'Nadruk op verbetering programma's en organisatie'
Leiden aantrekkelijker maken
voor recreanten en toeristen
ZATERDAG 19 JULI 1986
LEIDEN
LEIDEN - De streekomroep
Rijnland moet niet al te veel
voorrang geven aan eventuele
samenwerkingsafspraken met
de 'provinciale' omroep Hol
land-West. Het bestuur van
'Rijnland' kan beter nadruk
leggen op het versterken en
verbeteren van de organisatie
en de programma's van de ei
gen omroep.
door
Wim Wegman
Dat althans vindt Joop Kamphuis,
directeur van de stichting welzijn
Leiden en adviseur van de streek
omroep Rijnland. Hij wijkt met dit
standpunt behoorlijk af van de
ideeën die het bestuur van 'Rijn
land' over deze zaak koestert. Dat
wil nu juist wèl goede samenwer
kingsovereenkomsten met 'Hol
land-West' afsluiten.
Op de achtergrond speelt mee
dat de omroep Holland-West van
het rijk enkele miljoenen guldens
krijgt. Door nu samen omroepspul-
len en studio's te delen, hoopt
'Rijnland' voor een klein deel van
deze bijdrage te profiteren. Samen
werking om het geld dus en niet
om de liefde. Maar dat geld kan de
streekomroep zeer goed gebrui
ken. Zij krijgt namelijk geen subsi
die van de overheid en zit zeer krap
bij kas.
Helemaal vlekkeloos zijn de on
derhandelingen tussen 'Holland-
West' en anderzijds Omroep Rijn
land en een aantal andere stree-
komroepen niet verlopen. Onlangs
beschuldigde 'Rijnland'-voorzitter
Joop Walenkamp het bestuur van
de 'provinciale' omroep ervan dat
het op het punt stond gemaakte af
spraken te schenden. Zo zou 'Hol
land-West' volgens Walenkamp
geen hulpstudio meer in Leiden
willen neerzetten. Daardoor zou
het gezamelijk gebruik van om-
roep-faciliteiten ook op de tocht
komen te staan.
Achteraf bleek het met dat 'con
flict' wel mee te vallen. Het is nog
steeds de bedoeling dat de hulp
studio's er komen. En de 'provin
ciale' omroep wil de komende twee
maanden samenwerkingsovereen
komsten sluiten met de verschil
lende streekomroepen. Kortom: de
uitlatingen van Walenkamp waren
wat voorbarig.
Kamphuis zou het echter geen
ramp vinden wanneer de overeen
komst niet doorgaan. Hij twijfelt
zeer aan het bestaansrecht van een
tweede 'provinciale' omroep in
Zuid-Holland "En ik sta daarom
ook zeer sceptisch tegenover sa
menwerking met zo'n omroep", al
dus kamphuis.
Beter kan 'Rijnland' volgens
hem zijn eigen koers blijven varen.
"Ik zeg niet dat het bestuur nu
maar moet stoppen met de onder
handelingen. Het moet eruit halen
wat erin zit. Maar de aandacht voor
die samenwerkingsovereenkom
sten mag niet ten koste gaan van
de opbouw van de streekomroep.
Dat zijn die paar rotcenten niet
waard".
deze omroepenhebben. Daarnaast
mogen streekomroepen alleen de
kabel op wanneer ze door de ver
schillende gemeenteraden repre-
sentatief zijn verklaard. Dat ge
beurt pas wanneer in het bestuur
van de omroepen voldoende verte
genwoordigers zitten van de ver
schillende verenigingen en instel
lingen uit dat gebied.
Uit het betoog van Kamphuis
blijkt dat de streekomroepen nog
op een derde manier worden 'ge
dragen' door de burgers: ze kun
nen op betrekkelijk eenvoudige
wijze programma's aanleveren.
Volgens de 'Rijnland'-adviseur is
inmiddels wel gebleken dat het
mogelijk is dat mensen zonder
journalistieke of technische oplei
ding redelijke programma's kun
nen maken. "Je hoeft niet hoogge
schoold te zijn om mee te kunnen
doen",zegt Kamphuis. En: "Ik zie
de streekomroep als een belangrijk
medium om de onderlinge com
municatie tussen burgers te bevor
deren, juist omdat ze zo dicht bij de
staan".
