Festival Edinburgh in teken van Schotse Verlichting Voorschotenaar 'ontdekt' middeleeuws getijdenboek Stuk van Cocteau op Burchtheuvel MAANDAG 11 AUGUSTUS 1986 EDINBURGH (GPD) - De prachtige Schotse hoofdstad Edinburgh vormt als steeds het ideale, sfeervolle decor voor het jaarlijkse Edinburgh Internatio nal Festival. Dit keer, nu het doek voor de veertigste maal op gaat - het Festival is één jaar ou der dan het Holland Festival - past de unieke omgeving meer dan ooit bij de aard van het pro gramma, dat tussen gisteren en 30 augustus 294 evenementen omvat. Want het centrale thema van dit massale feest van kunst en cultuur is Schotlands opzienba rende bijdrage tot de 18de eeuw- se Europese Verlichting, die ook dit hoge noorden overspoelde. Het was een tijd van ongeken de bloei van wetenschap en kunst, voortvloeiend uit het ra tionalisme, de filosofie van ken nis en rede. Er heerste in die da gen een evenwichtig levensge voel, doorstraald van het door de techniek gevoede, nog onge schokte geloof in het menselijk kunnen. Edinburg bruiste van creativiteit op alle levensterrei nen en bracht tal van grote figu ren voort. Volgens de Franse toneel schrijver en dichter Voltaire was Edinburgh op artistiek, cultureel en wetenschappelijk gebied min stens de gelijke van Londen en Parijs. Thomas Jefferson, de der de president van de Verenigde Staten, beweerde zelfs dat geen stad ter wereld met Edinburgh kon wedijveren. De 18de eeuw heeft ook uiterlijk een stempel gedrukt op deze ten dele op de rotsen gelegen stad met haar strakke Georgiaanse gevels, mo numentale gebouwen, parken en tuinen. Een van de belangrijke uitin gen van de geest van de Schotse Verlichting was de verschijning rond 1760 van vertalingen en be werkingen door James Macpher- son van overgeleverde Keltische volkspoëzie, waarvan de oor sprong wordt toegeschreven aan de Keltische dichter en zanger Ossian uit de derde eeuw na Christus. De poëzie droeg in hoge mate bij tot een versterking van het Schotse zelfbewustzijn, dat in de knel dreigde te komen doordat Schotland in het begin van de 18- de eeuw zijn zelfstandigheid kwijtraakte. De poëzie van Os sian had een enorme invloed op het Europese denken en inspi reerde vele grote geesten zoals Goethe, Schiller, Ingres, Georges Sand, Lessing, Schubert, Men delssohn en Brahms. Ossian, zo wordt beweerd, was Napoleons favoriete dichter en hij moedigde Franse componis ten aan zich met bem bezig te houden. Enkele van deze werken worden op het Festival, samen met andere door Ossian geïnspi reerde stukken gespeeld. Ossian was ook de inspiratie voor Von Webers 'Oberon', een glorieus stuk muziektheater, waarmee het Festival is geopend een pro- duktie in revueachtige stijl van Frank Dunlop, de directeur van het Festival, met de Junge Deut sche Philharmonie onder leiding van Seiji Ozawa en het Edin burgh Festival Koor. Aan de Verlichting herinneren ook Allan Ramsay's ballade-ope ra 'The Gentle Shepherd' en John Home's toneelstuk 'Douglas'. Beide worden opge voerd in de Signet Bibliotheek, een Georgiaans gebouw van gro te schoonheid met een weerga loos interieur, produkt van de Verlichting. Tot deze sectie behoren verder de recitals door het Scottish Ear ly Music Consort en door Or pheus Calenonius, alsmede le zingen, conferenties en tentoon stellingen. Ondernemend In de magnifieke bibliotheek en bijbehorende Georgiaanse museumzaal van het historische Old College van de universiteit van Edinburgh, schepping van de beroemde Schotse architect Rober Adam, komt de eerste gro te na-oorlogse expositie van schilderkunst uit Schotlands 'Gouden Tijdvak' (1707-1843). In het Koninklijk Museum van Schotland zal een expositie iets van de atmosfeer van het 18de eeuwse Edinburgh herscheppen en