Goodbye, Engeland 2$ US' u ZATERDAG 26 JULI 1986 EXTRA PAGINA 19 Eén groot openluchtmuseum? (foto gpdi door Henk Dam De behoudzucht van de Britten is bekend, maar toch sta je als journalist in Londen nog dagelijks te kijken van wat dit volk toch bezielt. Een stofzuiger waarvan de doos ontbreekt, is niet te koop. Voor het openen van een bankrekening moeten twee referenties worden opgegeven. En ga zo maar door. Onze correspondent Henk Dam verwisselt dezer dagen zijn standplaats Londen voor die van Washington en wilde op de valreep nog even iets kwijt over het land waarvan hij zo is gaan houden. Onder buitenlandse journalisten in Londen woedt al sinds jaren een discussie die in deze zin is samen te vatten: is Engeland nu een echt land dat je serieus moet nemen, of gaat het om één groot openluchtmu seum, een reservaat voor excentrie kelingen, een grabbelton vol leuke stukjes? j Hoewel de verleiding erg groot is om j voor de laatste optie te kiezen en het he le land te beschouwen als één onafzien- bare verhaaltjesjungle waar de koene onderzoeker de ene na de andere fraaie ontdekking kan doen, zou dat Engeland onrecht aandoen. Het is wel degelijk ook I nog een belangrijk land. Dat klinkt een tikje meewarig: ook nog een belangrijk land, en zo is het ook j bedoeld. Immers: het einde van de I Tweede Wereldoorlog betekende ook dat het doek viel voor het Groot-Brittan- nië dat the waves ruled, voor het groot ste imperium dat er ooit geweest is, voor Engeland als wereldmacht. Het aanzien van Engeland is sindsdien scherp gedaald. Het heeft de Britten daarbij nooit lekker gezeten dat uitgere- kend de schreeuwerige, cultuur-arme, I zich smakeloos kledende en zich nog I smakelozer gedragende Amerikanen het vroegere moederland uit het brandpunt van het wereldnieuws hebben wegge duwd. Nieuwsbepaler Maar dat poetst het belang van Enge- j land nog niet weg. De Britse premier is nog altijd een van de weinige regerings leiders die jaarlijks de Economische Top van de zeven rijkste en dus belangrijkste Westerse landen (laatstelijk gehouden in Tokio) mag bijwonen. Het Verenigd Ko ninkrijk is verder een van de drie Wes terse landen met een eigen kernmacht. Daarmee houdt de rol van Engeland als nieuwsbepaler niet op. De persoon en het gedachtengoed van de premier j sinds 1979, van de robuuste kruideniers- dochter Margaret Hilda Thatcher gebo- I ren Roberts, hebben daartoe ook nogal wat bijgedragen. Hoe vaak hebben poli- I tieke commentatoren in ons land bij- voorbeeld niet bezorgd gedaan over de regering-Lubbers die het economische model van Thatcher zou volgen? En wat is er - terecht - niet geschreven over de gevolgen van Thatchers harde j monetaristische lijn voor de gewone Brit? Waar is de daaruit resulterende I tweedeling van de maatschappij tussen de haves en de have-nots (rijk en arm) nou beter en schrijnender te zien dan in steden als Londen, Manchester en Liver- pool? Meer echt nieuws: Engeland heeft dank zij Noord-Ierland z'n terroristen, die een kleine twee jaar geleden, bij de bomaanslag op het Grand Hotel in Brighton, er op een haar na in slaagden zo'n beetje alle kopstukken uit de Britse regering, mevrouw Thatcher incluis, om te brengen. Meer: er is niet één Westeuropees land dat zich in de jaren '80 a3n een oorlog heeft gewaagd. Engeland wel, tijdens de bizarre strijd met Argentinië om de I Falkland-eilanden. Thatcher stuurde een vloot 12.000 kilometer ver weg; En geland verloor daardoor in de lente van '82 een kleine 250 militairen, maar won de gure schapen-eilanden terug. Verwant? Kortom: op alle gebieden waar zich „het harde nieuws" pleegt af te spelen heeft Engeland de afgelopen vijf jaar ste vig z'n partijtje meegeblazen. Nu ik op het punt