'Koningin van de Zeedijk'
leeft voort in haar café
Guus Weitzel was de radio
Bet van Beeren, een onvergetelijke waardin
Da's waai* ooh
Tijdens de Bonte Dinsdagavondtrein was het stil op straat
ZATERDAG 19 JULI 1986
EXTRA
door Pieter van de Vliet
Café 'het Mandje' aan de Zeedijk
van de legendarische waardin Bet
van Beeren is al vijf jaar dicht. De
panden aan weerszijden zijn onbe
woond. Het beeld van verval wordt
versterkt door de junks die heen en
weer, af en aan gaan. Eindeloos, uit
zichtloos. Met in hun kielzog de
agenten van bureau Warmoesstraat,
altijd vier, straatbreed op een rij.
Des te opvallender is dat het café fris
in de verf steekt en dat de ramen nog
onlangs zijn gezeemd. Een weerspiege
ling van de hoop dat het allemaal nog
goed komt met de ,dijk'. Tegenover 'het
Mandje' is 'de Drie Korfjes' geopend,
een eethuisje dat een mager bestaan
leidt in de huidige situatie. Maar de eige
naar is optimistisch. Hij heeft zelfs een
voorzichtig terrasje uitstaan, het enige in
de meest verloederde straat van de
hoofdstad. Meestal bezetten buurtbewo
ners die paar stoelen en een enkele keer
een vermetele vreemdeling, of een niets
vermoedende.
Niet veranderd
Bet, van wie de oudere bewoners van
de Jordaan zeggen dat ze de Zeedijk zelf
was, of ten minste de koningin van de
,dijk', is dood. Al negentien jaar. Maar
haar geest leeft. Haar zuster Greet heeft
na haar dood het café voortgezet totdat
de junks erom begonnen te loten wie de
volgende klant mocht beroven. Toch
denkt Greet dat zelfs zy Bet niet hebben
weggekregen. Ze is zich nog voortdu
rend bewust van haar aanwezigheid. Het
interieur van het café is sinds haar dood
niet veranderd. Evenmin als de boven-
gelegen etage, met de bijna levensgrote
én levensechte poppen van Marlène Die
trich. Die etage ademt nog haar warmte.
Je voelt dat daar méér is dan Greet al
leen.
„Bet is niet weg te cijferen. Ze is een
rots in de branding, een vuurtor^p, met
geen tien zeeén weg te krijgen. Ze straal
de een kracht uit die haar weerga niet
kende. Het was iets van magnetisme. Ze
trok de mensen naar zich toe. Ze was les
bisch en kwam daar al heel jong mee
voor de draad. Maar mannen vielen op
haar en ze wist heel goed met hen om te
gaan. Ze was een groot artieste, ze wist
te leven. Ze had geen benauwde gedach
ten, alles moest kunnen, vond ze. Of je
nou gesjochten was of rijk. Ze hield van
de hele mens".
„Ze kon de mannen het geld uit hun
zak zuipen. Want daar was ze een zaken
vrouw voor: de pomp moest lopen, de
vaten moesten leeg. Maar ze gaf het net
zo makkelijk weer uit. Vooral als men
sen in de merode zaten, in de narigheid".
„Het was een knappe vrouw, zeker.
Met mooie benen onder d'r mantelpak
uit. Daar kon ze mee pronken. Zingen,
dansen en zuipen. Ze had altijd de rijks
te kerels aan d'r gat hangen. En thuis ko
men met hun kleingeld, wat goed van
pas kwam want daar was 't armoei. Moe
der was wel eens bang dat Bet zich gaf
aan die kerels. Maar dan zei Bet dat ze
zich geen zorgen moest maken. „Want
aan m'n preudereutje komen ze niet,
moeder". Daar ging het veel mannen
ook niet om. Als ze maar met haar gezién
werden was het al goed".
Zakenvrouw
„Ze was op en top een zakenvrouw.
Alles kon ze verkopen. Moeder stond
met gerookte aal op de Haarlemmerdijk,
op het bruggetje bij de Haarlemmer
sluis. Als de handel niet liep nam Bet het
over. Als de binken met hun meiden uit
de danshuizen kwamen riep Bet: „Mei
den, troggel die jongens wat aaltjes af,
want moeder moet los". En in een mum
was ze leeg".
„Ome Toon dreef eerst 'het Mandje'.
