OEKEN Ischa Meijer biedt een ware staalkaart Een heuse nachtmerrie DE KEER Schrijven voor achtjarige kinderen De brute bruiloft van Yann Queffélec Strafpunten voor Vanyan met De Chinese eenhoorn 'Gezellige boeken over dingen uit het gewone leven' Het land waar de boezems zwoegen onder de psalmen WOENSDAG 30 JULI 1986 De Franse schrijver Yann Queffé lec laat 'De brute bruiloft', de ro man waarmee hy vorig jaar de Prix Goncourt wegsleepte, beginnen met een tafereeltje dat - even afge zien van de stijl - zo uit het eerste het beste meisjesboek zou kunnen komen. Nicole, een bakkersdochter, heeft een afspraakje met Will, een charmante Amerikaanse militair die als fourageur van een nabijge legen legerbasis brood inkoopt bij haar vader. Ze ziet er aantrekkelijk uit in de jurk die ze stiekem van haar moeder heeft geleend, zo con stateert ze tevreden. Even maakt ze zich nog zorgen of haar ouders het smoesje dat ze bij een vriendin blijft logeren wel zullen geloven. Even maar, want daar hoort ze de claxon van Wills auto al. Een mooie romance dus, 'met kussen bij het afscheid aan de deur'. Vergeet het maar! Het is ef fectbejag van Queffélec. De lezer 'laat zijn dekking even zakken', en tegen het einde van het eerste hoofdstuk heeft hij de eerste geestelijke opdoffer al te pakken. In het tweede ontvangt hij een minstens zo harde dreun. Dan is de toon van het boek gezet en volgt er een keihard en schokkend relaas. Het resultaat van Nicoles eerste avondje uit is een ongewenst kind. Of ongewenst, dat is wel erg zacht uitgedrukt. Ze haat het jongetje Ludo. Telkens als ze hem ziet, moet ze denken aan die avond met Will, een traumatische ervaring waarvan ik u de toedracht maar niet zal verklappen. Het bakkers echtpaar heeft er alles aan gedaan om de zwangerschap van hun dochter ongedaan te maken, maar de vrucht heeft zich niets aangetrokken van hete baden en breinaalden. Wat een schande! Straks zal het hele dorp hen met de vinger nawijzen. Ze verbergen het kereltje op de zolder. Tweemaal per dag gaat de deur open en werpt de bakkers- vrouw wat beschimmelde brood korsten naar binnen. De jongen wentelt zich in zijn eigen drek. Hij krijgt meer slaag als haver. "Als je hem benaderde, hief hij een elle boog als een schild voor zijn ogen, alsof hij klappen moest afweren." Ludo is intelligent genoeg. Door het gebrek aan communicatie met de buitenwereld blijft zijn woor denschat echter uiterst beperkt. 'Achterlijk', zo luidt de conclusie van zijn hardvochtige verwanten. Als Nicole trouwt met Micho, een oudere, goedhartige weduw naar, lijkt er wat verbetering te ko men in de levensomstandigheden van de knaap. Hij mag tenminste vrij rond lopen in 'Huize De Bos jes' en optrekken met zijn stief broer Tatav, een eersterangs trei terkop. Ludo doet al het mogelijke om de liefde van zijn moeder te win nen. Als een mannelijke Assepoes ter runt hij het gehele huishouden. Hij krijgt stront voor dank. Zo diep gaat zijn verlangen naar contact, dat hij, voor hij zijn moeder het ontbijt op bed brengt, een druppel tje van zijn bloed door haar koffie mengt. Nicole begint haar man te chan teren: ze wil wel een kind van hem hebben, maar dan moet eerst dat stuk ongedierte uit haar huis weg zijn. Al bloedt Micho's hart, hij gaat overstag: de jongen wordt in een inrichting voor geestelijk ge handicapten geplaatst. Waaruit hij ontsnapt. Zijn nieuwe tehuis? Het wrak van een gestrand schip. Daar, in die 'buik-in-verval', voelt hij zich voor het eerst een beetje geborgen. Queffélecs boek telt 253 pagina's. Ik schat dat hij er in het manus cript honderd heeft weggestreept. Alleen op die manier