Directie Holland Festival
blikt zeer tevreden terug
Niet echt uit de verf
Decouflé: dans tussen
cartoon en slapstick
Poetry International
maakt reputatie waar
Parkpop: 30 graden, 160.000
bezoekers en toch gezellig
MAANDAG 30 JUNI 1986
KUNST
PAGINA 19
AMSTERDAM - "We kunnen te
rugzien op een succesvol verlo
pen festival. We zijn op de goede
weg". Directeur Adriaan 's-Gra-
vesande toonde zich gistermid
dag bij de slotconferentie zeer te
vreden over de 38ste aflevering
van het Holland Festival, het eer
ste festival dat onder zijn leiding
tot stand is gekomen.
's-Gravesande meende dat met
optredens als die van Pina
Bausch, het Théatre du Soleil,
Frans Bruggen, de opera Mozes
en Aaron en La Vera Storia van
Berio het streven naar topkwali
teit was waargemaakt. Uit een
zaalbezetting van 80,7 leidde
hij af dat de keuze voor kwaliteit
in plaats van experiment ook bij
het publiek aanslaat. Optredens
als die van het Cirque de Fem-
mes zouden volgens 's-Gravesan
de het Festival bij een breder pu
bliek bekend kunnen maken.
Tegenvallers waren volgens de
festivaldirectie de Franse dans
en de niet-westerse kunst. Dans-
coördinator Jonkers stemde in
met de negatieve kritieken die de
'Die Entfürung aus dem Serail' van
Mozart, opgevoerd door de Oper
Frankfurt am Theaterplatz. Muzika
le leiding: Michael Gielen. Regie:
Ruth Berghaus. Decors: Ruth Berg-
haus en Max von Vequel. Kostuums:
Marie-Luise Strandt. Gezien in de
Stadsschouwburg op 28 juni.
AMSTERDAM - De van oor
sprong Oostduitse regisseuse
Ruth Berghaus heeft voor de
Frankfurter Opera reeds menige
zowel omstreden als voor haar
aanhangers ook smaakmakende
voorstelling op poten gezet, maar
de sterkste reacties riep toch in
december 1981 haar enscenering
van Mozarts 'Die Entführung aus
dem Serail' op. De collectieve en
oorverdovende uitingen van af
keuring die intertijd werden aan
geheven, zijn in Frankfurt inmid
dels vervangen door luide bijval,
vooral bij de jongere toeschou
wers, maar de voorstelling roept
nog steeds voldoende vraagte
kens en andere reacties op, om
een tweetal gastvoorstellingen in
het kader van een Holland Festi
val ten volle te rechtvaardigen.
Hoewel men zich daarbij wel
moet afvragen, in hoeverre de
voorstelling die het afgelopen
weekeinde in de Amsterdamse
Stadsschouwburg te zien is ge
weest, de bedoelingen van Ruth
Berghaus nog exact weergaf,
werd wel ten volle duidelijk dat
deze 'Entführung' in vrijwel alle
opzichten afweek van wat bij
voorstellingen van dit zangspel
gebruikelijk is. Aan de ene kant
is het zeker een welkomen erva
ring om eens te worden gecon
fronteerd met de complete oor
spronkelijke versie, inclusief
grote lappen dialogen die meest
al worden gecoupeerd, maar aan
de andere kant kan men zich ook
afvragen waarom dat moest ge
beuren in een voorstelling die
niet uitmuntte door een goede
dialoogregie (de gesproken tek
sten van sopraan Faye Robinson
zouden in een Nederlandse voor
stelling zeker niet geaccepteerd
Franse dansgroepen kregen en
zei te weten dat deze ook in
Frankrijk hard zijn aangekomen.
Die dans was overigens voor het
grootste deel nog door de vorige
directie geprogrammeerd. Het
thema van de niet-westerse cul
tuur - islamitische muziek uit
niet-islamitische landen - vond
de festivaldirectie bij nader in
zien niet goed gekozen.
Vera Beths
In zijn streven naar verbete
ring van de kwaliteit wil 's-Gra
vesande vanaf 1988 een Festival
orkest een belangrijke rol laten
spelen. Na Edo de Waart heeft
ook Vera Beths haar medewer
king daaraan toegezegd. De
Waart wordt chef-dirigent, Beths
krijgt de functie van orkestmees
ter van dit ad-hoc ensemble, dat
telkens voor de duur van het fes
tival zal worden geformeerd uit
de beste orkestmusici en solisten
van het land. Over twee jaar zal
het orkest de opera 'De Neus'
van Sjostakowitsj opvoeren.