Maar Bet vermaakte de boel. Met haar
was het lol. Zou jij geen trek in de zaak
hebben, vroeg ome Toon. Maar ze was
een meisje van de fabriek, de blikfa-
briek. Ze had geen geld. Vader werkte
als stratenmaker bij de gemeente; hij
kon een voorschot op zijn loon krijgen.
En de brouwerij, Oranjeboom, heeft
haar óók geholpen. Die heeft ze daarom
nooit meer in de steek gelaten. De gro
ten, zoals Heineken, hebben het later bij
haar geprobeerd, want het bier vloeide
rijkelijk. Maar ze gaf geen sjoege".
„In het voor- en najaar kreeg ze de kol
der. Dan was ze met geen twintig paar
den te houden. Ging ze lekker aan de
hol. Dan stapte ze met 'r polka-koppie in
d'r leren pak op de motor. De hele straat
stond vol gas, de ramen vlogen open.
Bet van Beeren, een vrouw op een mo
tor, die leek op een kerel. Ze is met een
snee in d'r neus na een verkeerde ma
noeuvre een bakkerswinkel binnenge
vlogen".
„Travestie was in die tijd zwaar verbo
den voor de wet. De politie heeft haar
verplicht een rok aan te trekken. Maar
dat vond ze geen ponem, met een rok op
de motor. Ze wou 'm wel over d'r rij
broek aan". Een grote foto van Bet in het
leer op de motor hangt in de kroeg.
Greet stoft de foto af als ze op gezette
tijden de zaak lucht. Omdat ze ervan
overtuigd is dat het ooit weer mooi
wordt op de ,dijk'.
Als de kat
„Bet hield veel van het koningshuis.
Ze begreep wat Koninginnedag was.
Een feest van de vrijheid, waarop alles
mag. Manke Ferrie met z'n horrelvoet
versjouwde het biljart en dan was het
laaien geblazen. Oud en jong, hetero en
homo, pooiers en prostituées, boeren en
buitenlui zongen en dansten en hosten.
Bet zong met 'r machtige stem Aan de
voet van die ouwe Wester. En ze zoop
mee, want ze lustte ze als de kat melk.
Veertig jaar heeft ze meegedronken, dat
doen geen honderd kerels haar na".
„Die jonge jochies waarop die oude
kerels peesden beschermde ze. Bet vond
dat ze zich niet meteen moesten vergooi
en. 't Prille moest nog even blijven, 't pu
re moest niet meteen kapot, 't Ging haar
niet alleen om 't verteren. „Jongen, nou
ga je naar huis", zei ze. En dan gaf ze die
binkies nog vaak geld mee voor de
trein".
„Ze deed veel voor de kinderen en de
oudjes in de buurt. Dan ging ze Boldoot,
de Bijenkorf af en Heineken, jazeker die
ook. Met alle égards werd ze ontvangen.
Niemand durfde haar met lege handen
te laten gaan. En de heren pooiers ge
bood ze 00 tijd voor te rijden om de oud
jes te laden. Denk er om dat ze niet durf
den ook maar een minuut te laat te ko-
„Als Bet de hort op ging, op de Schie-
damsedijk in Rotterdam, paste Manke
hilderij van haar zusje Bet. Inzet: Bet van
eertig jaar heeft ze meegedronken, dat doen
(foto's GPD)
Ferrie op de zaak. Dan sliep ie in 'r bed.
Ze kon van hem op aan. Dat kwam door
dat zij op haar beurt hem haar vertrou
wen en liefde heeft gegeven. Door Bet
heeft Ferrie met z'n manke poot nog een
stuk leven gehad. Na de dood van Bet
was voor hem de wereld afgelopen. Hij
verdween, heeft zich tot zijn dood niet
r laten zien. Veel pijn moet hij heb
ben geleden. Hij had de ziekte van Par
kinson; daar schaamde hij zich voor. Af
getakeld is ie aan z'n eindje gekomen".
„Bet is niet meer. Dat was moeilijk te
aanvaarden. Manke Ferrie heeft 't niet
kunnen verwerken. Anderen willen het
niet weten, nog steeds niet. Er komen
nog wel mensen, die tegen mij zeggen:
„Jij bent de kleine Bet". En tante Ton-
nie, dat wijffie hier boven van 89, zien ze
vaak voor Bet aan. Dan zwaait ze ook
maar. Bet heeft samen met Tonnie in de
blikfabriek gewerkt. Maar toen Bet plei
te ging nadat ze ruzie had gekregen met
de bazen, nam ze Tonnie mee. „Jy
brengt my geluk", zei ze. Tonnie heeft
dertig jaar met 'r handeltje langs de
kroegen getrokken. Kammetjes, crèmes
en poedertjes voor de animeermeiden".
