berlijn, vlak
bij de door de spionnenuitwisselingen
bekende Glienicker Brug, zitten twee
jonge Oostduitse grenssoldaten lekker
in het zonnetje. Het is ze te warm in de
betonnen toren van waaruit ze moeten
oppassen dat DDR-kameraden er niet
vandoor gaan. De geweren liggen op een
steen. Door hun 'Todesstreife', strook
des doods, komt toch niemand. Ook hier
absolute rust.
door
Hans Hoogendijk
De Muur bestaat 25 jaar en de toestand
lijkt bijna normaal. Er heerst rust aan de
meest bizarre grens ter wereld. De Muur
is de Muur niet meer. De Oostduitsers
hebben in een kwart eeuw hun dodelijke
grens geperfectioneerd. Geen grens
meer dwars door huizen heen, geen
bordjes meer aan woonkazernes met de
woorden: 'Help, wij springen', bijna
geen dodelijke schietpartijen meer en
nog maar zelden lukt het iemand onge
schonden door de dodelijke barrière
heen te komen. De dramatische gebeur
tenissen van 25 jaar Muur zijn te vinden
in het museum 'Haus am Checkpoint
Charlie'. Daar is het menselijke vernuft
om aan van de DDR te ontkomen sa
mengebracht, daar ook is het leed te zien
dat een kwart eeuw Muur heeft aange
richt.
Eigen risico
Nu is de Muur een bijna perfecte af
grendeling. Politieman Klaus Klaproth
had vele jaren geleden zijn eigen stuk
muur in Kreuzberg. „De Muur maakte
daar hele vreemde bochten. De straat
was DDR, de stoep van ons. Maar bij een
paar huizen was de stoep ook van hen.
Dan moesten wij een huis binnen en via
de keukendeur er weer uit, een paar me
ter over het gras en dan konden we ver
der langs de Muur".
We beklimmen een van de vele houten
uitkijkposten. 'Beklimmen op eigen risi
co. Geen verantwoordelijkheid voor
achteloosheid en overmacht. De hoofd
commissaris van politie Berlijn', staat op
het bordje. Klaproth: ,Hier kun je goed
zien dat ze de grens hebben gecorri
geerd. Op een aantal punten hep de
grens zo idioot dat hij ook voor hen niet
meer te overzien was. Daar hebben ze
zich soms tientallen meters teruggetrok
ken en een nieuwe Muur gebouwd".
'Unterbaugebiet' heet dat in politieter
men. De grond blijft van de DDR, maar
Westberlijners mogen er gebruik van
maken. Dat levert soms vreemde situa
ties op. Klaproths collega, Hauptkom-
missar Michael Kupka, ook een man van
het eerste uur van de Muur: „In het
zuiden van de stad had een volkstuinder
een schuurtje tegen de Muur gebouwd.
Dat ergerde de Oostduitsers. Op een ge
geven moment kwam er een DDR-
grensofficier door een poort in de Muur
om te vertellen dat dat niet mocht. Het
schuurtje mocht er wel staan, maar niet
vastgebouwd aan hun Muur".
Klaproth: „Een andere bizarre situatie
deed zich voor in het noorden. In Heili-
gersee moest in 1984 een gat in de Muur
worden gemaakt voor de nieuwe Auto
bahn naar Hamburg. Oostduitse militai
ren bewaakten de bouwvakkers om te
voorkomen dat ze hier naartoe kwamen.
Westberüjnse jongeren protesteerden op
het Unterbaugebiet tegen die nieuwe
weg. Wij werden gealarmeerd, maar
mochten dat stuk DDR-gebied niet op.
Met megafoons waarschuwden wij 'on
ze' demonstranten dat ze zich op verbo
den gebied bevonden. De Oostduitse mi
litairen durfden ook die strook niet op
en lieten op hun beurt megafoons aan
rukken. Zo stonden Oost- en Westduitse
gezagsdragers tegenover elkaar en
schreeuwden tegen enkele tientallen de
monstranten in niemandsland. Niemand
kon iets doen".
