Wanneer raakt brasem z'n slechte naam kwijt? Dammen VISSPORT ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1986 EXTRA PAGINA 25 DOOR BRAM VAN LEEUWEN Een brasem van ruim een halve meter. Donkerbruin van kleur en weinig slijm op de schubben. Een prachtige sportvis die de bena ming luie dweil zeker niet ver dient. Brasem wordt door hengelaars nogal eens afgeschilderd als een minderwaardige vissoort. Bena mingen als 'luie dweil' en 'slijm jurk' kunnen nu niet bepaald worden gezien als koos naampjes. Verder hoor je - als de brasem ter sprake komt - heel vaak de klacht dat de vis zo wei nig strijdlust vertoont, en een maal gehaakt, zich gewillig naar het landingsnet laat dirigeren. Ik denk dat die negatieve beoordeling verschillende oorza ken heeft. Een van de voornaam ste is wel dat er niet zo gek veel hengelaars zijn die zich helemaal hebben toegelegd op de vangst van brasem. Verreweg de meeste hengelaars die het hebben ge munt op witvis maakt het niet zo bar veel uit of ze nu voorn, bra sem of blei aan de haak slaan. Als je de drie op een rijtje zet blijkt doorgaans zelfs een lichte voor keur voor de voorn te bestaan. Een tweede zeker niet minder belangrijk feit is dat de brasem een nogal schuwe vis is. Zeker als het gaat om de wat grotere ex emplaren. Die schuwheid leidt ertoe dat de meeste brasems die in ons land worden gevangen niet groter zijn dan 35 tot 40 cen timeter. Dit in combinatie met het feit dat er nogal eens met veel te zware materialen wordt gevist heeft ertoe geleid dat de brasem meestal is omgeven met een ne-1 gatieve klank. In de laatste plaats is er het verschijnsel van verbraseming in sommige wateren. De brasem stand is in die wateren zo groot geworden dat deze vissoort niet langer de normale groei ver toont, maar vrij klein blijft. Dan kan het gebeuren dat er 10 jaar oude brasems rondzwemmen die op de maatlat de 25 centimeter nog niet halen. Er zijn zelfs wate ren bekend waar ze nauwelijks boven de 10 centimeter uitko men. Over de brasem is echter ook een heel ander verhaal te vertel len. Een verhaal waarin ver door buigende hengeltoppen, minu ten durende drils en opgetogen heid over het formaat de boven toon voeren. Voor dat soort ver halen woont u op de juiste plaats. Er zijn namelijk in de directe om geving polders, kanalen en plas sen te over waar brasems rond zwemmen van zeer respectabele afmetingen. Het is alleen de taak van de sportvisser om die plekken te ontdekken en op het juiste tijd stip de hengel uit te gooien. Dat we in Zuid-Holland bevoordeeld zijn ten opzichte van andere de len van ons land mag het volgen de illustreren. Ik heb een paar jaar in het oos ten van het land gewoond. In een omgeving waar vrij weinig vis water was. Eens kwam ik in ge sprek met een verwoed henge laar die mij met rode oortjes ver telde dat hy op zijn laatste visdag niet minder dan drie brasems had gevangen waarvan de groot ste 28 centimeter lang was. De man glom daarbij alsof hij zojuist de eerste plaats had verworven in de NOS-Visparade. Ik had de man waarschijnlijk diep ongelukkig gemaakt wan neer ik hem had verteld dat een dergelijke vangst bij ons een werkelijk slechte visdag bete kent. Wanneer de brasem hier een dagje goed wil blijten is het niet onmogelijk op één dag enke le tientallen exemplaren te van gen. En van afmetingen waarbij de kleinsten al gauw de 30 centi meter halen. Brasem zwemt