Bachs getalssymboliek ontcijferd 'Orgel is nog steeds magisch instrument' Arend Jan Gierveld geeft naslagwerk uit Orgelconcert Jan Schmitz In boek van Brabantse musicologen 'Romeo' in Rotterdamse tent DONDERDAG 24 JULI 1986 RADIO-TV-KUNST VLEUTEN (GPD) - „Ik geef toe, het is een heel werk geweest. Voor mij, maar zeker voor Broekhuy- zen Senior", aldus Arend Jan Gierveld, de in kringen van orgelliefhebbers alsme de orgelbouwers- en spelers zeer bekende en gewaar deerde organograaf. Hij spreekt over zijn uitgave van de Orgelbeschrijvingen door George Hendricus Broekhuyzen Senior, zijnde een vervolg en verdere uit breiding van de dispositie verzamelingen van Joachim Hess (1774) en Nicolaas Ar- noldi Knock (1788). door Henk Bakker „Je zou hem in medische termen een soort schrijfneuroot kunnen noemen. Maar, ach, het is wellicht ook te verklaren uit overlijden van zijn zoon. Maar deze Amsterdamse makelaar, die in 1793 geboren werd en in 1866 overleed, heeft altijd al veel geschreven. Hij moet van pa pier en inkt hebben gehouden. Wanneer je ziet dat hij bijvoor beeld ook nog de biografielen van de „voornaamste componisten" heeft opgeschreven in wel 22 de len, dan is het begrijpelijk, dat hij ook vaak 's nachts gewerkt moet hebben, want overdag werkte hij". Broekhuyzen sr. heeft zich dus beziggehouden met het noteren van beschrijvingen van al die or gels in Nederland, waarvan hij maar gegevens in handen kon krij gen. Bij elkaar zo'n vijftienhon derd in getal en meest alle voorzien van wat iedere geinteresseerde zo graag wil weten: de disposities er Onder dispositie verstaat men de opsomming van de onderscheiden registers (stemmen) die een orgel heeft alsmede het aantal klavieren, al of niet met pedaal en de mogelij ke koppelingen van de klavieren onderling en met pedaal. Een re gister is dan weer een reeks pijpen van een en dezelfde soort, voor ie dere toets van een klavier of pedaal een. Een buitenstaander die het hoek doorbladert, zal het buitengewoon saaie literatuur vinden en denken, dat het boek hoogstens gebruikt zal worden als naslagwerk en bron voor historisch onderzoek. Toch is dat geenszins het geval. Natuurlijk is dit boek daarvoor allereerst van belang, mede omdat voor restaura tie van orgels die in dit boek ver meld staan oude beschrijvingen en zeker de vroegere disposities on misbaar zijn, wil men zo verant woord mogelijk te werk kunnen gaan. Maar er zijn in de orgelwereld, die groter is dan men denkt, maar een tamelijk gesloten geheel vormt, ook tal van orgelfanatici, voor wie deze lijsten uiterst fasci nerende lectuur zijn. Er is ook heel veel uit af te leiden. Men kan pro beren zich de oude klankkleuren voor te stellen en tussentijdse res tauraties kunnen al of niet gepre zen of gelaakt worden. Sommige orgels zetten kenners ook wel eens voor raadsels doordat de kas (een orgel heeft een kas en geen kast) een 'onlogische' inhoud heeft en voor de oplossing van die proble men is het werk dat Broekhuyzen verzet heeft een goede en soms zelfs onmisbare hulp. Bovendien, zo vertelt Gierveld, is het voor het verleden van een groot aantal orgels zelfs de enige bron, met name voor die in room- katholiek kerken en dus speciaal voor orgels in Brabant en Lim burg. „De roomskatholieke kerk mag dan goed georganiseerd zijn, met haar arciheven is ze niet altijd even juist omgesprongen". Subsidie Veel beschrijvingen zijn ook uit andere bronnen bekend en kon ook Broekhuyzen sr. zo over ne men. Maar hij heeft voor een ge wichtige aanvulling gezorgd, voor al van orgels in kerken van doops gezinden, in rooms-katholieke schuilkerken en ook afgescheiden