Goodbye,
Engeland
2$
US'
u
ZATERDAG 26 JULI 1986
EXTRA
PAGINA 19
Eén groot openluchtmuseum? (foto gpdi
door Henk Dam
De behoudzucht van de Britten is bekend,
maar toch sta je als journalist in Londen nog
dagelijks te kijken van wat dit volk toch
bezielt. Een stofzuiger waarvan de doos
ontbreekt, is niet te koop. Voor het openen van
een bankrekening moeten twee referenties
worden opgegeven. En ga zo maar door. Onze
correspondent Henk Dam verwisselt dezer
dagen zijn standplaats Londen voor die van
Washington en wilde op de valreep nog even
iets kwijt over het land waarvan hij zo is gaan
houden.
Onder buitenlandse journalisten in
Londen woedt al sinds jaren een
discussie die in deze zin is samen te
vatten: is Engeland nu een echt land
dat je serieus moet nemen, of gaat
het om één groot openluchtmu
seum, een reservaat voor excentrie
kelingen, een grabbelton vol leuke
stukjes?
j Hoewel de verleiding erg groot is om
j voor de laatste optie te kiezen en het he
le land te beschouwen als één onafzien-
bare verhaaltjesjungle waar de koene
onderzoeker de ene na de andere fraaie
ontdekking kan doen, zou dat Engeland
onrecht aandoen. Het is wel degelijk ook
I nog een belangrijk land.
Dat klinkt een tikje meewarig: ook
nog een belangrijk land, en zo is het ook
j bedoeld. Immers: het einde van de
I Tweede Wereldoorlog betekende ook
dat het doek viel voor het Groot-Brittan-
nië dat the waves ruled, voor het groot
ste imperium dat er ooit geweest is, voor
Engeland als wereldmacht.
Het aanzien van Engeland is sindsdien
scherp gedaald. Het heeft de Britten
daarbij nooit lekker gezeten dat uitgere-
kend de schreeuwerige, cultuur-arme,
I zich smakeloos kledende en zich nog
I smakelozer gedragende Amerikanen het
vroegere moederland uit het brandpunt
van het wereldnieuws hebben wegge
duwd.
Nieuwsbepaler
Maar dat poetst het belang van Enge-
j land nog niet weg. De Britse premier is
nog altijd een van de weinige regerings
leiders die jaarlijks de Economische Top
van de zeven rijkste en dus belangrijkste
Westerse landen (laatstelijk gehouden in
Tokio) mag bijwonen. Het Verenigd Ko
ninkrijk is verder een van de drie Wes
terse landen met een eigen kernmacht.
Daarmee houdt de rol van Engeland
als nieuwsbepaler niet op. De persoon
en het gedachtengoed van de premier
j sinds 1979, van de robuuste kruideniers-
dochter Margaret Hilda Thatcher gebo-
I ren Roberts, hebben daartoe ook nogal
wat bijgedragen. Hoe vaak hebben poli-
I tieke commentatoren in ons land bij-
voorbeeld niet bezorgd gedaan over de
regering-Lubbers die het economische
model van Thatcher zou volgen?
En wat is er - terecht - niet geschreven
over de gevolgen van Thatchers harde
j monetaristische lijn voor de gewone
Brit? Waar is de daaruit resulterende
I tweedeling van de maatschappij tussen
de haves en de have-nots (rijk en arm)
nou beter en schrijnender te zien dan in
steden als Londen, Manchester en Liver-
pool?
Meer echt nieuws: Engeland heeft
dank zij Noord-Ierland z'n terroristen,
die een kleine twee jaar geleden, bij de
bomaanslag op het Grand Hotel in
Brighton, er op een haar na in slaagden
zo'n beetje alle kopstukken uit de Britse
regering, mevrouw Thatcher incluis, om
te brengen.
Meer: er is niet één Westeuropees land
dat zich in de jaren '80 a3n een oorlog
heeft gewaagd. Engeland wel, tijdens de
bizarre strijd met Argentinië om de
I Falkland-eilanden. Thatcher stuurde
een vloot 12.000 kilometer ver weg; En
geland verloor daardoor in de lente van
'82 een kleine 250 militairen, maar won
de gure schapen-eilanden terug.
Verwant?