in onze omge ving rond in onvoorstelbaar gro te scholen. Zeker op wat groter water als de Kaag, Wijde Aa, Braassemermeer, Nieuwkoopse Plassen en Westeinder is het geen bijzonderheid als scholen rondzwemmen van enkele hon derden exemplaren. Vooral in de zomer en de herfst leggen ze op bepaalde uren van de dag een grote eetlust aan de dag. Ze trekken dan van plek naar plek waar voedsel beschik baar is. Toch eet de brasem niet altijd. Er zijn ook dagen waarop de scholen geheel apathisch even boven de bodem hangen. Het bijzondere van de scholen is dat het meestal om vissen gaat van dezelfde afmeting. Werkelijk grote brasem, en dan denk ik aan exemplaren die de 50 centimeter zijn gepasseerd, zijn veel minder talrijk. Daarvan zwemmen er meestal niet meer dan enkele tientallen gezamenlijk op. De al lergrootste leven soms een soli tair bestaan. Dat ze zijn overge bleven is te danken aan hun voorzichtigheid. Ze zijn dus schuw van aard en vluchten bij het geringste teken van gevaar weg. Wie dus voortdurend met veel gestommel in een boot zit of steeds langs de oever heen en weer stampt kan de vangst van zulke exemplaren wel op z'n buik schrijven. In sommige vis boeken van nieuwlichters wordt wel gesuggereerd dat de enige mogelijkheid om zulke grote ex emplaren te vangen is weggelegd voor hengelaars die de winckle pieker of de matchhengel hante ren. Dat is natuurlijk onzin. Met de vaste hengel is het evengoed grote brasem vangen. Als het maar een hengelaar is die een zekere feeling heeft waar hij moet zijn en die weet dat je langs of op het water muisstil dient te zijn. De vraag wanneer de brasem aast is moeilijk te beantwoorden. Ik kan slechts een aantal vuistregels geven, maar zoals u weet bevestigen de uitzonderingen de regel. Zoals voor vrijwel alle vissoor ten geldt ook voor de brasem dat hij voornamelijk aast in de vroe ge ochtendurenm of wanneer de avondschemering valt. Brasem tref je over het algemeen vlak bo ven de bodem aan. Als hij aast snuffelt hij met z'n stofzuigerbek meestal de bodem af. Hij staat dan met zijn staart schuin om hoog en richt zich weer op als hij het aas naar binnen heeft gezo gen. Dat leidt er toe dat het meest karakteristieke signaal de pen is die zich langzaam maar ze ker uit het water verheft. Pre cies: de opsteker. Toch is die op steker zeker niet het privilege van de brasem. Ook de voorn en de blei kan bij een afstelling 'over de grond' voor fraaie opste kers zorgen. Dat brasem een typische zo- mervis is en in de winter niet te vangen is, is complete larie. Zelfs vanuit een bijt in het ijs kan er brasem worden gevangen. Vis sen we op water waarvan de bo dem vrij zacht is dan is de aanwe zigheid van een school brasem vaak merkbaar als er kleine luchtbelletjes aan de oppervlak te verschijnen en stukjes bodem materiaal, die by het omwroeten naar de oppervlakte stijgen. Vis zo licht mogelijk. Een lijn dikte van 16 honderdste is ook voor grote brasems voldoende en vis met een pen die zo weinig mogelijk lood houdt. Een en an der is afhankelijk van het water en de weersomstandigheden. Dat brasem een bodemvis is betekent niet datje brasem altijd over of langs de grond moet be vissen. Soms zwemt de brasem hoog en moet de pen enkele deci meters ondieper worden gezet. De grootte van het aas laat u afhangen van de eetlust van de vis. Er zijn dagen waarop een vlok ter grootte van een rijks daalder op