Componisten zullen worden aan
gezocht om speciaal voor dit or
kest werken te schrijven. Daar
naast zal het orkest een taak krij
gen in het begeleiden van bijzon
dere projecten. Naast De Waart
zullen vooral buitenlandse ddiri-
genten een gastrol gaan vervul
len bij het ensemble, dat zestig
leden moet gaan tellen.
Een paar onderdelen van het
Holland festival van volgend jaar
werden gisteren al bekendge
maakt. De Schaubühne Berlin
zal twee stukken brengen, het
Collectivo dit Parma komt zeker
en de opera van Kassei komt
wellicht, het aandeel van kinder
theater wordt uitgebreid en de
opera van Brussel zal voor het
eerst in ons land te zien zijn.
Omdat Amsterdam dan cultu
rele hoofdstad van Europa is.
staat het Holland Festival vol
gend jaar niet in het teken van
één land. Desondanks veel aan
dacht voor Hongarije: de Hon
gaarse Staatsopera, het ballet
van de Hongaarse Staatsopera
met een 'Romeo en Julia' en de
van oorsprong Hongaarsfe cho
reografe Krisztina de Chatel met
een dans voor mannen. Andere
dans: een première van Nina
Wiener samen met de Brooklyn
Academy of Music en het Neder
lands Dans Theater met een
avondvullend stuk van Nacho
Duato. Of het Nationale Ballet
van de partij is, is nog niet zeker.
Dit alles en nog meer kan vol
gens de Festivaldirectie worden
verwerkelijkt als de sponsoring
wordt uitgebreid (dit jaar 850.000
gulden) en de gemeente Amster
dam haar bijdrage aan de Festi-
valpot optrekt tot de hoogte van
de bijdrage van het rijk.
'Entführung aus dem Serail'
worden) en in een concept dat de
aandacht juist van tekst en mu
ziek afleidde.
Centraal in de opvatting van
Berghaus staat niet één van de
zingende hoofdrollen, maar de
meestal tot bijfiguur gedegra
deerde spreekrol van Bassa Se-
lim, de Turkse vorst die zich uit
eindelijk edelmoediger betoont
dan zijn Europese tegenstanders.
In de opvatting van Berghaus
(overigens uitmuntend gestalte
gegeven door de acteur Edgar M.
Böhlke) een geëxalteerd, soms
bijna psychomatisch overko
mende figuur die krampachtig
aansluiting zoekt bij de westerse
wereld, maar die zich na het 'ver
raad' van Konstanze en Belmon-
te in een mohammedaans isole
ment terugtrekt. Een interessant
concept, maar ook één waarbij
de nodige vraagtekens kunnen
worden gezet, evenals bij de
soms niet minder onconventio
neel reagerende haremwachter
Osmin en de aanvankelijk als
Mozart verklede Belmonte, die
zich vervolgens ontpopte als een
kruising tussen een Spaanse
Grande en een motorduivel.
Een heel opvallend element in
het geheel is nog steeds het de
cor, een witte doos die kantelt op
momenten waarop ook de toe
komst van de hoofdpersonen
wankelt, maar die bovendien na
de pauze een belangrijk deel van
haar zeggingkracht verloren
Fragment uit 'Enführung aus
dem Serail'. (foto Mara Eggert).
bleek te hebben. Of wreekte zich
ook daar de leeftijd van de pro-
duktie of een gebrek aan repeti
tietij d?
Uit alles bleek dat Ruth Berg
haus wel degelijk heeft gestreefd
naar een gedetailleerde, strak
omlijste vormgeving. De voor-
Stelling die in Amsterdam te zien
was, ontbeerde echter de beno
digde spanning en bood daar
door nog slechts zicht op geïso
leerde momenten en een over
weldigende rijkdom aan associa-
tiebeelden. De bijval van het pu
bliek was groot en strekte zich
uit tot alle medewerkenden, van
wie met name de sterk analy
tisch dirigerende Michael Gie
len, de tenor Hans-Peter Bloch-
witz (Belmonte) en de sopraan
Judith Kaufman (Blonde) nog
genoemd dienen te worden.
PAUL KORENHOF
Compagnie D.C.A met 'Codex'. Cho
reografie: Philippe Decouflé; mu
ziek: diversen; kostuums: Philippe
Guyotel. Gezien op 27 juni in Frasca-
ti, Amsterdam.