sta hier afscheid te nemen, mag ik met enig recht schrijven (en dit is me de gericht tot enkele sceptische colle ga's): Engeland is leuk en gek, maar het is ook nog steeds een land dat meetelt in de wereld. Het is bovenal een land dat anders is dan dat van ons. Veel Nederlanders zien de Britten als een verwant volk, als bijna hetzelfde soort mensen. Nogal wat Brit- i ten vinden trouwens ook het omgekeer- I de: Nederlanders zijn voor hen nog de meest aanvaardbare variant van wat met een onmiskenbaar arrogante ondertoon the foreigners wordt genoemd. Dit nu is een misverstand. Hoe langer In een tijd dat het gebruik van voorbehoedmiddelen nog zondig was, verrichtte de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming baanbrekend werk. Met haar vooruitstrevende ideeën over lichamelijk genot shockeerde zij het conservatieve volksdeel. Ze werd verguisd, maar ging telkens weer op de barricade: de taboes rond seksualiteit moesten doorbroken worden. Na 105 jaar strijd dreigt de beweging als een nachtkaars uit te gaan. De eens zo roemruchte NVSH lijkt ten dode opge schreven. Nu de pil in het ziekenfonds pakket zit en 'wij' bevrijd zijn van on ze freudiaanse angsten, kan zij rustig in slapen. Of valt er toch nog iets te hervor men? Hoewel de aanhang in twintig jaar ge slonken is met meer dan negentig pro cent, worden nog steeds verwoede po gingen gedaan de vereniging van de on dergang te redden. De eensgezinde strijdlust van vroeger is ver te zoeken. Er wordt heftig gekibbeld over de te volgen koers. Het stuit vooral oudere leden te gen de borst dat de organisatie zich heeft gestort op minderheidsgroepen. Traves tieten, transseksuelen, exhibitionisten, voyeurs, homo's, pedofielen, biseksue- len en (sado-)masochisten blazen tegen woordig flink hun partijtje mee in de NVSH. Andere activiteiten zijn groeps- seks, partnerruil, seksuele massage en naaktzwemmen. Ook is er de hulptele foon, de masturbatielijn. Onder het mot to „alles is bespreekbaar' worden allerlei buitenissigheden binnengehaald. Critici zien deze tendens als de laatste stuiptrekkingen van een club die ge doemd is tenonder te gaan. Volgens een van de oud-gedienden, Gé Nabrink (83) uit Amsterdam, is de NVSH meer een 'proeftuin' geworden. „Zij verliest zich zelf in gezellige avondjes waarop allerlei leuke kunstjes worden bedacht. Daar heb ik niks tegen, maar doe dat gewoon thuis". Volgens Puck Versfeit, de beheerder van de Haagse NVSH-abortuskliniek, is de vereniging te elitair. „We zijn onbe reikbaar voor gewone mensen". Zij klaagt ook over .hokjesgeest en passieve tolerantie'. „Het is de sfeer van alles moet kunnen, maar niet onder mijn ogen. Ik heb het al zo vaak gezegd, we moeten af van de opgelegde dwang dat alles normaal is". je in Engeland woont, hoe meer je tot de ontdekking komt dat de Britten een apart slag zijn. Uiterlijk mag er overeen stemming zijn (hoewel vooral op het strand de gemiddelde Brit direct te her kennen is, al was het alleen maar aan zijn verblindend witte huidskleur), van binnen steekt het allemaal toch heel an ders in elkaar. Ik kan nu wel bekennen dat ik dat in mijn begintijd niet begreep en daardoor grote fouten heb gemaakt. In Nederland wist je je bijvoorbeeld op de wekelijkse persconferenties van de premier om ringd door shag draaiende en in spijker- goed gehulde collega's. Kom daar in En geland eens om. Dat er vreemd gekeken werd omdat ik bij mijn eerste persconferenties en re cepties hier bij voorkeur geen das droeg, had ik pas door toen een gepokte en ge mazelde collega me terzijde nam en zei dat ik zó (vinger naar de open hals) nooit aan de bak zou komen, en zó (vinger naar de sandalen) natuurlijk al helemaal niet. Koetjes en kalfjes Wat