kerken. Het nut van het boek is dus dui delijk en ook al bewezen. De twee delen, die gecalculeerd moesten worden op de verkoopsprijs van 420 gulden, worden in de handel gebracht voor 180 gulden. Dat is mogelijk dankzij indirecte subsi die van WVC en een zeer genereuze bijdrage van het Prins Bernhard Fonds. Dat is nog altijd een zeer hoog bedrag, maar het boek wordt desalniettemin goed verkocht. En aangezien de oplage, zoals te doen gebruikelijk bij dit soort uitgaven, zeker niet hoog is, is het zaak er snel bij te wezen. Het boek is uitgegeven door wat men in muziekkringen De Vereni ging noemt, en daarmee wordt be doeld de Vereniging voor Neder landse Muziekgeschiedenis. Van daar dus de 'indirecte' subsidie van WVC. En met deze uitgeverij komt ook de naam van prof dr. Maarten Vente in beeld, die onlangs als voorzitter van de vereniging af scheid heeft genomen. Deze orgel- deskundige, nu 71 jaar, die genera ties musicologen en anderen ver trouwd heeft gemaakt met het be grip orgel, heeft zich samen met Gierveld, die tevens penningm- seester van de Vereniging is, sterk gemaakt om dit boek te kunnen realiseren. Bij zijn afscheid heeft hij een exemplaar gekregen in twee banden, die op zelfde wijze zijn gebonden als die van het ma- nuschript van Broekhuyzen se nior. Een alleszins verdiend en stijlvol afscheidscadeau. Overigens moest niet alleen in tern de toestemming verkregen worden om het boek uit te geven, er moest ook worden onderhan deld met de erven van Jan Zwart, een voor de oorlog zeer bekend en geliefd organist, die de boeken in handen had gekregen, Een man, al dus Gierveld, die zeer veel voor het orgelleven in ons land gedaan heeft, niet alleen als praktiserend musicus, maar ook als historicus. We zullen de tussentijdse ge schiedenis van het manuscript hier buiten beschouwing gelaten, het zij voldoende vast te stellen dat het gelukkig altijd in goede handen is bewaard. Na het overlijden kwam het manuscript terecht bij de kin deren van Zwart, dertien in getal; een van hen is inmiddels overle den. Het is sindsien onverdeeld be zit van de twaalf overgeblevenen. Mochten eerdere pogingen tot uit gave of kopen mislukt zijn, het is Gierveld dankzij tactisch onder handelen gelukt om tegen een aan zienlijke som de rechten voor pu blicatie te verkrijgen. Dat is ook vooral te danken aan Jan Zwart jr, die, zelf deskundig in orgeltheoretische zaken, het be lang hiervan direct inzag. Arend Jan Gier veld: orgelboek. (foto GPD) Raadselachtig De auteur, makelaar Broekhuy zen sr. moet gek op papier en inkt geweest zijn, weten we reeds. Er zit ook iets raadselachtigs aan dit ma nuscript. Enerzijds verwacht je dat het is gschreven om gedrukt en uit gegeven te worden, maar ander zijds is het voor kopij, die bestemd is voor de drukker, weer veel te mooi ingebonden. Opvallend is, dat Broekhuyzen ook anderszins geen gebruik heeft gemaakt van de hem ten dienstaande druktech niek. Hü was vermogend genoeg om een enquête-formulier te laten drukken, maar hij heeft dat nooit laten doen, hij schreef deze steeds geheel uit, zo is bekend. Een van deze ondervragingsformulieren is ook afgebeeld in het boek van Gierveld. Het leven van Broekhuyzen sr. wordt in Giervelds inleiding uit voerig behandeld. De makelaar is bijzonder actief geweest in het Am sterdamse muziekleven, maar toen zyn zoon, een musicus en compo nist die tijdens zijn leven zeer ge waardeerd werd, overleed, is vader Broekhuyzen duidelijk minder in de openbaarheid gekomen en heeft hij zijn verpozing en troost vooral gezocht in het schrijven. De vraag waarom hij voor orgels koos en bijvoorbeeld niet