AMSTERDAM - De Codex Sera-
phianus is een hedendaags boek.
waarin met de precisie van een
middeleeuwse monnik wordt ge
tracht de wereld in kaart te bren
gen. Niet de wereld zoals wij die
menen te kennen, maar een ver
zameling van niet bestaande ver
schijningsvormen, die samen
een mogelijke wereld vormen.
De jonge Franse choreograaf
Philippe Decouflé heeft zich
voor zijn produktic 'Codex' door
dat boek laten leiden. Hij zet de
kijkers in een groot aantal korte
scènes een verzameling wezens
voor, die er niet alleen bizar uit
zien, maar zich ook vreemd
voortbewegen en er merkwaardi
ge onderlinge verstandhoudin
gen op na houden.
Maar niet alleen de codex is
een bron van inspiratie. Decouflé
moet ook verzot zijn op meer al
ledaagse stripverhalen, en dan
niet de half-realistische bandes
dessinnées uit zijn geboorteland,
maar vooral de Amerikaanse co-
mix, De dansers bevriezen in ty
pische comix-houdingen - bij
voorbeeld schuin vooroverbui
gend alsof ze achtervolgd wor
den - en sommige scènes zijn zo
kort dat het plaatjes worden. De
strip wordt op een abstract ni
veau gebracht.
Slapstick-films moeten haast
wel zijn derde belangrijke in
vloed zijn. Vaak lopen de dan
sers met wijd gespreide benen
op grote flapschoenen. Vooral de
langste danser van het stel, een
echte Appie met flaporen en een
lengte van zeker twee meter, is in
staat alleen al door zijn aanwe
zigheid op de lachspieren te
werken. Hij doet een hilarisch
duet met de kleinste danseres,
die tot niet veel hoger dan zijn
navel reikt. De voorstelling
wordt trouwens voorafgegaan
door het door de groep gemaakte
filmpje 'Caramba', dat heel wat
slapstick-elementen in zich
bergt. Dat filmpje is een grandio
ze binnenkomer en laat zien
waartoe Decouflé in staat is als
de mogelijkheden van het thea
ter oneindig zouden zijn.
Helaas, dat zijn ze niet. Ook
'Codex' kent tekortkomingen.
Niet alle onderdelen komen even
goed uit de verf. Decouflé kan
eerder een theatermaker dan een
choreograaf worden genoemd.
De mogelijkheden van aankle
ding en muziek buit hij fantas
tisch uit; de bewegingen lijken
helemaal te zijn gedacht vanuit
de vaak prachtige kostuums en
de muziek - variërend van Arabi
sche klanken tot rock roll -
geeft elk tafereel een eigen la
ding. Maar in de delen waarin het
puur op dans aankomt komt hij
nog tekort. De wat meer dansan
te stukken voor mannen en vrou
wen hebben weinig spanning.
Ook een dans met een raamwerk
van buizen mist doel. Opvallend
is dat de twee duetten voor man
nen juist weer wel heel intens
zijn.
Decouflé maakt theater met de
instelling van een jonge kat. Hij
besnuffelt alles, speelt er een
tijdje mee om het op slag te ver
geten als zijn oog op iets nieuws
valt. 'Codex' bevat zodoende een
overvloed aan verfrissende
ideeën, waarmee heel achteloos
wordt omgesprongen. Dat
brengt een zekere oppervlakkig
heid met zich mee, maar die
wordt ruimschoots goedgemaakt
door de humor - in de dans een
zeldzaam fenomeen.
Kortom: precies het soort
voorstelling dat nodig was om de
nare nasmaak van de andere
Franse dans in dit Holland Festi
val weg te spoelen.
ARIEJAN KORTEWEG
Boulez helder
en gevoelig
vertolkt
Frans concert door het Ensemble In-
terContemporain o.l.v. Peter Eötvós
met Le marteau sans Maitre en Do-
maines van Pieter Boulez. Gehoord
op 29 juni in het Concertgebouw.