„Dat het my gegeven is Bet te hebben
mogen meemaken stemt mij tot dank
baarheid. En dat ik haar laatste jaren
heb mogen verlichten. Ik zei: „Ga jij
maar lekker aan de toonbank innemen
en knobbelen. En ga nou maar bij de
mensen zitten waar je écht van houdt. Ik
neem het nu van je over".
„Altijd de pias en de clown uithangen,
je eeuwige glimlach laten zien, dat houdt
geen mens z'n hele leven vol. Op 't laatst
kon Bet niet meer. „Ach, m'n bedje, m'n
bedje", zei ze dan. Dat was 'r wereld ge
worden. Ze was een vrouw die de kracht
had zich aan niemand te binden. Die al
leen kon zyn en dat soms zocht. Op ou
dejaarsavond trok ze zich terug. Dan zat
ze met een kaars alleen op een kamertje,
met de foto's van al haar dierbare overle
denen".
Vandaag in aflevering 5 van de serie 'Da's waar ook'; twee bekenden voor diegenen die de jaren
vijftig bewust hebben meegemaakt. Een ontembare waardin aan de Amsterdamse Zeedijk, en een
man aan wiens voeten radio luisterend Nederland lag.
"Wie nu slechts de veters van de re
gisseur vastmaakt, komt al in de af
titeling te staan. Dat is geen kritiek.
Maar vroeger werkten we anders;
deden alles zelf. Een programma
dat dreigde uit te lopen werd ter
plekke ingekort. Dat betekende dan
zoveel als dat een artiest die nog
moest optreden maar de helft van
zijn programma voor het voetlicht
bracht. Dat besliste de presentator,
daar waren geen anderen voor no
dig".
Zijn stem is nog verrassend helder.
Zonder haperingen en in volzinnen
stroomt de informatie over zijn lippen.
Een volleerd spreker. Het is de ervaren
radiostem van Guus Weitzel, 82 jaar oud
inmiddels. Hij werd bekend als AVRO-
presentator van de Bonte Dinsdag
avondtrein van voor de oorlog. Maar de
meesten zullen hem herinneren als ver
slaggever van de Wereldomroep waar
voor hij een paar duizend reportages
maakte.
Hare Majesteit
Hy vergezelde als journalist de ko
ninklijke familie op haar talrijke uitstap
jes, maar sprak Hare Majesteit nooit. Of
toch één keer, toen een aantal vertegen
woordigers van de media aan de konin
gin werd voorgesteld. Daar stond hij dan
met een microfoon in zijn hand als teken
dat hij de radio vertegenwoordigde. En
zei Hare Majesteit nog wat? "Ik hou niet
van die dingen", klonk het terwijl de ko
ningin wees op de microfoon.
Weitzel is onlosmakelijk verbonden
met de geschiedenis van de radio in het
algemeen en met die van de AVRO in
het bijzonder. Als jonge knaap raakte hij
al snel geïnteresseerd in radio's. Die ap
paraten stelden in zyn jeugd niet veel
voor. Hij bouwde er zelf een waarmee de
in morse door Radio Scheveningen
doorgegeven weerberichten konden
worden opgevangen. Als geen ander be
heerste Weitzel het morse-alfabet. Om
zich er nog beter in te bekwamen, heeft
hij een een boek van Jules Verne - de
titel is hem ontgaan - geheel in morse
gefloten. Dat ging dan weken achtereen
door, yiet korte en lange fluittonen.
Geboren in Teteringen, tegenwoordig
onderdeel van Breda, verhuisde hij al
snel naar Den Haag. Over een blok van
wel 50 tot 60 woningen spande hij in het
Haagse een antenne om toch maar zo
veel mogelijk radiosignalen te kunnen
ontvangen. Zowel door zijn liefde voor
radiotechniek als zijn geregelde optre
den in bands - onder anderen als drum
mer in de volgens Weitzel destijds zeker
niet onbekende groep Queens' Melo
dists - kwam er van zijn HBS-opleiding
weinig terecht. De eerste paar jaren
sleepte hij zich er nog wel door, maar
strandde uiteindelijk in de derde klas.
