Vlechtwerk
Doorloper
Grote doorloper
Kruiswoord
Koppelraadsel
Kruiswoord
Elf natiën
PUZZEL
HORIZONTAAL:
1. Ned. rivier - Ned. ri
vier - Ned. rivier; 2. pro
vincie hoofdstad - roem -
onderricht; 3. vaartuig -
watering - waterkering;
4. pont - pl. op de Veluwe
- windrichting; 5. nobel -
een zekere - kleur; 6. vet
tige zelfstandigheid -
omelet; 7. havenkant -
hemellichaam - aanwij
zend voornaamwoord; 8.
telwoord - vogeleigen
schap - strak; 9. water in
Drente - Ned. rivier - wa
ter in Friesland.
VERTIKAAL:
1. rivier in Duitsland -
water in Zeeland - Ned.
river - Ned. rivier; 2. deel
van een trap - spleet -
vloerbedekking - man
nen van stand; 3. deel
van een schip - vracht -
vaartuig - persoonlijk
voornaamwoord; 4. hijs
werktuig - deel van een
schip - oever - pas - spil -
lofdicht; 5. korte stijging
van het zeewater - Ned.
rivier - Ned. rivier - water
bij Amsterdam - grote
watervlakte.
HORIZONTAAL:
1. gebak - gebak; 2. toe
spraak - bedorven - walvis -
water in Friesland; 3. ston
de - dwaas - kippeziekte -
oude lengtemaat; 4. iemand
met veel verbeeldings
kracht - noot - Bijbelse fi
guur; 5. Florijn - Europese
hoofdstad - uitgave - droog;
6. vogelprodukt - grond
soort - kloosterlinge - vul-
kaanprodukt; 7. jaargetijde
- vaarwel - getijde - hetzelf
de; 8. huisdier - hetzelfde -
water in Friesland - deel van
een Franse ontkenning; 9.
oude lengtemaat - looche
nen - onderricht; 10. jong
varken - belemmering -
boom - tafelgerei; 11. vis -
regel - ter plaatse - vlakte
maat; 12. mooi - opdracht -
loopvogel; 13. kar - herfst
bloem - oude lengtemaat;
14. roofvogel - slechte
vrouw - pl. op de Veluwe;
15. vreemde munt - spleet-
gogheid - eerstvolgend; 16.
roem - pl. op de Veluwe -
Anno Domini - pl. op de Ve
luwe; 17. iets zeer smake
lijks - baksel.
VERTIKAAL:
1. lekkernij - baksel - bak
sel; 2. tijdrekening - wate
ring - Bijb. figuur - dwaas -
hert; 3. pl. in KI. Azië - huis -
biersoort - godsdienst; 4.
winst - wondvocht - niet
dicht - eikeschors; 5. oog-
vocht - waadvogel - niet
even - lidwoord - lidwoord;
6. dragen - levenslucht - bin
nenkort - hemellichaam; 7.
noot - heilige - ternauwer
nood - al - weg met bomen;
8. Europese hoofdstad - on
ontwikkeld insekt - gast -
deel van een been; 9. baksel
- pl. in Groningen - plezier -
godheid; 10. diploma - wa
pen - familielid - roem -
sportterm; 11. ontkenning -
Bijb. figuur - draaikolk - ho
ningdrank - numero; 12. uit
gezochte lekkernij - lekker-
HORIZONTAAL:
1. oproer, opstand; 6. om
lijsting v.e. bril; 2. wagen
vracht; 14. ijzer om het vuur
op te rakelen; 15. laagtij; 17.
knorrig mens; 20. stoom
schip (afk.); 21. geslacht van
mensen of dieren; 23. groot
spreker; 24. omslag voor pa
pieren; 25. delfstof; 27. in
sekt; 28. boodschapper; 29.
niemendal; 31. onbepaald
voornaamwoord; 32. wijn
soort; 33. onbepaald voor
naamwoord; 35. afgestoken
stuk gras; 36. zonder gezel
schap; 37. hekelend ge
schrift; 39. niet gesloten; 41.
schiereiland tussen N. IJs
zee en Witte Zee; 43. grote,
zure, donkerrode kers; 45.
licht verteerbare spijs; 47.
netelachtige plant; 49. vier
handig dier; 50. plaats in
Groningen; 52. niet-deskundi-
ge; 53. lichaamsdeel; 54.
Aziaat; 56. vlaag van eigen
zinnigheid; 57. overblijfsel
bij verbranding; 58. soort
ganzerik; 60. werktuigkun
dig ingenieur (afk.); 61. kind
v.h. mannelijk geslacht; 62.
lang smal stuk; 64. beschon
ken; 65. gerookte haring.