Kortom: op alle gebieden waar zich
„het harde nieuws" pleegt af te spelen
heeft Engeland de afgelopen vijf jaar ste
vig z'n partijtje meegeblazen. Nu ik op
het punt sta hier afscheid te nemen, mag
ik met enig recht schrijven (en dit is me
de gericht tot enkele sceptische colle
ga's): Engeland is leuk en gek, maar het
is ook nog steeds een land dat meetelt in
de wereld.
Het is bovenal een land dat anders is
dan dat van ons. Veel Nederlanders zien
de Britten als een verwant volk, als bijna
hetzelfde soort mensen. Nogal wat Brit-
i ten vinden trouwens ook het omgekeer-
I de: Nederlanders zijn voor hen nog de
meest aanvaardbare variant van wat met
een onmiskenbaar arrogante ondertoon
the foreigners wordt genoemd.
Dit nu is een misverstand. Hoe langer
In een tijd dat het gebruik van
voorbehoedmiddelen nog zondig
was, verrichtte de Nederlandse
Vereniging voor Seksuele
Hervorming baanbrekend werk.
Met haar vooruitstrevende ideeën
over lichamelijk genot shockeerde
zij het conservatieve volksdeel. Ze
werd verguisd, maar ging telkens
weer op de barricade: de taboes
rond seksualiteit moesten
doorbroken worden.
Na 105 jaar strijd dreigt de beweging als
een nachtkaars uit te gaan. De eens zo
roemruchte NVSH lijkt ten dode opge
schreven. Nu de pil in het ziekenfonds
pakket zit en 'wij' bevrijd zijn van on
ze freudiaanse angsten, kan zij rustig in
slapen. Of valt er toch nog iets te hervor
men?
Hoewel de aanhang in twintig jaar ge
slonken is met meer dan negentig pro
cent, worden nog steeds verwoede po
gingen gedaan de vereniging van de on
dergang te redden. De eensgezinde
strijdlust van vroeger is ver te zoeken. Er
wordt heftig gekibbeld over de te volgen
koers. Het stuit vooral oudere leden te
gen de borst dat de organisatie zich heeft
gestort op minderheidsgroepen. Traves
tieten, transseksuelen, exhibitionisten,
voyeurs, homo's, pedofielen, biseksue-
len en (sado-)masochisten blazen tegen
woordig flink hun partijtje mee in de
NVSH. Andere activiteiten zijn groeps-
seks, partnerruil, seksuele massage en
naaktzwemmen. Ook is er de hulptele
foon, de masturbatielijn. Onder het mot
to „alles is bespreekbaar' worden allerlei
buitenissigheden binnengehaald.
Critici zien deze tendens als de laatste
stuiptrekkingen van een club die ge
doemd is tenonder te gaan. Volgens een
van de oud-gedienden, Gé Nabrink (83)
uit Amsterdam, is de NVSH meer een
'proeftuin' geworden. „Zij verliest zich
zelf in gezellige avondjes waarop allerlei
leuke kunstjes worden bedacht. Daar
heb ik niks tegen, maar doe dat gewoon
thuis".
Volgens Puck Versfeit, de beheerder
van de Haagse NVSH-abortuskliniek, is
de vereniging te elitair. „We zijn onbe
reikbaar voor gewone mensen". Zij
klaagt ook over .hokjesgeest en passieve
tolerantie'. „Het is de sfeer van alles
moet kunnen, maar niet onder mijn
ogen. Ik heb het al zo vaak gezegd, we
moeten af van de opgelegde dwang dat
alles normaal is".
je in Engeland woont, hoe meer je tot de
ontdekking komt dat de Britten een
apart slag zijn. Uiterlijk mag er overeen
stemming zijn (hoewel vooral op het
strand de gemiddelde Brit direct te her
kennen is, al was het alleen maar aan
zijn verblindend witte huidskleur), van
binnen steekt het allemaal toch heel an
ders in elkaar.
Ik kan nu wel bekennen dat ik dat in
mijn begintijd niet begreep en daardoor
grote fouten heb gemaakt. In Nederland
wist je je bijvoorbeeld op de wekelijkse
persconferenties van de premier om
ringd door shag draaiende en in spijker-
goed gehulde collega's. Kom daar in En
geland eens om.
Dat er vreemd gekeken werd omdat ik
bij mijn eerste persconferenties en re
cepties hier bij voorkeur geen das droeg,
had ik pas door toen een gepokte en ge
mazelde collega me terzijde nam en zei
dat ik zó (vinger naar de open hals) nooit
aan de bak zou komen, en zó (vinger
naar de sandalen) natuurlijk al helemaal
niet.
