Expositie met ingehouden adem
Verscheidenheid bij
Leidse kunstenaars
DINSDAG 15 JULI 1986
KUNST
PAGINA 15
Biënnale Venetië toont dat beeldende kunst wacht op speldeprik
Tekening van Aad van Houweli
het geheel genomen slaagt Ba-
rends er goed in met zijn pure
kleurexpressie gevoelens los te
maken.
"De verandering van de natuur
en van onze eigen omgeving
staat in nauw verband met de li
chamelijke en geestelijke ont
wikkeling van de mens. Met mijn
kunst wil ik bereiken, dat men
dichter bij de natuur komt te
staan, om beter het verschijnsel
van de eeuwige verandering, die
de essentie van ons leven vormt,
te begrijpen". Zo formuleerde
Krikor Momdjian enkele jaren
geleden in een artikel in 'Kunst
beeld' het wezen van zijn werk
en op deze expositie blijft het
thema onveranderd, de relatie
tussen de mens en de natuur. In
een expressieve, soms semi-ab-
stracte stijl, verbeeldt Momdjian
de mystieke verbondenheid tus
sen de mens en zijn omgeving.
De symbolische lading wordt
versterkt door het kleurgebruik
bij de achtergrond, waarin de
vereenvoudigde, gesloten figu
ren lijken op te gaan; bruine of
gele tinten, rood en blauw wek
ken duidelijke associaties met
aarde, vuur en zee.
Een totaal andere, heviger
vorm van expressie, vindt men
in de monumentale portretten
van Wim Koreman. Naast de hef
tige penseelstreken en het krach
tige palet van Koreman, springt
Koremans vormentaal in het
(foto Tejo Ringers).
oog, die duidelijk verraad dat hij
ondermeer een groot bewonde
raar van Picasso is. Dit laat zich
vooral aanwijzen in de manier,
waarop hij de houding van zijn
figuren en vaak ook de ogen
weergeeft. In heftige, maar
vloeiend verlopende bewegin
gen groeien zijn vlakvullende
frontaal afgebeelde figuren tot
solide en krachtige vormen. De
bijdrage van Koreman bevestigt
nog eens het afwisselende beeld
op deze tentoonstelling; klas-
siek-moderne invloeden temid
den van op hetzelfde constante
niveau werkende Leidse colle
ga's.
NANCY STOOP.
Geometrisch-abstracte kunst, Ar-
te-Povera, Minimal Art, Neo-Ex-
pressionisme, de Nieuwe Figuratie
en het 'fundamentele schilderen',
daar heb je nu helemaal geen vin
gers nodig. Venetië geeft dat aan.
De Nederlandse deelnemer Lu-
cassen bijvoorbeeld wordt gere
kend tot de Nieuwe Figuratie en
heeft in die zin veel van doen met
werk van figuren als Max Beck-
mann, Picabia en Edvard Munch.
Maar volgens Lucassen zelf ont
trekt de ware kunst zich aan de
banden van de geschiedenis, is
goede moderne kunst per definitie
kunst, en dus klassiek. Tijdloze
kunst van niveau derhalve, en
daarmee past het fraaie werk van
Lucassen perfect in het tijdsbeeld
dat de Biennale (bewust) geeft van
deze tijd.
Dat geldt ook voor de tekenin
gen en schilderijen van Frank
Auerbach. Zeer terecht heeft deze
(in Berlijn geboren) Brit een Gou
den Leeuw gekregen. De portret
ten en verbeeldingen van zijn di
recte omgeving zijn zonder meer
de mooiste van deze Biennale.
De getekende portretten van z'n
vrienden zijn van een niveau die
niet onderdoet voor de enigszins
vergelijkbare portretten van Gia-
cometti. En de verbeeldingen van
straten en huizen in de buurt van
zijn atelier lijken wel definitieve
versies van die bepaalde omge
ving. De zekerheid straalt van de
doeken af. Maar Auerbach weet
bovendien een wat mysterieuze
sfeer in zijn werk te brengen die je
aandacht heel lang vasthoudt. Het
wordt hoog tijd dat een Neder
lands museum eens uitgebreid
aandacht aan hem besteedt.
