Festival Edinburgh in teken van Schotse Verlichting
Voorschotenaar 'ontdekt'
middeleeuws getijdenboek
Stuk van Cocteau
op Burchtheuvel
MAANDAG 11 AUGUSTUS 1986
EDINBURGH (GPD) - De
prachtige Schotse hoofdstad
Edinburgh vormt als steeds het
ideale, sfeervolle decor voor het
jaarlijkse Edinburgh Internatio
nal Festival. Dit keer, nu het
doek voor de veertigste maal op
gaat - het Festival is één jaar ou
der dan het Holland Festival -
past de unieke omgeving meer
dan ooit bij de aard van het pro
gramma, dat tussen gisteren en
30 augustus 294 evenementen
omvat.
Want het centrale thema van
dit massale feest van kunst en
cultuur is Schotlands opzienba
rende bijdrage tot de 18de eeuw-
se Europese Verlichting, die ook
dit hoge noorden overspoelde.
Het was een tijd van ongeken
de bloei van wetenschap en
kunst, voortvloeiend uit het ra
tionalisme, de filosofie van ken
nis en rede. Er heerste in die da
gen een evenwichtig levensge
voel, doorstraald van het door de
techniek gevoede, nog onge
schokte geloof in het menselijk
kunnen. Edinburg bruiste van
creativiteit op alle levensterrei
nen en bracht tal van grote figu
ren voort.
Volgens de Franse toneel
schrijver en dichter Voltaire was
Edinburgh op artistiek, cultureel
en wetenschappelijk gebied min
stens de gelijke van Londen en
Parijs. Thomas Jefferson, de der
de president van de Verenigde
Staten, beweerde zelfs dat geen
stad ter wereld met Edinburgh
kon wedijveren. De 18de eeuw
heeft ook uiterlijk een stempel
gedrukt op deze ten dele op de
rotsen gelegen stad met haar
strakke Georgiaanse gevels, mo
numentale gebouwen, parken en
tuinen.
Een van de belangrijke uitin
gen van de geest van de Schotse
Verlichting was de verschijning
rond 1760 van vertalingen en be
werkingen door James Macpher-
son van overgeleverde Keltische
volkspoëzie, waarvan de oor
sprong wordt toegeschreven aan
de Keltische dichter en zanger
Ossian uit de derde eeuw na
Christus.
De poëzie droeg in hoge mate
bij tot een versterking van het
Schotse zelfbewustzijn, dat in de
knel dreigde te komen doordat
Schotland in het begin van de 18-
de eeuw zijn zelfstandigheid
kwijtraakte. De poëzie van Os
sian had een enorme invloed op
het Europese denken en inspi
reerde vele grote geesten zoals
Goethe, Schiller, Ingres, Georges
Sand, Lessing, Schubert, Men
delssohn en Brahms.
Ossian, zo wordt beweerd, was
Napoleons favoriete dichter en
hij moedigde Franse componis
ten aan zich met bem bezig te
houden. Enkele van deze werken
worden op het Festival, samen
met andere door Ossian geïnspi
reerde stukken gespeeld. Ossian
was ook de inspiratie voor Von
Webers 'Oberon', een glorieus
stuk muziektheater, waarmee
het Festival is geopend een pro-
duktie in revueachtige stijl van
Frank Dunlop, de directeur van
het Festival, met de Junge Deut
sche Philharmonie onder leiding
van Seiji Ozawa en het Edin
burgh Festival Koor.
Aan de Verlichting herinneren
ook Allan Ramsay's ballade-ope
ra 'The Gentle Shepherd' en
John Home's toneelstuk
'Douglas'. Beide worden opge
voerd in de Signet Bibliotheek,
een Georgiaans gebouw van gro
te schoonheid met een weerga
loos interieur, produkt van de
Verlichting.
Tot deze sectie behoren verder
de recitals door het Scottish Ear
ly Music Consort en door Or
pheus Calenonius, alsmede le
zingen, conferenties en tentoon
stellingen.