ook niet hoort, not done is, is met mensen die je niet terdege kent - bij voorbeeld bij recepties of op feestjes - over controversiële onderwerpen pra ten. Je praat niet over godsdienst, liever niet over politiek en al helemaal niet over het werk, zijn enkele in de harde praktijk geleerde vuistregels die ik hier bij gratis ter beschikking stel. Waarover dan wel? Het weer is prima, de tv, en sport. Verder zullen de meeste Britten die je voor het eerst ontmoet iets vriendelijks over je land zeggen („mijn vader heeft nog bij Arnhem gevoch ten"). Het is de bedoeling dat je dan iets aardigs terug zegt. Met „het water van de Thames is zo schoon" heb ik vrienden gemaakt. Stallen vol koetjes en kalfjes, dat is het geheim van maatschappelijk succes hier. Dit alles heeft natuurlijk te maken met die meest vermaarde van alle Britse ka raktertrekken: gereserveerdheid. De En gelsman John Donne schreef aan het be gin van de 17e eeuw: „No man is an is land", maar heel wat Britten zouden dat graag anders zien. Je kunt er maar het best van uitgaan dat de meeste Britten nogal verlegen en geremd zijn. Ze vinden het vreselijk (zo generaliseerde hij) in verlegenheid te worden gebracht, en even vreselijk an deren in verlegenheid te brengen. Daar om blijf je altijd beleefd en altijd aan de oppervlakte. En wie daarin bedreven is, is een spekkoper. Reserve, geslotenheid, my home is my castle, privacy boven alles, het is op dit eiland dus in zeer ruime mate voorhan den. Dat zal.ook wel de reden zijn waar om de huizen hier geen naambordjes dragen, en waarom je de mensen hóórt schrikken als je de telefoon aanneemt met het noemen van je naam in plaats van het gebruikelijke „hello" of „two, double three, seven" (de laatste vier cij fers van ons telefoonnummer). Geen aanstoot Op zichzelf zitten er aan die reserve prettige kanten. Niemand zal zich onge vraagd met je bemoeien. Het voorbeeld is bekend: je kunt in een harnas in de Londense ondergrondse zitten en geen mens zal er aanstoot aan nemen. Inte gendeel: het merendeel van je medepas sagiers zal niet uit boek of krant opkij ken, want er wordt wat afgelezen in de metro - nou eenmaal de ideale manier om oogkontakt te vermijden. Sommige mensen spreken in dit ver band wel van de traditionele Britse to lerantie. Je kunt het ook onverschillig heid noemen, een onverwacht soort hardheid die je aanvankelijk moeilijk kunt plaatsen in zo'n land vol vriendelij ke winkeljuffrouwen die allemaal dear (schat) tegen je zeggen. Het is bijvoorbeeld niet meteen te be grijpen waarom zoveel Britse ouders hun kinderen zonder enige probleem naar kille boarding-schools, kostscholen dus, sturen waar menigmaal nog regi mes heersen die aan Bordewijks „Bint" doen denken, met lijfstraffen en al. Men zou ook gevoelig kunnen doen over de inderdaad soms schokkende manier waarop de Britse hogere standen „Het is triest dat het zo moest aflopen, maar ik heb er mijn buik van vol", zegt ze. „De beginselen van de NVSH zijn goed, maar tegenwoordig komt er niets meer van terecht. Het is een doe-club ge worden, die geen gezicht meer heeft naar buiten toe. Ieder zorgt dat hij aan zijn trekken komt, maar niemand be kommert zich meer om de ideologie. De NVSH moet ophouden met navelstaren en weer actie voeren". Dieptepunt Niet alleen ideologisch is de vereni ging bijna failliet. Met een schuld van meer dan een miljoen vroeg zij vorig na jaar surséance van betaling aan. De cura tor stelde orde op zaken. Gelukkig wa ren de schuldeisers bereid een schik king te treffen. Een groot deel van de vorderingen werd kwijtgescholden. Een oproep aan de leden om geld te storten in het steunfonds leverde f 135.000 op. Met een ingrijpende sanering kon de vereniging nog