een uniek beeld geven van de geniale figuren en hun werken, die een hoofdrol in de Schotse Verlichting hebben gespeeld. Aan de voorbereiding hiervan is drie jaar gewerkt. Verder is er een tentoonstel ling over 'De ondernemende Schot', die laat zien hoe een klein volk als het Schotse velen heeft voortgebracht, die overal in de wereld een leidende rol hebben gespeeld en nog spelen. In Enge land is dat altijd al opvallend ge weest, hetgeen te verklaren is uit het feit dat de Schotten zich daar als minderheid extra moesten in spannen om zich te handhaven. Een aantal van de twaalf bui tenlandse toneelgezelschappen, die voor de sectie Wereldtheater naar Edinburgh komen, zullen er voor het eerst zijn. Het Toho-ge- zelschap uit Japan, wiens pro- duktie van Macbeth de sensatie van het festival van 1985 was, brengt dit keer Euripides' trage die Medea op het klassieke bin nenplein van het reeds genoem de Old College. Verder is er het Japanse mario netten-theater, dat zijn al 1200 jaar oude poppenspelkunst zal tonen. De poppen zijn schitte rend van uitvoering en ingenieus van techniek. De spelers zullen demonstreren hoe ze te werk gaan. De beroemde Zweedse re gisseur Ingmar Bergman komt met Ibsens Johan Gabriel Bork- man in het Duits door het Beier se Staatstheater en een Zweedse opvoering van Strindbergs 'Juf frouw Julie' door het Koninklijk Dramatisch Theater uit Stock holm. Dan is er een Poolse op voering van Dostojewski's 'Mis daad en Straf door het Stary Theater uit Krakow, onder regie van de vermaarde filmregisseur Andrzej W^jda. Opmerkelijk is de komst van het Markt-Theater uit Johannes burg, een multiraciale groep, die overal ter wereld met geestdrift is ontvangen en vele onderschei dingen heeft gekregen. Dit gezel schap, dat enkele van de beste acteurs en actrices in Zuid-Afri- ka telt en het werk van Zuidafri- kaanse schrijvers en regisseurs aanmoedigt, is gehuisvest in een oud marktgebouw. Opgevoerd worden 'Geboren in de RSA' (Republiek Zuid-Afrika) en 'Asi- namali'. Lorca Ter herdenking van de vijftig jaar geleden in de Spaanse bur geroorlog omgekomen jonge Spaanse toneelschrijver Federi- co Garcia Lorca komt de gevier de Spaanse actrice Nuria Espert met het naar haar genoemde ge zelschap naar het Festival met Lorca's 'Yerma'. De Compania de Jose Luis Gomez geeft voor stellingen van Lorca's 'Bloed bruiloft', een drama, dat in Anda- lusië speelt. Het Théatre de la Salamandre uit Parijs komt met Gildas Bour- dets komische stuk, getiteld 'Le Saperleau'. Dan is er de Ameri kaanse experimentele Wooster Group, die klassieke toneeltek sten en historisch materiaal com bineert met film, video, geluid en licht. Het stuk heet: 'De weg naar de onsterfelijkheid'. Het teritse toneel is o.a. verte genwoordigd door de Oxford Playhouse Company met Sha kespeare's Hamlet. Een van de Schotse toneelbijdragen is een moderne versie van Molière's 'Le Bourgeois Gentilhomme', dat vorig jaar een succesnummer was. Het Maly Theater uit Lenin grad staat te boek met Tsjai- kowski's 'Schoppenvrouw' en 'Eugene Onegin', plus een mo derne opera van de Russische componist Sergei Skonimsky 'Maria Stuart', een bekend on derwerp voor de Schotten. Folk- opera uit Stockholm voert een originele produktie van Verdi's 'Aida' op. Voor het dansprogramma zor gen het Ballet van het Grote Theater uit Warschau met Tsjai- kowsky's 'Schone Slaapster' en het Operaballet uit Lyon met Prokofjews 'Assepoester', alsme de het Londen Festival Ballet met o.a. de première van 'Pe- troesjka Variaties'. Hoogst interessant is een 'Weekeinde van de 20ste eeuwse muziek', met werken van o.a. Maxwell Davies, Janacek, Bar- tok, Stockhausen en Alexander Goehr. Solisten zijn de sopraan Adrienne Csengery en de pianist Alan Feinberg. Behalve