Ondernemend
In de magnifieke bibliotheek
en bijbehorende Georgiaanse
museumzaal van het historische
Old College van de universiteit
van Edinburgh, schepping van
de beroemde Schotse architect
Rober Adam, komt de eerste gro
te na-oorlogse expositie van
schilderkunst uit Schotlands
'Gouden Tijdvak' (1707-1843). In
het Koninklijk Museum van
Schotland zal een expositie iets
van de atmosfeer van het 18de
eeuwse Edinburgh herscheppen
en een uniek beeld geven van de
geniale figuren en hun werken,
die een hoofdrol in de Schotse
Verlichting hebben gespeeld.
Aan de voorbereiding hiervan is
drie jaar gewerkt.
Verder is er een tentoonstel
ling over 'De ondernemende
Schot', die laat zien hoe een klein
volk als het Schotse velen heeft
voortgebracht, die overal in de
wereld een leidende rol hebben
gespeeld en nog spelen. In Enge
land is dat altijd al opvallend ge
weest, hetgeen te verklaren is uit
het feit dat de Schotten zich daar
als minderheid extra moesten in
spannen om zich te handhaven.
Een aantal van de twaalf bui
tenlandse toneelgezelschappen,
die voor de sectie Wereldtheater
naar Edinburgh komen, zullen er
voor het eerst zijn. Het Toho-ge-
zelschap uit Japan, wiens pro-
duktie van Macbeth de sensatie
van het festival van 1985 was,
brengt dit keer Euripides' trage
die Medea op het klassieke bin
nenplein van het reeds genoem
de Old College.
Verder is er het Japanse mario
netten-theater, dat zijn al 1200
jaar oude poppenspelkunst zal
tonen. De poppen zijn schitte
rend van uitvoering en ingenieus
van techniek. De spelers zullen
demonstreren hoe ze te werk
gaan. De beroemde Zweedse re
gisseur Ingmar Bergman komt
met Ibsens Johan Gabriel Bork-
man in het Duits door het Beier
se Staatstheater en een Zweedse
opvoering van Strindbergs 'Juf
frouw Julie' door het Koninklijk
Dramatisch Theater uit Stock
holm. Dan is er een Poolse op
voering van Dostojewski's 'Mis
daad en Straf door het Stary
Theater uit Krakow, onder regie
van de vermaarde filmregisseur
Andrzej W^jda.
Opmerkelijk is de komst van
het Markt-Theater uit Johannes
burg, een multiraciale groep, die
overal ter wereld met geestdrift
is ontvangen en vele onderschei
dingen heeft gekregen. Dit gezel
schap, dat enkele van de beste
acteurs en actrices in Zuid-Afri-
ka telt en het werk van Zuidafri-
kaanse schrijvers en regisseurs
aanmoedigt, is gehuisvest in een
oud marktgebouw. Opgevoerd
worden 'Geboren in de RSA'
(Republiek Zuid-Afrika) en 'Asi-
namali'.
Lorca
Ter herdenking van de vijftig
jaar geleden in de Spaanse bur
geroorlog omgekomen jonge
Spaanse toneelschrijver Federi-
co Garcia Lorca komt de gevier
de Spaanse actrice Nuria Espert
met het naar haar genoemde ge
zelschap naar het Festival met
Lorca's 'Yerma'. De Compania
de Jose Luis Gomez geeft voor
stellingen van Lorca's 'Bloed
bruiloft', een drama, dat in Anda-
lusië speelt.
Het Théatre de la Salamandre
uit Parijs komt met Gildas Bour-
dets komische stuk, getiteld 'Le
Saperleau'. Dan is er de Ameri
kaanse experimentele Wooster
Group, die klassieke toneeltek
sten en historisch materiaal com
bineert met film, video, geluid en
licht. Het stuk heet: 'De weg naar
de onsterfelijkheid'.