Koetjes en kalfjes
Wat ook niet hoort, not done is, is met
mensen die je niet terdege kent - bij
voorbeeld bij recepties of op feestjes -
over controversiële onderwerpen pra
ten. Je praat niet over godsdienst, liever
niet over politiek en al helemaal niet
over het werk, zijn enkele in de harde
praktijk geleerde vuistregels die ik hier
bij gratis ter beschikking stel.
Waarover dan wel? Het weer is prima,
de tv, en sport. Verder zullen de meeste
Britten die je voor het eerst ontmoet iets
vriendelijks over je land zeggen („mijn
vader heeft nog bij Arnhem gevoch
ten"). Het is de bedoeling dat je dan iets
aardigs terug zegt. Met „het water van de
Thames is zo schoon" heb ik vrienden
gemaakt. Stallen vol koetjes en kalfjes,
dat is het geheim van maatschappelijk
succes hier.
Dit alles heeft natuurlijk te maken met
die meest vermaarde van alle Britse ka
raktertrekken: gereserveerdheid. De En
gelsman John Donne schreef aan het be
gin van de 17e eeuw: „No man is an is
land", maar heel wat Britten zouden dat
graag anders zien.
Je kunt er maar het best van uitgaan
dat de meeste Britten nogal verlegen en
geremd zijn. Ze vinden het vreselijk (zo
generaliseerde hij) in verlegenheid te
worden gebracht, en even vreselijk an
deren in verlegenheid te brengen. Daar
om blijf je altijd beleefd en altijd aan de
oppervlakte. En wie daarin bedreven is,
is een spekkoper.
Reserve, geslotenheid, my home is my
castle, privacy boven alles, het is op dit
eiland dus in zeer ruime mate voorhan
den. Dat zal.ook wel de reden zijn waar
om de huizen hier geen naambordjes
dragen, en waarom je de mensen hóórt
schrikken als je de telefoon aanneemt
met het noemen van je naam in plaats
van het gebruikelijke „hello" of „two,
double three, seven" (de laatste vier cij
fers van ons telefoonnummer).
Geen aanstoot
Op zichzelf zitten er aan die reserve
prettige kanten. Niemand zal zich onge
vraagd met je bemoeien. Het voorbeeld
is bekend: je kunt in een harnas in de
Londense ondergrondse zitten en geen
mens zal er aanstoot aan nemen. Inte
gendeel: het merendeel van je medepas
sagiers zal niet uit boek of krant opkij
ken, want er wordt wat afgelezen in de
metro - nou eenmaal de ideale manier
om oogkontakt te vermijden.
Sommige mensen spreken in dit ver
band wel van de traditionele Britse to
lerantie. Je kunt het ook onverschillig
heid noemen, een onverwacht soort
hardheid die je aanvankelijk moeilijk
kunt plaatsen in zo'n land vol vriendelij
ke winkeljuffrouwen die allemaal dear
(schat) tegen je zeggen.
Het is bijvoorbeeld niet meteen te be
grijpen waarom zoveel Britse ouders
hun kinderen zonder enige probleem
naar kille boarding-schools, kostscholen
dus, sturen waar menigmaal nog regi
mes heersen die aan Bordewijks „Bint"
doen denken, met lijfstraffen en al.
Men zou ook gevoelig kunnen doen
over de inderdaad soms schokkende
manier waarop de Britse hogere standen
„Het is triest dat het zo moest aflopen,
maar ik heb er mijn buik van vol", zegt
ze. „De beginselen van de NVSH zijn
goed, maar tegenwoordig komt er niets
meer van terecht. Het is een doe-club ge
worden, die geen gezicht meer heeft
naar buiten toe. Ieder zorgt dat hij aan
zijn trekken komt, maar niemand be
kommert zich meer om de ideologie. De
NVSH moet ophouden met navelstaren
en weer actie voeren".
Dieptepunt
Niet alleen ideologisch is de vereni
ging bijna failliet. Met een schuld van
meer dan een miljoen vroeg zij vorig na
jaar surséance van betaling aan. De cura
tor stelde orde op zaken. Gelukkig wa
ren de schuldeisers bereid een schik
king te treffen. Een groot deel van de
vorderingen werd kwijtgescholden. Een
oproep aan de leden om geld te storten
in het steunfonds leverde f 135.000 op.