een aan tal bekende Engelse en Schotse orkesten kan men het Europees Kamerorkest, de Moskouse Vir- tuosen en symphonieorkesten uit Toronto en Oslo beluisteren. Als solisten worden verwacht de pianisten Ivo Pogorelich, Jor ge Bolet, Emanuel Ax, de violis ten Nigel Kennedy en de jonge Uck Kim, alsmede de Spaanse sopraan Montserrat Caballe en Dame Janet Baker. Er is een spe ciaal Galaconcert ter viering van de veertigste veijaardag van het Edinburg Festival. Het Internationale Jazz Festi val completeert het muziekfeest, dat als bijzondere attractie een vuurwerkconcert kent, dat al een traditie is geworden. Het vuur werk werd vorig jaar door 200.000 mensen in het stadscen trum aanschouwd. Het Schotse kamerorkest laat zich daarbij voor het vijfde jaar horen in de beroemde Princess Street Gar dens en zorgt voor een punctuele begeleiding van het vuurwerkge- weld, met toepasselijke werken van Offenbach, Strauss en Han del. Meer dan zeshonderd meesterwerken, die de roem van Dresden als centrum van de barok weerspiegelen, zijn sinds kort te be wonderen in de Villa Hugel in Essen, eens woonhuis van de familie Krupp. Het is een tentoonstelling van superlatieven. Voordat iemand de pracht en praal uit de DDR had kunnen aanschouwen, werd er al gesproken over de kunstgebeurtenis van het jaar. Zowel de culturele Krupp-erfgenamen, de Culturele Stich ting Ruhr, als de DDR hullen zich in stilzwijgen over de kosten. Maar deskundige rekenaars hebben al becijferd dat alleen aan verzekeringspremies rond de vier miljoen mark is betaald. Een van de drie transporten uit de DDR zou zijn verzekerd voor ruim 35 miljoen gulden. De verantwoordelijke Oostduitse museumdirecteur profes sor Manfred Bachman, wil er net als de mensen van Krupp niets over kwijt. Bachman stelt wel dat de tentoonstelling in Essen uniek is. Uniek was ook de snelheid waarmee 'Barok in Dresden' werd gerealiseerd. Normaal vergt een dergelijke tentoonstelling een voorberei ding van vijf jaar. In Essen hadden de experts maar twee jaar nodig. Dat kwam voor een deel omdat het idee geboren werd na een ontmoeting tussen de nog altijd oppermachtige Krupp- baas Bertold Breit en de DDR-staats- en regeringsleider Erich Honecker. ESSEN (GPD) - Wie aan Essen denkt, ziet beelden van stervende bomen en schoorstenen die rook in alle mogelijke onnatuurlijke kleu ren uitbraken. Essen, de grootste stad in het Roergebied, heeft nog altijd een slechte naam. Een naam die de stad niet in de laatste plaats dankt aan het feit dat hier de ka- nonnenkoning Alfred Krupp een imperium opbouwde dat in twee wereldoorlogen dood en verderf heeft gezaaid. Maar Essen is allang niet meer al leen Krupp, de staalgigant bouwt ook geen kanonnen meer en sinds twintig jaar zit er geen Krupp meer aan de top. Essen is veranderd. De mijnen zijn dicht, de schoorstenen spuwen nauwelijks nog giftige wolken uit, de stad is groen gewor den. Wat is gebleven is de door Krupp-grondlegger Alfred ge bouwde Villa Hügel. Een ruim honderd jaar oude combinatie van een Engels landhuis en een Ita liaanse villa. Stallen, koetshuizen, een renbaan, huizen voor honder den bedienden, een eigen spoor- door Hans Hoogendijk weghalte, een apart restaurant voor de gasten. En dat allemaal in een fantas tisch aangelegd park met uitzicht op het Baldeney-meer. De laatste bewoonster was Bertha Krupp, vooral bekend van het zware ge schut dat haar naam droeg: 'Dikke Bertha'. In werkelijkheid was deze vrouw, dochter van grondlegger Alfred Krupp, buitengewoon slank. Maar de reputatie van het kanon had een langer leven dan Bertha zelf. Na de oorlog trokken de Krupps niet meer in hun reusachtige villa. In 1967 was het helemaal gedaan met de invloed van de overlevende Krupp-nazaten. Arndt Krupp von