een flinke limerick vlot wordt genomen. Op andere dagen lijkt een enkele made of een minuscuul zacht deegje nog te veel. Goed bevist is een flinke gezon de brasem een uitstekende sport vis. Vooral in de herfst lijkt de vis in optimale conditie te zijn en laat hij zich niet zo gemakkelijk op de zijkant naar het landings net slepen. Onthaak de vis altijd voorzich tig. En gebruik daarbij zonodig een hakenstekertje. Dat is beter dan de vissebek te beschadigen. Pak de brasem bij het terugzet ten ook beet als op de boven staande foto. Dus vlak achter de kop, dan wordt de beschermen de slijmlaag niet of nauwelijks beschadigd. JAZZ Bijdragen: Ken Vos Gitarist behoeft wat pit en power John Abercrombie - 'Current Events' (ECM 1311. 25 septem ber 1985). Een belangrijke artiest van de zo succesvolle ECM-stal is de Ame rikaanse gitarist Abercrombie. Hy heeft echter nooit in die mate kunnen doorbreken als bijvoor beeld Pat Mentheny of John Sco- field. Zijn stijl wordt geken merkt door bedachtzame en vloeiende lijnen, die in combina tie met een goede ritmesectie het onderscheid tussen thema en im provisatie doen vergeten. Op deze plaat wordt Aber crombie ondersteund door het meer dan competente ritmische tandem van bassist Mare John son en drummer Peter Erskine. De nadruk ligt vooral op het 'mooie', rustige. Een typische ECM-geluid met iets te veel echo. De overigens goede, maar soms iets vormeloze composities worden af en toe gespeeld via de gitaar-synthesizer, die nauwe lijks te onderscheiden is van een toetsen-synthesizer. In vergelij king tot zijn vorige album. 'Night', valt de plaat een beetje tegen door zijn wat al te ingehou den karakter. Er is een gebrek aan dynamiek, aan momenten of stukken die eruit springen. Opname en presentatie zijn zo als bijna gebruikelijk bij ECM dik in orde en passen goed bij de atmosfeer van serene rust die de plaat ademt. Het is in elk geval technisch een fraai werkje ge worden, ideaal voor een late, zwoele zomeravond. De volgen de keer zou ik alleen iets meer pit en power willen horen. Parker op dreef 'at the Roost' Charlie Parker - Bird at the Roost, Vol. 2 (Savoy SJL-2260 januari en februari 1949). Was Parker in de studio maar al tijd zo goed geweest als live, denk je bij het beluisteren van deze dubbelelpee. Altsaxofonist Parker (1929-55), bijgenaamd 'Bird', was een genie, maar he laas niet altijd evenwichtig. Dit album is het tweede in een serie van drie, die alle radio-uitzendin gen vanuit de Royal Roost Club in New York vanaf september 1948 tot maart 1949 chronolo gisch vastlegt. Het geluid is zo veel mogelijk bijgeschaafd, maar natuurlijk niet te vergelijken met studio-opnamen uit die tijd. Over de muziek hoeft geen twijfel te bestaan: Parker in top vorm wordt begeleid en onder steund door andere bop-cory- feeën als Kenny Dorham (trom pet), Al Haig (piano), Tommy Potter (bas) en Max Roach (drums) op de meeste nummers. Tussen de nummers door zijn ook aankondigingen en opmer kingen van presentator 'Sym phony Sid' Torrin intact gelaten, zodat de luisteraar een goede in druk krijgt van de atmosfeer en opwinding rond de avant-garde van die periode. Parker laat tijdens de verschil lende concerten horen hoe je met vaak dezelfde thema's in een zeer korte tijdspanne logisch afgeron de, technisch onnavolgbare soli kan spelen, waarin natuurlijk zijn ware genie schuilt. Vooral Dorham en Roach kwijten zich voorbeeldig van hun muzikale taak. 