Vloeiend
Polke heeft zich voor deze Bien
nale laten inspireren door de sfeer
van het Duitse paviljoen en het
park. Grote tot zeer grote doeken
bedekken vrijwel alle wanden van
het paviljoen. Zijn werk is wellicht
het beste te omschrijven met
'vloeiende vormen', waarin bepaal
de, steeds terugkerende, non-figu
ratieve tekens als accent dienen.
Drie doeken van de Finse Silja
Rantanen zijn op m'n netvlies
geëtst. Die op architectuur gestoel
de olieverven zijn werkelijk zeer
indrukwekkend. Op een egaal,
maar zeer doorwerkt fond, zijn
simpele en heel sterke vormen
weergegeven. Niet te benoemen
vormen, die perfect in het vlak zijn
geplaatst en in volmaakt even
wicht met de restruimten op de on
dergrond zijn aangebracht. Ook
Rantanen verdient een presentatie
in ons land.
De tentoonstelling 'Aperto '86'
tenslotte, waar zich de nieuwe gar
de aandient, is een zware teleur
stelling. Het lijkt wel of de jonge
kunstenaars zich werkelijk geen
raad weten met hetgeen er rondom
hen heen gebeurt. Is het dan
werkelijk waar dat jonge artiesten
een 'stroming' nodig hebben voor
aleer zij een eigen-zinnig beeld
kunnen vormen? Wat nu te zien is,
zijn aanhalingen, citaten en zelfs
kopieën van eerder vervaardigde
kunstwerken. Zonder noemens
waardige resultaten. Een beetje be
schamend eigenlijk. Daar kan het
werk van Boys Webb, Mark Tan-
sey, Niek Kemps of Nunzio niet
veel aan veranderen.
En dus geeft ook dit onderdeel
van de Biennale aan dat de kunst
wereld lijkt te wachten op een spel
deprik, waarna men weer 'los
barst'. Voorspellingen doen is ver
leidelijk. Houden we het erop dat
de diversiteit steeds groter wordt
en men juist niet een bepaalde stijl
nodig heeft, wil men goede kunst
maken.
'To the studio's van de Brit Frank Auerbach. (foto gpd)
'Arte e Scienza' stelt teleur
Los van de eigenlijke Biennale (de presentaties in de paviljoens)
zjjn er dit jaar ook verschillende, door de Biennale zelf georgani
seerde tentoonstellingen te zien. Onder de noemer 'Kunst en We
tenschap' zijn op diverse plaatsen in Venetië zeven verschillende
exposities ingericht. Qua oppervlakte zijn ook deze presentaties
omvangrijker dan ook.
Je kunt je terecht afvragen of deze overdaad inderdaad niet
schaadt. Op zich hoeft een kwantitatief groot aanbod niet belem
merend te werken. Als een thema-tentoonstelling een heldere ro
de draad vertoont en - belangrijker - het gekozen onderwerp der
mate interessant is dat een bezoeker er simpelweg niet om heen
kan, dan neem je zere voeten voor lief.
Het is echter duidelijk dat het de Kunst en Wetenschap-tentoon
stellingen ontbreekt aan die heldere lijn en aan een boeiende op
zet. De directeur van de Biennale, Maurizio Calvesi, heeft gekozen
voor een tijdloos onderwerp, of zoals hij het zelf noemde, een 'rust
punt'. Volgens Calvesi zijn momenteel geen opmerkelijke tenden
sen in de beeldende kunst aan te wijzen. Twee jaar geleden wist hij
met de thema-tentoonstelling 'Citazionisme' wel elke bezoeker te
boeien. Die presentatie ging nader in op het citeren door kunste
naars van motieven van voorgangers.
