In de ban van de afsluitringen Oudere boeren kunnen volgend jaar in de vut De NASA na de ramp met de space shuttle Challenger ICTO wil erkenning en gaat meepraten MAANDAG 7 JULI 1986 "We zullen gewoon moeten doen wat gedaan moet wor den om ons ruimteprogramma veilig en betrouwbaar te "We zullen gewoon moeten doen wat gedaan moet wor den om ons ruimteprogramma veilig en betrouwbaar te maken", zei de Amerikaanse president Reagan bij het in ontvangst nemen van het rapport van de presiden tiele commissie over de toedracht van de ramp met de space shuttle Challenger op 28 januari van dit jaar waarbij zeven astronauten om het leven kwamen, een shuttle van vier miljard gulden verloren ging en jaren vertraging in het Amerikaanse ruimteprogramma ont stond. De algemene aanbeveling van het rapport luidt: "NA SA, zorg voor een veel veiliger raketsysteem om men sen in de ruimte te brengen dan jullie hebben gebruikt en zorg er meteen voor dat zowel je eigen organisatie als die van je toeleveringsbedrijven veel zorgvuldiger en inzichtelijker gaan functioneren. Want zoals het tot nu toe ging was het brandhout". Blijkens het rapport schortte het aan bijna alles dat voor veilige vluchten met de ruimtependel van belang was. De onzorgvul digheden en regelrechte nalatig heden die de commissie boven tafel haalde waren soms zo schrijnend dat leden van enkele andere ruimte- en wetenschaps commissies bij de presidentiële commissie aandrongen op ge rechtelijke vervolging van som mige bij het shuttleproject be trokken functionarissen. Bob Walker vraagt zich af hoe het toch mogelijk is dat de com missies van het Amerikaanse Congres, waarvan toch een stren ge toezichthoudende funktie op NASA moest worden veronder steld, volstrekt onkundig waren van de zich ophopende proble men. Zijn collega Glickman doet daar nog een schepje bovenop door langs zijn neus weg op te merken dat de toeschieteliike houding van het Congres jegens NASA niet zo vreemd is „met al door Ben Apeldoorn Ontgelden Vooral de verantwoordelijke managers van het Marshall Spa ce Flight Center, Lawrence Mul- loy en William Lucas, moeten het daarbij ontgelden. Hen wordt grove nalatigheid en zelfs mislei ding verweten met betrekking tot de noodzakelijke controle procedures bij de constructie van de vaste brandstofraketten waarvan een de ramp met de Challenger veroorzaakte. Het bleek de presidentiële commis sie dat Mulloy herhaaldelijk waarschuwingen over het niet goed functioneren van de onder ste afdichtringen van de stuwra- ketten (de zogeheten vaste brandstofraketten) had wegge wuifd en sommige veiligheids procedures had getorpedeerd. Commissielid Hollings over Mulloy: "Ik zal niet zeggen dat hij die mensen moedwillig de dood injoeg maar zijn optreden was zonder meer laakbaar en hij ontzag zich evenmin om zijn na latigheden te verbloemen". Lucas van het Marshall Space Flight Center (MSFC) drong tij dens een persconferentie, kort na het ongeluk, aan om, ondanks de ramp, door te gaan met het space shuttle project nog voor dat een grondig onderzoek de oorzaken aan het licht had ge bracht. Hollings: "Deze man toonde geen wroeging, medele ven en zelfs verantwoordelijk heidsbesef. De Lucas-filosofie was: nooit een lancering afbla zen. Dit kankergezwel moet zo spoedig mogelijk uit Marshall Center worden verwijderd". Die moeite heeft Lucas inmiddels zelf al genomen: hij vertrekt per 3 juli 1986. Het republikeinse Congreslid die snoepreisjes als er weer eens een shuttle werd gelanceerd". "Het Congres kan dus de hand ook in eigen boezem steken en ook de Amerikaanse regering, die de NASA onder zware druk zette om zo economisch mogelijk een toch al overladen program ma af te werken, gaat niet vrijuit. Winstbejag Het zijn slechts