kun je een verhaal overhouden, dat zo hecht in elkaar grijpt, dat zo is samenge bald. Efficiënt schrijven, noemt men zoiets wel, maar hiermee wordt aan het poëtische karakter van het boek tekort gedaan. De zee als moeder. Het is een symboliek die zich leent voor cli- ché's. Maar niet bij deze auteur. Niks klotst hier voort in eindeloze deining, nee, elke golf, elke breker heeft zijn eigen wil. Hij beschrijft hoe het water door de klinknagel gaten sproeit, een ogenschijnlijk onbelangrijk detail, maar je staat meteen in het desolate interieur van het wrak. Als karakter vind ik de stiefva der het best geslaagd. Hij is onbe rekenbaar, zoals mensen zijn. Niet helemaal goed, niet helemaal slecht. Bij de andere figuren is men geneigd te denken: komt er dan nooit een einde aan hun haat? Of aan het kinderlijke vertrou wen van Ludo? Er moet een compliment naar vertaler Ernst van Altena. Hij heeft het jagende ritme in dit proza per fect weten te behouden en dat is, vooral wat betreft de dialogen, geen geringe verdienste. Maar - toch nog één kleine aanmerking: waarom heeft hij de titel, 'Les No- ces Barbares', niet gewoon ver taald met: 'De barbaarse bruiloft'. Waarom 'De brute bruiloft'? Toch niet om die lelijke alliteratie? Als ik zoiets hardop lees, komen er meteen zo'n honderd slechte streekromans aanklossen. Maar goed, dat is een kleinigheid. Een uitstekend boek dus. Maar wat een nachtmerrie! CEES VAN HOORE Yann Queffélec, De brute bruiloft, uitgeverij Goossens, 1986. ƒ29,50. Op de achterkant van Ischa Mey ers nieuwe boek met de intrigeren de titel 'De Handzame Ischa Meij er' leest men als laatste woorden: „Ischa Meijer, geboren in 1943, noemt zichzelf het liefst verslagge- Dan is al tweemaal de dubbele bodem van het fenomeen Ischa Meijer aangegeven: is zijn hand zaamheid bescheidenheid, evenals de aanduiding verslaggever, of juist niet? Bedoelt hij dat hij zijn journalistieke arbeid als het be langrijkste in zijn leven be schouwt, of juist dat hij met ziel en lichaam verslag uitbrengt over zijn gekwelde bestaan als man in deze tijd, als jood in deze tijd, als moei lijke zoon van moeilijke, promi nente ouders, verwekt op een haast absurd moment, als vrouwenjager die zijn draai niet vindt - kortom het scala tussen engel en duivel, lief jongetje en treiterkop, heel meester met woorden en moorde naar met woorden? Wat Ischa Meijer aanpakt - en hij heeft vele pylen op zyn boog - valt op. Zijn grootste bekendheid dankt hij wellicht aan zyn knappe interviews, maar ook het autobio grafisch document 'Brief aan mijn moeder' uit 1974 werd een bestsel ler. En toen hy zich in de cabaret - en kleinkunstwereld stortte, waar toch werkelyk ook een moordende competitie heerst, wist hij direct op te vallen. Zo werd hij een eigenaardige, ka meleontische figuur, misschien een beetje te goed om een heel groot publiek te veroveren. Te scherp, te uitdagend, te problema tisch: hy deinst nooit terug, hij gaat te ver. Zoals ook Margreet Dolman (Paul Haenen) en Jules Deelder dat doen. Wie, als entertai ner, alleen maar wat vrijblijvend prikkelt en kietelt, kan rekenen op algemene bijval (genre Van Kooten en De Bie, al begint haast ieder daar genoeg van te krijgen). Maar wie zyn publiek uitdaagt, shockeert, of zelfs werkelyk verontrust, kwetst of pyn doet, die stoot velen af en bereikt daardoor automatisch een beperktere groep. Bovendien loopt hij zelf een groter gevaar door die algehele inzet. Slaat hy de plank mis, dan kan het heel penibel worden en dat over komt ook Ischa Meijer wel eens. Ook in de wereld van het cabaret geldt dat het slechts één stap is van het sublieme