VERTIKAAL:
1. aandoenlijk; 2. heen en
terug (afk. Latijn); 3. boven
dien; 4. deel v.h. oog; 5. af
geknotte boomstam; 7. wal
vanwaar de wind komt; 8.
Europeaan; 9. voorzetsel;
10. klein kind; 11. ontzag;
13. misnoegdheid; 16. stad
in Italië; 18. kaartterm; 19.
deelbaar door twee (reken
kunde); 20. licht rijtuigje op
twee wielen; 22. koppig,
halsstarrig (figuurlijk); 24.
dagelijks bestuur v.e. clas
sis; 26. het vloeien van
bloed laten ophouden; 28.
iemand die op alles aanmer
kingen maakt; 30. stengel
v.e. plant; 32. drijvende, stu
wende kracht (figuurlijk);
34. Japanse munt; 35. deel
v.e. kledingstuk, waarin in
men iets bergt; 38. groen
edelgesteente; 40. leren
halsjuk v.e. trekdier; 42.
edel metaal waartegen
bankbiljetten ingewisseld
kunnen worden; 44. door
een nummer aangeduid
werk v.e. componist; 45
binnenvlakte van de hand,
46. massa van vergruizelde
steen; 48. tijdvak van 100 ja
ren; 50. rivier in Frankrijk
51. ondergronds vervoer
middel; 54. plaats in Lim
burg; 55. meertandige ijze
ren mestvork; 58. gekuipt
houten vat; 59. water door
latende; 61. op die manier
63. letter v.h. Griekse alfa
bet.
PUZZEL
Z 3 V S 6 7 8 9 'O 'Z '3 'V /J- /6 '9 ZO
HORIZONTAAL: 1 muziek-
instrument, muziekinstru
ment, muziekinstrument, 2
eierleggend, tijdstip, indivi
du, slagader, klinker, 3 sna
vel, roofvogel, slaapplaats,
scheidsrechters, 4 slenteren,
legerrang, departement,
zoogdier, bejaard, 5 werktuig,
politieke partij, vogel, strek
king, 6 bevel, gelooide huid,
zangstuk, waarschuwend, 7
varensgezel, druppelbuis,
pers.vnm.woord, redactie, 8
bekend oorlogsmisdadiger,
mevrouw (Eng.), rivier in
Duitsland, een zekere, water
bij Dokkum, 9 jongensnaam,
voorzetsel (Fr.), Indiaans
symbool, aartsbisschop,
hoogvlakte in Israël, bij
woord, 10 oud-staatsman,
voegwoord, gereedschap, per
luchtpost, 11 Noors schrijver,
roofvogel, geweldig, vlakte
maat, hetzelfde, 12 Engels
graafschap, onvruchtbaar,
opruimen, uitroep, 13 mu
ziekinstrument, muziekin
strument, muziekinstrument,
14 Arabische jongensnaam,
Van de achter elkaar staande
woorden moeten nieuwe woor
den worden gemaakt. Op de
eerste rij wordt een gezegde
zichtbaar.
lotus-vink, Marne-lias, ketel-
node, mager-ader, kunde-enig,
waker-pint, gallon-naam, schil-
niet, enfin-iets, varia-tong, tan
te-goud, regen-faam, satan
muil, lunet-anti, gclui-atol, ge
not-wens, stunt-olie, facet-reis,
kapot-heer, schar-kiem, Lethe-
grof, agent-vlas.
kleren, boom, maatschappe
lijke klasse, boogbal, 15 onge
bonden, gewicht, plaats in
Brabant, vlijtig, ontvangap
paraat, 16 zetel, gesloten,
voorzetsel, laatstleden, deel
van het hoofd, indien, 17 be
zorger, gebogen been, getij
de, slap mes, verzetsbewe
ging, 18 vroegere politieke
partij, reinigingsmiddel, in
secteneter, water bij Edam,
kraan, elite, 19 afgestoken
stukken grasland, jongens
naam, slechte vrouw, bok-
sterm, Europese hoofdstad,
de oudste, 20 het laatste, Chi
nese maat, omroep, zelfkant,
vr.dier, water in Noord-Hol
land, 21 voorzetsel, bij testa
ment vermaken, deel van de
dag, afgunst, kleur, 22 onpret
tig, vorderen, dapper, vlees
(Eng.), heilige.