Hij werd op een particuliere school ge
plaatst. Van de ongeveer 30 leerlingen
die in 1923 staatsexamen deden in Arn
hem, behaalde slechts één het HBS-di-
ploma. Ten behoeve van een succes-sto-
ry ware het aardig geweest als Weitzel
die ene leerling was geweest, maar he
laas, hij maakte deel uit van de groep
van 29 gezakten. Vervolgens werd hij op
het bekende Voorschotense Instituut
Wullings geplaatst (het huidige Bere-
steyn). Daar behaalde hij het begeerde
diploma.
Mislukt
Meester in de rechten. Dat leek Weit
zel wel wat. Dat was ook in die jaren al
een sleutel die op alle sloten paste; met
die titel kon je altijd wel aan de slag.
Maar dat mislukte. Het bijspijkeren van
Latijn en Grieks viel Weitzel zwaar. Bo
vendien was hij te snel afgeleid. Vervol
gens richtte Weitzel zijn steven naar Zü-
rich met het doel daar een opleiding te
volgen tot ingenieur. Maar ook dat zat er
niet in.
In de jaren waarover Weitzel spreekt
bestond al de Hilversumse Draadloze
Omroep, de voorloper van de Algemene
Nederlandse Radio Omroep, de latere
AVRO. Daarmee had Weitzel niets te
maken. Maar het is uiteindelijk wel aan
een kleine rel binnen die Hilversumse
Draadloze Omroep te danken dat hij bij
de radio terechtkwam.
Die omroep besloot samen met een
uitgever de Radio Luister Gids uit te ge
ven. De uitgever werd erby gehaald van
wege de financiële risico's. Bij de radio
geloofde men niet echt in het succes van
zq'n gids. "Maar dat bleek een goudmijn,
vooral voor de uitgever dus. De adver
teerders vlogen er op af en die moesten
in die jaren toch al aardige bedragen
neertellen voor het plaatsen van adver
tenties. Dat grote financiële gewin stak
de Hilversumse Draadloze Omroep, die
door Henk van der Post
Guus Weitzel, 82 jaar inmiddels.
Foto onder: Weitzel in 1936, het jaar
waarin de Bonte Dinsdag avond-
trein werd geboren, (foto's GPD/archieo
onder dat contract met de uitgever uit
wilde. Dat gebeurde door de oude om
roep op te heffen en een nieuwe te stich
ten. Zo werd de Algemene Nederlandse
Radio Omroep opgericht", vertelt Weit
zel.
Inmiddels was het ook tot anderen
doorgedrongen dat het uitgeven van een
radiogids een beste boterham opleverde.
In Den Haag werd de Nederlandse Om
roep Vereniging opgericht. Het was een
flinke annonce in de Nieuwe Courant
waarop het oog van Weitzel viel. De se
cretaris van de vereniging was ene Co-
hen de Boer, een man die Weitzel al eens
eerder was tegengekomen in het Haag
se. Hij nam met hem contact op en het
kwam tot een gesprek.
Voor het eerst
"Ik ben er meteen 's avonds naartoe
gegaan. Bij Cohen de Boer lag de post
hoog opgetast en die zijn we gaan uitzoe
ken. Daar zaten al veel verzoeken bij om
te mogen adverteren", weet Weitzel zich
nog goed te herinneren. Van het een rol
de hij in het ander. Hy werd al snel een
onmisbare schakel. Tijdens een radio-
uitzending vanuit Scheveningen moest
hij plots invallen voor de vaste omroeper
die verstek liet gaan. Voor het eerst
schalde de stem van Guus Weitzel door
Nederland.
De toenmalige (algemene) AVRO voel
de de hete adem van de christelijke om
roepen in de nek. Men was niet erg blij
met de oprichting van een tweede alge
mene omroep. Er ontstond flink gekisse
bis dat uiteindelijk leidde tot de aanstel
ling van een regeringsbemiddelaar. Per
januari 1928 kwam een fusie tot stand
tussen de beide omroepen die voortaan
onder de naam Algemene Vereniging
Radio Omroep (AVRO) door het leven
ging.
Zo kwam ook Weitzel terecht bij de
AVRO. Eerst had hij het niet erg naar
zijn zin, maar successievelijk kreeg hij
prettig werk en werd zeer direct bij de
radio-uitzendingen betrokken. Al voor
de totstandkoming van de Bonte Dins
dagavondtrein trok hij met orkesten
door het land om de AVRO te promoten.