net van de ondergang worden gered. De twee abortusklinie ken in Den Haag en Zwolle gingen over in handen van Stimezo, een overkoepe lend orgaan van abortusinstituten. Ge bouwen werden afgestoten en personeel werd ontslagen. Tien van de dertien werknemers kwamen dit voorjaar op straat te staan. Het ledental daalde tot een absoluut dieptepunt. In de roemruchte jaren zes tig, onder voorzitterschap van Mary Zel- denrust, had de vereniging meer dan tweehonderdduizend leden. Tegenwoor dig zijn het er nog geen tienduizend. Met lede ogen ziet de oude garde toe hoe het bergafwaarts gaat met de NVSH. Gé Nabrink was al vóór de oorlog actief en zat jarenlang in het hoofdbestuur. Ter gelegenheid van het eeuwfeest van de vereniging schreef hij in 1981 een 'dikke pil' van 700 pagina's over de historie. De geschiedenis van de vrijdenkers begon in 1881 met de oprichting van de Nieuw-Malthusiaanse Bond, vernoemd naar de Engelse dominee - later hoogle raar economie en geschiedenis - Tho mas Malthus. Gegrepen door de armoe de en hongersnood van de arbeiders schreef hij een boekje, dat in 1798 veel stof deed opwaaien. Malthus had de op gewend zijn de sociaal lagere klassen in hun sop te laten gaarkoken. Wie getto's in wording wil zien, reize naar Brixton of Hackney in Londen, naar Handsworth in Birmingham, St. Paul's in Bristol, Toxteth in Liverpool of andere oude stadswijken. In een aantal van die wijken zijn de afgelopen jaren grote rellen geweest. Vo rig jaar oktober kwam bij een van die rellen, in het Londense Tottenham, lossing: arbeiders zouden zich van ge slachtsverkeer moeten onthouden. Pessarium De Nieuw-Malthusiaanse Bond pleitte voor geboortenregeling door middel van het gebruik van voorbehoedmiddelen. NMB-activisten van het eerste uur wa ren dr. J. Rutgers, Aletta Jacobs (de eer ste vrouwelijke arts in ons land) en An ton Constandse. Jacobs introduceerde een van de eerste voorbehoedmiddelen, het pessarium. De bond groeide gestaag, in 1939 telde hij al bijna dertigduizend leden. agent Keith Blakelock om het leven. Tientallen jongeren, soms niet ouder dan 14 jaar, hakten met machetes en messen op hem in en slaagden er bijna in hem te onthoofden, zoals de patho loog-anatoom later klinisch schreef. Geweld Ook daar moet je aan wennen: er kan hier in Engeland soms ineens geweld uitbreken van een hevigheid die je ver- De NMB werd vanuit christelijke kring verguisd. Wel de lusten, maar niet de lasten, riepen de katholieken, die door het kerkelijk gezag werden aange moedigd zoveel mogelijk kinderen op de wereld te zetten. De aanhangers van de Nieuw-Mathusiaanse Bond werden ver ketterd en op alle mogelijke manieren tegengewerkt. Openbare propaganda voor voorbehoedmiddelen was niet toe gestaan en in veel gemeenten werd ook de verkoop daarvan verboden. Aange zien de huisartsen niets voelden voor voorlichting over voorbehoedmiddelen, nam de NMB deze taak op zich. Er wer den overal in den lande consultatiebu reaus geopend. steld doet staan. Veel landen hebben hun voetbalvandalen, in geen ander land gaan ze zo rauw te keer als in Engeland waar in sommige schoolboekjes nog steeds over de ex-koloniën staat dat „we er de beschaving brachten". En hoe is het toch mogelijk dat bij voorbeeld arbeidsconflicten hier zo uit de hand kunnen lopen? Waar komt die primitieve stammenstrijd vandaan? Wat zit er toch in de Britten dat hen keer op keer als dinosaurussen elkaar te lijf doet gaan totaan het punt van zelfdestructie toe? De taferelen uit de grote mijnwerkers- staking van maart '84 tot maart '85 zijn tekenend. De politiek van de regering was er in laatste instantie op gericht de kompels terug naar het werk te dwingen door hen uit te hongeren (moet je toch nagaan, en