Een sprookje voor ouderen Guido Pieters' eigentijdse kijk op 'Op hoop van zegen' ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1986 1 P W UPWMI WÊ M PAGINA 17 EXTRA M .J BIJLAGE VAN HET IEIPSCH/ALPHENS DAGBLAD Volgende week gaat in een record-aantal bioscopen (zo'n zestig) een eigentijdse bewerking van het Heijermans-drama 'Op hoop van zegen' in première. De maker is Guido Pieters, die eerder succes had met 'Ciske de Rat'. Bart Jungmann sprak met hem. "Ik houd van het schemergebied tussen lectuur en literatuur". door Bart Jungmann Zullen al die zestig bioscopen wel vollopen? De woordspeling bleef lang uit, maar nu verzucht Guido Pieters: "Op hoop van zegen". Het geen dus tevens de titel is van zijn nieuwste film, de tweede vrucht van zijn samenwerking met Danny de Munk. Opnieuw werd daartoe een volksdrama uit de Nederland se literatuur uit de kast geplukt. Na het Amsterdamse schoffie 'Cis ke de Rat' nu het vissersleed in 'Op hoop van zegen'. Het toneelstuk van Herman Heijer- mans werd in 1900 voor het eerst opge voerd. Meteen een groot succes en sindsdien werd de vis ook ontelbare malen duur betaald; op het toneel, maar ook in de bioscopen. Het sociaal drama, waarin de vissersfamilies zijn overgeleverd aan de nukken van een feodale reder, werd een paar maal verfilmd. De laatste keer in 1934 met de al hoogbejaarde Esther de Boer-Van Rijk als Kniertje, de taaie weduwe en moeder van twee weerbarstige zonen. Eigen draai De vraag of een vierde verfilming wel nodig was, vindt de 38-jarige Guido Pieters nauwelijks relevant. Niet alleen omdat het thema volgens hem nog ac tueel is, maar bovendien omdat scena riste Karin Loomans er een eigen draai aan heeft gegeven. "Er zitten mis schien nog maar twee zinnen in uit het oorspronkelijke toneelstuk". Hij vindt dat Loomans goed geslaagd is in haar vrije bewerking. Om twee re denen. De eerste: "Als je de film onbe vangen ziet, zou je volgens mij niet zeg gen dat hij is ontleend aan een toneel stuk. Eén heel verschil met de vorige verfilmingen". De tweede: "Heijer- mans zou zich zeker niet in zijn graf omdraaien als hij de film zag". Guido Pieters zegt dat hij en produ cent Matthijs van Heijningen al lang rondliepen met het plan om 'Op hoop van zegen' te verfilmen. Tien jaar gele den stond het project al op stapel, maar werd het vanwege de geringe financiën weer in de ijskast gezet. Gelukkig maar, vindt Pieters achteraf. "Toen ik het script laatst teruglas, kromden mijn tenen. Het zat nog veel te veel vast aan het toneelstuk". Het geld dat dank zij 'Ciske de Rat' binnenstroomde, veran derde de zaak. "Het was nu of nooit". Guido Pieters wil met deze mededeling de indruk wegnemen dat hij probeert met een soortgelijke film in te haken op het grote succes van 'Ciske de Rat'. "Als ik dat had gewild, had ik een tweede deel van Ciske gemaakt. Maar dat is onzin, want zoiets werkt hele maal niet. Max de Haas (een vroegere filmmaker, red.) heeft ooit gezegd: als je achter de toeschouwers aan rent, zie je alleen maar hun achterste. En zo is het precies". Schemergebied Pieters bekent zich graag als regis seur in het Ciske-genre boeken te be wegen. "Ik houd van het schemerge bied tussen lectuur en literatuur". Een stelling die wordt onderstreept door de achtereenvolgende verfilmingen van 'Dokter Vlimmen', 'Ciske de Rat' en nu dan 'Op hoop van zegen'. Pieters: "Ik heb me één keer vergaloppeerd aan 'Kort Amerikaans' van Jan Wolkers. Ik was er zo