voor pia no's is gevoelsmatig gemakkelijk te beantwoorden. Of hij zelf orgel speelde of veel naar bespelingen ging luisteren weten we niet. Het is mogelijk. Maar het antwoord zal wel liggen in de magische aantrek kingskracht die het orgel had en nog altijd heeft op talloze mensen. Mannen en vrouwen, jong en oud, die bereid zijn grote reizen te ma ken om een bijzonder orgel te ho ren, die met elkaar te voet of in au tobussen op stap gaan om tochten langs divers orgels te maken, men sen die er thuis een vaak oud maar gerestaureerd huisorgeltje op na houden. Dat laatste doet ook Arend Jan Gierveld. Hij bezit een perfect in tact zijnd huisorgel, het laatste dat gebouwd werd door de wereldbe roemde bouwer Strumfler. Het stamt uit 1807. Het is een rijk bezit, zeer voor de 52 jaar zijnde Gier veld, die cum laude promoveerde op Het Nederlandse Huisorgel in de zeventiende en achttiende eeuw. Vervolg Op dit moment heeft hij nog één grote wens. Het is de bedoeling dat voor 1990 een vervolg verschijnt, waarin de lotgevallen worden ver meld van de door Broekhuyzen vermelde instrumenten. Het gaat om vragen als: wat is er met de in strumenten na 1862 gebeurd? Het gaat om correcties (Broekhuyzen heeft ook fouten gemaakt), is er nog meer over de instrumenten ge schreven, bestaan er afbeeldingen, bestaan ze eigenlijk nog en zo ja, waar zijn de orgels dan nu, nog of dezelfde plaats of zijn ze verhuisd?. Elke hulp in deze is welkom. Arend Jan Gierveld ziet antwoor den op deze vragen zowel van pro fessionals als liefhebbers met spanning tegemoet. UTRECHT (GPD) - Twee Brabantse musicologen hebben in de muziek van Johann Sebastian Bach een cijfercode ontdekt, die zou bewijzen dat Bach een hel derziend genie was. De Lu- theraanse componist ver borg zijn sympathieën voor de Rozenkruizers-symbo- liek in een getalsstructuur, die in al zijn composities te rug te vinden is. Op dezelf de wijze verwerkte hij on telbare malen zijn naam en geboortedatum in zijn mu ziek, en tot ieders verbijste ring zelfs vele malen zijn sterfdatum 28 juli 1750. door Joh. Pameijer Deze onthullingen zyn tevoor schijn gekomen uit een jarenlang wetenschappelijk onderzoek, dat Kees van Houten en Marinus Kas- bergen hebben afgesloten met het boek 'Bach en het getal', dat bij de Walburg-Pers in Zutphen is ver schenen. Het is inmiddels aan zijn tweede druk toe en een Engelse vertaling is in voorbereiding. In dat boek wordt aan de hand van honderden voorbeelden aan getoond, dat Bach de getallen van zijn naam, zijn geboorte- en sterf datum, de naam van de legendari sche stichter van de Rozenkruizers Christian Rosencreutz en diens grafschrift, veelvuldig in allerlei combinaties verwerkte in zijn mu ziek. Kees van Houten, organist in Helmond en orgelleraar aan het Utrechts conservatorium vindt, dat hiermee onomstotelijk is aan getoond, dat Bach's genie veel ver der reikte dan tot dusver werd ge dacht. „Zowel in de Matthaus Passion als in de Brandenburgse concer ten, de cantates als de orgelwer ken. 'Das Wohltemperierte Kla- LEIDEN - Het tweede concert uit de serie K&O-zomerorgelconcer- ten wordt morgenavond door de organist Jan Schmitz gegeven. Schmitz zal een gevarieerd pro gramma uitvoeren met composi ties van Bohm, Bach, Sorge, Loeil- let, Raick, Franck, Vierne, Honne- ger, Grondsma en Peeters. Op 11 oktober a.s. is Jan Schmitz vijftig jaar organist. Dit jubileum zal in de Pieterskerk gevierd wor den met een concert en de presen tatie van een nieuwe grammofoon plaat, waarop Jan Schmitz te be luisteren is op het orgel van de ca- thedraal van Chartres. Hij speelt op deze plaat Franse en Nederland