Met een ingrijpende sanering kon de
vereniging nog net van de ondergang
worden gered. De twee abortusklinie
ken in Den Haag en Zwolle gingen over
in handen van Stimezo, een overkoepe
lend orgaan van abortusinstituten. Ge
bouwen werden afgestoten en personeel
werd ontslagen. Tien van de dertien
werknemers kwamen dit voorjaar op
straat te staan.
Het ledental daalde tot een absoluut
dieptepunt. In de roemruchte jaren zes
tig, onder voorzitterschap van Mary Zel-
denrust, had de vereniging meer dan
tweehonderdduizend leden. Tegenwoor
dig zijn het er nog geen tienduizend.
Met lede ogen ziet de oude garde toe
hoe het bergafwaarts gaat met de NVSH.
Gé Nabrink was al vóór de oorlog actief
en zat jarenlang in het hoofdbestuur. Ter
gelegenheid van het eeuwfeest van de
vereniging schreef hij in 1981 een 'dikke
pil' van 700 pagina's over de historie.
De geschiedenis van de vrijdenkers
begon in 1881 met de oprichting van de
Nieuw-Malthusiaanse Bond, vernoemd
naar de Engelse dominee - later hoogle
raar economie en geschiedenis - Tho
mas Malthus. Gegrepen door de armoe
de en hongersnood van de arbeiders
schreef hij een boekje, dat in 1798 veel
stof deed opwaaien. Malthus had de op
gewend zijn de sociaal lagere klassen in
hun sop te laten gaarkoken. Wie getto's
in wording wil zien, reize naar Brixton of
Hackney in Londen, naar Handsworth
in Birmingham, St. Paul's in Bristol,
Toxteth in Liverpool of andere oude
stadswijken.
In een aantal van die wijken zijn de
afgelopen jaren grote rellen geweest. Vo
rig jaar oktober kwam bij een van die
rellen, in het Londense Tottenham,
lossing: arbeiders zouden zich van ge
slachtsverkeer moeten onthouden.
Pessarium
De Nieuw-Malthusiaanse Bond pleitte
voor geboortenregeling door middel van
het gebruik van voorbehoedmiddelen.
NMB-activisten van het eerste uur wa
ren dr. J. Rutgers, Aletta Jacobs (de eer
ste vrouwelijke arts in ons land) en An
ton Constandse. Jacobs introduceerde
een van de eerste voorbehoedmiddelen,
het pessarium. De bond groeide gestaag,
in 1939 telde hij al bijna dertigduizend
leden.
agent Keith Blakelock om het leven.
Tientallen jongeren, soms niet ouder
dan 14 jaar, hakten met machetes en
messen op hem in en slaagden er bijna
in hem te onthoofden, zoals de patho
loog-anatoom later klinisch schreef.
Geweld
Ook daar moet je aan wennen: er kan
hier in Engeland soms ineens geweld
uitbreken van een hevigheid die je ver-
De NMB werd vanuit christelijke
kring verguisd. Wel de lusten, maar niet
de lasten, riepen de katholieken, die
door het kerkelijk gezag werden aange
moedigd zoveel mogelijk kinderen op de
wereld te zetten. De aanhangers van de
Nieuw-Mathusiaanse Bond werden ver
ketterd en op alle mogelijke manieren
tegengewerkt. Openbare propaganda
voor voorbehoedmiddelen was niet toe
gestaan en in veel gemeenten werd ook
de verkoop daarvan verboden. Aange
zien de huisartsen niets voelden voor
voorlichting over voorbehoedmiddelen,
nam de NMB deze taak op zich. Er wer
den overal in den lande consultatiebu
reaus geopend.
steld doet staan. Veel landen hebben
hun voetbalvandalen, in geen ander land
gaan ze zo rauw te keer als in Engeland
waar in sommige schoolboekjes nog
steeds over de ex-koloniën staat dat „we
er de beschaving brachten".
En hoe is het toch mogelijk dat bij
voorbeeld arbeidsconflicten hier zo uit
de hand kunnen lopen? Waar komt die
primitieve stammenstrijd vandaan? Wat
zit er toch in de Britten dat hen keer op
keer als dinosaurussen elkaar te lijf doet
gaan totaan het punt van zelfdestructie
toe?