naar het belachelijke, het banale of zelfs het weerzinwek kende. In 'De Handzame Ischa Meijer' verzamelde Ischa Meijer voorna melijk allerlei soort cabaretwerk. De verhalen, gedichten, liedjes, schetsen en conferences geven een ware staalkaart van Ischa Meyers kunnen op dit gebied. Begonnen wordt met een groep 'Korte maar krachtige herinnerin gen', mini-novellen van twee, drie bladzijden, grotendeels autobio grafisch (soms wel slordig). Ze ade men een beetje de sfeer van 'Brief aan mijn moeder' zonder dat peil te halen: jeugdherinneringen van een joods jongetje aan een wel heel merkwaardig milieu. In de rubriek 'Hardop' vindt men gedichten en liedteksten. Daar zit ten heel knappe en mooie dingen ADVERTENTIE LITERATUUR in Leiden op Nieuwe Rijn 13 bij tussen, met van die regels die zich in je geheugen vastzetten om dan éven te worden gevarieerd. Perfect werk voor op het toneel, maar ook om zó te lezen, als dit: Daar dooft het licht, hier gaat het Weer draal ik tussen werkelijk heid en waan. Zoéven keek ik toe, nu ben ik spe ler- dief van uw aandacht, van mijn eigen ik de heler kijk ik u aan. Daar wordt het stil, hier klinkt gerucht. Weer draal ik tussen 't drama of de klucht. Hoé het ook moge lijken, ik maak alles mooier- klant van uw aandacht, van mijn eigen ik de pooier neem ik de vlucht. Zit u wel goed? Hier sta ik nu. Weer draal ik tussen eigenwaan Om beurten de gejaagde en bela ger- prooi van uw aandacht, op het eigen ik de jager kijk ik u aan, neem ik de vlucht, Maar ook teksten als 'O, god, wat was je goed voor my als kind' (49) of 'Zo gaan de dagen van een god voorbij' (60) en 'Een avondje met Diny in de disco' (63) zijn fascine rend. Voortreffelijk werk. Een ander hoogtepunt is de afde ling 'Gekgemaakt in het huwelijk - een cursus -'. Die afdeling bestaat uit enkele tientallen van die vol strekt uitzichtsloze, venijnige twistgesprekken tussen een man en een vrouw die het niet meer met elkaar kunnen vinden, die elkaar enkel nog irriteren. Ze kennen el- kaars zwakke plekken, weten el kaar te treffen, maar willen nog niet echt de doodsteek geven. In de slotafdeling 'Goeden avond, goedenavond, goeden avond!' zitten mijns inziens nogal wat uitglijders, banale grapjes op het randje, juist omdat ze zogezegd over taboe-onderwerpen gaan. Nu mist dit werk uiteraard een dimen sie wanneer men het enkel leest, en niet ziet en hoort. Het zou niet de eerste keer zijn dat een tekst die niet veel lijkt op papier, in de zaal enorm goed overkomt. Het is in theorie dus mogelijk dat Ischa Meijer deze conference zó weet te brengen datje als toehoorder over tuigd raakt. Maar veel kans geef ik 'Goedenavond' toch niet - ik had het boek handzamer gevonden zónder. HANS WARREN. 'De Handzame Ischa Meijer', Ischa Meijer, uitg. Veen, 22,50. Ischa Meijer: een kameleontische figuur. De Nederlandse journalist, die on der het pseudoniem Vanyan thril lers schrijft, heeft naar myn gevoel nogal wat strafpunten opgelopen in zyn rit met 'De Chinese een hoorn', een op een paard gelijkend wit dier dat belangrijke rollen ver vulde in eeuwenoude Chinese le genden, maar door Vanyan van stal werd gehaald om (met de avontu rier Olivier Sternman in het zadel) op te draven in een hedendaagse avonturenroman. Het dier - of misschien beter: de hoorn van het dier - heeft een be langrijk aandeel in Vanyans derde boek, waarin opnieuw de onderne mende geest Sternman de centrale plaats inneemt. In het eerste verhaal 'Wit wint' struinde Sternman - die op geld niet hoeft te kijken - nog wat on wennig rond op zoek naar zijn ver dwenen en verloren vader. Maar in boek nr. twee 'Kruisvaart' was hy