Nu wordt men een beetje het bos in gestuurd. Deze tijdloze en
kwalitatief zeer wisselende exposities deden mij (te) sterk herin
neren aan de Fenomena-presentatie in Rotterdam.
Op de tentoonstelling 'Technologie en Informatica' bijvoorbeeld
worden installaties van Brian Eno getoond naast die van Bill Vio
la. Dat vraagt gewoon om dwarsverbindingen en vergelijkingen.
De geregelde museumbezoeker komt daar misschien wel uit. Een
geïnteresseerde leek echter wordt op geen enkele manier wegwijs
gemaakt in het boeiende doolhof van de technologische kunst.
Wat dat betreft kan die geïnteresseerde beter zijn toevlucht nemen
tot de heldere en informatieve catalogus-tekst van Roy Ascott. Hij
geeft op een duidelijke manier inzicht in wat er op dit speciale
gebied van de kunst zoal gebeurt.
Beter is het onderdeel 'Ruimte' waar je dankzij een overzichtelij
ke presentatie (en een zeer uitgekookte selectie) een indringend
beeld krijgt van de manier waarop kunstenaars vanaf de 15e eeuw
het fenomeen ruimte hebben verbeeld. Een driedimensionale
weergave van een cilinder uit 1646 brengt je bijvoorbeeld via een
kubistisch werk van Picasso en een kenmerkend beeld van Max
Bill naar de projectie van een kubus in de ruimte van Kowalsky.
Om een dergelijke presentatie kun je niet heen: goed.
Ietwat belegen is de expositie 'Wetenschap in dienst van de
kunst'. Daar wordt de restauratie van kunstwerken onder de loep
genomen. Ofschoon: onder de loep genomen... Na lezing van het
onlangs verschenen boek 'Schilderijen, echt, fraude of vals' van R.
Marijnissen is deze expositie enigszins achterhaald. Grote para
dox is natuurlijk het feit dat kijkend naar restauratietechnieken, je
weet dat de stad Venetië millimeters per jaar in het water zakt.
Zonder dat er werkelijk goede plannen op tafel liggen om die
cultuurramp tegen te gaan.
VENETIË (GPD) - De zaken
waren nu eens omgekeerd: de
klokketoren van de beroemde
San Marco-kathedraal in Ve
netië had nu zelf een fototoe
stel omgehangen. De kathe
draal, het Dogenpaleis en de
'campanilla', worden al jaren
lang door bootladingen toeris
ten gefotografeerd. De Cana
dese kunstenaar Krzystof Wo-
diczko moet niets hebben van
die Disneyland-achtige verto
ningen. Daarom de projectie
van een fototoestel samen met
een patroonbanden tank op de
toren. Het is zijn bijdrage aan
de 42ste Biennale die afgelo
pen vorige week begon en
tienduizenden naar de haven
plaats zal lokken.
De tweejaarlijkse tentoon-
stelling in Venetie is sinds de
eerste presentatie in 1895 in
de loop der jaren uitgegroeid
tot een fenomeen. Vooral na
1 1950 is duidelijk geworden
dat kunstliefhebbers niet om
I deze Biennale heen kunnen,
willen zij tenminste op de
hoogte blijven van wat er zich
in de wereld op het gebied van
de hedendaagse kunst af
speelt.
door
Rob Schoonen
De altijd tegenstrijdige berichten
na elke presentatie geven duidelijk
aan dat het doel dat de organisatie
zich stelt, altijd weer bereikt
wordt. „Presenteer tendensen in
de beeldende kunst, liefst voordat
die betreffende 'stroming' zich al
heeft gevestigd in de mondiale
kunstwereld". Ook de 42ste afleve
ring van de Biennale voldoet aan
die eis.