'Bird at the Roost' belooft een voorbeeldig gepresenteerde serie te worden, zodat de liefheb ber allerlei andere dubieuze en obscure platen met gedeeltelijk hetzelfde repertoire met een ge rust geweten in de winkelbak- ken kan laten staan Raffinement bij Charles Mingus Charles Mingus Sextet - Con certgebouw Amsterdan, April 10th 1964, Vol. 2. (Ulysse Musi- que AROC 50608). Dit is één van de vele concertre gistraties die er in omloop zijn van de Europese toernee in 1964 van Mingus (1922-79). Geluids technisch (wel mono) of muzi kaal zeker niet de minste. De el pee is een terecht vervolg op het vorig jaar als eerste deel uitge bracht dubbelalbum van hetzelf de optreden. Bassist, pianist, arrangeur en componist Mingus had toen één van zijn beste groepen bijeen: Eric Dolphy (hier op basklarinet en fluit), Johnny Coles (trompet), die later wegens ziekte moest af haken, de veelzijdige pianist Jaki Byard, tenorsaxofonist Clifford Jordan en drummer Dannie Richmond. De reeds in andere uitvoerin gen bekende composities wor den geraffineerd uitgewerkt, maar met de losse swingende presentatie die jazz van kwaliteit kenmerkt. De grenzen tussen het arrangement en intuïtief samen spel vervagen vooral in het an derhalve plaatkant durende 'Fa- bles of Faubus'. In dit nummer, compleet met citaten en onver wachte wendingen, blinken vooral Coles, Byard en Dolphy uit. Deze opnamen (eigenlijk zou men deel 1 en 2 beide moeten aanschaffen) hebben op de ande re platen van dezelfde toernee (op Amerikca/Prestige, Enja, Unique Jazz en Ingo) voor, dat men bij beluistering niet geïrri teerd raakt door mankementen in de geluidskwaliteit. Eén aan rader voor een ieder die belang stelling heeft voor muziek tussen moderne bop en avant-garde van die periode. Kondo is speels in gebondenheid Toshinori Kondo IMA - 'Me tal Position'. (Jaro 4127. Maart en april 1985). Alweer de vierde plaat in het techno-funk genre van de Japan se trompettist Kondo, als we voor het gemak de Japanse ma- xi-single 'China Boogie' meere kenen. Kondo, tot voor enige ja ren vooral actief in de avant-gar de sector, wist op eerdere platen van dit type minder te overtui gen dan deze wat verlaat in Euro pa uitgebrachte produktie. Hier komen zijn vindingrijk heid en technisch kunnen beter tot hun recht. Jazz-puristen zul len het waarschijnlijk niet met me eens zijn, maar Kondo kan vanaf nu bijgeschreven worden in de annalen als een musicus van het niveau van een Freddie Hubbard of Lester Bowie. Voor Kondo speelden vrijheid en speelsheid altijd een belang rijke rol, deze keer in een zekere gebondenheid. Het repertoire valt op door evenwicht en een gezonde dosis humoristische relativering. De bijna volkomen beheersing van zijn instrument gebruikt Kondo om functionele en soms vertederende kantteke ningen te plaatsen bij alle goed geconstrueerde bouwsels die de stukken op de plaat zijn. Luister bijvoorbeeld naar het bekende 'Cerezo Rosa' en het eerste num mer van de schijf. Het is een bijna perfecte plaat, goed gemixed en geperst. Het enige minpuntje vormt de soms al te machinaal optredende rit mesectie, misschien dit muzikale concept eigen. Het overduidelij ke speelplezier dat de leider ten toon spreidt, maakt echter veel goed. Het is verheugend dat een klein Europees label het heeft aangedurfd om deze tamelijk on bekende musicus nogmaals