Het teritse toneel is o.a. verte
genwoordigd door de Oxford
Playhouse Company met Sha
kespeare's Hamlet. Een van de
Schotse toneelbijdragen is een
moderne versie van Molière's 'Le
Bourgeois Gentilhomme', dat
vorig jaar een succesnummer
was.
Het Maly Theater uit Lenin
grad staat te boek met Tsjai-
kowski's 'Schoppenvrouw' en
'Eugene Onegin', plus een mo
derne opera van de Russische
componist Sergei Skonimsky
'Maria Stuart', een bekend on
derwerp voor de Schotten. Folk-
opera uit Stockholm voert een
originele produktie van Verdi's
'Aida' op.
Voor het dansprogramma zor
gen het Ballet van het Grote
Theater uit Warschau met Tsjai-
kowsky's 'Schone Slaapster' en
het Operaballet uit Lyon met
Prokofjews 'Assepoester', alsme
de het Londen Festival Ballet
met o.a. de première van 'Pe-
troesjka Variaties'.
Hoogst interessant is een
'Weekeinde van de 20ste eeuwse
muziek', met werken van o.a.
Maxwell Davies, Janacek, Bar-
tok, Stockhausen en Alexander
Goehr. Solisten zijn de sopraan
Adrienne Csengery en de pianist
Alan Feinberg. Behalve een aan
tal bekende Engelse en Schotse
orkesten kan men het Europees
Kamerorkest, de Moskouse Vir-
tuosen en symphonieorkesten
uit Toronto en Oslo beluisteren.
Als solisten worden verwacht
de pianisten Ivo Pogorelich, Jor
ge Bolet, Emanuel Ax, de violis
ten Nigel Kennedy en de jonge
Uck Kim, alsmede de Spaanse
sopraan Montserrat Caballe en
Dame Janet Baker. Er is een spe
ciaal Galaconcert ter viering van
de veertigste veijaardag van het
Edinburg Festival.
Het Internationale Jazz Festi
val completeert het muziekfeest,
dat als bijzondere attractie een
vuurwerkconcert kent, dat al een
traditie is geworden. Het vuur
werk werd vorig jaar door
200.000 mensen in het stadscen
trum aanschouwd. Het Schotse
kamerorkest laat zich daarbij
voor het vijfde jaar horen in de
beroemde Princess Street Gar
dens en zorgt voor een punctuele
begeleiding van het vuurwerkge-
weld, met toepasselijke werken
van Offenbach, Strauss en Han
del.
Meer dan zeshonderd meesterwerken, die de roem van Dresden
als centrum van de barok weerspiegelen, zijn sinds kort te be
wonderen in de Villa Hugel in Essen, eens woonhuis van de
familie Krupp. Het is een tentoonstelling van superlatieven.
Voordat iemand de pracht en praal uit de DDR had kunnen
aanschouwen, werd er al gesproken over de kunstgebeurtenis
van het jaar.
Zowel de culturele Krupp-erfgenamen, de Culturele Stich
ting Ruhr, als de DDR hullen zich in stilzwijgen over de kosten.
Maar deskundige rekenaars hebben al becijferd dat alleen aan
verzekeringspremies rond de vier miljoen mark is betaald. Een
van de drie transporten uit de DDR zou zijn verzekerd voor
ruim 35 miljoen gulden.
De verantwoordelijke Oostduitse museumdirecteur profes
sor Manfred Bachman, wil er net als de mensen van Krupp
niets over kwijt. Bachman stelt wel dat de tentoonstelling in
Essen uniek is. Uniek was ook de snelheid waarmee 'Barok in
Dresden' werd gerealiseerd.
Normaal vergt een dergelijke tentoonstelling een voorberei
ding van vijf jaar. In Essen hadden de experts maar twee jaar
nodig. Dat kwam voor een deel omdat het idee geboren werd na
een ontmoeting tussen de nog altijd oppermachtige Krupp-
baas Bertold Breit en de DDR-staats- en regeringsleider Erich
Honecker.