twee voorbeel den uit de stortvloed van be schuldigingen die zowel door Congresleden als leden van aller lei commissies worden geuit. Be schuldigingen die voortvloeien uit de talloze voorbeelden van mismanagement, winstbejag, ei genbelang en arrogantie waar naar het eindrapport van de pre sidentiële commissie verwijst. Nobelprijswinnaar voor natuur kunde, Richard Feynman, lid van de presidentiële commissie, vat het gebeuren als volgt sa men: "Een ding staat als een paal boven water: de Challenger 51-L missie van 28 januari 1986 mar keert het einde van een opeen volging van onvoorziene gebeur tenissen waarbij de ene na de ah* dere waarschuwing werd gege ven dat er iets fout ging". De baas Duidelijk is dat NASA zeer waarschijnlijk tot ver in 1988 niet in staat zal zijn om de lancerin gen met de space shuttle te her vatten. NASA heeft echter op pa pier nog steeds 1 juli 1987 staan als datum waarop het program ma weer kan worden opgepakt. Maar de lijst met aanbevelingen van de presidentiële commissie is dermate lang en de vereiste on derzoekingen en noodzakelijke veranderingen zullen, zoveel tijd in beslag gaan nemen, dat het volgens velen nog wel 1990 kan worden voordat NASA alle pro blemen de baas is. De commissie heeft vooral in grijpende veranderingen voorge steld aan de interne afdichtrin gen (O-ringen) en de bevesti gingswij ze van de segmenten waaruit de vaste brandstofraket ten (de SRB's: Solid Rocket Boosters) zijn opgebouwd. De ramp met de Challenger werd door niet goed functio nerende O-ringen veroorzaakt, waardoor al tijdens de start een vurig lek ontstond aan de onder zijde van de rechter SRB. "Die O-ringen hebben ook bij sommige eerdere vluchten voor problemen gezorgd maar toen ging het allemaal nog goed. Een inmiddels in het leven geroepen groep deskundigen gaat zich nu buigen over het probleem rond de O-ringen. Daarmee ziet NASA tevens de hoop in rook opgaan om de lanceringen op korte ter mijn voort te kunnen zetten met extra verstevigingen rond de na den van de SRB's; de presiden tiële commissie ziet echter liever een totaal nieuw ontwerp van die zwakke plek gëbaseerd op kri tisch onderzoek". Astronauten "Andere belangrijke aanbeve lingen zijn onder meer het for meren van meer toezicht hou dende teams met verregaande beslissingsbevoegdheden op cruciale punten en veel meer daadwerkelijke inbreng van de astronauten zelf vooral daar waar het gaat om veiligheidsaspekten. Veel astronauten klagen er al ja ren over dat ze roependen in de woestijn zijn. Organisatorisch zal er bij NASA dus veel gaan veran deren en ook dat zal veel tijd in beslag r Door bestudering van de vele uit zee opgeviste restanten van de Challenger, van de externe brandstoftank en van de beide vaste brandstoftanks (SRB's) en de maandenlange analyses van de telemetrie en de vele films van de 73 seconden durende vlucht, heeft men nu. een helder beeld van het verloop van de ramp. De oorzaak was zoals ge zegd het niet goed functioneren van de 'onderste O-ringen van de rechter SRB. De SRB's zijn de grootste vaste brandstofraketten die ooit zijn gebruikt. Bij de start wegen ze elk 586 ton waarvan 514 ton brandstof. Bij vol vermogen leveren ze met z'n twee'en 2400 ton stuw kracht aan het totale shuttle-sys teem en daarbij staat op dè bin nenwand van beide giganten een driik van 630 ton per vierkante meter. Elk naadje of scheurtje of niet goed sluitend onderdeel is bij die. enorme druk en tempera tuur fataal. Al bij de start ver scheen een rookwolk uit de on derste naad van de rechter SRB; 36 seconden na de start door breekt de shuttle-combinatie de geluidbarrière. De stuwkracht van de motoren wordt nu tijde lijk teruggeschroefd om de druk op het systeem, als gevolg van de snelheid en de luchtweerstand, niet te hoog op te laten lopen. Commando 59 seconden na de start: gezag voerder Francis Scobee krijgt het commando 'volle kracht'. Scobee antwoordt: 'O.K., volle kracht'. De onderste veiligheids- ringen van de rechter SRB bege ven het: een verzengende vuur straal barst naar buiten en ver nielt in luttele seconden de on derste bevestigingen van de SRB met de reusachtige externe tank. Uok de rechterzijde van de shutt le krijgt het zwaar te verduren; mogelijk dat de rechtervleugel wordt afgerukt. 