al meer op zyn gemak, al balan ceerde hij als beschermer van het dwarshout van Christus' kruis toch op het uiterste randje van de ge loofwaardigheid. Maar het verhaal zat goed in elkaar, had veel sfeer en hield de spanning tot het einde toe vast. Dat kan ik niet zeggen van deze Chinese eenhoorn. Vanyan heeft heel wat huiswerk gedaan. Hij heeft diep gewroet in die oude Chi nese verhalen. Maar dat vraagt in de eerste plaats een heleboel uitleg en zoiets vormt meestal niet het leukste deel van het boek. Boven dien maakt het de geloofwaardig heid van de toverkracht van de hoorn van het dier toch niet groter. Heden en verleden, fantasie in werkelijk glijden dan ook zo on merkbaar in elkaar over dat het af en toe moeilijk, zo niet onmogelijk is de draadjes vast te houden. Zelfs Vanyans vlotte verteltrant kan de ze Chinese eenhoorn niet echt goed over de hindernissen krijgen. Bart Holsters De Vlaming Bart Holsters kreeg vorig jaar de Havank-trofee voor zyn thrillerdebuut 'Blokje om, hoekje om'. De jury was best te spreken over de bondige wijze waarop hij zijn privé-detective Jean-Pierre Willems had geïntro duceerd bij zyn publiek. Een man overigens die in meer dan één opzicht veel weg heeft van collega's uit andere thrillers, maar helemaal waar het de inhoud van zyn portemonnee betreft. Die is net als bij de meesten in dit veel beschreven vak chronisch leeg. Met andere woorden: Jean-Pierre Willems is steeds platzak en kan dus geen opdracht weigeren. Hij gelooft eigenlijk niet eens dat de vrouw echt verdwenen is, maar toch gaat hy op zoek. Is ze wel ont voerd? Of is ze toch vermoord? Het is net als de titel 'Geld maakt niet gelukkig' niet zo bijster origi neel wat er daarna volgt, maar Hol sters weet het levendig te zeggen. En zijn potige privé-speurder en de wat beduimelde politieman Ver- heyden geven wat kleur aan de scè ne. Men verveelt er zich althans niet by. Andrew Vachss Bij Andrew Vachss is het heel anders. Veel pakkender. Ook hy komt in zijn eerste boek met een zogenaamde 'private-eye' op de proppen. Maar wel een figuur van een heel ander postuur. Privé-de tective Burke zou namelijk op en om het Newyorkse Times Square geen schim van een kans hebben als hij niet zo'n bikkelharde en uit geslapen figuur was. In feite is hij even wreed, even meedogenloos, even doortastend als de tegenstan ders die in de door en door verrotte buurt overal op hem loeren. Een mooie vrouwelijke karate- specialist roept zyn hulp in. Om een cru klusje op te knappen. Zy wil namelijk wraak nemen op een indi vidu, dat het kind van haar beste vriendin heeft verkracht en ver moord. Hoe moet Burke met zijn wraaklustige vriendin zyn' op dracht vervullen in die brute en ge welddadige wereld, waarin alles te vinden is wat God heeft verboden Op verbluffend originele wyze weet Andrew Vachss zijn hoofd personen langs al die geweldklip- pen en moorddadige valstrikken te loodsen. Het is fascinerend het stel te volgen in die voor velen van ons onvoorstelbare wereld: omdat het decor beklemmend is, de figuren adembenemend zijn en de oplos singen vaak verbluffend. Ik kijk nu al met verlangen uit naar het vol gende verhaal van Andrew Vachss. KOOS POST. 'De Chinese eenhoorn' door Vanyan, verschenen bij Luitingh 19,90), 'Geld maakt niet geluk kig' door Bart Holsters, versche nen bij Bruna en Zoon 22,90) en 'Burke's Manhattan' door Andrew Vachss, verschenen bij Luitingh 29,50). ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op de» pagina besproken boeken zl|n bi] ona dlrekt lever baar, 61 vla onze TERMINAL Ie bestellen en den binnen drie da gen verkrijgbaar. BOEKHANDEL KOOYKER Schrijven voor kinderen van, een jaar of acht, lijkt me een van de moeilijkste dingen die er is. Als au teur op je hurken gaan zitten (ei genlijk sowieso uit den boze, maar nog begrijpelijk waar het kleuters betreft) is voor deze leeftijdsgroep met goed fatsoen niet meer moge lijk en lachwekkend. Toch moeten by het schrijven nog steeds com positorisch en taaltechnisch con cessies worden gedaan. Ga er maar aanstaan als auteur. Drie recent verschenen boeken voor kinderen rond 8 jaar laten heel aardig een to taal verschillende benadering zien. Allereerst 'De blauwe reus', een nieuw verhaal in de reeks Florien- boeken van de populaire schrijf ster Anke de Vries. Florien is net verhuisd en gaat voor het eerst naar haar nieuwe school De eerste dag valt gelukkig mee, want ook de meester blijkt nieuw en toont volop begrip voor Floriens verlegenheid. 'Iedereen zit je zo aan te staren hè? Kom maar even naast me zitten. Zullen we wat gekke bekken trekken?' Een prima meester, al kan het vol gens Florien geen 'echte' zijn, want hij houdt meer van praten en teke nen dan taal en rekenen. Florien sluit vriendschap met Femke, wier moeder altijd appel taart bakt als ze weer eens ruzie met haar man heeft gehad. Fem- ke's broer Bas - een aardige pest kop - valt bij Florien in de smaak. En dat is wederzijds, want Bas ver trouwt Florien zijn grootste ge heim toe: een oude blauwe vracht wagen op een autokerkhof waar mee de jongen in zijn fantasie verre reizen maakt. Helaas worden er bij Femke en Bas steeds meer appeltaarten ge bakken. Alle ruzies werken Bas zo op de zenuwen dat hij er vandoor gaat. Florien is de enige die ver moedt waar Bas kan uithangen.... 'Een gezellig boek over gewone kinderen', meldt de omslag. Anke de Vries maakt deze bewering meer dan waar. 'De blauwe reus' is een mooi voorbeeld van een ver haal dat beslist niet kinderachtig is opgezet, goed is opgebouwd, aan trekkelijk is geschreven in heldere taal. Een uitstekend verhaal om zelfstandig te lezen of voor te lezen, en ook voor kinderen boven de 8 jaar zeker genietbaar. 'Dan maar een goudvis' van Si- mone Kramer richt zich meer op kinderen van een jaar of zeven. In dit boek wordt de uitstekende ver standhouding tussen een grootva der en zijn kleindochter beschre- Illustratie van Annemarie Haeringen uit De blauwe i ven, verpakt in een onderhoudend verhaal. Kleindochter Katrijn heeft een opa voor wie niets te dol is en die met gemak op een vlot klimt of in een tent kruipt. Totdat zijn gezond heid hem parten gaan spelen en hij naar een bejaardentehuis verhuist. Dan is het uit met de pret, want opa wordt in het strakke keurslijf van het tehuis geperst. 'Opa wordt saai', vindt Katrijn en ze vermin dert haar bezoekjes. Maar ook opa hangt alle betutteling al gauw der mate de keel uit, dat hij besluit zich eens flink tegen het huisregime te verzetten. Simone Kramer heeft een goede kijk op wat kinderen van een jaar of zeven leestechnisch gezien aan kunnen. Korte hoofdstukjes met elke keer een afgerond verhaaltje, en scènes die met veel vaart - haast filmisch - worden beschreven. Ook kan de schrijfster zich goed inle ven in de emoties en denktrant van een achtjarig meisje. Helemaal een verhaal apart is 'Alles of niets voor een fiets' van de Scandinavische schrijfster Gunnel Linde. De negenjarige Vesle gooit in een vlaag van woede de fiets van haar broer in het water. Dat zorgt voor heel wat conflicten, vooral in het meisje zelf. Ze bedenkt de meest vreemde dingen om aan geld te komen voor een nieuwe fiets - een geldroof op het postkan toor met behulp van een appelboor bijvoorbeeld. Uiteindelijk komt de fiets op onverwachte wijze weer te recht. 