Burgers
De adviseur van Omroep Rijn
land twijfelt aan het bestaansrecht
van de ,'provinciale' omroep omdat
die niet direct wordt 'gedragen'
door de burgers in deze provincie.
Landelijke omroepen zijn direct af
hankelijk van het aantal leden dat
ze hebben. "Ondanks alle kritiek
die je op het omroepbestel kunt
hebben, is het daardoor wel een
verlengstuk van de geluiden uit de
Nederlandse samenleving", meent
Kamphuis.
Ook de streekomroepen zijn af
hankelijk van de bewoners van het
gebied waarin ze uitzenden. Ten
eerste zijn de ledenbijdragen één
van de weinige geldbronnen die
Te verscheiden
Bij de 'provinciale' omroep Hol
land-West (naast Radio Rijnmond
de tweede 'provinciale' omroep in
Zuid-Holland) ligt de zaak volgens
Kamphuis heel andes. Deze om
roep zal niet of nauwelijks pro
gramma's kunnen maken die be
stemd zijn voor alle inwoners van
van het gebied waarin zij gaat uit
zenden. Daar is deze provincie veel
te verscheiden voor, stelt hij.
"Het gebied van Omroep Rijn
land is eigenlijk al veel te groot en
te divers. De streek rond Lisse en
Hillegom is economisch en sociaal
gezien heel verschillend van de
Leidse regio. Eigenlijk zou 'Rijn
land' moeten worden gesplitst.
Joop Kamphuis vindt dat 'Rijnland' niet al te veel voorrang moet geven
aan een mogelijke samenwerking met Holland-West.
Voor de duidelijkheid: dit is een streekomroep al niet volledig voor
puur persoonlijke mening. Maar één gebied kan spreken, hoe zit het
wat ik ermee wil zeggen is: als een dan met de 'provinciale' omroep?
En waar steunt die dan op? Ze
moet weliswaar representatief
worden verklaard door de, provin
cie, maar dat is volgens mij een
derde-rangs representativiteit".
Kamphuis noemt als tekenend
feit dat, wat nu 'Holland-West'
wordt, ooit is begonnen als Om
roep Groot-Den Haag. "In het be
stuur daarvan zaten louter en al
leen vertegenwoordigers van
Haagse clubs. Eigenlijk was het
een streekomroep die in aanmer
king wilde komen voor de tweede
provinciale zendmachtiging".
Op initiatief van Omroep Rijn
land werd een tegenzet gedaan.
Een aantal streekomroepen in
Zuid-Holland richtte een federatie
op die ook een aanvraag indiende
voor de zendmachtiging. Het pro
vinciebestuur zette het inmiddels
in Omroep West omgedoopte
'Groot-Den Haag' voor de keus: of
samenwerken of helemaal geen
tweede zendmachtiging.
Omroep West koos voor samen
werking met de federatie en geza
menlijk werd 'Holland-West' opge
richt. Daarin kreeg de federatie
van streekomroepen een kwart van
de bestuurszetels. Kamphuis: "Het
is een heel gedoe geweest. Ik kan
me de sikkeneurigheid van Walen
kamp en zijn twijfels over dé sa
menwerking met 'Holland-West'
best voorstellen".
Logisch
Kamphuis had het logischer ge
vonden als het rijk de miljoenen
voor 'Holland-West' beschikbaar
had gesteld voor de streekomroe
pen. Die hadden dan een 'facilitair
bedrijf kunnen oprichten. Zeg
maar: een instelling die spullen
van de streekomroepen beheert en
verdeelt. Ook hadden die omroe
pen professionele, betaalde krach
ten in dienst kunnen nemen om de
vrijwilligers journalistiek en tech
nisch te begeleiden. Volgens
Kamphuis zijn er inmiddels zo veel
intitiatieven voor streek-radio en
-tv dat de hele provincie toch wel
was 'bedekt'. "Maar die slag om het
geld hebben we verloren", zegt hij.
Over het delen van omroepfacili-
teiten met 'Holland-West' maakt
hij zich weinig illussies. "De 'pro
vinciale' omroep krijgt ongeveer 35
betaalde krachten in dienst. Die
zullen dure, professionele appara
tuur tot hun beschikking krijgen.