De taferelen uit de grote mijnwerkers-
staking van maart '84 tot maart '85 zijn
tekenend. De politiek van de regering
was er in laatste instantie op gericht de
kompels terug naar het werk te dwingen
door hen uit te hongeren (moet je toch
nagaan, en het lukte nog ook), en de sta
king kostte 14 mensen het leven, leidde
tot 1000 gewonden en tot 7500 arresta
ties.
Je staat erbij, je kijkt ernaar, en je
schrijft er verbouwereerd een stukje
over. Zoals gezegd: dit is een ander land.
Het. is misschien wel de remmende wer
king van het klassenstelsel. Het gevoel
dat je nooit een kwartje wordt als je voor
een dubbeltje geboren bent, dat leidt tot
een ander opvallend volkstrekje: het ge
brek aan motivatie bij zoveel werkne
mers, de ongeïnteresseerdheid, de lui
heid.
Zo heeft het geen zin om iemand vóór
half tien op een kantoor te bellen. Vanaf
tien uur kun je het proberen. Tussen half
een en half drie is er weer niemand van
wege de lunchpauze. Daarna is het een
gok: sommigen keren nu eenmaal niet
fris van de pub-lunch terug.
Geen doos
In je rol van klant merk je echter pas
goed hoe treurig het met de arbeidsmen-
taliteit is gestéld. Hierover kan ik
werkelijk urenlang het ene trieste ver
haal na het andere opdissen. Dat van de
welgeteld tien brieven die nodig waren
om de elektrische bedrading in ons huis
vernieuwd te krijgen, bijvoorbeeld.
Of dat van de stofzuiger die we bij aan
komst in Londen trachtten aan te schaf
fen in een gerenommeerd warenhuis.
Twee stofzuigers die we in de etalage
aanwezen bleken de laatste uit de voor
raad te zijn, maar de dozen waren zoek,
en of meneer en mevrouw niet een ander
model wilden?
De derde was ook de laatste uit de
voorraad, maar daarvan was er gelukkig
nog wel een doos. Helaas bleek bij thuis
komst de slang te ontbreken, en die was,
weer terug in de winkel, nergens te vin
den. Het geld kregen we terug, maar het
kostte een halfjaar en drie brieven voor
dat het warenhuis de moeite nam de
stofzuiger zonder slang op te halen.
Alleen al de moeite die je moet doen
om in Engeland een bankrekening ge
opend te krijgen! Al kom je met een
kuub bankbiljetten, eerst moet je twee
referenties opgeven, van wie de bankre
laties kunnen worden aangeschreven,
en pas na een controle die gauw twee
weken in beslag neemt beslist de bank-
mananger of hij jou een rekening wil ge
ven waarop je je ponden mag storten.
Soms lijkt het wel of ze hier geen geld
willen verdienen...
Nu ik toch aan het klagen ben, wil ik
nog wel even kwijt datje als Nederlands
journalist in officieel Engeland niet mee
telt. Dat geldt trouwens niet alleen voor
Nederlandse journalisten. Het is niet
voor niets dat buitenlandse correspon
denten bij de woordvoerders van me
vrouw Thatcher als foreign funnies be
kend staan. Het zal daarom wel zijn dat
de beroepsvoorlichters van bijvoorbeeld
ministeries bij voorkeur niets voor je
doen, ALTIJD zeggen wel terug te zul
len bellen, en dat NOOIT doen.
Behoudzucht
Genoeg gezeurd. Engeland is voor de
rest een leuk en gek land. Wat het vooral
zo leuk maakt hier, is het fantastische
conservatisme van de bevolking, de on
gehoorde behoudzucht. De koninklijke
familie is daar het prijswinnende voor
beeld van.
Daarbij denk ik dan niet eens alleen
aan de felgele, hardroze, zeegroene of
stuitend blauwe kleding van de konin
1
.i
Bij het uitbreken van de oorlog be
sloot de NMB zichzelf te ontbinden. In
1946 herrees de bond, maar nu onder de
nieuwe naam Nederlandse Vereniging
voor Seksuele Hervorming. Onder aan
voering van Gé Nabrink werd gepoogd
de ideologie meer te verbreden. Hij
slaagde daar ten dele in. Van legalisering
van abortus, erkenning van homofilie en
het recht op naakt recreëren wilde men
nog niets weten.
De organisatie zou zich echter niet
meer uitsluitend richten op de geboor
tenregeling, maar ook op de emancipatie
van de mens. Gé Nabrink propageerde
als ideaal dat de seksuele hervorming de
basis zou vormen voor een nieuwe sa
menleving waarin saamhorigheid, onaf
hankelijkheid en gelijkwaardigheid van
zelfsprekend zouden zijn. Niet alleen de
vrouw moest emanciperen, maar vooral
ook de man.