AMSTERDAM - Op de tweede
dag van het optreden van het
Franse EIC, dat zich speciali
seert op het vertolken van he
dendaagse muziek, stonden twee
werken van Pierre Boulez op het
programma. Deze is bekend door
zijn dirigeerwerk van Wagner,
Debussey en het geven van bete
re uitvoeringen van componisten
van de seriële muziek als Anton
Webern. Het dirigeren van
werken van zijn eigen hand laat
hij over aan de Hongaarse twin
tig jaar jongere Eötvös, die nu
met het Ensemble InterComtem-
porain (EIC) een wereldtournee
maakt. Zelfs zijn manier van
doen doet aan die van Boulez
denken. Dit ensemble toont aan
dat men moeilijke muziek met
veel inzet en oefening door amb-
tenaar-achtige musici met gevoel
en helderheid kan laten uitvoe-
Dit laatste komt tevens door de
composities van Boulez, die wor
den uitgevoerd met combinaties
van veel musici op verschillende
instrumenten als viool, gitaar,
harp, stem, trombone of slag
werk. Het bekendste stuk is 'Le
marteau sans maitre', dat is ont
staan tussen 1953 en '55 en is ge
baseerd op gedichten van Pierre
Char. Het bestaat uit delen, waar
van een aantal wordt gezongen
door de mezzo-sopraan Elizabeth
Laurence uit Engeland. Ze zong
ook in de musical Evita en is
door haar beheerste aanpak en
uitstraling een aanwinst voor de
nieuwe muziek.
Het stuk heeft een labyrinti
sche opbouw; het einddoel
wordt langzaam bereikt door
steeds muzikaal commentaar te
geven op de gezongen teksten.
De instrumentkeuze wordt bere
deneerd door verwantschap te
zoeken tussen de gitaar, altviool,
fluit en stem. Ofschoon Le mar
teau wat ongrijpbaar is blijft men
door de geconcentreerde uitvoe
ring geboeid luisteren. Domai-
nes uit 1968 is de derde versie
van een stuk voor klarinet van
André Trouttet en zes orkest-
groepen, oorspronkelijk geschre
ven voor zijn compositieklas in
Basel. De klarinettist bevindt
zich nu midden op het podium
tussen de orkestgroepen en zes
muzieklessenaars; de groepen
worden met een solo ingeleid en
zelfs de volgorde is een onder
deel van de partituur. De sfeer
van deze muziek is compleet an
ders, door de dominerende rol
van de klarinet en diens uitge
breide blaastechnieken, die ook
te horen is in de geïmproviseerde
muziek van Anthony Braxton.
De orkestleden hebben een ver
schillend instrumentarium, hun
klankkleur is helder en de span
ningsopbouw doet de tijd stil
staan. Hopelijk komt het EIC
binnen vijf jaar in Nederland te
rug.
WILLEM WINSEMIUS.
Tröckner Kecks had de ondankbare taak Parkpop te openen. (foto anpi
mliROTTERDAM (GPD) - De zeven-
jzdetiende aflevering van Poetry In-
-tellternational heeft acht dagen mu-
oerfciek, vertier en natuurlijk vooral
:ee?poëzie van een opmerkelijk hoog
opgeleverd. Het Rotter-
o<öamse poëzie-festival, dat een
ik Succesvolle mengeling van grote
namen en nieuw talent presen-
ie iteert, ziet zijn gestaag groeiende
xnjreputatie gelukkig ook weerspie-
abiteld in de publieke belangstel
ling: naast de verheugende inte-
rooresse van binnen- en buitenlandse
waren er zelfs
de>p de minst bezocht avonden al-
nog enkele honderden toe-
rm<j chouwers.
(la
aan Al op de door André van der
ei: Umw gepresenteerde openings-
l bevond in de weinig verheffende lo-
rie/taliteit 'Arena', een jongerencen-
defum, werd duidelijk dat Poetry dit
jïar een eerbetoon wilde zijn aan
it tCees Buddingh'. De dit jaar overle-
rijpen dichter met de raspende stem
jenk altijd een drijvende kracht ach-
oenbr het festival geweest: als verta-
zabr, initiatiefnemer en niet aflaten-
sie speurder naar talent heeft hij al-
veel voor Poetry betekend,
eera
indj De andere helft van het ope-
ingsweekeinde was het jaarlijkse
er Ibektakel Poetry Park. Deze zich
lOWadrukkelijk op de integratie van
ou^ulti-raciale en interculturele ele-
Bienten in de Nederlandse samen-
unktving gerichte happening trok
bezoekers naar het tro-
nge^schwarme Museumpark. Vooral
jgertl optreden van een drietal mili-
aatnte dichters, de Palestijn Mah-
zij toud Darwish en de Zuidafrika-
en ën Sipho Sepamla en Breyten
op het hoofdpodium
veel weerklank bij het jui-
ei ojende en applaudiserende pu-
dek, dat zich tussen de talrijke at-
1 zoacties door kon laven en voeden
iwafy 150 kramen en kraampjes die in
Js bi> meest exotische dranken en
aal.enswaren voorzagen.
en
7lDe rest van de 'reguliere' week
i zaoeelde zich af in De Doelen, waar
ericbditiegetrouw niet de grote zaal,
x uaiaar de veel gezelliger foyer be-
nu 'bkken werd. Presentatoren Rem-
Campert en Henk Bernlef kon-
.*n tientallen dichters op het po-
um roepen, die elk tot de groot-
en in hun taalgebied behoorden.