het lukte nog ook), en de sta king kostte 14 mensen het leven, leidde tot 1000 gewonden en tot 7500 arresta ties. Je staat erbij, je kijkt ernaar, en je schrijft er verbouwereerd een stukje over. Zoals gezegd: dit is een ander land. Het. is misschien wel de remmende wer king van het klassenstelsel. Het gevoel dat je nooit een kwartje wordt als je voor een dubbeltje geboren bent, dat leidt tot een ander opvallend volkstrekje: het ge brek aan motivatie bij zoveel werkne mers, de ongeïnteresseerdheid, de lui heid. Zo heeft het geen zin om iemand vóór half tien op een kantoor te bellen. Vanaf tien uur kun je het proberen. Tussen half een en half drie is er weer niemand van wege de lunchpauze. Daarna is het een gok: sommigen keren nu eenmaal niet fris van de pub-lunch terug. Geen doos In je rol van klant merk je echter pas goed hoe treurig het met de arbeidsmen- taliteit is gestéld. Hierover kan ik werkelijk urenlang het ene trieste ver haal na het andere opdissen. Dat van de welgeteld tien brieven die nodig waren om de elektrische bedrading in ons huis vernieuwd te krijgen, bijvoorbeeld. Of dat van de stofzuiger die we bij aan komst in Londen trachtten aan te schaf fen in een gerenommeerd warenhuis. Twee stofzuigers die we in de etalage aanwezen bleken de laatste uit de voor raad te zijn, maar de dozen waren zoek, en of meneer en mevrouw niet een ander model wilden? De derde was ook de laatste uit de voorraad, maar daarvan was er gelukkig nog wel een doos. Helaas bleek bij thuis komst de slang te ontbreken, en die was, weer terug in de winkel, nergens te vin den. Het geld kregen we terug, maar het kostte een halfjaar en drie brieven voor dat het warenhuis de moeite nam de stofzuiger zonder slang op te halen. Alleen al de moeite die je moet doen om in Engeland een bankrekening ge opend te krijgen! Al kom je met een kuub bankbiljetten, eerst moet je twee referenties opgeven, van wie de bankre laties kunnen worden aangeschreven, en pas na een controle die gauw twee weken in beslag neemt beslist de bank- mananger of hij jou een rekening wil ge ven waarop je je ponden mag storten. Soms lijkt het wel of ze hier geen geld willen verdienen... Nu ik toch aan het klagen ben, wil ik nog wel even kwijt datje als Nederlands journalist in officieel Engeland niet mee telt. Dat geldt trouwens niet alleen voor Nederlandse journalisten. Het is niet voor niets dat buitenlandse correspon denten bij de woordvoerders van me vrouw Thatcher als foreign funnies be kend staan. Het zal daarom wel zijn dat de beroepsvoorlichters van bijvoorbeeld ministeries bij voorkeur niets voor je doen, ALTIJD zeggen wel terug te zul len bellen, en dat NOOIT doen. Behoudzucht Genoeg gezeurd. Engeland is voor de rest een leuk en gek land. Wat het vooral zo leuk maakt hier, is het fantastische conservatisme van de bevolking, de on gehoorde behoudzucht. De koninklijke familie is daar het prijswinnende voor beeld van. Daarbij denk ik dan niet eens alleen aan de felgele, hardroze, zeegroene of stuitend blauwe kleding van de konin 1 .i Bij het uitbreken van de oorlog be sloot de NMB zichzelf te ontbinden. In 1946 herrees de bond, maar nu onder de nieuwe naam Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming. Onder aan voering van Gé Nabrink werd gepoogd de ideologie meer te verbreden. Hij slaagde daar ten dele in. Van legalisering van abortus, erkenning van homofilie en het recht op naakt recreëren wilde men nog niets weten. De organisatie zou zich echter niet meer uitsluitend richten op de geboor tenregeling, maar ook op de emancipatie van de mens. Gé Nabrink propageerde als ideaal dat de seksuele hervorming de basis zou vormen voor een nieuwe sa menleving waarin