De huidige Biennale is de groot
ste uit haar geschiedenis. Ruim
achthonderd kunstenaars tonen
ongeveer twintigduizend kunst
werken op een terrein van meer
dan 21.000 vierkante meter. Dat
speelt zich voor een belangrijk deel
af in het Giardini, het stadspark
van Venetië. Daar staan de pavil
joens waarin elk land werk van één
of meerdere geselecteerde kunste
naars toont. Dit jaar zijn er 41 lan
den vertegenwoordigd (wederom:
meer dan ooit) hetgeen ook geldt
voor de tentoonstellingen die rond
de eigenlijke Biennale zijn georga
niseerd.
Onder de noemer 'Kunst en We
tenschap' zijn er dit jaar maar liefst
zeven verschillende exposities^sa-
mengesteld, waar aspecten als
'kleur', 'ruimte' en 'technologie en
informatica' aan de orde komen.
Veel belangstelling gaat altijd uit
naar de tentoonstelling waarin de
meest actuele tendensen in de
beeldende kunst worden getoond.
Op deze presentatie, die de gevleu
gelde titel 'Aperto '86' heeft meege
kregen, is werk te zien van jonge
kunstenaars uit verschillende lan-
den. En verder zijn er ditmaal ook Tijdsbeeld
beelden in de open lucht geëxpo
seerd. Op de kade naar het Bienna-
le-terrein toe, zijn sculpturen en
plastieken te zien van Italiaanse of
in Italië werkzame beeldhouwers.
Kortom, een gigantisch aantal
kunstwerken bevolkt de stad.
'Triomf van de techniek' van Lucassen.
Roëllprijs voor
Cornelius Rogge
en Carel Visser
AMSTERDAM (ANP) - De David
Roëllprijs 1986 is toegekend aan de
beeldend kunstenaars Cornelius
Rogge en Carel Visser. Aan deze
tweejaarlijkse prijs van het Prins
Bernhard Fonds is een bedrag van
15.000 gulden verbonden.
De prijs, die steeds wordt toege
kend aan een kunstenaar ter be
kroning van zijn of haar oeuvre, is
een erkenning voor een uitzonder
lijke bijdrage aan de Nederlandse
cultuur op het gebied van de beel
dende kunst, de toegepaste kunst
of de architectuur. De prijs wordt
dit keer dus aan twee „gelijkwaar
dige" kunstenaars uitgereikt. In
verband met het veertigjarig be
staan van het Prins Bernhard
Fonds heeft het bestuur die dubbe
le voordracht bekrachtigd.
De prijs is vernoemd naar wijlen
jhr. dr. D.C. Roëll, die onder meer
directeur van het Rijksmuseum is
geweest.
Theaterseries K&O
LEIDEN - Twee theaterseries lig
gen bij K&0 in de aanbieding. Het
gaat om voorstellingen die in het
Circustheater in Scheveningen zul
len worden gegeven. Het is in sa
menwerking met dit theater dat
K&0 deze twee uiteenlopende
abonnementen uitgeeft. Elke serie
omvat drie produkties. In het eer
ste abonnement zijn de musical
West Side Story de opera Carmen
Jones en het Chinees Variété opge
nomen. De tweede abonnements
serie bestaat uit de musicals Evita
en Jesus Christ Superstar en een
produktie van de Jennifer Muller
Dance Company. Abonnementen
kunnen tot medio deze maand bij
K&O worden besteld.
Orgelserie K&O
LEIDEN De orgelconcerten die
K&O elke zomer in Leiden laat
geven, zullen ook dit jaar weer in
de Pieterskerk worden uitgevoerd.
Charles de Wolff zal op vrijdag 18
juli het eerste concert van de serie
voor zijn rekening nemen. Het pro
gramma vermeldt composities van
Bach, Buxtehude, Reger en And-
riessen. De volgende concerten
worden op 25 juli, 8 en 29 augustus
en op 5 september gegeven worden
door resp. Jan Schmitz, Bernard
Bartelink, Ben Fey en Joop Brons.
Alle concerten beginnen om 20.15
uur.