VERTIKAAL: 1 muziekin
strument, muziekinstrument,
2 scheepsschade, studenten
naam, bijbels figuur, vod, re-
g.regl., ons inziens, achter, 3
heester, plaats in Gelderland,
vaartuig, talen instituut, ge
recht, bestrijdingsmiddel
klinker, 4 Italië (nationali
teitsteken), pagina, wijnmaat
denkspel, bijbels figuur, kos
ten koper, bez.vnm.woord
voordat, 5 verordeningen,
plaats in Duitsland, vroegere
scheepswerf, 6 loog, vogel,
Frans voorzetsel, deel van de
mast, gesloten, legerrang, het
beste, 7 nieuwzilver, weg met
bomen, gast, hier, dooier,
planter, 8 gevels, rijksgrond,
vernieuwen, bar, 9 boom,
worm, drank, noodzakelijk,
vervoermiddel, 10 wreed
heerser, paragraaf, wijnsoort,
lidwoord, laaghartig, zijrivier
van de Donau, 11 golflengte-
bereik, bid (Lat), jongens
naam, hoofddeksels, gek
heid, ambacht, 12 Engelse
stad, kleur, een zogenaamde
kunstkenner, koude drank,
wasmiddelmerk; 13 Frans
lidwoord, deel van een schip,
waterstand, Europeaanf God
spraak, elasticiteit, Engels
telwoord, 14 Internat.
Schaatsunie, moes, meisjes
naam, deel van een kachel,
vis, 15 muziekinstrument,
hulpmiddel bij trommel,
Friese jongensnaam, vr.
munt, 16 Oostduitse politie,
muzieknoot, jonge leeuw,
persbureau, bende, land
bouwwerktuig, 17 deel van
het oog, strijdperk, bijwoord
voedsel, vr.titel, omroep, zon
negod, 18 deel van de bijbel
ronddraaien, bijbelse naam
Laus Deo, pinda, 19 onder an
dere, Europese Unie, ir
kaar, muziekinstrument
droombeelden, 20 moeras
plant, muziekinstrument,
verontschuldiging, deel van
de bijbel.
HORIZONTAAL: 1 projectiel.
5 eetgelegenheid, 9 toestand,
die tot een uitbarsting kan lei
den, 12 laatstleden, 14 en om
streken, 15 namelijk, 16 aanw.
vnw, 18 lied, 20 stomp. 21 man
nen van adel, 23 man van adel.
25 knaagdier, 26 touw of staal
draad, 27 Europeaan. 28 heilige,
29 omroepvereniging. 31 trek,
32 niet breed, 34 deel v.e. wet.
36 slot, 37 stand, 38 dandy. 39
insect. 41 in het jaar onzes He
ren, 42 boom, 44 karakter. 46
voorz., 48 vrees, 50 voorzaal v.e.
Romeinse woning, 52 landtong.
53 tijding, 55 groente. 56 eerst
komend, 59 wintervoertuig, 60
oosterlengte. 61 ook, 65 plaats
in N. Holland. 66 op voeten rus
ten.
VERTIKAAL: 1 onzin. 2 Gede
puteerde Staten. 3 plaats o.d.
Veluwe, 4 bergplaats. 5 noot. 6
loot, 7 niet genoemd. 8 plaats
i.d. Achterhoek, 10 ontkenning.
11 gevangenis, 13 deksel, 15
duin, 17 binnenkort, 18 dik. 19
sportterm, 20 teraardebestel
ling, 22 smalle plank. 24 deel
v.e. huis, 26 rang, 27 watervo
gel, 28 hoon, 30 stad in N. Afri
ka, 31 water in Friesland, 32 de
oudere, 33 laatstgenoemde. 35
motorrace, 40 soort, 42 insect,
43 specerij, 45 Rotterdamse
Tramweg Mij, 46 godin, 47
schimpen. 49 deel v.d. hals. 50
voertuig, 51 soort onderwijs. 54
voorz., 57 wees gegroet, 59 loot.
61 daar, 62 voegwoord, 63
boom, 64 welaan, komaan.
Bij deze puzzel gaat het er
om de gehele voorraad let
ters te gebruiken voor het
vormen van 10 woorden aan
de hand van de omschrij
vingen. Bij een juiste invul
ling vormen de eerste let
ters van alle woorden een
Nederlandse plaatsnaam.
De voorraad letters is:
7xA
IxB
lxC
4xD
21xE
2xG
lxH
4x1
lxK
3xL
7xM
7xN
8xO
lxP
8xR
4xS
2xT
4xU
3xW
6xZ
OMSCHRIJVINGEN: 1
paardrijdster, 2 watervogel,
3 soort kaartspel, 4 soort
kaas, 5 vergeldingsmaatre
gel, 6 soort hoed bij regen
weer, 7 beroep, 8 bloem, 9
alleen, 10 Europees land.