se orgelwerken. Om er zeker van te zijn, dat zij zichzelf niet voor de gek hielden schakelden Van Houten en Kas- bergen twee ingenieurs in, die per computer berekenden hoe groot de kans was dat er van toeval sprake kon zijn. „De uitkomst was bijzon der overtuigend. De kans op toeval kan gesteld worden op één op de half miljard. Wij vonden dus één op de half miljard door gewoon analyseren. Met andere woorden, wij trokken steeds de hoofdprijs uit de loterij". Na dertien jaar wetenschappelijk onderzoek en het boek 'Bach en het getal' heeft de cijfercode zijn greep op de beide musicologen nog niet verloren. „Ons onderzoek gaat gewoon verder. Er liggen nog vele werken, die we door moeten worstelen. Wij menen, dat alleen een overstelpend aantal overtui gende voorbeelden voldoende be wijskracht kan hebben in een zo gevoelige materie. Het kan zijn, dat er in de toekomst aanvullende bro chures komen over 'Der Kunst der Fuge' en 'Das musikalische Opfer' en misschien zullen we apart nog aandacht wijden aan de cantates, die Bach heeft geschreven. Wat als een liefhebberij begon is nu een verslaving geworden. Wij zullen nog vele jaren bezig zijn om Bachs getalssymboliek te ontcijferen". ZAANDAM -Tussen twee grachtenpanden en boven een sluis in Zaan dam is een theatertje verrezen. De theatergroep Hollandia geeft er in de maand augustus een reeks voorstellingen van Louis Ferrons 'La Paloma', een stuk gebaseerd op de legende van 'De Vliegende Hollander'. Het pu bliek zal de produktie kunnen volgen vanaf een tribune die in de sluis op het water drrjft. goto anp> kunnen concluderen dan dat Bach in zijn muziek voortdurend heeft willen getuigen van zijn levensvi sie. Misschien kon hij zich als gelo vig Lutheraan in zijn tijd niet ver oorloven om openlijk voor zijn be langstelling voor esoterische syste men uit te komen. Om die reden kan hij een verborgen code ge bruikt hebben". Sterfdatum „Marinus en ik hebben heel veel gediscusseerd over de vraag hoe het mogelijk was dat Bach zijn ei gen overlijdensdatum wist. Al in een vroege cantate, die hij op zijn 23ste componeerde, komt die sterf datum voor. Het zij zo. Het feit ligt er. Verklaren kunnen wij het niet. Wij zijn geen parapsychologen. De voorbeelden in ons boek kunnen door iedereen worden gecontro leerd. Wij willen niets bewijzen, maar worden gewoon door de fei ten gedwongen om aan te nemen, dat Bach een mens was van een groot geestelijk kaliber, die de grenzen van het zichtbare over schreed". Van Houten en Kasbergen kwa men wekelijks bij elkaar om de uit komsten te bespreken van een werk, dat zij de afgelopen periode onafhankelijk van elkaar hadden bestudeerd. Als de uitkomst niet overeenkwam werd het stuk op nieuw kritisch onder de loep geno men. „Ons boek heeft veel waarde ring gekregen, maar er was uiter aard ook kritiek. Wat ons een beetje teleurstelde was dat veel kri tiek zo onhoffelijk was, op het ag- gressieve af. Een criticus had in zijn krant een berekening gemaakt van een stuk van een willekeurige andere componist en hij kwam op dezelfde uitkomsten. Toen wij dat narekenden bleek- er helemaal niets van te kloppen. Als je dan reageert met een ingezonden stuk wordt het niet geplaatst. Wij heb ben er alle begrip voor, dat het voor een rationeel verstand moei lijk is om aan te nemen dat Bach zijn eigen overlijdensdatum voor uit wist. Maar het is onplezierig als je integriteit in twijfel wordt ge trokken, terwijl wij onszelf de strengste maatstaven hebben aan gelegd". „Gelukkig is er grote belangstel ling voor het werk. Wij worden in binnen- en buitenland gevraagd voor lezingen, cursussen en work