Overbodig
Het ging dé NVSH in die jaren voor de
wind. Zij was de enige die voorbehoed
middelen, pasta's en andere spullen ver
kocht. Dat bracht veel geld in het laatje.
Toen kwam de seksuele revolutie op
gang. Condooms gingen over de toon
bank bij drogist en supermarkt en de pil
was eveneens makkelijker te krijgen. De
NVSH-klantjes bleven weg, de vereni
ging was voor die groep overbodig ge
worden. Daardoor viel er niet alleen een
grote bron van inkomsten weg, ook liep
het ledental sterk terug. Dat was het be
gin van het einde.
Nabrink vindt het nog steeds „onge
looflijk dom" dat in 1971 besloten werd
om de 35 consultatiebureaus (nu Rut-
gershuizen) af te scheiden. Dat ging ove
rigens niet zonder slag of stoot. Slechts
een krappe meerderheid van de vereni
gingsraad was ervoor. Ruzies moesten
worden bijgelegd.
„Het had toch een prachtig voorzie-
ningennet voor de uitvoering van abor
tussen kunnen zijn. Met die afscheiding
verloren we meteen ook een deel van
ons wetenschappelijk kader. De NVSH
verzandde in een praatcollege", zegt Na
brink. Volgens hem heeft de NVSH
daarna nog veel meer fouten gemaakt.
„Ze heeft een heleboel laten liggen. In
gin (over wie een columnist in de toch
royalistische krant Daily Mail ooit op
merkte: „Hare Majesteit heeft in de jaren
'50 kennelijk ooit eens bij een uitver
koop van C&A maar meteen de gardero
be voor haar hele leven aangeschaft").
Nee, vrijwel alles aan het Britse ko
ninklijk huis is in de tijd blijven stilstaan
als een fossiel in zandsteen. Al die tradi
ties, de optochten, de glimmende klaroe
nen, de kledij, de pages, onzin-baantjes
als de „koninklijke zwanenhoeder", de
koetsen, het is alsof er nooit iets is veran
derd en nooit iets zal veranderen.
Dat geldt ook voor de houding van de
Britse media. Een tv-journaal is hier niet
compleet zonder koninklijk 'item' (prin
ses Diana die een kleuterschool opent of
zo). Als dat onderwerp begint, zie je het
gezicht van de nieuwslezer zich in een
krampachtige grijns plooien, en krijgt
zijn stem dat speciale namaak-warme
toontje waarmee radioreporters in ons
land heel, heel vroeger wel het „doorbre
kende oranje-zonnetje" meldden.
Wat voor de koninklijke familie geldt,
geldt voor land en bevolking in het alge
meen. De gedachte „al is iets nog zo ach
terhaald en nóg zo oud, weggooien is uit
den boze" heeft de Britse samenleving
diep doortrokken.
Armoe
Ik ken geen ander westers land waar je
zulke oude auto's ziet rondrijden als En
geland. In sommige kantoren zie je nog
telefooncentrales uit de jaren '40. En
'jumble-sales', waarbij je het weinig ver
heffende schouwspel kunt zien van Brit
ten die hun normale beleefdheid verlie
zen omdat ze allemaal als eerste in de
bak tweedevoets schoenen willen graai
en, behoren tot de weinige groei-indus-
trieën in dit land.
Hier speelt armoe natuurlijk ook een
rol, net als bij de winkels die zich heb
ben gespecialiseerd in het verkopen van
één dag oud brood. Politiek oud brood
vind je in een andere totaal overleefde,
maar diep-Britse instelling, het Hoger
huis, het enige wetgevende college ter
wereld dat een groot deel van zijn leden
selecteert op grond van een erfelijke ti
tel.
Nu maar eens ophouden met nare din
gen schrijven over het gastland van de
afgelopen vijf jaar. En dus: Engeland is
een leuk en gek land. De map „plannen
voor features" (dat zijn niet-actuele re
portages) doorbladerend, dienen de on
derwerpen waarvoor de tijd ontbrak (te
druk met het echte nieuws, ja), zich bij
tientallen aan.