aan een breder publiek te presente- ADVERTENTIE OP ZOEK NAAR COMPACTDISCS KOM EENS LANGS BIJ CD-CENTRUM DE GROOTSTE COLLECTIE CD'S ALLE GENRES VOORRADIG LAGE PRIJZEN VOLOP PARKEERGELEGENHEID BIJ MOLEN DE VALK Op maandag 21 juli j.l. begon in het Krasnapolsky hotel in Am sterdam het vyfde Ohra-schaak- toernooi. Dit toernooi kende in het verleden nogal wat onregel matigheden omtrent de opzet en de speellokatie. Nu lijkt het toer nooi zijn definitieve vorm gevon den te hebben. Er is een kroon groep met dit jaar onder andere Timman en van der Wielen er is een grootmeestergroep waar vooral de jonge Nederlandse spe lers de kans krijgen om meester- resultaten te maken. In de kroongroep speelt Ljubo- jevic zeer sterk en hij gaat deze groep op overtuigende wijze winnen. De strijd om de tweede plaats gaat tussen van der Wiel en Timman, die het toernooi met twee nederlagen begon.Van der Wiel wisselt goede partijen af met enkele kansloze nederlagen. Al met al maakt zijn spel een goe de indruk en het is duidelijk dat hij, aansluiting kan krijgen bij de O echte wereldtop,vooral zijn dub bele overwinning op Vaganian wijst hierop. Van der Wiel-Vaganian vierde ronde: 1. e4 e6, 2. d4 d5, 3. pc3 lb4, 4. exd5 exd5 (dit systeem is minder onschuldig dan het lijkt. Zwart moet nauwkeurig spelen om gelijk spel te krijgen) 5. Id3 c5, 6. dxc5 pc6, 7. pf3 d4 8. a3 De7,9. Ie2 lxc3,10. bxc3 dxc3,11. pd4 lg4? (Een ernstige fout, beter ll...pf6) 12. pb5 lxe2, 13. Dxe2 td8,14. Ig5 f6,15. Ie3 ph6,16. pd6 Kf8, 17. Ixh6 Dxe2, 18. Kxe2 gxh6,19. thdl. Diagram Wit heeft afgewikkeld naar een technisch gewonnen eindspel, de rest wordt door van der Wiel goed be handeld. 19...b6,20. cxb6 Ke7,21. Onlangs kwam ik in het gelukki ge bezit van het eerste boek van Anatoly Gantwarg. Het zwaarte punt van dit boek ligt (uiteraard) op het technische vlak. De we reldkampioen behandeld daarin 50 van zijn partijen die hij ooit gespeeld heeft (in het boek staan overigens geen partijen die hij verloren heeft). Helaas is het boek in het Russisch geschreven zodat het commentaar en de eer ste 40 pagina's voor mij onlees baar zijn. Dat neemt niet weg dat dit ruim 200 bladzijden tellende boekwerk een uitstekende in druk op mij maakt en iedereen die zelf verder wil komen in het damspel beveel ik het van harte aan. Het boek zal waarschijnlijk einde van dit jaar in Nederland te koop zijn. Uit het boek de nu volgende schitterende partij uit het Rus sisch kampioenschap 1975. Gantwarg-Andreiko (commen taar is van Gantwarg). 1.32-28 19- 23 28x19 14x23 37-32 10-14 41-37 14-19 46-41 18-22 6.35-30 12-18 30- 25 7-12 25x14 9x20 32-28 23x32 37x28 16-2111.41-37 5-10 31-26 10- Bij het Europees Jeugdkam pioenschap in Budapest is het Nederlands team hard op weg naar een topprestatie. Op het mo ment van schrijven hebben Enri Leufkens - Berry Westra, Wubbo de Boer - Marcel Nooyen en Rob van Wel - Jan Jansma na 15 van de 19 wedstrijden de koppositie stevig in handen met 289 punten, voor Frankrijk, Polen en Noor wegen met resp. 269, 266 en 265 punten. Het team raakte tijdens het toernooi steeds beter op dreef. Na een aantal schuchtere over winningen in het begin volgden een paar rake 'klappen': Spanje 25-5, IJsland 23-7, Engeland en Zweden 24-6, Ierland 22-8, waar bij met name het spel van Leuf kens - Westra en De Boer - Nooyen een duidelijke belofte inhield voor de toekomst. Het jeugdteam