diep van onder de indruk dat ik er te weinig afstand van kon nemen. Daardoor is de warmte van het boek niet in de film gekomen". "Ik ben nu benaderd voor de verfil ming van 'Rituelen' van Cees Noote- boom, één van de betere boeken van de laatste tijd. Maar ik heb het gevoel dat ik daaraan niet zoveel kan toevoegen. Wat ook een rol speelt, is dat ik bij die andere films niet de hete adem van de auteurs in mijn nek voelde. Die waren er eenvoudig niet meer om me lastig te vallen en daardoor voelde ik me vrijer in mijn aanpak. Overigens heb ik wel het gevoel dat ik nu aan het einde van die lijn zit. Ik wil nu weieens wat an ders omdat ik van zoveel andere din gen houd. Dat varieert van een detecti ve tot de meest kunstzinnige film. Of wat daarvoor moet doorgaan". Barend (links) en scheepsmaat Pietje in gevecht met het water: storm in een badkuip. Barend vertelt zijn moeder (Kitty Courbois), reder Bos (Rijk de Gooyer) en diens boekhouder Kaps (Leen Jongewaard) niet meer op zee te willen. De laatste zin is een eigen voorzet om kritiek op collega-regisseurs te spuien. "Ik vind dus eigenlijk dat films voor zichzelf moeten spreken. Maar sommi ge regisseurs in Nederland kunnen be ter lullen dan filmen. En dan komen ze achteraf met een pakket uitleg over de ról van het geweld in de film of iets dergelijks". Met die laatste opmerking doelt hij, zo blijkt later, op Paul Verhoeven en diens film 'Flesh and Blood'Pieters: "Verhoeven is iemand die ik erg be wonder, maar met 'Flesh and Blood' had ik veel moeite en op zo'n uitleg achteraf zit ik dan ook niet te wach ten". Hij verwijt sommige filmcritici gevoelig te zijn voor die bla-bla, zoals hij het zelf noemt. "Je merkt bij som migen een zekere vooringenomenheid tegen bepaalde regisseurs". Als maker van een echte publieksfilm zegt Guido Pieters vooral geïnteresseerd te zijn in de reactie van de toeschouwers. "Maar ik zou liegen als ik zei dat ik kritieken niet las of dat het me niets deed". Sprookje Ter typering van 'Op hoop van zegen' noemt Guido Pieters het "een sprookje voor grote mensen". Hij zegt met zijn film niet zoveel pretenties te hebben, wil in de eerste plaats entertainment bieden. "Ik houd van films die op het randje van sentimentaliteit balanceren. Films die je emotioneel grijpen, die je meeslepen en waarvan je na anderhalf uur zegt: jammer dat het is afgelopen. Je kunt met een film niet de maat schappij veranderen. Als je de mensen tien minuten aan het denken zet, is dat al heel mooi. Alles wat ik probeer is een zo toegankelijk mogelijke film te maken. Ik probeer een zo logisch mo gelijk verhaal te vertellen en dat is al moeilijk genoeg". Bij deze woorden lijkt het toch even onrustig te worden in het graf van Her man Heijermans. Als hartstochtelijk socialist maakte hij van 'Op hoop van zegen' een sociaal drama. Tegenover de gedachte dat de behouden thuis komst van vissers louter een zaak van God was, plaatste hij de socialistische gedachten van de opstandige Geert, de oudste zoon van Knier. Hij is de enige die de autoritaire reder Bos tegenspel durfde te bieden en Heijermans laat hem een uitgebreid pleidooi voor de verworpenen te land en ter zee afste ken. Dat facet krijgt in de verfilming niet zoveel aandacht. Guido Pieters: "Maar het is wel een film geworden waarin de kleine man het slachtoffer is van de mensen die de macht in handen hebben. Ik wil dat al leen geen socialistische visie noemen, het is meer een humane visie. Wat