ESSEN (GPD) - Wie aan Essen
denkt, ziet beelden van stervende
bomen en schoorstenen die rook in
alle mogelijke onnatuurlijke kleu
ren uitbraken. Essen, de grootste
stad in het Roergebied, heeft nog
altijd een slechte naam. Een naam
die de stad niet in de laatste plaats
dankt aan het feit dat hier de ka-
nonnenkoning Alfred Krupp een
imperium opbouwde dat in twee
wereldoorlogen dood en verderf
heeft gezaaid.
Maar Essen is allang niet meer al
leen Krupp, de staalgigant bouwt
ook geen kanonnen meer en sinds
twintig jaar zit er geen Krupp meer
aan de top. Essen is veranderd. De
mijnen zijn dicht, de schoorstenen
spuwen nauwelijks nog giftige
wolken uit, de stad is groen gewor
den.
Wat is gebleven is de door
Krupp-grondlegger Alfred ge
bouwde Villa Hügel. Een ruim
honderd jaar oude combinatie van
een Engels landhuis en een Ita
liaanse villa. Stallen, koetshuizen,
een renbaan, huizen voor honder
den bedienden, een eigen spoor-
door
Hans Hoogendijk
weghalte, een apart restaurant
voor de gasten.
En dat allemaal in een fantas
tisch aangelegd park met uitzicht
op het Baldeney-meer. De laatste
bewoonster was Bertha Krupp,
vooral bekend van het zware ge
schut dat haar naam droeg: 'Dikke
Bertha'. In werkelijkheid was deze
vrouw, dochter van grondlegger
Alfred Krupp, buitengewoon
slank. Maar de reputatie van het
kanon had een langer leven dan
Bertha zelf.
Na de oorlog trokken de Krupps
niet meer in hun reusachtige villa.
In 1967 was het helemaal gedaan
met de invloed van de overlevende
Krupp-nazaten. Arndt Krupp von
Bohlen und Halbach deed afstand
van zijn rechten en kreeg in ruil
daarvoor twee miljoen mark per
jaar. Een paar maanden geleden
stierf deze laatste nazaat. Wat bleef
Bitste van prins Friedrich August,
Frangois Coudray.
is de Villa Hügel, een kapitalistisch
bolwerk, waarin nu de pracht en
praal van de DDR is uitgestald.
Maar wie zich aan deze kunst
schatten wil vergapen, zal toch
eerst nog een confrontatie met de
Krupps moeten ondergaan. De
grote zaal in de Villa Hügel wordt
nog gedomineerd door schilderijen
van de staalkoningen. Gigantische
Vanavond onthulling op tv
GRONINGEN/VOORSCHOTEN
(GPD) - Ergens in de stad Gronin
gen wordt een zeldzaam midde
leeuws getijdenboek bewaard,
waarvan het bestaan bij de experts
niet bekend was. Ook de eigenares
se, een Groningse die vooralsnog
anoniem wenst te blijven, wist tot
voor kort niet precies wat voor
kostbare schat ze in huis had, al
had ze wel al begrepen dat het iets
was waar ze zuinig op moest zijn.
Het unieke kunstwerk zal van
avond voor het eerst in het open
baar getoond worden in het
AVRO-programma 'Tussen Kunst
en Kitsch', dat de eer toekomt het
bestaan van het zeldzame stuk te
hebben ontdekt.
Presentator Cees van Drongelen
spreekt van 'het klapstuk van het
jaar'. De Voorschotense handelaar
in oude kunst Th. Laurentius, die
het boek enkele weken geleden tij
dens de opnamen voor het pro
gramma in het Groninger Museum
als eerste expert onder ogen kreeg,
meent dat een dergelijke zeldzaam
heid misschien eens in de tien jaar
aan het licht komt. Hij schat de
waarde voorlopig op enkele tien
duizenden guldens.