Verdronken
Even bizar, maar veel gevaarlijker was
de situatie in het gebied langs de rivie
ren de Spree en de Havel. Daar zijn stuk
ken waar de oever Westberlijns en het
water Oostberlijns is. Politieman Leber,
die al vele jaren een post heeft op de
ROME - Het loont in Italië zelden
de moeite een portret te schetsen
van een minister-president: voor
dat het af is, zijn ze meestal zelf ook
al af, door de zijdeur (al lukt het
een enkeling, zoals Giulio Andreot-
ti, om nooit helemaal van het to
neel te verdwijnen).
door
Hein ten Kortenaar
Met Bettino Craxi liggen de za
ken anders. Hij presenteerde deze
week zijn tweede kabinet aan het
parlement presenteert na een pre
mierschap van bijna drie jaar en
brak daarbij hij alle records van na
de oorlog, zelfs bijna sinds de een
wording van Italië heeft. Alleen
zijn bijna naamgenoot Benito Mus
solini regeerde langer, maar die
schakelde dan ook de spelregels
uit. Craxi onderscheidt zich daar
om ook in de aandacht die de me
dia hem schenken. Al vanaf het be
gin van zijn regeringsgsperiode
zijn er stapels boeken aan hem zijn
gewijd. Alleen al in de jaren '83 en
'84 waren het er zes, waarvan vier
levensbeschrijvingen, alle omge
ven door een geurige wierook
damp.
Het nummer van het regerings-
tijdschrift 'Vita Italiana' gewijd
aan 'De regering Craxi' begint als
een heiligenleven: "Bettino Craxi,
aan de doopvont Benedetto, werd
geboren op 24 februari 1934 in Mi
laan, uit een familie van Siciliaanse
oorsprong, in de voorafgaande eeu
wen opgeluisterd door eminente
magistraten en functionarissen
van verschillende dynastieën".
Zijn perschef Antonio Ghirelli
voegt hieraan toe, in zijn biografie
'Het Craxi-effect', dat hij uit Betti-
no's eigen mond heeft gehoord hoe
een zekere familie Craxi in de
buurt van Messina tot de dag van
vandaag wordt aangeduid als „die
van de koningszoon".
Deze en andere tekenen die we
zen op een grote toekomst konden
niet verhinderen, dat tot midden
1976 de normale reactie op het ho
ren van zijn naam niet anders kon
zijn dan "Bettino wie?", want van
het ijverige partijfunctionarisje uit
Milaan, opgeklommen tot be
stuurslid van de PSI als vertegen
woordiger van de groep rondom
Pietro Nenni, die niet meer dan 10
procent van de partij uitmaakt, had
toen nog nooit iemand gehoord. In
dat jaar zijn vervroegde verkiezin
gen gehouden, veroorzaakt door de
bejaarde socialistische partijleider
Francesco de Martino. De PSI viel,
van de 12 procent in de gemeente
raadsverkiezingen van het jaar
daarvoor, terug tot 9,6 procent en
de jonge garde, aangevoerd door
De Martino's eigen kroonprins En
rico Manca, was vastbesloten de
oude leider uit het zadel te stoten.
Als voor de hand liggende opvol
ger werd Antonio Giolitti be
schouwd, een vroegere communist
die algemeen werd geacht om zijn
politieke inzichten.
Wantrouwen
Door het partijapparaat werd hij
gewantrouwd als een intellectueel
die zich altijd omringde met 'egg
heads' en Manca, die de helft van
de partij achter zich had, stelde bij
wijze van compromis Craxi voor,
aanvoerder van de kleinste stro
ming in de PSI en dus bij de eerste
gelegenheid makkelijk weer over
boord te zetten. Dat gebeurde alle
maal achter de schermen tijdens
de vergadering van het centraal co
mité in het Midashotel aan de rand
van Rome. De buitenwacht werd
daarom totaal verrast, toen op 12
juli bekend werd, dat niet Giolitti,
Craxi: bewonderd <foto AP)
maar Craxi tot partijleider was ge
kozen.
Reden tot verrassing kregen ook
degenen die hem in het zadel had
den geholpen. In enkele jaren ver
anderde de losjes aan elkaar han
gende PSI in een straf geleide 'Par
tij van Craxi'. De nieuwe leider
wist zich geleidelijk te ontdoen van
al zijn concurrenten, te beginnen
met Enrico Manca, en zich te om
geven met hem blindelings toege
dane volgelingen. De modernise
ring van de partij kreeg gestalte in
de vernieuwing van het uitge
woonde Romeinse hoofdkwartier,
in de stroomlijning van de organi
satie en de amerikanisering van de
partij propaganda.