heeft, vooraf gaand aan Budapest, fanatiek geoefend, onder meer tegen Hok en Star. Een leuk spel uit die laatste wedstrijd lag als volgt: O IN DE SPORTWERELD jubile ren twee bonden. Zowel de Ko ninklijke Nederlandse Dambond (KNDB) als de Koninklijke Ne derlandse Biljartbond (KNBB) viert dit jaar zijn 75-jarig bestaan. Ter gelegenheid van deze jubilea komt de PTT op 9 september met twee bijzondere zegels. Bei de zegels (en dat is ook bijzonder in één emissie) hebben een waar de van 75 cent. Ze zijn ontwor pen door Swip Stolk uit Zaan dam, die in 1981 met de kinderze gels debuteerde. De zegels zullen te koop zijn zolang de voorraad strekt, maar uiterlijk tot 1 okto ber volgend jaar. Swip Stolk heeft voor deze sportzegels een paar ludieke ont werpen met aardige vondsten op tafel gelegd. Op de (staande) dam-zegel zien we achter een schuinliggend dambord het ge zicht van een. meisje. Ze staat er waarschijnlijk goed voor, want er speelt een glimlach om haar mond. De "ct" van cent heeft Stolk in het rondje van een steen verwerkt en het woord "Neder land" staat in de zwart-witte vel den. Op de voorgrond een kopje koffie; de damp die daar af slaat omvat op zijn beurt weer het ge zicht van het meisje. Op het schoteltje liggen, als koekjes, twee stenen, een zwarte en een witte. Van de witte heeft ze gege ten. pb5 axb6,22. td3! txd3, 23. Kxd3 tc8, 24. f4 td8, 25. Kxc3 td5, 26. tbl Kd7, 27. g3 h5, 28. a4 h4, 29. gxh4 tc5, 30. Kd3 th5, 31. pc3 txh4, 32. pd5 kd6, 33. c4 f5, 34. txb6 txh2, 35. pb4 th3, 36. Kd2 th2, 37. Ke3 th3, 38. Kf2 Kc5, 39. tb5 Kd6,40. td5 Kc7,41. tc5 Kb7, 42. txc6 tb3, 43. tc5 en zwart gaf het op want na 43..txb4,44. tb5 is het pionneneindspel totaal verlo ren. 14 34-29 4-10 40-34 19-23 28x1914- x23 16.45-40 10-14. Laat hiermee de partijvariant toe. Een andere mogelijkheid was hier 20-25 en dan 40-35 15-20 33-28!! Nu is 22- x24 34-30 25x34 39x28 gunstig voor wit omdat 21-27 eenvoudig verboden is dus: 23x41 29-23! 18- x40 42-37 41x32 38x9 3x14 39-34 40x29 26-21 17x26 36-31 26x37 35- 30 25x34 48-42 37x39 44x4 met een voordelig eindspel voor wit. 29-24 20x29 33x24 L7 34-30 13-19 24x13 18x9 21.40-34 8-13 44-40 13- 19 50-45 2-8 30-25 8-13 34-29 23x34 26.40x2912-18 38-32 3-8 39-33 8-12 32-28! 21-27 37-32 27x38 31.43x32 22-27 32x21 11-16 45-40 16x27 29- 24 19x30 25x34 13-19, want op 14- 19 volgt dam door 36-3127x36 47- 41 36x29 34x3. 36.42-38 6-11. Waarschijnlijk de foutzet. Het beste was hier 18-22! (natuurlijk niet 18-23) met de dreiging 27-31 of na 48-43 27-32 dus: 36-31 27x36 26-21 17x26 28x8 6-11! en de ko mende dam wordt altijd met ge lijkspel afgenomen door de drei ging 9-13 8-3 15-20... 40-35! ver hindert 18-23 door 36-31 terwijl 9- 13 34-29 wel heel erg dodelijk is. 19-24 49-43 14-19 (14-20 43-39 24- 29 34x23 18x29 33x24 20x29 48- 42) 14-19 43-39 9-13. Want op 18- 23 volgt 28-22 27x18 26-21 17x26 36-31 26x37 38-32 37x28 33x4. 