1 Kryptogram Twee spreuken Ketting- raadsel Elf na tien V r 1 Kruiswoord Kruiswoord Na invulling van woorden van onderstaande betekenis ontstaan er twee spreek woorden met ongeveer de zelfde betekenis. Het ene vindt u in de eerste vakjes der twee kolommen; dit is een modern. Het andere vindt u door in het onderste diagram de let ters in te vullen die met cij fers zijn aangegeven. A. man van stand B. deugdzaam C. persoon die een beslis send oordeel uitspreekt D. onordelijk E. een dronk aan iemand wijden F. eeltachtige uitwassen G. arbeidsvermogen H. kunstperiode I. spel J. leukste, allerliefste K. zenuwachtig L. domme mensen M. veroorzaken, verwek ken N. dichterbij komen O. schoeisel P. gokspel Q. beroep R. probleem S. iemand aanklampen (fig.) T. klein soort roofdierfjes Bij deze puzzel gaat het er om de gehele voorraad let ters te gebruiken voor het vormen van 10 woorden aan de hand van de omschrij vingen. Bij een juiste invul ling vormen de eerste let ters van alle antwoorden sa men een Nederlandse plaatsnaam. De lettervoor raad is: 7xA lxB 3xC lxD 12xE lxF lxG 2xH 9x1 3xK 6xL 3xM 7xN 8xO 2xP 6xR 5xS 4xT 2xU 2xV lxIJ De omschrijvingen zijn: 1. muziekinstrument: 2. vrucht; 3. mening; 4. bloem; 5. prachtig; 6. uitzoeken; 7. zinsbegoocheling; 8. hin derpaal; 9. Europeaan; 10 vloertegel. h I 0 ZA m( Jgv ïf.;; 1 i» HORIZONTAAL: 1. familielid, familielid, familielid; 2. het zelfde, zintuig, in het jaar van Christus; 3. munt, zot, uit roep; 4_begroeiing, werknemer; 5. oogvocht, water bij Rot terdam; 6. persoonlijk voornaamwoord, schoeisel, roem; 7. voedsel, vogel, grafvaas; 8. dienstbode, twee, water in Friesland; 9. bouwland, godin; 10. elite, regel, klaar; 11. voorzetsel, noot, vogelprodukt, vreemde munt, verslagen; 12. bijbelse figuur, rund, tegenover, insekt; 13. familielid, familielid. VERTIKAAL; 1. familielid, familielid, familielid; 2. plaats op de Veluwe, vlaktemaat, sein, militair; 3. telwoord, vis, boom, persoonlijk voornaamwoord, droog; 4. frequen tie modulatie, oogvocht, lidwoord, het Romeinse Rijk, uit roep; 5. hemellichaam, jongen, oxidatie; 6. plaats in Noord- Afrika, regeringsreglement, tentoonstellingsgebouw, kerk gebruik; 7. grondsoort, godheid, karakter, vod; 8. de onbe kende, toneelspeler, water in Friesland, soort onderwijs; 9. huurder, reus, soort onderwijs; 10. familielid, familielid. HORIZONTAAL: 1. korte be schrijving van iets; 6. kaartspel; 11. uitstraling; 13. oude vocht maat; 14. televisie (afk.); 16. kasteel, burcht; 17. snaren- speeltuig der Ouden; 18. 