Allen brachten een selectie uit hun
werk, waarbij Ineke Holzhaus (,the
Voice') zonodig de Nederlandse
vertalingen las. Elke avond bracht
zo een keur aan nationaliteiten en
poëziesoorten, terwijl op vrijdag
avond de gebruikelijke thema
avond ditmaal aan de Duitstalige
poëzie gewijd was.
Enkele van de meest opvallende
nieuwelingen waren dit jaar de
Oostenrijker Peter Waterhouse,
met krachtige en humoristische
stadspoëzie, de Engelse Ursula
Fanthorpe, wier onderkoelde poë
zie nog een tip van Buddingh' is
geweest, de formidabele Spaanse
Clara Janés, die niet alleen prachti
ge liefdespoëzie („En je verlaat/ver
slagen/mijn hoofd en leden,/dren
kelingen op de kust van het mo
ment") voorlas, maar ook zong, het
Chinese talent Ma Gao Ming en de
etherische Canadese Margaret At-
wood. Het voortreffelijke werk van
o.a. de Turk Ilhan Berk en de Hon
gaar Györgi Petri toont aan dat de
Oosteuropese poëzie hier voor het
overgrote deel nog onontgonnen
gebied is.
Buiten deze poëtry-debutanten
waren er natuurlijk de ouwe ge
trouwen. Ieder voor zich al een reis
naar het Rotterdamse waard: de
reeds genoemde Breyten Breyten-
bach, de Roemeense Duitser Oskar
Pastior, Rutger Kopland, de Ja
panner Makoto Ooka, de speelse
Amerikaan Jerome Rothenberg en
het levende monument Erich
Fried, de al bijna vijftig jaar in Lon
den wonende bejaarde Oostenrijk
se dichter van zowel liefdespoëzie
als geëngageerde versen („De tong
van Casper Weinberger"), die door
een van de vertalers werd gekarak
teriseerd als „niet zozeer een dich
ter als wel een morele instelling".
Eregeld
En natuurlijk Seamus Heaney,
door Robert Lowell ooit „de groot
ste Ierse dichter na Yeats" ge
noemd. Rond de geladen poëzie
van de massieve Ier was dit jaar het
vertaalproject geconcentreerd, dat
er in bestaat dat alle deelnemers,
plus een keur van toegevoegde
poëzie-vertalers, gedichten van de
betreffende dichter in hun eigen
taal overzetten. Bij de presentatie
van de resultaten op de slotavond
noemde een ontroerde Heaney de
veeltalige vertalingen van zijn
werk „niet alleen een grote eer,
maar ook de zwaarst mogelijke test
voor mijn poëzie". Door toedoen
van een door Jaap Oversteegen ge
leid symposium gaat het vertaal
project een meer permanent ver
lengstuk krijgen: er wordt ge
bouwd aan een internationaal net
werk, waarbinnen de uitwisseling
en coördinatie van vertaalwerk
wordt gestimuleerd.
Een ander, hoewel wat droever
vast punt in de poetry-week is de
uitreiking van het Eregeld, een be
drag van 10.000 gulden: een triest,
maar noodzakelijk gebaar naar
steeds een dichter die door zijn
werk en gedachten in conflict is ge
komen met de heersende machten
in zijn land en als gevolg daarvan
zijn dagen moet slijten in een ge
vangenis of werkkamp. De 'geluk
kige' was ditmaal de voor haar poë
zie tot zeven jaar werkkamp en vijf
jaar binnenlandse verbanning ver
oordeelde Russische dichteres Iri-
na Ratushinskaya, voor wie ex-mi
nister Gardeniers-Berendsen het
bedrag plaatsvervangend in ont
vangst nam. Mevrouw Gardeniers
roemde de moed van de Russin,
die de uiterste consequentie heeft
getrokken uit het feit dat haar
werk mensen direct bereikt en „in
hun hersenschors geplant wordt".
Met de traditie van het eregeld be
wijst Poëtry in meerdere opzichten
het 'Festival van de menselijke
stem' te zijn.
DEN HAAG - Naar schatting van
de politie is het Parkpop-festival
gisteren in het Zuiderpark door
zo'n 160.000 mensen bezocht. Het
was daarmee het grootste popfes
tival ooit in ons land gehouden.