„In de twee jaar dat ik dit pro
gramma doe ben ik eigenlijk nog
nooit zoiets bijzonders tegengeko
men", aldus Van Drongelen. Het
Groninger getijdenboek ziet er aan
de buitenkant vrij onooglijk uit.
Van Drongelen beschrijft het kar
tonnen omslag als beduimeld en
rommelig. De afmetingen schat hij
op zo'n 6 bij 12 centimeter. „Een
soort zakagenda, maar dan dikker:
een centimeter of drie, vier. Maar
als je het open doet weetje niet wat
je ziet. De inhoud bestaat uit een
reeks met de hand op perkament
geschreven gebeden, gillustreerd
met schitterend gekleurde teke
ningen. De kleuren zijn prachtig
bewaard gebleven en ook het veel
vuldig gebruikte bladgoud is nog
helemaal gaaf. Een soortgelijk ge
tijdenboek schijnt begin dit jaar
geveild te zijn voor 65.000,-".
De heer Laurentius denkt het
boek te kunnen dateren op om
streeks 1480. Hoewel de tijd voor
een nadere bestudering ontbrak en
dit soort handschriften ook niet tot
zijn eigenlijke specialiteit behoort,
meent hij dat het uit de Noordelij
ke Nederlanden afkomstig moet
zijn
Wat het boekje mede zo bijzon
der maakt is dat de tekst in het Ne
derlands is gesteld, in plaats van in
het meer gebruikelijke Latijn. Om
meer van de herkomst te weten te
komen, is een nadere bestudering
noodzakelijk, aldus de Voorscho
tense deskundige. Hij kreeg er ech
ter de kans niet toe, omdat de eige
naresse zich niet bekend wilde ma
ken. Ze vertelde dat het boekje uit
een erfenis afkomstig was, maar ze
weigerde voor de camera te ver
schijnen, uit vrees wellicht voor
dieven of belastingambtenaren. Al
leen de AVRO beschikt over haar
naam en adres, maar heeft beloofd
die niet aan anderen prijs te geven.
(Nederland 2. 19.27 uur).
doeken met de grondlegger, zijn
nazaten en de Duitse keizers.
Boven begint het pas 'echt'. En
barokker kan het bijna niet. De
cultuurprodukten die de DDR
heeft uitgeleend zijn zo bizar en
precies, zo schitterend in letterlijke
en figuurlijke zin, dat hier inder
daad alleen het woord 'barok' op
zijn plaats is. De uitgestalde
werken zijn stuk voor stuk 'mees
terlijk', maar de belangstellende
leek wordt heen en weer geslin
gerd tussen bewondering en ver
wondering.
De Saksische keurvorsten en ko
ningen van Polen, August de
Tweede en zijn zoon August de
Derde, hebben tussen 1694 en 1763
hun land met Dresden als centrum
herschapen in een bolwerk van ba
rokke kunst. Ze kochten liever cul
tuur dan dat zij oorlog voerden.
Kernstuk van de tentoongestel
de schatten, waarover de verant
woordelijke Oostduitse museum
directeur Bachmann zegt dat het
maar een fractie is van wat Dres
den te bieden heeft, is het nage
bouwde 'groene gewelf. Wat daar
aan juweliers- en goudsmeedwerk
te zien is, is oogverblindend.
De fantasie van de kunstenaars
om ter meerdere eer en glorie van
hun opdrachtgevers creatief te
zijn, grenst aan het bizarre. Goud,
zilver, parels en honderden dia
manten zijn verwerkt in de meest
bizarre scheppingen.
Over de schoonheid ervan kan
men twisten, over het vakman
schap beslist niet. De 'kompel' uit
de Duitse mijnen zal bijvoorbeeld
met lichte verbijstering bekijken
wat voor mijnwerkersuitrusting de
Dresdner kunstenaars voor hun
vorst hadden gemaakt.