Ik zie het nog niet gebeuren dat die
spullen worden uitgeleend aan
Omroep Rijnland. Maar ik zie het
ook nog niet voor me dat 'Holland-
West' de vrij goedkope recorders
van Omroep Rijnland zal lenen.
Het enige dat dan overblijft is het
huur van de studio van 'Rijnland'",
aldus Kamphuis.
Hij voegt er meteen aan toe dat
als 'Holland-West' hetzelfde aantal
zenduren krijgt als Radio Rijn
mond, de hulpstudio niet overdre
ven veel zal worden gebruikt. "Ra
dio Rijnmond zendt drie uur per
dag uit. In een zo grote en verschei
den provincie als Zuid-Holland, zal
er maar een klein gedeelte van de
porgramma's betrekking hebben
op deze regio".
Als er geen samenwerkingsover
eenkomsten worden gesloten, en
'Rijnland' dus niet meedeelt in de
provinciale-omroeppot'betekent
dat niet het einde van de streekom
roep. Kamphuis geeft toe dat de
streekomroep er financieel niet
rooskleurig voorstaat. "Maar we
zijn nog steeds aan het opbouwen.
Met ons radiowerk hebben we al
een redelijke bekendheid gekre
gen. Bij de televisie gaat alles wat
langzamer, maar er zit groei in. We
zullen de komende twee jaar leden-
werf- en sponsoracties moeten blij
ven voeren. Dat zal veel energie en
tijd kosten. Ik denk dat de toe
komst niet slecht is. Maar de ko
mende twee jaar zullen bepalend
zijn".
Adviseur Kamphuis van Streekomroep Rijnland pleit voor koerswijziging:
LEIDEN - De gemeente
Leiden gaat er meer werk
van maken om toeristen
naar stad en wijde omge
ving te trekken. Toerisme
en recreatie gaan een steeds
belangrijker onderdeel vor
men van het economisch
beleid van de gemeente.
Voorzieningen voor het watertoe
risme, verbetering van de bereik
baarheid van de binnenstad voor
watersporters,%het realiseren van
goedkope overnachtingsvoorzie
ningen, het maken van meer park
jes rond de oude stadsveste, verbe
tering van openbare ruimtes en het
maken van voorzieningen ten be
hoeve van Leiden Museumstad.
Dat is wat er allemaal op het ver
langlijstje staat om de toeristische
en recreatieve aantrekkelijkheid
van Leiden en omgeving te verbe
teren.
Het gemeentebestuur heeft dit
verlanglijste dezer dagen naar het
college van gedeputeerde staten
van Zuid-Holland gestuurd met
het verzoek om een bijdrage te ver
lenen in de uitvoeringskosten. De
plannen van de gemeente Leiden
passen namelijk in de plannen die
het provinciebestuur heeft ge
maakt om de recreatiemogelijkhe
den in Zuid-Holland te vergroten.
In het Toeristisch-Recreatief Ont
wikkelingsplan (TROP) van de
provincie wordt in het kader van
de economische betekenis van de
toeristische en recreatieve bedrij
vigheid veel aandacht besteed aan
de aantrekkelijkheid voor toeris
ten van streek en centrum.
Hoewel het gemeentebestuur in
de begroting voor 1987 al extra
geld heeft uitgetrokken voor de
bevordering van Leidens toeristi
sche en recreatieve aantrekkelijk
heid lukt de realisering van alle
mooie plannen alleen met financië
le steun van de provincie. Krijgt de
gemeente subsidie van het provin
ciebestuur dan zijn er verder geen
bezwaren meer van financiële of
bestemmirfgsplantechnische aard,
die een daadwerkelijke uitvoering
op korte termijn in de weg staan.
Watertoerisme
Uit onderzoek is, volgens het
Leidse gemeentebestuur, gebleken
dat de provincie Zuid-Holland een
achterstand heeft op het gebied
van het watertoerisme. Met name
Leiden vormt met z'n vele water
wegen voor de watersport een
knooppunt. In het toeristisch plan
van de provincie wordt ook al aan
gegeven dat dit knooppunt verbe
tering behoeft. De gemeente komt
met twee plannen daarvoor op de
proppen: verbetering Van de be
reikbaarheid van de binnenstad en
de aanleg van voorzieningen voor
het watertoerisme in het recreatie
gebied Strengen en Tengnagel.