Deze bereikte een hoogtepunt op
het partijcongres van 1983, waar re
clametekenaars en modeontwer
pers wedijverden in het lanceren
van sjaals, serviezen en andere ge
bruiksvoorwerpen met het motief
van de rode anjer, maar ook met de
handtekening en beeltenis van
Craxi, die bij die gelegenheid door
de jubelende congresgangers bij
acclamatie als partijleider werd be
vestigd.
Verouderd
Tegenover de verouderde ideolo
gieën van communisten en chris
ten-democraten stelde hij het prag
matisme van de „enige moderne
partij van Italië", de PSI. Waar het
in de politiek om gaat is niet de
verering van heilige koeien (als
Marx bijvoorbeeld) of het vasthou
den aan abstracte principes, maar
de uitoefening van de macht.
Wat Craxi voor ogen staat, is een
links alternatief waarin de meer
derheidspositie van de communis
ten is overgenomen door de PSI.
Dit verklaart zijn vijandige hou
ding tegenover de PCI, maar ook
de dubbelzinnigheid van zijn be
trekkingen met de christen-demo
craten, die hij als coalitiepartner
aanvaardt, maar tegelijk zoveel
mogelijk tracht té verzwakken.
Droom
Na een door de christen-demo
craten verijdelde formatiepoging
in 1979 bereikt Craxi in augustus
1983 eindelijk de eerste tree op weg
naar de gedroomde macht: het pre
mierschap, waarop hij een even
persoonlijk stempel tracht te druk
ken als op het leiderschap van de
PSI. De stabiliteit, evenzeer moge
lijk gemaakt door het wegvallen
van de socialistische tegenwerking
waarop alle voorgaande regeringen
waren gestruikeld, als door de ge
dwongen lijdzaamheid van de DC,
werd als zijn persoonlijke verdien
ste voorgesteld. Het teruglopen
van de inflatie door de zakkende
olieprijzen en dollarkoers was het
resultaat van het economisch be
leid van zijn kabinet.
Na een officieel bezoek aan Was
hington liet hij zijn perschef Ghi
relli een luxueus boekwerk erover
uitgeven, onder de titel 'Amerika
ontdekt Italië' en met trots toonde
hij brieven aan 'dear Bettino', on
dertekend door 'yours sincerely,
Ron'. Herhaaldelijk greep hij in in
het beleid van afzonderlijke minis
ters en zijn optreden tijdens de ka
ping van de Achille Lauro en de
nasleep daarvan veroorzaakte zelfs
bijna een kabinetscrisis, toen mi
nister van defensie Spadolini af
trad, omdat de premier naar zijn
mening eigenmachtig had gehan
deld. Niettemin is uit opiniepeilin
gen gebleken dat een meerderheid
van de Italianen grote bewonde
ring heeft voor deze 'sterke man' in
de politiek.
Craxi-effect
Het merkwaardige is dat dit zijn
partij nog nauwelijks ten goede is
gekomen en dat het verhoopte
'Craxi-effect' tot nu toe is uitgeble
ven. Dit is ongetwijfeld de reden
waarom Craxi heeft ingestemd met
de eis om in het komend vooijaar
de premiersplaats af te staan aan
een christen-democraat. In het
vooijaar houdt de PSI haar partij
congres en vanaf dat ogenblik tot
de verkiezingen van 1988 wil hij
zich uitsluitend aan de partij wij
den en de identificatie van de PSI
met de 'premier van de stabiliteit'
ook naar buiten zo duidelijk moge
lijk maken. Of hem dit zal lukken
valt moeilijk te voorspellen, maar
dat hij een belangrijke rol in de Ita
liaanse politiek zal blijven spelen,
staat als een paal boven water.
Op maandag 25 augustus komt
een vijftig leden tellend koor uit
Polen in Leiden aan. Dit bezoek
is het resultaat van contacten
tussen de wijk 'Morskwartier'
van de hervormde gemeente en
de gereformeerde kerk en de pre
dikant Karol Samiec van de
kerkgemeente in Wisla, een ge
meente van 7000 leden in het
zuiden van Polen.
Het contact kwam tot stand na
dat de commissie 'Werelddiako-
naat' van de hervormde diakonie
ter ore was gekomen, dat de
kerkgemeente in Wisla wel een
relatie wilde hebben met een ge
meente in het Westen. In de wijk
'Morskwartier' werd toen de
commissie 'Contacten met Po
len' opgericht.