De huidige politieke heersers
willen nog wel eens een oranje of
gele veiligheidshelm op zetten als
ze in een schacht afdalen, maar Au
gust liet een hele uitrusting nama
ken, die bezet was met edelstenen.
Met deze pronk benadrukte de
vorst natuurlijk ook het
belang dat hij hechtte aan de in
Saksen gelegen zilvermijnen. Per
slot van rekening leverden die hem
het geld op om zich uit te leven in
kunstaankopen.
Feodaal
En gekocht hebben beide vor
sten, maar niet alleen juwelen. In
hun schilderijen- en grafiekenver
zameling komt de ernstige kant
van de barok naar voren. De twee
schaften ongeveer 4000 schilderij
en en 130.000 grafische werken
Uit het klooster San Sisto kwam
de Sixtijnse Madonna van Ra
phael, die overigens wegens moge
lijke klimatologische schade niet
in Essen te zien is. Uit de verzame
ling van de de hertog van Modena,
uit Franse, Tsjechische en Pruisi
sche collecties komen schilderijen
van Verones, Tizia, Velasquez, Ru
bens, van Dyck en Corregio.
En niet te vergeten de 'Ganuy-
medes' van Rembrandt. Een toen-
dertijd gewaagde aankoop, omdat
Rembrandt de mooie lieveling van
de goden afbeeldde als een grie
nend, spartelend kind in de klau
wen van een adelaar. Maar ook vele
andere Nederlandse kunstenaars
uit onze Gouden Eeuw zijn verte
genwoordigd in de collectie.
De twee Saksen hadden ook een
grote voorliefde voor de antieke
klassieke beeldhouwwerken en
ook daarvan hebben de DDR-mu-
seumdirecteuren een aantal mees
terwerken naar Essen gestuurd.
Curieus is verder de wapen- en
muntenverzameling in de Villa Hü
gel en natuurlijk de wereldberoem
de Dresdener porseleincollectie.
Technologische doorbraken
mochten zich ook verheugen in de
belangstelling van de vorsten.
Prachtige voorbeelden hiervan zijn
te bewonderen.
De twee brachten alles wat ze
hadden verzameld onder in grote
gebouwen die zelfs incidenteel
door gewone stervelingen moch
ten worden bezocht. Er bestond
een gastenboek, waarin de niet-ko-
ninklijke bezoekers werden ver
meld.
Het is bij het bombardement van
Dresden in de Tweede Wereldoor
log verloren gegaan, maar bekend
is dat bijvoorbeeld in 1648 800 'ge
wone' burgers de pracht en praal,
maar ook de kitsch van de vorsten
mochten bekijken.
In de catalogus die de Oostduitse
wetenschappers voor dezé ten
toonstelling hebben samengesteld,
worden August de Tweede en zijn
zoon als baanbrekers voor de mu
seum-democratie geroemd 'omdat
beide Augusten binnen de grenzen
van hun feodale klassenmaat
schappij een tot dan toe ongeken
de mate aan toegankelijkheid van
de koninklijke verzamelingen na
streefden'.
Een soort voorlopers van het
communisme dus eigenlijk. Maar
in de Westduitse encyclopedieën
komen ze er heel wat minder goed
af. Daarin wordt hen praal- en
pronkzucht verweten, ongeremd
feodalisme en het erop nahouden
van talrijke maïtresses. Twee
pronkzuchtige opportunisten die
om het koningschap van Polen te
verkrijgen, zelfs overgingen tot het
katholieke geloof en hun land op
de rand van het faillissement
brachten, heet het. Een typering
die wat dichter bij de waarheid ligt
dan de officiële Oostduitse inschat
ting. De Oostduitse historici heb
ben ook nooit veel zin gehad om
zich in verdiensten van deze Sak
sen te verdiepen. Pas nadat in de
DDR het besef groeide dat ook hun
land een verleden moest hebben,
ondergingen beide Saksisch-Pool-
se vorsten een herwaardering,
waardoor ze nu passen in het Oost
duitse erfgoed.