De waarde van de Biennale in
Venetië zit 'm vooral in het feit dat
steeds weer een actueel beeld
wordt geschetst van datgene waar
kunstenaars uit een groot aantal
landen zich mee bezighouden.
Anders dan bijvoorbeeld de vier
jaarlijkse tentoonstelling in Kassei
- waar de selectie een persoonlijke
keuze is van één persoon - biedt in
Venetië elk land ruimte aan één of
meerdere kunstenaars. Kunste
naars, die zijn geselecteerd door
een bepaalde commissie uit dat be
treffende land (voor Nederland de
Rijksdienst Beeldende Kunst Bui
tenland).
Daarom geeft Venetië logischer
wijs steeds een goed tijdsbeeld.
Want bij de selectie speelt steevast
niet alleen kwaliteit een belangrij
ke rol. Zeker wel wordt door de
commissie ook gekeken naar de
heersende tendens in het land.
Prettig is verder ook altijd de
confrontatie in Venetië met actuele
kunst uit landen waar je anders
niet zo snel mee in aanraking
komt. Kunstenaars uit (bijvoor
beeld) de Sowjet-Unie, Polen, Hon
garije of Roemenië plegen nu een
maal niet vaak in Nederlandse mu
sea of galeries te exposeren.
Omwenteling
De genoemde doelstelling van de
organisatie in het achterhoofd, is
het niet vreemd te merken dat de
42ste Biennale kan worden geken
schetst als een tentoonstelling met
ingehouden adem. Waarmee ge
zegd wil zijn dat werkelijk vernieu
wende, of baanbrekende tenden
sen ontbreken. De getoonde
werken geven min of meer aan dat
er een soort hoogtepunt is bereikt.
Dat men op een wat fin-de-siècle-
achtige manier wacht op 'de grote
omwenteling'. In die zin is deze
42ste aflevering dan ook een heel
spannende gebeurtenis.
In de 41 paviljoens zijn schilde
rijen, tekeningen, grafische bladen
en beelden te zien die qua inhoud
en verbeelding voor een groot deel
stoelen op eerder uitgesproken
ziens- en werkwijzen.
Het is dan ook geen toeval dat
juist de Brit Frank Auerbach en de
Duitser Sigmar Polke De Gouden
Leeuw voor de beste artistieke
prestatie hebben gekregen. En ze
ker is het ook niet verbazingwek
kend dat het Franse paviljoen,
waar de Franse kunstenaar Daniël
Buren met zijn overbekende verti
cale strepen een heel indringende
sfeer heeft geschapen, de prijs voor
het beste paviljoen kreeg toebe
deeld.
Het kon bijna niet anders: de ju
ry heeft gekozen voor kwaliteit.
Anders dan een opmerkelijke
'nieuwlichter' in het zonnetje te
zetten. Want die ontbreekt nu een
maal. Of het zou de Amerikaanse
afgevaardigde Isamu Noguchi
moeten zijn, die met zijn sculptu
ren zeer in de belangstelling staat.
Maar daar heeft de samenstelling
van de jury (twee Britten, een Duit
ser en de Franse voorzitter Jack
Lang) wellicht iets mee van doen.
Lucassen
Daar waar vroeger de vinger kon
worden gelegd op stromingen als
Expositie 'Vier Leidse kunstenaars',
t/m 31 augustus. Galerie AZL, ge
bouw 1 (nieuwbouw van het Acade
misch Ziekenhuis). Geopend ma. t/m
110-17 uur. Za. e
LEIDEN - De grootse plannen
met de nieuwe galerie van het
Academisch Ziekenhuis stelden,
naast een landelijk georiënteerd
kunstbeleid, exposities met kun
stenaars uit Leiden en de regio in
het vooruitzicht en de eerste ten
toonstelling in deze reeks is nu
een feit. Tot eind augustus is in
het nieuwbouwgedeelte van het
ziekenhuis werk bijeengebracht
van Hans Barends, Wim Kore
man, Krikor Momdjian en Aad
van Houwelingen, onder de titel
'Vier Leidse kunstenaars'. Een
bezoek aan de AZL-galerie hield
een weerzien in met drie 'oude
bekenden' en een kennismaking
met het werk van de jongste in
dit gezelschap, Wim Koreman.