saamhorigheid, onaf hankelijkheid en gelijkwaardigheid van zelfsprekend zouden zijn. Niet alleen de vrouw moest emanciperen, maar vooral ook de man. Overbodig Het ging dé NVSH in die jaren voor de wind. Zij was de enige die voorbehoed middelen, pasta's en andere spullen ver kocht. Dat bracht veel geld in het laatje. Toen kwam de seksuele revolutie op gang. Condooms gingen over de toon bank bij drogist en supermarkt en de pil was eveneens makkelijker te krijgen. De NVSH-klantjes bleven weg, de vereni ging was voor die groep overbodig ge worden. Daardoor viel er niet alleen een grote bron van inkomsten weg, ook liep het ledental sterk terug. Dat was het be gin van het einde. Nabrink vindt het nog steeds „onge looflijk dom" dat in 1971 besloten werd om de 35 consultatiebureaus (nu Rut- gershuizen) af te scheiden. Dat ging ove rigens niet zonder slag of stoot. Slechts een krappe meerderheid van de vereni gingsraad was ervoor. Ruzies moesten worden bijgelegd. „Het had toch een prachtig voorzie- ningennet voor de uitvoering van abor tussen kunnen zijn. Met die afscheiding verloren we meteen ook een deel van ons wetenschappelijk kader. De NVSH verzandde in een praatcollege", zegt Na brink. Volgens hem heeft de NVSH daarna nog veel meer fouten gemaakt. „Ze heeft een heleboel laten liggen. In gin (over wie een columnist in de toch royalistische krant Daily Mail ooit op merkte: „Hare Majesteit heeft in de jaren '50 kennelijk ooit eens bij een uitver koop van C&A maar meteen de gardero be voor haar hele leven aangeschaft"). Nee, vrijwel alles aan het Britse ko ninklijk huis is in de tijd blijven stilstaan als een fossiel in zandsteen. Al die tradi ties, de optochten, de glimmende klaroe nen, de kledij, de pages, onzin-baantjes als de „koninklijke zwanenhoeder", de koetsen, het is alsof er nooit iets is veran derd en nooit iets zal veranderen. Dat geldt ook voor de houding van de Britse media. Een tv-journaal is hier niet compleet zonder koninklijk 'item' (prin ses Diana die een kleuterschool opent of zo). Als dat onderwerp begint, zie je het gezicht van de nieuwslezer zich in een krampachtige grijns plooien, en krijgt zijn stem dat speciale namaak-warme toontje waarmee radioreporters in ons land heel, heel vroeger wel het „doorbre kende oranje-zonnetje" meldden. Wat voor de koninklijke familie geldt, geldt voor land en bevolking in het alge meen. De gedachte „al is iets nog zo ach terhaald en nóg zo oud, weggooien is uit den boze" heeft de Britse samenleving diep doortrokken. Armoe Ik ken geen ander westers land waar je zulke oude auto's ziet rondrijden als En geland. In sommige kantoren zie je nog telefooncentrales uit de jaren '40. En 'jumble-sales', waarbij je het weinig ver heffende schouwspel kunt zien van Brit ten die hun normale beleefdheid verlie zen omdat ze allemaal als eerste in de bak tweedevoets schoenen willen graai en, behoren tot de weinige groei-indus- trieën in dit land. Hier speelt armoe natuurlijk ook een rol, net als bij de winkels die zich heb ben gespecialiseerd in het verkopen van één dag oud brood. Politiek oud brood vind je in een andere totaal overleefde, maar diep-Britse instelling, het Hoger huis, het enige wetgevende college ter wereld dat een groot deel van zijn leden selecteert op grond van een erfelijke ti tel. Nu maar eens ophouden met nare din gen schrijven over het gastland van de afgelopen vijf jaar. En dus: Engeland is een leuk en gek land. De map „plannen voor features" (dat zijn niet-actuele re portages) doorbladerend, dienen de on derwerpen waarvoor de tijd ontbrak (te druk met het echte nieuws, ja), zich bij tientallen aan. Nooit iets gedaan aan die Schotse vis sersman Willie Abernethy bijvoorbeeld, de