Alleen bij Madness raakten enke
le fans in het gedrang bekneld,
voor het overige verliep het festi
val probleemloos.
Terwijl de lichtreclame melding
maakte van het feit dat de tempera
tuur in de schaduw van het
Zuiderpark tot 27 graden was op
gelopen, bezorgde Kissing The
Pink haar fans een koude douche.
Tijdens het openingsnummer
'Last film' kon de gebrekkig afge
stelde geluidsaparatuur nog als ex
cuus voor de erbarmelijke zang
worden aangevoerd. Maar bij het
ten gehore brengen van de recente
hit 'One step' was dit mechanische
euvel zo goed als verholpen waar
door het vocale onvermogen van
de Britse formatie op pijnlijke wij
ze aan het felle daglicht kwam.
Kissing The Pink slaagde er dan
ook vooral in om de toehoorders
naar een andere uithoek van de
Haagse speelwijde te verdrijven
waar ene Frédérique Spigt druk
doende was om tienduizenden
landgenoten aan zich te binden. De
zangers van I've got the bullets
(vrij naar wijlen James Dean uit
diens film 'Rebel without a cause')
zweepte het massale publiek met
haar even rouwe als heldere stem
geluid op tot groot enthousiasme.
In de rug gedekt door acht uitste
kende muzikanten (gitarist, bas
sist, drummer, toetsenist, twee bla
zers en twee achtergrondzangeres
sen) soleerde de voormalige Rot
terdamse sessiemuzikante boorde
vol zelfvertrouwen over het druk
bevolkte podium. En dat terwijl zij
het publiek bekende nog nooit eer
der voor zo'n groot publiek te heb
ben opgetreden ("Maar dat zou je
niet zeggen hè?", voegde zij daar
brutaalweg aan toe).
De stevige rhythm blues van
I've got the bullets mag het 'single-
publiek' dan vooralsnog koud la
ten (de single 'In the middle of the
night' is geflopt), het festivalpu-
bliek bleek gistermiddag wel dege
lijk warm te lopen voor deze Ne
derlandse belofte. "En daar ben ik
dolgelukkig mee", glunderde Fré
dérique Spigt na het zo succesvolle
optreden in het Zuiderpark. "Van
nacht hebben we nog gespeeld op
een festival in Capelle. Vanoch
tend waren we doodop en mis
schien juist daardoor helemaal niet
zenuwachtig. Dit optreden was het
laatste voor de vakantie en het is
natuurlijk fantastisch om zo af te
sluiten".
I've got the bullets werd vorig
jaar augustus door Spigt en gitarist
Peter van Gameren afgevuurd en
moet in september met een titello
ze debuutelpee doel gaan treffen.
De platengigant CBS heeft inmid
dels de slag om de groep van CNR
gewonnen en niets lijkt Spigt en
haar volgelingen een doorbraak in
de weg te staan die wel eens dwars
door de Hollandse duinen en dij
ken zou kunnen voeren.
Dat geldt niet voor de tweede
Nederlandse formatie die gisteren
één van de twee Haagse podia
mocht bemannen: Tröckener
Kecks. Dit Amsterdamse kwartet
heeft het Nederlands als voertaal
gekozen en zal met zijn aanstekelij
ke 'punkrock' slechts een beperkt
publiek kunnen bereiken. De door
zanger Rick de Leeuw aangevoer
de Kecks viel gistermiddag de twij
felachtige eer te beurt het festival
te mogen openen en dat ging hen
op het heetst van de zondag heel
behoorlijk af.
Voor opwinding zorgde ook The
Bangles en dat had lang niet alles
te maken met het uiterlijk van deze
Amerikaanse vrouwengroep. De
vertolkers van de Prince-hit 'Manie
Monday' maakten van de Haagse
gelegenheid gebruik om aan te to
nen dat zij hun ongekunstelde pop
muziek op een gedegen manier in
de praktijk kunnen brengen.
Dat Madness daar ook toe in
staat is, was in dit land al langer
bekend. Vandaar dat het publiek
de dranghekken bijna de droge bo
dem van het Zuiderpark inliep
toen deze Londense 'partyband'
losbrandde voor een onderhouden
de show, waarin humor en kwalita
tieve hoogstandjes elkaar afwissel
den en aanvulden. Een combinatie
die een absoluut hoogtepunt be
reikte in de aankondiging en uit
voering van 'Nightboat to Cairo'.
JAAP VISSER