66 seconden na de start: vuur wordt nu ook zichtbaar aan de bovenzijde van de SRB die zich blijkbaar tegen de grote tank aan heeft gedrukt nu zijn onderste bevestigingspunten niet vol doende houvast meer bieden. In de laatste sekonde voor de ramp gebeurt alles bijna tegelijk. De rechter SRB zwaait naar buiten na de onderzijde van de externe tank dermate te hebben bescha digd dat deze openbarst. Tonnen vloeibare waterstof stromen naar buiten en vatten vlam. Dit levert een enorme stuwkracht ineens op waardoor het onderste water stof bevattende reservoir van de externe tank zich in het erboven gelegen, met vloeibare zuurstof gevulde deel perst. Gelijktijdig daarmee dringt de rechter booster de bovenzijde van de externe tank binnen. Een enorme ontploffing volgt. De ramp had voor de NASA niet op een ongelukkiger tijdstip kun nen komen, juist nu er zoveel op het programma stond en juist nu ook andere landen en groepen van landen zich intensiever met (commerciële) ruimtevaart zijn gaan bezighouden en nu de op drachten beginnen binnen te krijgen voor de lancering van sa tellieten die eerder waren voor bestemd om met de shuttle om hoog gebracht te worden. Russisch Al met al ziet het er vöor de be mande Amerikaanse ruimtevaart in de nabije toekomst somber uit. Zo sohiber dat het hoofd van het Russische bemande ruimte programma, de ex-astronaut ge neraal Georgy Beregovoy, deze maand een Britse delegatie aan bood om een Britse astronaut, die op de nominatie stdnd om deel uit te maken van een shutt le-bemanning, in 1988 of 1989 mee te laten vliegen met een Russische ruimtevlucht.. Een prachtig aanbod en mis schien wel een eerste aanzet om dergelijke geweldige inspannin gen in de toekomst voortaan ge zamenlijk te gaan doen. Russen en Amerikanen hebben elkaar de hand al eerder geschud buiten onze aardse dampkring maar kennelijk zijn politici er nog steeds niet van doordrongen dat ruimte-expedities van deze pla neet ook een inspanning van de ze planeet moeten zijn en niet slechts van een deel ervan. Ken nelijk begrijpt men niet dat het veel meer moeite kost om twee Amerikanen en twee Russen met twee kapsules omhoog te bren gen in plaats van vier mensen met één raket en dat dan ook problemen veel slagvaardiger kunneh worden aangepakt. Vele handen maken het werk immers veel lichter en dat heb je bij de ruimtevaart nu juist nodig. Vanaf 1987 en de jaren daarna kun nen tussen de 40.000 en 60.000 Ne derlandse boeren gebruik maken van een vervroegde uittredings- of te wel vut-regeling. Ze zijn of wor den dan 55 jaar of ouder en krijgen als ze op vrijwillige basis met hun bedrijf willen stoppen, een premie vanuit 'Brussel'. Maar dan moet de boer echt zijn landbouw- of weide gronden uit produktie nemen. De EG-lidstaten, dus ook Nederland, mogen aanvullende maatregelen nemen om te voorkomen dat de ex- boer in financiële problemen komt. door Cees Keizer 1 Dat is althans het voorstel van EG-landbouwcommissaris Frans Andriessen. Dit zogenaamde socia le plan wordt bestudeerd en bere kend door het Nederlandse Ont- wikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw. Daarna zal het door het kabinet worden behan deld.. Alle bij deze zaak betrokken instanties hopen dat het