enige full-time parelvisser van het Verenigd Koninkrijk die in Schotse bergstroompjes parels zoekt in zoetwa termossels. Ook niet toegekomen aan de 84-jarige Jack Sykes, de enige fabrikant in Engeland (en misschien wel ter we reld) van morsesleutels. Eigenlijk ook iets moeten schrijven over al die Britse hotels die van gekkig heid niet meer weten hoe ze gasten moe ten binnenhalen, en daarom moord- weekeinden (waarbij de gasten een moord moeten oplossen), griezel-week einden (met menu's bestaande uit bloed worst en gebakken hersenen) en snurk- weekeinden (waarbij de gast die de meeste decibellen bij elkaar snurkt niets hoeft te betalen) organiseren. Verenigingsleven Het verenigingsleven hier. Nog zo'n goudmijn. Wie zouden er lid zijn van het Britse Spreeuwen Genootschap; wie van de Nationale Associatie van Ouders van Slapeloze Kinderen, hoeveel leden heeft de Britse Stoomschip Eigenaren Vereni ging, en wat voor man zou de penning meester zijn van de Vereniging van Fail- lietverklaarden? En dan de Britten en hun dieren. Zou den dierenpsychiaters als Robert Mug- ford (die gespecialiseerd is in agressieve muizen, maar z'n brood verdient aan katten en honden met gedragsstoornis sen) alleen in Engeland voorkomen? En is het niet waanzinnig dat de hondenbe lasting hier maar 37 pence (anderhalve gulden) per jaar bedraagt, een bedrag dat sinds 1878 ongewijzigd is gebleven omdat geen regering verhoging aan durft? plaats van zich druk te maken om de emancipatie van vrouw en homofilie, ontstond een wassende belangstelling voor pedofilie en sadomasochisme". Hij heeft moeite met het standpunt rond pedofilie. „Er is geen sprake van gelijkheid als een man van vijftig naar bed wil met een kind van twaalf. Je wordt voor ouderwets versleten als je zegt dat zo iemand psychische hulp no dig heeft. Laat de vereniging zich druk maken over incest en vrouwenmishan deling, maar daar is weinig interesse voor". Ander geluid Hans Chariouis en zijn vriendin Ilse Poorter laten een heel ander geluid ho ren. Zij zijn nog fervente NVSH-aanhan- gers. Hij is op het hoofdkantoor belast met de public relations. Volgens Char iouis valt er nog genoeg te hervormen. „Praten over seksualiteit is nog altijd een taboe. Niemand valt van zijn stoel als je vertelt datje gisteravond zo lekker gegeten hebt. Je kunt het echter niet ma ken te zeggen dat je zo lekker gevreeën hebt". „We moeten nu maar eens ophouden van seks een probleem te maken", meent Chariouis. „Het is gewoon hart stikke fijn". Hij vindt het 'prima' dat er activiteiten zijn voor groepsseks en sa- do-masochisme. "Dat moet kunnen. Waarom niet? Niet dat ik eraan deel neem, hoor. Ik ben huiverig voor geweld en bij groepsseks kan ik mijn remmin gen niet overwinnen. Anderen zeggen weieens: dat moet je ook eens doen, of: jij bent nog niet zover. Dat is natuurlijk lulkoek. Iedereen moet zijn eigen gren-- zen bepalen". De weekendsoos is een activiteit die elke afdeling op het programma h^eft staan. „Mensen praten met elkaar en drinken wat. Toch is het anders dan een café. Niemand zal er aanstoot aan nemen als er wordt gevreeën. En wie piemel- naakt wil rondlopen, moet dat doen", zegt Chariouis. Volgens hem is het een groot misver stand dat de soos van de NVSH een ver edelde seksclub zou zijn. „Er komen soms mannen binnen die denken dat ze met de vrouwelijke bezoekers zo de kof fer in kunnen duiken. Dan moet je ze even aan het verstand brengen dat zij hun handen thuis dienen te houden als de ander er geen behoefte aan heeft. Ze reageren dan heel verongelijkt met: ik zit hier toch bij de NVSH?" (GPD) Het ooit zo succesvolle voorbehoedmiddelenpakket van de NVSH. (foto gpdj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 19