Bohlen und Halbach deed afstand van zijn rechten en kreeg in ruil daarvoor twee miljoen mark per jaar. Een paar maanden geleden stierf deze laatste nazaat. Wat bleef Bitste van prins Friedrich August, Frangois Coudray. is de Villa Hügel, een kapitalistisch bolwerk, waarin nu de pracht en praal van de DDR is uitgestald. Maar wie zich aan deze kunst schatten wil vergapen, zal toch eerst nog een confrontatie met de Krupps moeten ondergaan. De grote zaal in de Villa Hügel wordt nog gedomineerd door schilderijen van de staalkoningen. Gigantische Vanavond onthulling op tv GRONINGEN/VOORSCHOTEN (GPD) - Ergens in de stad Gronin gen wordt een zeldzaam midde leeuws getijdenboek bewaard, waarvan het bestaan bij de experts niet bekend was. Ook de eigenares se, een Groningse die vooralsnog anoniem wenst te blijven, wist tot voor kort niet precies wat voor kostbare schat ze in huis had, al had ze wel al begrepen dat het iets was waar ze zuinig op moest zijn. Het unieke kunstwerk zal van avond voor het eerst in het open baar getoond worden in het AVRO-programma 'Tussen Kunst en Kitsch', dat de eer toekomt het bestaan van het zeldzame stuk te hebben ontdekt. Presentator Cees van Drongelen spreekt van 'het klapstuk van het jaar'. De Voorschotense handelaar in oude kunst Th. Laurentius, die het boek enkele weken geleden tij dens de opnamen voor het pro gramma in het Groninger Museum als eerste expert onder ogen kreeg, meent dat een dergelijke zeldzaam heid misschien eens in de tien jaar aan het licht komt. Hij schat de waarde voorlopig op enkele tien duizenden guldens. „In de twee jaar dat ik dit pro gramma doe ben ik eigenlijk nog nooit zoiets bijzonders tegengeko men", aldus Van Drongelen. Het Groninger getijdenboek ziet er aan de buitenkant vrij onooglijk uit. Van Drongelen beschrijft het kar tonnen omslag als beduimeld en rommelig. De afmetingen schat hij op zo'n 6 bij 12 centimeter. „Een soort zakagenda, maar dan dikker: een centimeter of drie, vier. Maar als je het open doet weetje niet wat je ziet. De inhoud bestaat uit een reeks met de hand op perkament geschreven gebeden, gillustreerd met schitterend gekleurde teke ningen. De kleuren zijn prachtig bewaard gebleven en ook het veel vuldig gebruikte bladgoud is nog helemaal gaaf. Een soortgelijk ge tijdenboek schijnt begin dit jaar geveild te zijn voor 65.000,-". De heer Laurentius denkt het boek te kunnen dateren op om streeks 1480. Hoewel de tijd voor een nadere bestudering ontbrak en dit soort handschriften ook niet tot zijn eigenlijke specialiteit behoort, meent hij dat het uit de Noordelij ke Nederlanden afkomstig moet zijn Wat het boekje mede zo bijzon der maakt is dat de tekst in het Ne derlands is gesteld, in plaats van in het meer gebruikelijke Latijn. Om meer van de herkomst te weten te komen, is een nadere bestudering noodzakelijk, aldus de Voorscho tense deskundige. Hij kreeg er ech ter de kans niet toe, omdat de eige naresse zich niet bekend wilde ma ken. Ze vertelde dat het boekje uit een erfenis afkomstig was, maar ze weigerde voor de camera te ver schijnen, uit vrees wellicht voor dieven of belastingambtenaren. Al leen de AVRO beschikt over haar naam en adres, maar heeft beloofd die niet aan anderen prijs te geven. (Nederland 2. 