1000 gram (afk.): 19. insekt; 21. in brekerswerktuig; 23. vrouwe lijk rund; 24. stekelhuidig dier; 26. vreemde taal; 27. tweege vecht; 28. uitruster en exploi tant van schepen; 30. proper; 31. waterige kleurstof; 32. schrijfkosten (Latijn); 34. deel v.e. schrijfmachine; 35. denk beeld, gedachte; 36. boord, bui tenrand (figuurlijk); 37. Russi sche gesel; 40. staatsiezetel v.e. vorstfin); 43. kleur; 44. lange slee met stuurinrichting;; 46. plaats waar iets in bewaring ge houden wordt; 48. geldelijke vergoeding voor ten behoeve van een ander verricht werk; 49. geheel overeenkomend met elkaar; 51. aanwijzend voor naamwoord; 52. sterk ijzerhou dende grond; 53. vaatwerk waarin men een bepaalde drank bewaart; 55. zelfkant van linnen; 56. antwoord betaald (afk.) (op telegrammen); 57. kleur; 58. niet gesloten; 60. soort onderwijs (afk.); 61. toe komstig officier; 62. boek dat de openbaringen van Moham med behelst; 64. opplakbrieQe; 65. mineraal. VERTIKAAL: 1. langharige Engelse hond; 2. 100 gram (afk.); 3. schoenmakerspriem; 4. waterhoudend magnesiumsi licaat; 5. misdadig; 6. zachte, frisse wind; 7. schoorsteen- zwart; 8. Europeaan; 9. titel (afk.); 10. vreemde taal; 12. har de delfstof; 13. kleine samen hangende massa v.e. harde of kneedbare stof; 15. gevleugeld dier; 18. vierwielig rijtuig; 20. toespraak; 22. grondsoort; 23. deel v.h. onderbeen; 25. zeer grote menigte (figuurlijk); 27. nederigheid; 29. argument; 31. opstaande scheepswand; 33. onderdeel v.e. tennispartij; 34. voorzetsel; 37. akute keelont steking bij kinderen; 38. Euro peaan; 39. stootwapen; 41. niet overdekt (b.v. van een binnen plaats); 42. lummelige, baldadi ge jongeman; 43. pracht, praal; 44. verhindering; 45. tweede kok; 47. saldo ten gunste; 49. zwaarlijvig; 50 zaadpluis van zekere boom; 53. tijdelijk, voor bijgaand gebruik (b.v. in kle derdracht); 54. wreedaard (fi guurlijk); 57. recht stuk v.e. vaarwater tussen twee boch ten; 59. grappenmaker; 61. ci- viel-ingenieur (afk.); 63. op dit ogenblik. PUZZEL HORIZONTAAL: 1 ter attentie van, 4 beteuterd, 7 oevergewas, 9 zachte veertjes, 10 rivier (Spaans). 12 oever, 13 verlaagde toon, 15 plant, 17 laatstleden, 18 staatsbedrijf, 20 deel v.h. li chaam, 21 plakmiddel, 22 kle dingstuk, 23 overheidsinstel ling, 24 voorzetsel, 25 drank, 27 omroepvereniging, 29 pers.vnw., 30 wapen, 32 bij woord, 33 stuk hout, 34 keurig, 36 pret, 38 overlevering, 40 in dien, 41 treiter. VERTIKAAL: 1 bende, 2 ad in terim, 3 afgelegen, 4 zangnoot, 5 voorzetsel. 6 kerkgezang, 8 metaal, 9 vallei, 11 ijzerhouden de aarde, 12 zoek, 14 stram, 16 pl.in Italië, 17 papegaaiennaam, 19 vat, 21 dwaas. 24 landhuis, 25 vragend vnw., 26 kloosterzus ter, 28 opdracht. 30 huisdier, 31 aanslibbing, 33 strik, 35 stapel, 37 maat, 39 bevel. Koppelraadsel Van de achter elkaar staande woorden moeten nieuwe woor den worden gemaakt. Op de vierde rij wor.dt een zegswijze zichtbaar. water-knip, ledig-dank, genot raaf, opaal-duit, apart-vaak, groot-hemd, spant-huid, pegel mark, start-teil, pekel-brok, no- men-rust, nater-pias, glans- geer, patat-moes, tante-smet, stere-woud, moker-nota, geluk- Brit, Lisse-duur, stola-para. 1 roofvogel, 2 wijsgeer, 3 schrijftafel, 4 kunstenaar, 5\ Bijbelse figuur, 6 onderwe reld, 7 ontplofbaar poeder, 8 hetzelfde, 9 meizoentje, 10 drank, 11 onthutst, 12 saai mens, 13 lustoord, 14 medi cus, 15 insect, 16 graveur, 17 iemand