De Poolse gasten worden op 25
augustus aan de Nederlandse
grens ontvangen. De commissie
uit de Mors zal hen naar Leiden
begeleiden. Na een stadswande
ling door Leiden, die eindigt in
de Hooglandse kerk, en een
lunch in het diakonaal centrum
'De bakkerij' verzorgt het koor
op dinsdag 26 augustus een mid
dag-optreden in 'Robijnzicht'. 's
Avonds is het in de Maranatha-
kerk, met na de uitvoering een
gesprek over de kerk in Polen en
Nederland.
Woensdag 27 gaan de gasten
naar de bloemenveiling in Aals
meer en is er een Poolse avond in
de school 'De Weerklank' waar
bij ook wijkbewoners welkom
zijn. Zij besluiten hun bezoek op
donderdag 28 augustus met een
lunch in Madurudam. Aan het
eind van de middag vertrekken
de Polen naar Purmerend, waar
mee ook een contact bestaat.
De kerkgemeente in Wisla is
een streekgemeente met vijf klei
ne kerken en een moederkerk
waarin elke zondag dienst wordt
gehouden. Werelddiaken W. de
Vries deelde ons mee, dat de
kerk in de Mors dit bezoek wil
aangrijpen om intensieve contac
ten met de kerkgemeente in Wis
la te gaan leggen. Dat zal vooral
schriftelijk zijn, maar men hoopt
te gelegener tijd ook een tegen
bezoek te brengen.
Ds. L. H. C. Friederich te
Oegstgeest, geestelijk verzorger
van het psychiatrisch ziekenhus
Endegeest, zal voorlopig de
IKON-rubriek 'Mensen', onder
deel van het radiopastoraat,
waarnemen. Hij is voorzitter van
de commissie die het werk van
het radiopastoraat begeleidt.
De IKON beraadt zich op het
ogenblik over de manier waarop
de vorige maand overleden ds. A.
Klamer moet worden opgevolgd.
De rubriek 'Mensen' is te horen
op Radio 5 op de eerste zondag
van de maand.
Vijftig jaar. Zaterdag 16 au
gustus zal het vijftig jaar geleden
zijn, dat de emeritus-hoogleraar
P. A. H. de Boer te Oegstgeest
hervormd predikant werd in
Berkenwoude (Zuid-Holland).
Al twee jaar na zijn bevestiging
tot predikant volgde zijn benoe
ming tot hoogleraar aan de theo
logische faculteit in Leiden. Daar
gaf De Boer onderwijs in de uit
leg van het Oude Testament en
de godsdienst en letterkunde
van Israël. In 1978 ging professor
De Boer (in 1910 in Woubrugge
geboren) met pensioen.
Dr. R. G. W. Huysmans,
hoogleraar canoniek recht aan de
Katholieke Theologische Hoge
school in Amsterdam, is per 1 ok
tober benoemd tot halftime pas
tor van de Sint Maartensparo-
chie in Voorburg. Hij behoudt
zijn onderwijsfunctie, maar
treedt om redenen van tijd wel af
als voorzitter van de Sint Willi-
brordvereniging, het adviesor
gaan voor oecumene van de
rooms-katholieke kerkprovincie.
Huysmans (50) volgde in 1978
professor dr. F. Haarsma op als
voorzitter van deze vereniging.
Het bestuur heeft inmiddels als
vervangend voorzitter dr. Th. C.
M. van Montfoort aangewezen.
Hij is vicaris van het bisdom Den
Bosch. De benoeming van een
voorzitter behoeft de goedkeu
ring van de bisschoppen.
Bedevaart. Van vrijdag 3 tot
en met dinsdag 7 oktober wordt
vanuit het rooms-katholieke bis
dom Rotterdam een bedevaart
voor zieken, gehandicapten en
aan huis gebonden bejaarden ge
houden naar 'Maria's genade
oord Banneux Notre Dame' in de
Belgische Ardennen.
Contactadres: Banneux-secre-
tariaat, Meeuwenbeemd 1, 2631
CA Nootdorp. Belangstellenden
in Leiden en omgeving kunnen
ook zuster Conrada bellen: 071-
893621.
Hervormde Kerk: bedankt
voor Zwolle R. Holwerda Apel
doorn.
Kabel
In Groningen is enige tijd
geëxperimenteerd met kerkelij
ke deelneming aan de lokale om
roep. Van deze gelegenheid werd
gebruik gemaakt om een serieus
onderzoek te doen naar het feite
lijke bereik ervan. Tegelijk peil
de men de belangstelling voor
het kerk- en parochieblad. Het
onderzoek beperkte zich tot ker
kelijk betrokken mensen.