"Luistergeld bestond in die jaren niet.
De omroepen draaiden op advertenties
in de gidsen en van vrijwillige bijdragen.
Vandaar dat er veel aan gelegen was dat
de omroep flink werd aangeprijsd bij de
bezoekers van de concerten, in de hoop
dat ze geld zouden storten op de girore
kening van de AVRO. De concerten wa
ren overigens wel gratis. Op de radio
was er altijd een soort strijd wie het
meeste geld by elkaar had gekletst".
Vijf keer vullen
De oude rot herinnert zich nog heel
goed de stedenavonden. "We konden
soms die zalen wel vier of vijf keren vul
len, zo groot was de belangstelling voor
concerten. Maar de optredende orkesten
waren dan ook het neusje van de zalm.
Daar waren heel beroemde Europese
orkesten bij".
Het geld kwam met bakken binnen,
maar ging er in dezelfde proporties weer
uit. De AVRO bouwde in 1936 een nieu
we studio aan de 's-Gravelandseweg.
"Een enorme uitgave, die in één keer
werd betaald. In dat nieuwe gebouw
kregen we de beschikking over een zaal
voor zo'n 500 mensen. Het lag voor de
hand dat we luistervinken naar de stu
dio zouden halen. Mensen uit Hilversum
en naaste omgeving werden uitgenodigd
naar programma's te komen luisteren.
Dat werd een daverend succes. Vanuit
alle delen van het land kwamen brieven
met verzoeken de live-uitzendingen - we
kenden geen andere manier van uitzen
den- te mogen bijwonen".
En zo is de Bonte Dinsdagavondtrein
geboren. Op een gegeven moment reden
er speciale treinen die op dinsdag men
sen vanuit bepaalde delen van het land
naar de bonte AVRO-show brachten. De
naam van de show is spontaan ontstaan
uit een combinatie van die gegevens.
"Onder muzikale begeleiding ging de
stoet dan vervolgens van het station
naar de studio. Dat was een happening
op zich.
En thuis luisterden honderdduizenden
naar de radio. Het was gewoon stil op
straat. De bioscopen deden dinsdag
avond slechte zaken".
Na afloop van de optredens van de ar
tiesten waren de grote zaal en de kantine
van het AVRO-gebouw een compleet
slagveld. Overal servetten en resten van
slaatjes. Want slaatjes waren wel heel
populair in die jaren vlak voor de oorlog.
Tijdens de pauze vielen de bezoekers
massaal aan en ook na afloop van de
voorstelling verorberden medewerkers
menige salade, zy het dat daarmee tot
het sluitingsuur werd gewacht om de
kantinebeheerder te dwingen zijn prij
zen te laten zakken. En dat gebeurde in
de regel ook wel, aldus Weitzel, want an
ders moest hij de slaatjes weggooien.
Maar er ging altijd een langdurig spel
aan vooraf alvorens de prijzen echt op
het niveau waren dat door het personeel
acceptabel werd gevonden.
Vele groten
Vele groten hebben meegedraaid in de
Bonte Dinsdagavondtrein. Een opsom
ming heeft nauwelijks zin. Wie in die da
gen beroemd was, trad op in de show.
Dat waren mensen uit heel Europa en
ook uit Amerika. Snip Snap hebben
hun bekendheid mede dank zij de 'trein'
verworven. Guus Weitzel praatte ze alle
maal aan elkaar. Tijdens vakanties werd
Weitzel vervangen door de ook bij jonge
re generaties bekende witharige nieuws-
lezer Frits Thors.
Na de oorlog ging de Bonte Dinsdag
avondtrein nog een groot aantal jaren
door, maar Weitzel maakte er geen deel
meer van uit. Zijn werkterrein kwam te
liggen bij de Wereldomroep waarvoor
hij meer dan tweeduizend reportages
maakte. Sinds 1969 is hij in ruste. Met
zyn vrouw woont hy in een flat die hoog
uittorent boven het Hilversumse. Vanaf
de veertiende verdieping kan hy de
meeste studio's nog zien. Maar enige be
moeienis heeft Weitzel er niet meer mee.
Contacten zyn er nog wel. By feestjes en
jubilea is hij van de party. Guus Weitzel,
de verhalende kenner van de radioge
schiedenis, is er altyd een welkom cau
seur.