shops. Op onze eigen conservato riums bestaat veel interesse. In Toulouse gaven wij een cursus tij dens het Bach-festival voor orga nisten, clavecinisten en musicolo gen met enorm succes. In Canada werden we uitgenodigd door een universiteit. Het gaat doorwerken. Overal waar wij lezingen of cursus sen verzorgen zijn de mensen voor 99 procent overtuigd". Kees van Houten (links) en Marines Kasbergen: Bach en het getal vier' als 'Das musikalische Opfer' vind je steeds weer hoe hij een in genieuze getalssymboliek heeft verwerkt. In zijn 'Orgelbüchlein' treedt dat zelfs buitengewoon ge raffineerd aan het licht. Bach's Or gelbüchlein is onvoltooid geble ven. Het bevat maar 46 van de oor spronkelijk geplande 164 koralen ter gelegenheid van de kerkelijke feestdagen. Wel zijn alle 164 titels boven aan de bladzijden geno teerd. Bach componeerde die 46 stukken tussen 1713 en 1716. Toen hield hij er plotseling mee op. Om die reden hebben wij het Orgel büchlein aanvankelijk buiten be schouwing gelaten. Tot we op merkten dat Bach er in 1740 twee stukjes aan heeft toegevoegd, waarvan het laatste maar anderhal ve maat omvat. Dat stukje handelt over de graflegging van Christus en valt dus tussen de passie- en paaskoralen. Wij kregen het ver moeden dat het misschien iets te betekenen had. Bij diepgaand on derzoek bleken de 46 koralen de zelfde getalsstructuren te bevatten als de andere composities. Maar het frappante was, dat we moesten beginnen bij dat onvoltooide stuk je uit 1740. Die anderhalve maat bevatte de sleutel tot de bood schap, die in de 46 andere stukken verborgen lag". Buiten bereik van de Utrechtse muziekstudenten in een rustig kroegje laat Kees van Houten we ten hoe hij en zijn collega Marinus Kasbergen (compositieleraar aan het Brabants conservatorium in Tilburg) de cijfercode ontdekten. „Uit verschillende publicaties was bekend, dat Bach zijn eigen naam (B is 2, A is 1, C is 3, H is 8 samen 14) veelvuldig in zijn stuk ken verwerkte als een soort muzi kale handtekening. Veel voorko mende getallen als 3, 7 en 12 zou den volgens oudere publicaties verband houden met religieuze symbolen als de drievuldigheid. Maar er was nooit een diepgaand onderzoek ingesteld". „Wij waren dat ook niet echt van plan. Maar wat in 1972 als een spel begon ontwikkelde zich tot een grondige analyse van alle noten en maten, die Bach geschreven heeft. Marinus en ik hebben samen een nieuwsgierigheid gemeen naar wat een componist beweegt. Boven dien is er een gezonde belangstel ling naar de zin van het bestaan. Die combinatie gaf ons de energie om aan het enorme karwei te be ginnen, dat langzamerhand is uit gegroeid tot een levenstaak". „Het onderzoek begon zonder verwachtingen. Inmiddels hebben we er meer dan 10.000 werkuren in zitten. Ruim de helft van Bach's muziek hebben we noot voor noot doorgewerkt. Daarbij zijn we op zoveel overtuigend bewijsmate riaal gestoten, dat wij niet anders ROTTERDAM <ANP) - Het be roemde stuk van Shakespeare .Ro meo en Juliet' wordt deze zomer gedurende de hele maand augus tus elke avond behalve op maan dag gespeeld door Rotterdamse ac teurs in een tent aan de overkant van het Centraal Station in Rotter dam. Het initiatief tot de opvoering van dit klassieke liefdesdrama is van de Rotterdamse Stichting Pier 7 - theaterveroorzakers, die acht tien acteurs bereid vond het stuk in bewerking van Ria van Meurs op te voeren. Op de twee hoofdrol spelers van 16 en 17 jaar na zijn zij professioneel en voor het meren deel uit Rotterdam afkomstig. De première heeft plaats op za terdag 26 juli.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 17