Uit het onderzoek bleek, dat
het 'kerkbladenpubliek' bedui
dend minder naar lokale radio
luistert dan de rest van de Gro
ningse bevolking: 10,6 tegenover
34,9 procent. Een kwart wist van
het bestaan van 'kerk op de ka
bel' af, maar slechts 3,4 procent
had er wel eens naar geluisterd.
Daar staat tegenover, dat bijna 60
procent het kerkblad altijd leest.
Om de eigen achterban te be
reiken, heeft kerkelijke deelne
ming aan de lokale omroep wei
nig zin, is een conclusie van dit
onderzoek. Meelevenden hebben
voor lokale radio maar weinig
belangstelling. Maar wil men een
breed algemeen publiek berei
ken, dan heeft kerkelijke deelne
ming wél zin. Mensen die het
kerkblad niet lezen - vooral jon
geren - zijn beter bereikbaar via
radio.
"Als de kerk zich open opstelt
en op gelijke wijze verantwoor
delijk wil zijn voor de lokale om
roep, dan bestaat er een kans op
enige dialoog met de buitenwe
reld", zegt mediakenner Ben
Frie van het rooms-katholiek
Mediacentrum.
Gestolen beelden. De angli
caanse parochie van Stowland-
stoft in Engeland wil via de Ne
derlandse rechter proberen, ne
gen 15de-eeuwse Vlaamse hou
ten afbeeldingen terug te krij
gen, die in 1977 uit de kerk zijn
gestolen. Het museum voor reli
gieuze kunst in Uden heeft de
beelden - onderdeel van een al
taartafel - op het ogenblik in
bruikleen.
Een paar maanden na de dief
stal werden ze in Amsterdam
verkocht. De nieuwe eigenaar
had er geen geluk mee, want in
zijn vakantie (1981) werden ze
opnieuw gestolen. De volgende
eigenaar kocht ze in augustus dit
jaar in een antiekwinkel. Kort
nadat het museum in Uden de af
beeldingen in bruikleen had ont
vangen ontdekte een medewerk
ster van het Rijksmuseum in
Amsterdam, dat het om de gesto
len voorwerpen uit de Angli-
caane kerk ging.
Conservator L. van Liebergen
van het Udense museum beves
tigde, op de hoogte te zijn van
het voornemen van de anglicaan
se parochie om de beelden terug
te krijgen. Het museum heeft in
deze zaak echter alleen te maken
met de bruikleengever. Het blijft
voorlopig als een 'goed huisva
der' over de beelden waken. Ze
hebben alle betrekking op het lij
den van Christus.
Oberbaumbrug: „Hier is het een keer of
wat gebeurd dat er spelende kinderen in
het water vielen. Wij konden en moch
ten niets doen. Daardoor zijn er kinde
ren verdronken".
Er is een eenzijdige, typisch Berlijnse
oplossing gevonden. Leber laat hem
zien: om de 100 meter staat een rood-wit
geverfde paal. „Valt er iemand in het wa
ter, dan geven wij een klap op de knop
boven op die paal. Er begint een hoorn
te loeien en het zwaailicht gaat draaien.
In de wachttorens weten ze dat er ie
mand in het water ligt. Wij komen in ac
tie, en hoewel ze nooit taal of teken ge
ven dat ze het signaal hebben begrepen,
schieten ze niet'.
Politieman Leber heeft een rustig le
ven. Contact met zijn tegenvoeters een
paar meter verderop heeft hij niet. „Ze
negeren je totaal". Zijn collega: „In het
begin van de Muur hadden we vaak con
tacten. We gaven ze eens een slof sigaret
ten, wat speelgoed voor de kinderen of
iets anders. Het waren toch Berlijnse
collega's. Vaak trof je elkaar 's nachts bij
patrouilles en dan praatte je wat".
Dat is er nu niet meer bij. „Het zijn
geen politiemensen meer die daar dienst
doen, maar militairen. En verder zijn het
ook geen Berlijners. Er staan nu vooral
jongens uit Saksen op wacht. Als je nu
een slof sigaretten gooit, heb je een beste
kans dat ze hem kapot trappen".
Vanuit de wachttoren worden we keu
rig in de gaten gehouden. De een foto
grafeert, de ander kijkt door zijn verre
kijker. „Die vervelen zich ook rot daar
en dan is elk verzetje welkom".