Verbetering van de bereikbaar
heid van de binnenstad is nodig
omdat belangrijke routes langs his
torische bebouwing en andere in
teressante bezienswaardigheden
door vaste bruggen met een te ge
ringe of zelfs geheel ontbrekende
doorvaartmogelijkheid per boot
onbereikbaar zijn. Verruiming van
de doorvaarthoogte en/of breedte
van enkele bruggen bevat een be
langrijke bijdrage aan de plannen
voor verbetering van de waterre
creatie. Daarvan maakt ook de rea
lisering van een passantenhaven
aan de Haven in Leiden deel uit.
Besloten is tot een meerjarenopzet
waarbij één brug per jaar wordt
aangepakt. De kosten daarvan
voor 1987 worden geraamd op cir
ca 75.000 gulden.
Windsurfers
De Strengen en Tengnagel, een
eilandgebied ten noorden van de
Merenwijk (op Warmonds grond
gebied), krijgen in het plan van de
gemeente Leiden een functie voor
de land-, water- en oeverrecreatie.
De ontsluiting zal plaats vinden via
de Broek- en Simontjespolder.
Voorzieningen waaraan wordt ge-
dacht zijn: aanlegplaatsen, be
schuttende beplanting, speel- en
ligweiden, sanitaire voorzieningen
en een watercamping. Voorts
wordt rekening gehouden met een
startplaats voor windsurfers en
voorzieningen voor kort-kampeer-
ders met kleine bootjes.
Op het gebied Tengnagel kun
nen ook wat grotere boten voor een
kort verblijf worden opgevangen
langs aan te leggen steigers. Deze
voorzieningen kunnen volgens de
gemeente Leiden mede van belang
zijn als passanten-a^plegplaats of
rustpunt in het vaarverkeer van en
naar de meren en plassen in het he
le Noord- en Zuidhollandse plas
sengebied. De eerste fase vai
plan omvat onder meer een start
plaats voor surfers en levert daar
mee onmiddellijk een aantrekkelij
ke bijdrage aan het gebied met een
positieve uitstraling op de werkge
legenheid (beheer, exploitatie,
dienstverlening en detailhandel).
Stadscamping
Volgens het gemeentebestuur
bestaat er een nijpend tekort aan
goedkope overnachtingsvoorzie
ningen in Leiden en omgeving. De
noodzaak van een spoedige realise-
vatertoerisme in Leiden en omgeving heeft een flinke achterstand.
Om daar. verbetering in te brengen wordt in De Haven in Leiden een
passantenhaven aangelegd. (foto Holvast»
Een Japans boogbruggetje over de Morssingel, bij de ingang van het museum voor Volkenkunde, moet
nuttige voetgangersverbinding vormen tussen het museum en het station. Het bruggetje moet bovendien
blikvanger worden voor het museum dat volgend jaar 150 jaar bestaat. (foto Hoiv
ring hiervan werd al genoemd in
de gemeentelijke nota 'Leiden de
moeite waard' en nog eens bena
drukt in het provinciale ontwikke
lingsplan.
De gemeente heeft de volgende
plannen om aan dat tekort iets te
doen: de bouw van trekkershutten
in het gebied Cronesteijn nabij het
centrum van Leiden en de aanleg
van een stadscamping op een ter
rein naast de Wassenaarseweg. De
kosten van de trekkershutten, die
deel zullen uitmaken van en route
met trekkershutten in Zuid-Hol
land, worden geraamd op zo'n
75.000 gulden en die van de aanleg
van de stadscamping op rond de
twee ton.
De musea in Leiden vervullen
volgens de gemeente een belangrij
ke functie als slecht-weer-alterna-
tief voor de kust- en bollenstree
krecreanten. Op verschillende
punten kan het museumaanbod
van Leiden versterkt en beter toe
gankelijk worden gemaakt. Er zijn
al plannen in ontwikkeling met be
trekking tot de uitbreiding van het
stedelijk museum De Lakenhal,
een museumfunctie voor de stads-
timmerwerf, het Wagemakersmu-
seum en het Pesthuis (de Nationaal
Natuurhistorische Presentatie).