19.27 uur). doeken met de grondlegger, zijn nazaten en de Duitse keizers. Boven begint het pas 'echt'. En barokker kan het bijna niet. De cultuurprodukten die de DDR heeft uitgeleend zijn zo bizar en precies, zo schitterend in letterlijke en figuurlijke zin, dat hier inder daad alleen het woord 'barok' op zijn plaats is. De uitgestalde werken zijn stuk voor stuk 'mees terlijk', maar de belangstellende leek wordt heen en weer geslin gerd tussen bewondering en ver wondering. De Saksische keurvorsten en ko ningen van Polen, August de Tweede en zijn zoon August de Derde, hebben tussen 1694 en 1763 hun land met Dresden als centrum herschapen in een bolwerk van ba rokke kunst. Ze kochten liever cul tuur dan dat zij oorlog voerden. Kernstuk van de tentoongestel de schatten, waarover de verant woordelijke Oostduitse museum directeur Bachmann zegt dat het maar een fractie is van wat Dres den te bieden heeft, is het nage bouwde 'groene gewelf. Wat daar aan juweliers- en goudsmeedwerk te zien is, is oogverblindend. De fantasie van de kunstenaars om ter meerdere eer en glorie van hun opdrachtgevers creatief te zijn, grenst aan het bizarre. Goud, zilver, parels en honderden dia manten zijn verwerkt in de meest bizarre scheppingen. Over de schoonheid ervan kan men twisten, over het vakman schap beslist niet. De 'kompel' uit de Duitse mijnen zal bijvoorbeeld met lichte verbijstering bekijken wat voor mijnwerkersuitrusting de Dresdner kunstenaars voor hun vorst hadden gemaakt. De huidige politieke heersers willen nog wel eens een oranje of gele veiligheidshelm op zetten als ze in een schacht afdalen, maar Au gust liet een hele uitrusting nama ken, die bezet was met edelstenen. Met deze pronk benadrukte de vorst natuurlijk ook het belang dat hij hechtte aan de in Saksen gelegen zilvermijnen. Per slot van rekening leverden die hem het geld op om zich uit te leven in kunstaankopen. Feodaal En gekocht hebben beide vor sten, maar niet alleen juwelen. In hun schilderijen- en grafiekenver zameling komt de ernstige kant van de barok naar voren. De twee schaften ongeveer 4000 schilderij en en 130.000 grafische werken Uit het klooster San Sisto kwam de Sixtijnse Madonna van Ra phael, die overigens wegens moge lijke klimatologische schade niet in Essen te zien is. Uit de verzame ling van de de hertog van Modena, uit Franse, Tsjechische en Pruisi sche collecties komen schilderijen van Verones, Tizia, Velasquez, Ru bens, van Dyck en Corregio. En niet te vergeten de 'Ganuy- medes' van Rembrandt. Een toen- dertijd gewaagde aankoop, omdat Rembrandt de mooie lieveling van de goden afbeeldde als een grie nend, spartelend kind in de klau wen van een adelaar. Maar ook vele andere Nederlandse kunstenaars uit onze Gouden Eeuw zijn verte genwoordigd in de collectie. De twee Saksen hadden ook een grote voorliefde voor de antieke klassieke beeldhouwwerken en ook daarvan hebben de DDR-mu- seumdirecteuren een aantal mees terwerken naar Essen gestuurd. Curieus is verder de wapen- en muntenverzameling in de Villa Hü gel en natuurlijk de wereldberoem de Dresdener porseleincollectie. Technologische doorbraken mochten zich ook verheugen in de belangstelling van de vorsten. Prachtige voorbeelden hiervan zijn te bewonderen. De twee brachten alles wat ze hadden verzameld onder in grote gebouwen die zelfs incidenteel door gewone stervelingen moch ten worden bezocht. Er bestond een gastenboek, waarin de niet-ko- ninklijke bezoekers werden ver meld. Het is bij het bombardement van Dresden in de Tweede Wereldoor log verloren gegaan, maar bekend is dat bijvoorbeeld in 1648 800 'ge wone' burgers de pracht en praal, maar ook de kitsch van de vorsten mochten bekijken. In de catalogus die de Oostduitse wetenschappers voor dezé ten toonstelling hebben samengesteld, worden August de Tweede en zijn zoon als baanbrekers voor de mu seum-democratie geroemd 'omdat beide Augusten binnen de grenzen van hun feodale klassenmaat schappij een tot dan toe ongeken de mate aan toegankelijkheid van de koninklijke verzamelingen na streefden'. Een soort voorlopers van het communisme dus eigenlijk. Maar in de Westduitse encyclopedieën komen ze er heel wat minder goed af. Daarin wordt hen praal- en pronkzucht verweten, ongeremd