die nalatenschap ontvangt, 18 Europese hoofdstad, 19 werelddeel, 20 herbergier, 21 binnen, 22 straatslij pende lummel, 23 rustend, 24 overweldiger (Fr.), 25 voormalig eiland, 26 bouwhut, 27 gevechtswa gen, 28 open muziektent, 29 omroepvereniging, 30 bril lenmaker, 31 Europees land, 32 afsluiting, 33 deel van de arm, 34 taai soort klei, 35 ministerie, 36 insec- tenkunde, 37 tuingereed schap, 38 tuberculose, 39 plant met blauwe bloemen, 40 brilslang, 41 rangschik ken, 42 winst opleverend, 43 blazer, 44 stierenvechter, 45 oorspronkelijk, 46 deel van de arm, 47 pupil, 48 deel van een compagnie, 49 mis noegd, 50 boombeschrij- vingskunde, 51 knorrepot, 52 jungle, 53 loopvogel. HORIZONTAAL: 1 ze zeggen in Zeeland, dat dit een zeer geschikte plaats is, om 'r te wonen, 4 dit is, kortom, een kijkje op het militaire onderdeel, 9 't wordt tijd, dat 'k eens een keer naar dat stadje ga, 10 hij heeft over het manco in de visbe- waarplaats onophoudelijk gepraat, 11 ik ben er voor winkeliers toe te staan dit spul per stuk te leveren, 12 studeer 's, om in Keulen een plaats in Utrecht te ontdekken, 14 er kwam een tijd. dat de toneelleiding 'm opdroeg met harde hand te rege ren, 17 jammer, dat u in die oude stad maar zo kort mocht blijven, 18 men zegt. dat dit een goede raad is, 19 zet opnieuw 's een plaatje van hem op, 21 weer op afbetaling ko pen, om bijvoorbeeld een reeks arti kelen te kopen is natuurlijk een grapje, 24 wist u, dat Willeskop er een 'n goede omzet door heeft? 26 natuurlijk, ook Beilen maakt er wel eens een rommeltje van, 27 ingeval u hieruit wordt gestuurd kunt u nog altijd een wapen gaan dragen, 28 op de Veluwe is er voor 50 jaar nog bes te brandstof, 29 het is erg rustig in de Ver. Staten sinds ze met een stift op wastafeltjes schrijven, zoals de Romeinen. VERTIKAAL: 1 ga 's een paar met 28 gebruiken, 2 het is voorbij en wie nu nog wat wil doen. zal weer moe ten starten, 3 vast staat, dat 'k giste ren donker de toestand inzag toen ik dat briefje had ontvangen. 4 al heeft hij niets te doen, hij heeft steeds meer omhanden. 5 na de goudvondst riep 'k om een hap eten. want je krijgt honger van dat gra ven, 6 die vreemde figuur in de Ar- dennenstad was haar inziens een Arabische ruiter, 7 die hebben we op school gehad, 8 de kaas in het Friese dorp is naar een dorp in de buurt vervoerd, 13 in Peru en in Frankrijk vind je straten zoals deze. 15 hoe kan het, dat in 't Latijn een voorbeeld weer als boom is te zien, 16 iemand, die dit met roem heeft behaald, kan met een maaltje vis naar huis toe, 20 een Frans bedrijf zocht diepgaand uit, dat er geen druppel aanwezig was, 21 van Etten en Leur af reed ik achter de auto waarin zich de kromstaf bevond, 22 geldt in dit geval: lands wijs, lands eer? Dat weetje niet, 23 zet die ope ning goed te kijk, want hier is het lang niet sterk, ^5 het is de bedoe ling geen geld te geven aan deze ver steende vrouw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 21