Weiszenfeiser jachtbokaal, rond 1712 gemaakt doorjohann Melchior e
Georg Christoph Dinglinger. (f0to gpi
De kunstschatten van twee feo
dale vorsten kunnen worden be
wonderd in de villa die een feodale
staalmagnaat midden in het Roer
gebied neerzette. Het resultaat van
een soepele Duits-Duitse samen
werking, en alleen al daarom ver
dient de tentoonstelling 'Barok uit
De tentoonstelling in de villa
Hügel in Essen duurt tot 2 novem
ber. Openingstijden van 10.00 tot
19.00 uur. De catalogus kost 40
mark.
'L'ecole des veuves'
LEIDEN - Op de Burchtheuvel
in Leiden wordt 29, 30 en 31 au
gustus een bijzondere theater
voorstelling gegeven. Dan wordt
'L'école des veuves' van de Fran
se schrijver Jean Cocteau opge
voerd. 'L'école des veuves - let
terlijk: de weduwenschool - is
voor zover bekend alleen eerder
in 1938 in Frankrijk gespeeld.
Maar wat de uitvoering op De
Burcht werkelijk uitzonderlijk
maakt, is dat het publiek al eten
de kijkt. De toeschouwers - er is
per voorstelling plaats voor zes
tig personen - zitten aan aan een
koud buffet, terwijl om hen heen
het spel wordt opgevoerd.
'L'école des veuves' wordt ge
speeld door een gelegenheids-
groep, bestaande uit Lia Bolte
(Haagse Comedie), Hertje Peeck
(Toneelgroep Centrum), Rupert
van Heijningen, Sjabbe van 't
Silfhout, Tonny Vijzelman, Jac
queline Enkelaar en Paul Beek.
Naast Lia Bolte doet uit de bezet
ting van 'Het wassende water'
wellicht ook Thorn Hoffman
mee. Ook drie zangers verlenen
hun medewerking. Rob de Kui
per tekent voor de regie en Jac
queline Enkelaar is als dramatur
ge aan de voorstelling verbon
den. Aan de vormgeving wordt
veel aandacht besteed. Edu Kis-
man, die in 1980 de Prix de Rome
won, en Irma de Bruyne nemen
die voor hun rekening.
'L'école des veuves' is een tra
gikomedie, waarvoor Cocteau
zich baseerde op een parabel uit
het klassieke werk 'Satyricon'
van Petronius. Het is het verhaal
van een weduwe, die het graf van
haar overleden echtgenoot be
zoekt. Op het kerkhof is ook een
soldaat, die de lichamen van de
misdadigers moet bewaken, die
daar aan hun kruis bungelen. De
soldaat tracht de weduwe te ver
leiden. Zij gaat aanvankelijk niet
op zijn avances in, maar op aan
drang van de har vergezellende
min later toch. Terwijl de soldaat
bij de weduwe is, wordt het li
chaam van één van de gekruisig
den gestolen. Om de soldaat te
beschermen biedt de weduwe
het lijk van haar man aan, om dit
in plaats van de misdadiger te
kruisigen. De legende is sedert
de middeleeuwen opgedoken op
uiteenlopende plaatsen als Per-
zië. Frankrijk, China. Rusland en
Duitsland. Cocteau heeft die va
rianten in zijn toneelstuk ver
werkt.
De groep, die het stuk op De
Burcht uitvoert, streeft naar een
Bourgondische vormgeving van
maaltijd, toneel-, vertel- en zang
kunst. Enkele van de acteurs zul
len met de toeschouwers aan ta
fel zitten om hen zo by de hande
ling te betrekken.
De produktie van deze bijzon
dere uitvoering is in handen van
Paul Beek en Stichting Burcht.
Een kaartje gaat - inclusief de
maaltijd - twintig gulden kosten.