'Alles of niets voor een fiets' heeft duidelijk een heel andere op zet dan de verhalen van de twee Nederlandse schrijfsters. Er komt veel meer innerlijke bespiegeling aan te pas en veel minder dialoog. Schrijfster Gunnel Linde is ijzer- sterk in het uitbeelden van de in nerlijke wereld van kinderen, meer nog dan Simone Kramer. Vooral de strijd die Vesle met haar kwade geweten uitvecht, in de persoon van 'Serpentina', is knap weerge geven. Het verhaal is verluchtigd met een apart soort humor. Resultaat is een mengeling van humor, fantasie en werkelijkheid die beslist niet gemakkelijk leest of ieder kind zal aanspreken. Maar voor liefhebbers vanaf 8 jaar en ouder een snoepje, dit verhaal. De Vries, Kramer en Linde. Drie dames die schrijven over 'over din gen die in het gewone leven gebeu ren, over gebeurtenissen die kinde ren zelf kunnen beleven', zoals Si mone Kramer het uitdrukt. Hun le zerspubliek benaderen zij echter op verschillende wijze, zeker wat het niveau van hun verhalen be treft. Kramers 'Dan maar een goudvis' vormt voor kleuters al een aardig voorleesboek maar is duide lijk toegespitst op kinderen van rond de 7/8 jaar. Oudere kinderen zullen het al gauw te kinderachtig vinden. 'Alles of niets' blijft fijn- proeverswerk. En 'De blauwe reus' zal hoogstwaarschijnlijk het breed ste lezerspubliek trekken. De Nederlandse boeken zijn aan genaam en ruim van tekeningen voorzien. 'Alles of niets voor een fiets' niet. Helaas, want er zijn ge noeg kinderen die plaatjes in een boek noodzakelijk vinden. Een uit gever moet daar toch op inspelen. f21,50; Dan maar een goudvis, Simone Kra mer, ill. Jansje Bouwman, uitg. Ploegs- ma, f22,50; Alles of niets voor een fiets, Gunnel Linde, vert. Nini van der Beek, uitg. Leopold, f2L.50. MARGOT KLOMPMAKER Illustratie Jansje Bouwman uit Dan Diversen - 'Lekker koken....' Wiebe Andringa is wat koken betreft kennelijk van vele markten thuis. Van vele vreemde mark ten. Hij schreef maar liefst vier hobby- gidsen over 'vreemd' koken: Grieks, Spaans, Mexicaans en alleen met fruit. Wie zich aan zijn eigen eettafel over de grens wil voelen kan terecht bij Bruna. Prijs 9,90 per deeltje. - 'Knappe vrouwen, vreemde keuzen' door dr. Connell Cowan en dr. Melvyn Kinder, twee vooraanstaande Ameri kaanse psychologen, die een uitgebreid onderzoek hebben gedaan naar de pro blematiek van de partnerkeuze bij vrou wen. Waarom kiezen zij toch zo vaak de verkeerde man? De auteurs geven ook aan hoe vrouwen nieuwe kansen kun nen creëren en benutten. Kosmos, prijs 24,50. Proza - 'Nyumane/Uit mythische roman van de in Suriname ;eboren Edgar Cairo over de vroege ko- onisatieperiode van vooral midden- Afrika. Het menselijk lijden staat cen traal in dit bewogen verhaal dat verder gaat dan alleen de rassenproblematiek. Het toont de eeuwenlange onderdrukte mens in zijn speurtocht naar gewone menselijkheid. Agathon, prijs 34,50. - 'De charleston dansten wij niet', roman van de Amerikaan Harlan Greene, waar in hij de gevolgen schetst van een ver broken homoseksuele relatie. En dat in het conservatieve plaatsje Charleston. Veen. prijs ƒ24,90. - 'Met een neuslengte' is een nieuwe roman (de zesde) van de voormalige ac trice Lilli Palmer. Sinds zij zich in 1954 in Zwitserland vestigde heeft zij zich meer en meer toegelegd op het schilde ren en schrijven. In deze roman ontmoe ten twee vrouwen elkaar in een kliniek, zij hebben er geen notie van dat een knappe jongeman bezig is beiden in zijn macht te krijgen. Luitingh, prijs 29,90. - 'De wortels van het kwaad' door Jo seph Amiel is het verhaal van een doch