In de apart gelegen expositie
ruimte van de grote openbare
ruimte, het Leidse Plein geheten,
biedt Aad van Houwelingen, als
enige van de vier, een overzicht
van zijn werk, dat, behalve uit
zijn bekende notitieboeken, die
een belangrijke basis vormen,
bestaat uit vierentwintig zeef
drukken en een aantal 'notitie-
doeken'.
Bijna twintig jaar geleden be
gon Van Houwelingen met het
maken van tekeningen en noti
ties op door hemzelf gebonden
de vele die daarna volgden, zijn
in vitrines uitgestald. Een goed
beeld van zo'n notitieboek krijgt
men uit de zogenaamde Notitie
doeken, grote doeken, waarop
bladen van enkele journaals uit
1979. Deze bladzijden zijn gevuld
met, afwisselend, handgeschre-
Expositie in AZL-galerie
ven tekst en afbeeldingen van
aan zijn verbeelding ontsproten
figuren en situaties. De krachtige
tekentrant van de zwart-wit teke
ningen met het typerende effect
van de vervloeiende inkt, is soms
gecombineerd met kleuren, zoals
paars, geel of rood.
In de dagboeknotities ver
woordt Van Houwelingen op
boeiende wijze ervaringen en ge
dachten. Zo registreert hij bij
voorbeeld gebeurtenissen uit de
omgeving waar hij zit te tekenen,
die aanleiding geven tot het for
muleren van zijn eigen ideeën
over leefwijze en kunstenaar
schap. Het geschrevene en de te
keningen zijn onlosmakelijk met
elkaar verbonden, doordat in
tekst en beeld leéfwereld en ge-
dachtenwereld samen, uiting ge
ven aan een soms pessimistische
visie.
In de meer recente Open noti
tiedoeken nemen de tekeningen
een belangrijker plaats in. De
thematiek blijft hierin gehand-
haafd, maar naar mijn idee heeft
er toch een verschuiving plaats
gevonden naar de meer afgeslo
ten wereld van de verbeelding
met zijn bizarre figuren en de te
genstelling tussen licht van de
sterren en duisternis. Een meer
reële, tastbare wereld heeft Van
Houwelingen vastgelegd in de
serie zeefdrukken, die elementen
uit zijn omgeving, theelichtje,
boeken of het atelier, geïsoleerd
naar voren halen of een samen
gesteld beeld vertonen. Het ge
bruik van fotografische midde
len suggereert grotere objectivi
teit en afstandelijkheid, maar de
titel van de serie, 'Dagen en ele
menten', geeft aan dat elk beeld
onderdeel is van een allesomvat
tend geheel; een poging om
greep te krijgen op de tijd. Zo
bouwt Van Houwelingen met
zijn werk steeds verder aan een
uniek en intrigerend document.
In de galerie op de begane
grond is het werk van Barends,
Momdjian en Koreman even
wichtig verdeeld over drie min of
meer aparte ruimten. Geen van
de schilderijen van Hans Ba
rends dragen een titel, hetgeen te
verklaren valt uit het feit dat de
ze abstracte composities niet
naar een reëel gegeven verwij
zen, maar een sterk beroep doen
op het gevoel. De lichte, heldere
kleuren lijken intuïtief en tege
lijk doelbewust op het doek aan
gebracht. Het resultaat van deze
werkwijze, waarmee transparant
aandoende kleurpartijen naast
en over elkaar gezet worden, is
een subtiele kleurenharmonie,
die een poëtische sfeer oproept.
De fraaie kleurnuances worden
een enkele maal verstoord door
druipende verflagen, maar over