Voor 1987 heeft de gemeente nu
ook een plan op stapel staan om de
omgeving van het museum voor
Volkenkunde aan de Steenstraat,
dat dan 150 jaar bestaat, op te
knappen. De aanleg van een Ja
pans boogbruggetje over de Mors
singel, bij de ingang van Volken
kunde, zou een blikvanger moeten
worden op de route vanaf het sta
tion. Zo'n bruggetje zou heel nuttig
zijn als voetgangersverbinding.
Het plantsoentje naast Volken
kunde moet volgens de gemeente
opnieuw ingericht worden met vol
kenkundige elementen zodat het
museum aan de entreezijde een be
ter gezicht krijgt. Een zitplek of po
dium voor etnische muziekgroe
pen is hier ook op haar plaats. Ten
slotte is het de bedoeling van de
gemeente een voetpad aan te leg
gen van het museum voor Volken
kunde langs Amicitia naar het mo
lenmuseum De Valk. De kosten
van al deze werken worden ge
raamd op tweeënhalve ton.
- Een flinke fontein op het Stationsplein moet de entree van Leiden een
lantrekkelijker aanzien geven. Op bovenstaande (truc)foto is de fontein
n het Rotterdamse Hofplein gesitueerd op de Leidse Plesmanrotonde
t een indruk te geven van hoe het er uit zou kunnen zien. (foto Van Gullek»
Fontein
Al jaren wordt er gewerkt
rond de historische binnenstad een
groengordel aan te leggen van
parkjes. Een deel daarvan is inmid
dels gerealiseerd langs gerestau
reerde stadspoorten, karakteristie
ke bolwerken en historische mo
lens. De groenzones betekenen
volgens de gemeente een belangrij
ke bijdrage aan de aantrekkelijk
heid van een bezoek aan de stad.
De bedoeling is om volgend jaar
een aansluitend deel van deze
groengordel aan de noordoostzijde
van de binnenstad te realiseren (in
het verlengde van het Huigpark en
op de voormalige stadshulpwerf in
de Verversbuurt). De kosten daar
van worden geraamd op zo'n
400.000 gulden.
Volgens de gemeente is er door
het vele bouwen in de bestaande
stad de afgelopen jaren een 'verste
ning' opgetreden die de binnen-
'stad er niet aantrekkelijker op
heeft gemaakt. Meer groen en zit
plaatsen zijn zaken die daar iets
aan kunnen doen. En ook een fon
tein hoort er bij.
In het totale plan van aanpak
voor de komende jaren is voor 1987
voorzien in de realisering van een
fontein met omringend groen op
het Stationsplein. Deze plaats
wordt bijzonder markant genoemd
omdat daarop goed zicht is vanuit
passerende treinen, vanaf het bus-
en treinstation en vanaf belangrij
ke invalswegen als de Plesmanlaan
en Schipholweg. De kosten van de
bouw van een fontein worden ge
raamd op 200.000 gulden. Ook an
der invalswegen naar de stad (de
Lammenschansweg en vooral de
Willem de Zwijgerlaan) moeten
volgens de gemeente aantrekkelij
ker worden gemaakt.
Leerproject
Over alle plannen merkt het ge
meentebestuur op dat het positie
ve gevolgen heeft voor de werkge
legenheid en dat sommige werken
of onderdelen kunnen worden uit
gevoerd als leer-/werkproject.
Hierover heeft al overleg plaatsge
vonden met het Gewestelijk Ar
beidsbureau.
De gemeente rekent er dan ook
op dat het provinciebestuur posi
tief op het verzoek om subsidie zal
reageren. "In elk geval zal volgend
jaar een begin worden gemaakt
met de uitvoering van enkele plan
nen", aldus stadvernieuwingsamb-
tenaar W. van Stigt. "Het doortrek
ken van de groengordel rond de
oude stad en de bouw van een fon
tein op het Stationsplein zitten
reeds in de pen. Maar we maken
ons sterk om alle plannen die we
hebben gemaakt ook uit te voe
ren".
Gemeente komt met uitgebreid plan