kabinet voor deze vut-regeling gelden be schikbaar zal stellen. Maar land- bouwexpérts in het parlement vre zen dat door de extra bezuinigin gen die in de komende vier jaar moeten worden doorgevoerd, wei nig of geen geld voor het vut-plan op tafel zal komen. Zo'n vijftien jaar geleden hebben de boeren- en tuindersorganisaties geprobeerd oudere boeren die met hun bedrijf om wat voor oorzaak ook wilden stoppen, een zelfde so ciale regeling te bezorgen als die van oudere werknemers. Ongeveer tien jaar geleden heèft de Sociaal- Economische Raad eveneens uit gesproken dat zo'n werknemersre geling voor gewezen zelfstandigen noodzakelijk werd geacht. Door de economische neergang is daarvan tot nu toe echter niets terechtgeko- Volgens de landbouworganisa ties zou er nu wel politieke over eenstemming mogelijk zijn om ou dere boeren die hun bedrijf inder daad beëindigen, dezelfde sociale regeling te bieden die werknemers al jaren hebben. Dit opent volgens de landbouworganisaties perspec tieven om zoveel mogelijk boeren op vrijwillige basis met hun bedrijf te laten stoppen. Het ministerie van sociale zaken, zou dan bereid moeten zijn een deel van de lasten te dragen. Inkomen In 1965 hebben ongeveer 2000 boeren van tussen de 65 en 70 jaar gebruik gemaakt van een bedrijfs beëindigingsregeling, die hen een aantal jaren een geindexeerd maandelijks inkomen van ruim 500 gulden verschafte. De regelingen die daarna kwamen om boeren te bewegen te stoppen met hun be drijf, hebben weinig of niets uitge haald. Volgens de jongste berekenin gen zijn er op het ogenblik in ons land nog ruim 16.500 boeren die ouder zijn dan 65 jaar, Juist voor hen wil de Europese Gemeenschap een regeling treffen om deze be jaarden te bewegen hun landbouw bedrijf te sluiten. De Europese Gemeenschap is er na jaren studie van overtuigd dat landbouwgronden uit produktie genomen moeten worden om de gi gantische overschotten aan zuivel, granen en vlees terug te dringen. Alleen al het opslaan van die over schotten kost de Gemeenschap jaarlijks vele miljoenen guldens. In de Europese Gemeenschap zijn nu ongeveer 1,5 miljoen land bouwers 55 jaar en ouder. Dit is 19 procent van het aantal boeren, die samen ongeveer 26 miljoen hecta ren exploiteren. Die ouderen be werken 20 procent van het totale landbouwareaal. In de komende vijfjaar zullen in totaal ongeveer 2,3 miljoen land bouwers, dat wil zeggen 27 procent van het totale aantal, behoren tot de groep van 55- tot 65-jarigen. Die exploiteren dan samen in totaal 40 miljoen hectaren, of bijna 34 pro cent van de totale produktieve gronden. Naar schatting heeft ongeveer de helft van de Europese boeren van 55 tot 65 jaar geen bedrijfsopvol- ger. Juist deze landbouwers - naast die van 65 jaar en ouder - wil Brussel ertoe aansporen maatrege len te treffen hun grond aan de landbouw te onttrekken. In Nederland ligt het voor wat betreft de bedrijfsopvolging nog moeilijker. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn er in ons land 73.463 zelfstandige be- drijfshoofden in de landbouw die 55 jaar of ouder zijn. Daartegen over staan slechts 24.913 bedrijfs- opvolgers van 16 tot en met 25 jaar. Dat betekent dat twee derde van alle Nederlandse boeren geen be- drijfsopvolger heeft. De boeren die van de vut-rege ling gebruik willen maken, mogen het bedrijf volgens de in Brussel opgestelde regels ook aan een zoon overdoen. Dan mogen de gronden wel in produktie blijven. De Ne derlandse landbouworganisaties willen nog een andere voorwaarde: de boer mag zijn grond ook aan zijn buurman verkopen, waardoor dat bedrijf de kans krijgt te groeien en meer levensvatbaar wordt. De uitkering die de boeren van uit Brussel krijgen als ze met hun bedrijf stoppen, bedraagt voor, ten