28- 22 17x28 41.33x31 en wit won la ter in het eindspel. door Ton Schipperheyn H10 9 OAHB5 O B 9 6 AV3 *6 N V B 4 2 CV 10 9 WO^SI42 O A H 8 5 3 W7° 074 B 10 8 6 Z *752 A8753 O 63 O V 10 2 H94 West allen. NZ eindigden in 3SA, te spelen door zuid. West startte met Ru 5, de 4e van bo ven. Een in onze ogen slechte 'conventie', waarvan het nut niet bijster groot is. Dat bleek ook hier. Zuid legde de boer en oost speelde de 7, als distributiesig naal (hooglaag is even). Zuid tel de 8 slagen en kan eventueel een 9e ontwikkelen in schoppen. Hij moet in dat geval van slag en in ruiten mogen dan niet meer dan drie slagen verloren gaan. De kleur moet daarvoor 4-3 zyn ver deeld en hoe groot is die kans? Zuid had Ru 5 en Ru 7 ook ge zien en concludeerde dat die kans nul was. (Zou west met Ru 3 zijn gestart, dan was dat moei lijker te zien geweest). Hij sneed derhalve op Ha V en maakte al dus zijn contract. Toch niet de optimale speelwyze. Zuid moet in slag 2 zelf ruiten spelen! Hij merkt dan hoe die kleur verdeeld zit en kan op basis daarvan öf de 9e slag zoeken in schoppen (kansrijker) öf in harten. Een eventueel 6-1 zitsel in ruiten (zeer kleine kans) moet hy dan maar voor lief nemen. door Hero Wit Wat grappige vondsten betreft doet de (liggende) biljart-zegel niet voor de dam-zegel onder. Daarop zien we drie ballen, uiter aard twee witte en een rode. In de grootste afgebeelde bal is een speler geprojecteerd, die ver dacht veel op minister-president Lubbers lijkt. Hij speelt met een kromme keu de andere (kleine) witte bal. Rond de grote witte bal is het woord "Nederland" gedra peerd. In de rode bal, die onder de waarde-aanduiding ligt, staat de "c" van cent als de "c" van "copyright". Boven dit hele tafe reel hangt een lampje, zoals we dat ook altijd boven biljarttafels zien hangen. Zowel de dam- als de biljart-ze gel is uitgevoerd in geel, rood, blauw, zwart en zilver. Van de dam-zegel zullen 8 miljoen stuks (in vellen) van de persen komen en van de biljart-zegel 8 miljoen (in vellen) en IVz miljoen (van rollen). Door de Directie Zegel- waarden en Filatelie is bewust gekozen voor deze oplagen: to taal voor beide 75 ct.-zegels dus I8V2 miljoen stuks. Het betreft hier namelijk een proef. De laatste jaren waren de opla gen door enkele oorzaken - we hebben daar al eens over ge schreven - per zegel'opgelopen tot 14 a 16 miljoen. Veel te hoog. Dat vindt en vond men bij de Di rectie Zegelwaarden en Filatelie ook, vandaar het huidige streven van de anderhalf jaar geleden aangetreden directeur, Gerrit Glas, de oplagen te verlagen. De vraag is echter waar de grens moet liggen. By de proef die men nu bij de uitgifte van de twee 75 ct.-sport- zegels gaat nemen gaat DZF uit van twee dingen: 1. een bijzonde re zegel moet aan alle loketten, waar dan ook in het land, zes we ken te koop zijn en 2. wekelijks worden 2 a 2Vz miljoen poststuk ken met postzegels gefrankeerd. Dat houdt in dat in een periode van zes weken 12 tot 15 miljoen zegels worden gebruikt. Met deze gegevens in de hand gaat de DZF met ingang van 9 september dagelijks peilen hoe veel (sport)zegels er werkelijk worden gebruikt. Mochten dat er nu aanzienlijk minder zyn dan 15 miljoen dan worden de oplagen zeer waarschijnlijk dienovereen komstig verlaagd. Blijken dat er inderdaad nog steeds zo'n 15 mil joen te zijn dan zal de oplage van toekomstige 75 ct.-zegels ge handhaafd blijven. We zullen u op de hoogte houden van de uit slag van de proef. IN 'T KORT - Joegoslavië: 5 april, WK-voetbal Mexico, 70 en 150 din., gedrukt in velletjes van 8 zegels (220.000 series); 12 april, 1100 jaar aankomst St. Clement van Ohrid in Macedonië, 10 din. (180.000); 16 april, overdruk zegel uit toeristische serie, 5 din. op 8 din.; 28 april, Europa-CEPT, 100 en 200 din. (400.000 series); 7 mei, EK-judo, 70 din. (180.000).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 25