Nooit iets gedaan aan die Schotse vis
sersman Willie Abernethy bijvoorbeeld,
de enige full-time parelvisser van het
Verenigd Koninkrijk die in Schotse
bergstroompjes parels zoekt in zoetwa
termossels. Ook niet toegekomen aan de
84-jarige Jack Sykes, de enige fabrikant
in Engeland (en misschien wel ter we
reld) van morsesleutels.
Eigenlijk ook iets moeten schrijven
over al die Britse hotels die van gekkig
heid niet meer weten hoe ze gasten moe
ten binnenhalen, en daarom moord-
weekeinden (waarbij de gasten een
moord moeten oplossen), griezel-week
einden (met menu's bestaande uit bloed
worst en gebakken hersenen) en snurk-
weekeinden (waarbij de gast die de
meeste decibellen bij elkaar snurkt niets
hoeft te betalen) organiseren.
Verenigingsleven
Het verenigingsleven hier. Nog zo'n
goudmijn. Wie zouden er lid zijn van het
Britse Spreeuwen Genootschap; wie van
de Nationale Associatie van Ouders van
Slapeloze Kinderen, hoeveel leden heeft
de Britse Stoomschip Eigenaren Vereni
ging, en wat voor man zou de penning
meester zijn van de Vereniging van Fail-
lietverklaarden?
En dan de Britten en hun dieren. Zou
den dierenpsychiaters als Robert Mug-
ford (die gespecialiseerd is in agressieve
muizen, maar z'n brood verdient aan
katten en honden met gedragsstoornis
sen) alleen in Engeland voorkomen? En
is het niet waanzinnig dat de hondenbe
lasting hier maar 37 pence (anderhalve
gulden) per jaar bedraagt, een bedrag
dat sinds 1878 ongewijzigd is gebleven
omdat geen regering verhoging aan
durft?
plaats van zich druk te maken om de
emancipatie van vrouw en homofilie,
ontstond een wassende belangstelling
voor pedofilie en sadomasochisme".
Hij heeft moeite met het standpunt
rond pedofilie. „Er is geen sprake van
gelijkheid als een man van vijftig naar
bed wil met een kind van twaalf. Je
wordt voor ouderwets versleten als je
zegt dat zo iemand psychische hulp no
dig heeft. Laat de vereniging zich druk
maken over incest en vrouwenmishan
deling, maar daar is weinig interesse
voor".
Ander geluid
Hans Chariouis en zijn vriendin Ilse
Poorter laten een heel ander geluid ho
ren. Zij zijn nog fervente NVSH-aanhan-
gers. Hij is op het hoofdkantoor belast
met de public relations. Volgens Char
iouis valt er nog genoeg te hervormen.
„Praten over seksualiteit is nog altijd
een taboe. Niemand valt van zijn stoel
als je vertelt datje gisteravond zo lekker
gegeten hebt. Je kunt het echter niet ma
ken te zeggen dat je zo lekker gevreeën
hebt".
„We moeten nu maar eens ophouden
van seks een probleem te maken",
meent Chariouis. „Het is gewoon hart
stikke fijn". Hij vindt het 'prima' dat er
activiteiten zijn voor groepsseks en sa-
do-masochisme. "Dat moet kunnen.
Waarom niet? Niet dat ik eraan deel
neem, hoor. Ik ben huiverig voor geweld
en bij groepsseks kan ik mijn remmin
gen niet overwinnen. Anderen zeggen
weieens: dat moet je ook eens doen, of:
jij bent nog niet zover. Dat is natuurlijk
lulkoek. Iedereen moet zijn eigen gren--
zen bepalen".
De weekendsoos is een activiteit die
elke afdeling op het programma h^eft
staan. „Mensen praten met elkaar en
drinken wat. Toch is het anders dan een
café. Niemand zal er aanstoot aan nemen
als er wordt gevreeën. En wie piemel-
naakt wil rondlopen, moet dat doen",
zegt Chariouis.
Volgens hem is het een groot misver
stand dat de soos van de NVSH een ver
edelde seksclub zou zijn. „Er komen
soms mannen binnen die denken dat ze
met de vrouwelijke bezoekers zo de kof
fer in kunnen duiken. Dan moet je ze
even aan het verstand brengen dat zij
hun handen thuis dienen te houden als
de ander er geen behoefte aan heeft. Ze
reageren dan heel verongelijkt met: ik
zit hier toch bij de NVSH?" (GPD)
Het ooit zo succesvolle voorbehoedmiddelenpakket van de NVSH. (foto gpdj