hoogste tien jaar 10.000 gulden per jaar voor gehuwden en f6250 per jaar voor ongehuwden. De uitke ring wordt gestopt als de betrokke ne 70 jaar wordt. Boven deze uitkering krijgt de boer die geheel met zijn bedrijf stopt een maximumbedrag van 375 gulden per jaar per hectare grond die uit produktie wordt genomen. In geval van bebossing van de grond wordt de uitkering ver hoogd om de kosten voor het on derhoud van de aanplantingen te dekken, tenminste als de gewezen boer bereid is dit onderhoud voor zijn rekening te nemen. De werknemers van zo'n boeren bedrijf dat aan de kant wordt ge daan, kunnen van Brussel ook een uitkering krijgen op voorwaarde dat ze niet meer in de landbouw gaan werken. Die uitkering be draagt 7500 gulden per jaar en wordt uitbetaald tot de werknemer de normale pensioengerechtigde leeftijd bereikt. De uitkering wordt echter nooit langer dan tien jaar verstrekt. Door alle bij deze regeling be trokken organisaties en instanties, zoals het Ontwikkélings- en Sane ringsfonds, wordt nu druk gere kend en overlegd om een zo goed mogelijke en maatschappelijk aan vaardbare regeling tot stand te brengen die bovendien moet zijn aangepast aan de Nederlandse so ciale- en belastingregels. Het ICT0 (Interkerkelijk Comi té Tweezijdige Ontwapening) gaat deelnemen aan de raadple gingen over het oorlogsvraag- stuk die de Raad voor Overheid en Samenleving (ROS) van de Hervormde Kerk organiseert in samenwerking met het Interker kelijk Vredesberaad (IKV). Het landelijke bestuur, dat eind vori ge week voor het eerst in nieuwe samenstelling vergaderde, be sloot daartoe omdat het de ko mende tijd de 'hoogste voorrang' wil geven aan erkenning van het ICTO door de kerken. Een ander argument was voor het bestuur, dat het IKV streeft naar meer aansluiting bij de kerken. De ver enigingsraad van het ICTO moet het bestuursbesluit nog goed keuren. sioen gaan. Naar verwachting komen er in die periode slechts 5 tot 7 predikanten bij. Dat meldt het contactorgaan van de commissie 'Contact tus sen Molukse en Nederlandse kerken'. De Molukse Evangelische Kerk heeft ongeveer 27.500 le den, verspreid over 63 gemeen ten. Van deze gemeenten heeft er één meer dan 1000 leden, terwijl er 36 minder dan 250 leden tel len. Behalve de 29 predikanten zijn nu vier hulppredikers actief. Zij zijn niet bevoegd tot bedie ning van de sacramenten. Verder zijn er nog twee catecheten, van wie er één ouder is dan 65 jaar. De Molukse Evangelische Kerk heeft de komende jaren vijf tot zeven universitair opgeleide theologen nodig voor kaderfunc ties. Twee of drie van hen zouden leidinggevende functies bij de synode moeten vervullen. De an deren zijn nodig voor roerus- tingswerk en catechese of als ad viseur bij kerkelijke c Voor het werk in de gemeen ten en classes (regio's) en voor de catechese is er de komende jaren behoefte aan 20 tot 30 predikan ten en catecheten. Het is, gezien het grote aantal kleine geneen- ten, zeer de vraag, of de gemene- ten in staat zullen zijn hét geld voor meer predikanten op tafel te brengen. Diepgangcentrum. In okto ber begint het Diepgangcentrum te Hazerswoude op vijf verschil lende plaatsen (waaronder Lei den) een bezinningscyclus onder de titel 'Reageren op ellende en kwaad'. De cursus van vijf avonden gaat in Leiden van start op woensdag 1 oktober (gebouw 't Bruggehoofd, Steenschuur). Voor nadere informatie en aan melding kan men contact opne men met het Diepgangcentrum, Rijndijk 108, 2394 AJ Hazers woude, telefoon 01714-2032. Eigen centrum Het bisdom Den Bosch opent op 1 september een eigen opleiding tot permanent diaken. De opleiding is in het weekeinde en begint met ten minste acht kandidaten. Het bisdom streeft naar een eigen centrum voor de vorming van priesters