feodalisme en het erop nahouden van talrijke maïtresses. Twee pronkzuchtige opportunisten die om het koningschap van Polen te verkrijgen, zelfs overgingen tot het katholieke geloof en hun land op de rand van het faillissement brachten, heet het. Een typering die wat dichter bij de waarheid ligt dan de officiële Oostduitse inschat ting. De Oostduitse historici heb ben ook nooit veel zin gehad om zich in verdiensten van deze Sak sen te verdiepen. Pas nadat in de DDR het besef groeide dat ook hun land een verleden moest hebben, ondergingen beide Saksisch-Pool- se vorsten een herwaardering, waardoor ze nu passen in het Oost duitse erfgoed. Weiszenfeiser jachtbokaal, rond 1712 gemaakt doorjohann Melchior e Georg Christoph Dinglinger. (f0to gpi De kunstschatten van twee feo dale vorsten kunnen worden be wonderd in de villa die een feodale staalmagnaat midden in het Roer gebied neerzette. Het resultaat van een soepele Duits-Duitse samen werking, en alleen al daarom ver dient de tentoonstelling 'Barok uit De tentoonstelling in de villa Hügel in Essen duurt tot 2 novem ber. Openingstijden van 10.00 tot 19.00 uur. De catalogus kost 40 mark. 'L'ecole des veuves' LEIDEN - Op de Burchtheuvel in Leiden wordt 29, 30 en 31 au gustus een bijzondere theater voorstelling gegeven. Dan wordt 'L'école des veuves' van de Fran se schrijver Jean Cocteau opge voerd. 'L'école des veuves - let terlijk: de weduwenschool - is voor zover bekend alleen eerder in 1938 in Frankrijk gespeeld. Maar wat de uitvoering op De Burcht werkelijk uitzonderlijk maakt, is dat het publiek al eten de kijkt. De toeschouwers - er is per voorstelling plaats voor zes tig personen - zitten aan aan een koud buffet, terwijl om hen heen het spel wordt opgevoerd. 'L'école des veuves' wordt ge speeld door een gelegenheids- groep, bestaande uit Lia Bolte (Haagse Comedie), Hertje Peeck (Toneelgroep Centrum), Rupert van Heijningen, Sjabbe van 't Silfhout, Tonny Vijzelman, Jac queline Enkelaar en Paul Beek. Naast Lia Bolte doet uit de bezet ting van 'Het wassende water' wellicht ook Thorn Hoffman mee. Ook drie zangers verlenen hun medewerking. Rob de Kui per tekent voor de regie en Jac queline Enkelaar is als dramatur ge aan de voorstelling verbon den. Aan de vormgeving wordt veel aandacht besteed. Edu Kis- man, die in 1980 de Prix de Rome won, en Irma de Bruyne nemen die voor hun rekening. 'L'école des veuves' is een tra gikomedie, waarvoor Cocteau zich baseerde op een parabel uit het klassieke werk 'Satyricon' van Petronius. Het is het verhaal van een weduwe, die het graf van haar overleden echtgenoot be zoekt. Op het kerkhof is ook een soldaat, die de lichamen van de misdadigers moet bewaken, die daar aan hun kruis bungelen. De soldaat tracht de weduwe te ver leiden. Zij gaat aanvankelijk niet op zijn avances in, maar op aan drang van de har vergezellende min later toch. Terwijl de soldaat bij de weduwe is, wordt het li chaam van één van de gekruisig den gestolen. Om de soldaat te beschermen biedt de weduwe het lijk van haar man aan, om dit in plaats van de misdadiger te kruisigen. De legende is sedert de middeleeuwen opgedoken op uiteenlopende plaatsen als Per- zië. Frankrijk, China. Rusland en Duitsland. Cocteau heeft die va rianten in zijn toneelstuk ver werkt. De groep, die het stuk op De Burcht uitvoert, streeft naar een Bourgondische vormgeving van maaltijd, toneel-, vertel- en zang kunst. Enkele van de acteurs zul len met de toeschouwers aan ta fel zitten om hen zo by de hande ling te betrekken. De produktie van deze bijzon dere uitvoering is in handen van Paul Beek en Stichting Burcht. Een kaartje gaat - inclusief de maaltijd - twintig gulden kosten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 17