Routine
Ook voor de Westberlijnse politie is de
Muur routine geworden. „Wij controle
ren alleen bij de 13 grensovergangsplaat
sen en verder houden we de watergren-
zen in de gaten. De Muur heeft voor ons
niet meer de hoogste prioriteit", vertelt
Klaproth. Van de 13.000 Westberlijnse
politiemannen zijn er maar een paar
honderd dag en nacht met de Muur be
zig. Grenscontroles voeren ze ook niet
uit. „Voor ons zijn Oost- en West-Berlijn
nog altijd een bezet gebied, een onge
deelde stad. Als wij grenscontroles zou
den uitvoeren, erkennen we dat er een
deling is. Dat doen we niet". Een opvat
ting die sinds de aanslag op de disco
theek La Belle enigszins geweld is aan
gedaan, want op verzoek van de drie
geallieerde machten in West-Berlijn con
troleren Westberlijnse politiemannen nu
ook de grensovergangen voor buitenlan
ders.
De Westberlijnse politie houdt zich in
het algemeen ver van de Muur. „Wij wor
den pas ingeschakeld als er incidenten
zijn". Wat voor incidenten? „Daar horen
natuurlijk de vluchtpogingen bij. Per
slot van rekening hebben die al 76 men
sen het leven gekost. Maar vaak horen
wij niets van geslaagde vluchtpogingen.
Verder is het zo dat wij bij gewelddadige
incidenten pas mogen schieten als er
van Oostberlijns gebied af kogels bij ons
terecht komen. Vaak worden we ook
gealarmeerd als bewoners ergens knal
len horen. Meestal valt de ernst daarvan
wel mee. Soms zijn het jonge Oostduitse
grensbewakers die uit verveling een ma
gazijn leeg schieten, soms is het een ver
keerd afgestelde auto-ontsteking".
De tijden dat Westberlijnse politie-
mannnen met gevaar voor eigen leven
aangeschoten vluchtelingen te' hulp
snelden is voorbij. „Maar als zich een
noodsituatie voordoet, moet elke politie
man in overeenstemming met zijn gewe
ten handelen. We kunnen dat niet door
middel van wetten regelen", zegt Kla
proth.
Hond
Adjudant Wolfgang Schwafz geeft een
voorbeeld: „Op een gegeven moment,
een paar jaar geleden, werd er alarm ge
geven. Mensen hadden iets of iemand in
het gebied van de Todesstreifen zien lig
gen. Wij er naartoe. Er lag iets dat nog
bewoog. Was het een hond of een mens?
We wisten het niet. Opbellen met de Vo
po's had.geen zin. Ze nemen de hoorn op
en als wij zeggen: politie Berlijn, gooien
ze hem er direct weer op. Uiteindelijk
schakelden wij de brandweer in en on
der dekking van ons schoven die een
ladder over de Muur. Het bleek een
hond te zijn die zich had vastgelopen.
Het beest leefde nog en de brandweer
pikte hem op. We weten nog niet of het
een Westberlijnse of een Oostberlijnse
hond was".
Meer problemen hebben de Westber
lijnse gezagsdragers met incidenten als
aangeschoten automobilisten die hun
wagen tegen de Muur rammen en hem
daar dan laten staan. „Vaak staat zo'n
wrak dan op een stuk Unterbaugebiet en
mogen wij hem eigenlijk niet wegha
len". Vindt de politie de zaak te gecom
pliceerd, dan zijn er nog altijd de MP's
van de Franse, Britse of Amerikaanse
bezettingsmachten, die gezien hun sta
tus overal mogen optreden.
Voor de Westberlijnse politie is het le
ven met de Muur een alledaagse gebeur
tenis geworden. De meesten zien het be
ton en het doodbrengende achterland
niet eens meer. Politiemensen die met
de Muur zijn vergroeid zijn er bijna niet
meer. De Berlijnse Muur is 165,7 kilome
ter lang en de Westberlijnse politie con
stateert heel nuchter: „Wij hebben daar
niet veel te zoeken, want wij hoeven on
ze mensen niet te bewaken en tegen te
houden'.
Dat was direct na de eerste prikkel
draadversperring op de dertiende au
gustus 1961 wel anders. „Toen moesten
wij, Berlijnse politiemannen, onze be
volking tegenhouden omdat ze de ver
sperringen wilden bestormen". Nu, eer
kwart eeuw later, is elk politierapport
vrijwel steeds hetzelfde: 'Aan de Muin
geen bijzonderheden'.