ter uit een rijk bankiersgeslacht, die ontdekt te zijn geadopteerd. Het testa ment dat haar tot een rijke vrouw zou hebben gemaakt, raakt zoek. Ze heeft aanwijzingen dat haar vader daarin de hand heeft gehad. Van dat moment af is haar enige doel haar vader te vernieti gen. Luitingh, prijs 34,90. - 'De slager van Kouta' is een roman uit Mali, waarin door de 'griot' (vertel ler-kroniekschrijver) M.M.Diabaté het wel en wee wordt beschreven van de in woners van een dorp in Mali, niet ver van de grens met Senegal. In de Derde Sprekerserie van Wereldvenster, prijs ƒ20,-. - 'De weg naar Elysium' door Hervé J.Casier. Een roman met ln de 'hoofdrol' een mens die zich steeds meer bedreigd voelt in zijn bestaan. Hij gaat ten slotte aan zijn obsessies ten onder. Bekroond met de Arthur Merghelynckprijs voor proza. De Vries-Brouwers, prijs 29,50. - 'Het winterjaar', de nieuwste roman van Ton van Reen. Het eerste deel van een vierluik waarin de auteur het na oorlogse roomskatholieke Nederland beschrijft. Uitgeverij Contact. Birkin, een Brit die tijdens de Eer ste Wereldoorlog bij de verwoes ting van Passendale een shock heeft opgelopen door het granaat- vuur, moet in een middeleeuwse kerk in het Engelse dorpje Oxgod- by een muurschildering blootleg gen. Het gaat om het vlak tussen de boog naar het koor en de dakspan ten, om dat gedeelte dus waar de gelovigen recht tegenaankijken. Als hij dit hoort, weet hij al wat er zich onder de pleisterlaag moet bevinden. Wat zou dat op zo'n goed zichtbare plaats anders kunnen zijn dan 'Het Laatste Oordeel'? Ook de gelovigen in de middeleeu wen moesten immers weten dat ze niet voor hun lol op aarde waren. En ja hoor, het klopt. De restaurateur wil aan zijn ei gen verleden maar het liefst niet meer worden herinnerd. Hy is ge lukkig in de landelijke omgeving en heeft geen enkele heimwee naar Londen en zijn vrouw, die hem met een ander heeft bedrogen. Be halve de pastoor, is iedereen aardig voor hem in het dorp. De vrouw van de eerwaarde wordt zelfs ver liefd op hem. En hij op haar. Als hij een tijdje aan het werk is, komt hij erachter dat de maker zichzelf ook op zijn muurschilde ring heeft afgebeeld. Als iemand die zich vrijwillig in het hellevuur stort. Waarom? Omdat hij zich als bekeerde moslim niet thuisvoelde in die middeleeuwse christenge meenschap van Oxgodby. Bij het schilderen van die sprong is het echter niet gebleven. Hij heeft zichzelf ook daadwerkelijk'tot de hel veroordeeld door van de steiger te springen. Voor zelfmoordenaars haalt Petrus immers zijn sleutels niet tevoorschijn. Oxgodby, een voor Birkin god delijk oord, was voor de arme schilder dus een hel. Als de vrouw van de pastoor vraagt of Birkin in het bestaan van een hel gelooft, antwoordt hij: "Dat hangt ervan af. De hel is voor ieder mens anders en voor elk individu op elk tijdstip een andere hel". Dit gegeven is door Carr overtui gend uitgewerkt, al vind ik het per sonage Moon, toevóllig ook een oud-strijder en toevéllig ook ie mand die zich (als archeoloog) be zig houdt met het verleden, een zwaktebod. Maar laten we daar over niet gaan mekkeren. De relati verende humor waarmee Carr een en ander brengt vergoedt veel. Het verhaal op zichzelf vind ik een tikje te geconstrueerd. Het is aardig, maar zeker niet indrukwek kend. Waar ik wel van onder de in druk ben gekomen, is de wijze waarop Carr het Engelse platte land beschrijft, dat land waar op zondag de Yorkshirepudding trilt en de boezems zwoegen onder de psalmen. CEES VAN HOORE J.L. Carr, Een maand in de provin cie, Veen uitgevers, 1986. ƒ19,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 12