en dia kens, maar zolang dat centrum er nog niet is, zal de diakenoplei ding onderdak hebben in een klooster. Het bestuur is hiermee terug gekomen op een eerder besluit om zich verre te houden van de consultaties. Een van de bezwa ren was de nauwe band tussen de hervormde Raad voor Over heid en Samenleving en het IKV. Het bestuur vond deelneming ook weinig zin hebben omdat de hervormde synode het ICTO niet als kerkelijke vredesbeweging wilde erkennen. Het ICTO-bestuur ging verder akkoord met het initiatief van het comité van aanbeveling en de oud-voorzitter van het Her vormd Vredesberaad, jhr. W. H. de Savornin Lohman, om te be middelen in het conflict binnen het ICTO. Dat conflict leidde in mei tot aftreding van vier be stuursleden. In de komende Vredesweek zal het ICTO met een eigen vre- deskrant uitkomen. Het Her vormd Vredesberaad bleek niet bereid, daaraan mee te werken., Predikantentekort. In de Molukse Evangelische Kerk in ons land dreigt een tekort aan predikanten. Van de 29 die op het ogenblik actief zijn zullen er de komende jaren 14 met pen- Op het ogenblik zijn er in ons land twee opleidingen tot perma nent diaken, te weten in het aartsbisdom Utrecht (samen met het bisdom Rotterdam) en het bisclom Roermond. Vijf kandida ten van het bisdom Den Bosch volgen nu de opleiding in Utrecht. Leiden. Ds. E. M. Panne- koek, hervormd predikant in de wijk Kooi-Pniël, heeft een be noeming per 1 januari 1987 tot bijstand in het pastoraat van de hervormde gemeente in Ame- rongen aangenomen. In decem ber hoopt ds. Pannekoek 65 te worden. Hij zou volgens de ker korde tot 1 mei volgend jaar in Leiden kunnen blijven werken, maar zal nu tegen het einde van dit jaar afscheid nemen. Zeven tien jaar heeft hij in Leiden ge werkt. Leiden. Op 17 augustus zal de heer W. R. Hendriks, nog wo nende in Schoonhoven, in de Marekerk worden geïnstalleerd als evangelist voor de hervormde wijkgemeenten Marewijk en Kooi-Pniël. De aanstelling van de heer Hendriks - die vooral on der de jeugd gaat werken - werd mogelijk door medewerking van de hervormde Bond voor Inwen dige Zending op Gereformeerde Grondslag. Voorgangers in de dienst van 17 augustus zullen zijn de predi kanten Meijers en Pannekoek (van de twee wijkgemeenten) en dr. L. Westland te Amersfoort predikant voor het vormings-, opleidings- en lectuurwerk van de genoemde bond. Beroepen Hervormde Kerk: aangeno men naar Westbroek K. C. Kos Meeuwen, naar Wirdum (Fr.) kandidaat C. van den Berg Leeu warden, naar Wilnis kandidaat J. A. de Koeijer 's Gravenpolder. Gereformeerde Kerken: aan genomen naar Sassenheim K. E. Bras Deventer; bedankt voor Eelde G. van de Veere Vlaardin- gen, voor Delft P. van der Horst Katwijk aan Zee. Christelijke Gereformeerde Kerken: bedankt voor Harder- wijk/Zeewolde B. de Graaf Zie- rikzee. Baptistengemeenten: aange nomen de benoeming tot pasto raal medewerker te Meppel (deelwerk) G. Goessens Utrecht; beroepbaar W. de Lepper, Coe- vorden, en J. Stijkel, Hengelo (Ov.). Vrouwen. De wetgevende sy node van de Anglicaanse Kerk in Groot-Brittannië heeft zich uit gesproken tegen het voorgaan in kerkdiensten van vrouwelijke priesters uit het buitenland. De anglicaanse gemeenschap telt over de hele wereld ongeveer 70 miljoen leden. In 9 van de 27 kerkprovincies zijn in de loop der jaren 750 vrouwen tot pries ter gewijd. De Engelse kerk - hoofd van de anglicaanse ge meenschap - heeft zich tot nu toe terughoudend in deze zaak opge steld. Zeventig procent van de bis schoppen stemde vóór de bui tenlandse vrouw als priester, maar dat percentage was bij de lagere geestelijkheid en de leken aanmerkelijk lager. Een model van de shuttle, geheel gemaakt (fotoGPD)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 6