stelt het socialisme anno 1986 nog voor? In al die landen waar een socialistisch systeem is, blijkt het niet te werken". Vertaald Met andere woorden: 'Op hoop van zegen' is door de makers wel enigszins vertaald naar de huidige maatschappij. Ook letterlijk, het taalgebruik is aange- Barend (Danny de Munk) komt thuis van zijn eerste zeereis en ontmoet de dochter van reder Bos, Clementine (Tamar van den Dop), in gezelschap van Daan (Albert de Mol) en dorpsmuzikant Jelle (Herman Kortekaas). past. Pieters: "Anders spreekt het de mensen niet aan. Je moet de taal niet geforceerd vasthouden. Ik heb er daar om ook voor gewaakt dat het een echte kostuumfilm zou worden. De acteurs hebben dag en nacht met die kleren rondgelopen en dat zie je volgens mij". Uit de thematiek van 'Op hoop van zegen' denkt Guido Pieters ook wel enige parallellen van het verleden naar het heden te kunnen trekken. "Het op treden van Bos, de reder, dat is toch een beetje witteboordencriminaliteit. De manier waarop hij de boot laat ver gaan om zo het verzekeringsgeld te kunnen opstrijken. Zonder nu overdre ven vergelijkingen te maken is dat toch zoiets als met de RSV of het ABP". "De onontkoombaarheid van het lot, dat vind ik een interessant punt in 'Op hoop van zegen'. Er is een hoop veran derd, maar de mensen zijn nog steeds afhankelijk. Zijn nog steeds het slacht offer van allerlei sterfhuisconstructies. Ik hoop dat dat idee ook een beetje uit de film spreekt". Aan de andere kant is er toch ook een optimistisch element aan het eigenlij ke drama toegevoegd. Clementine, de dochter van Bos, keert zich in de film versie tegen haar vader, terwijl ze in het toneelstuk veel laffer is. "Dat is waar en ik heb ook wel zo'n gevoel dat het grote onderscheid tussen rijk en arm niet kan blijven bestaan". Niettemin: de aan het verhaal toege voegde romance tussen Clementine en Barend (Kniertjes jongste zoon) komt niet tot volle bloei. "Zoiets is nog altijd hoogst actueel. Een meisje uit Bloe- mendaal zal toch niet zo gauw een langdurige verhouding hebben met een jongen uit De Pijp". Guido Pieters vindt de strandende liefde tussen de twee tieners een essentiële verrijking van het toneelstuk. "Het verbindt de sociale klassen en over het verschil tus sen die twee klassen gaat het stuk naar mijn gevoel". Danny de Munk De rol van Barend wordt gespeeld door Danny de Munk. Pieters verwerpt de indruk dat de filmische bewerking vooral met het oog op zijn aanwezig heid en in zijn richting is uitgevoerd. Ook al noemt hij de jeugdige filmster/ zanger een fenomeen. "Maar hij speelt zeker niet de belangrijkste rol. Er zijn een aantal hoofdpersonen: Barend, Bos, Jo en Kniertje. Zij is toch nog al tijd de spil waarom het draait. Bij haar komen alle lijnen samen. Ik heb be wust voor Kitty Courbois gekozen. Ze heeft de juiste leeftijd om zonen in die leeftijd te hebben. En het was een feest om met Kitty te werken. Haar ogen hebben precies de felheid om aari te ge ven dat Kniertje niet een lijdzaam oud vrouwtje is". Pieters is trouwens toch content over de sfeer tijdens de opnamen. "Je ziet het misschien niet aan de film af, maar volgens mij voel je het toch. Niemand heeft de show willen stelen en dat is toch opvallend als je bedenkt dat er ge noeg acteurs waren die leidende rollen hebben gespeeld. Renée Soutendijk zelfs in een paar films". "Iedereen heeft echt uitstekend mee gewerkt, ondanks alle tegenslagen die we hebben gehad. Om te beginnen was het de koudste winter van deze eeuw. Het was soms zo koud dat er niets kon worden gedaan, dat de acteurs hun mond gewoon niet openkregen van de kou. Een ander probleem was het de cor. Dat kostte meer dan aanvankelijk gedacht en de opnamen moesten er op worden afgesteld. Heel lastig, want daardoor kon je niet zeggen: dit is nog niet af, laten we eerst maar dat doen". "Een verhaal apart waren de opna men in de haven van Yerseke. Het getij was daar zo sterk dat het lange tijd zeer de vraag was of het schip de haven wel zou kunnen bereiken. Het is ook wei eens vastgelopen. Maar gelukkig was het precies in de weken van de opna men springtij en stond de wind gun stig. Dus dat ging allemaal net goed". Niet beknot 'Op hoop van zegen' is gemaakt met een budget van vijf miljoen gulden. Naar Nederlandse begrippen een aan zienlijk bedrag, maar vooral de opna men op zee hadden met een ruimere begroting levensechter kunnen uitval len. Toch zegt Guido Pieters: "Ik voel de me niet beknot door de financiën. Ik heb het gevoel dat we het optimale er uit hebben gehaald en je weet in Ne derland nu eenmaal als filmmaker waaraan je begint. Film is geen filan tropie. Hij moet zijn geld opbrengen. Gelukkig heeft 'Ciske de Rat' het goed gedaan, dus ik heb niet zoveel scrupu les. Maar het is natuurlijk wel de be doeling dat we uit de kosten komen". "Ik wilde niet met buitenlands geld werken omdat je dan ook weer allerlei concessies aan een puur Nederlandse film moet doen. Je moet met buiten landse acteurs gaan werken en dat kan hiermee toch eigenlijk niet. Robert de Niro als Geert, om maar een gek voor beeld te noemen. Dan verlies je alle ge loofwaardigheid". Een flink deel van het budget is wel in het buitenland uitgegeven. In de En gelse Pinewood-studio's (waar onder meer de effecten van vele Bond-spek- takels zijn verzorgd) werden de twee scheepsrampen uit de film opgeno men. "Dat kon niet in Nederland ge beuren", zegt Guido Pieters. "Ze heb ben daar in Engeland een grote water bak op het terrein met een hydrauli sche installatie en allerlei wind- en re genmachines. Die apparatuur bestaat bij ons niet. Bovendien zeiden ze dat ze ervaring hadden met dit soort opna men. Dat viel achteraf behoorlijk te gen, want het bleek dat ze hun geheu gen behoorlijk moesten opfrissen. Ze zeiden: het kan pas goed gaan als het één keer fout is gegaan. Maar daar had den wij de tijd niet voor. We hadden vijf nachten om die opnamen te ma ken. Daar begrepen ze niets van". Badkuip Ondanks genoemde internationale inspanningen lijken deze scènes het minst geslaagd en hebben ze - oneer biedig gezegd - veel weg van een storm in een badkuip. Het geweld van water en wind komt aardig over, alleen lijkt het wel of het schip daar geheel water pas onder blijft. Pieters: "Het schip beweegt wel. Al leen gaat het heel langzaam. Je ziet het misschien niet zo. Met die apparatuur was niet meer mogelijk. Je kunt de ca mera laten bewegen, maar dan is de kijker binnen twee seconden doodziek. Je kunt ook een andere techniek ge bruiken. Zoiets had ons meer dan het hele budget gekost en dat vonden wij het niet waard. Het is nu een beetje gokken op de suggestie. Voor iets an ders hadden we het geld en de tijd niet. Maar dat wisten we eigenlijk van tevo ren. Dit is het hoogst haalbare. Je moet nu eenmaal roeien met de riemen die je hebt". t Guido Pieters: "Het was nu of nooit".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 17