Molen: bazaarstuk of technisch hoogstandje? V&n IJMte i& a mm m Dammen Bridge Filatelie VISSPORT teii JIlV *\MË ZATERDAG 21 JUNI 1986 EXTRA PAGINA 29 DOOR BRAM VAN LEEUWEN De kwaliteit van een werpmo- len wordt niet bepaald door het aantal sierstripjes. Een goede slip, een slijtvaste lijnrol en dege lijke tandwielen zijn veel belang rijker. De ontwikkeling van nieuwe ma terialen in de hengelsport gaat zeer snel de laatste jaren. Soms zijn we nauwelijks gewend aan een nieuwe naam of de folders en catalogi propageren al weer iets nieuws. Vooral op de werpmo- lenmarkt gaat er geen seizoen voorbij of er worden weer nieu we modellen - vervaardigd van nog lichter materiaal - op de markt gebracht. Het doet me soms wel eens denken aan de STER-reclame voor een bepaald soort wasmiddel. Het wast keer op keer nog witter. Terwijl het in vroeger jaren toch ook al blin kend wit waste. Ik geloof dat het als consu ment belangrijk is een beetje door al die reclameslogans heen te prikken en goed af te wegen welke molen nu het best kan worden aangeschaft. Daarbij is het van groot belang je direct af te vragen voor welke visserij je zo'n molen wilt gebruiken. Neem bijvoorbeeld eens die propaganda voor steeds lichtere molens. Als je een verwoed kar pervisser bent, hoef je je op dat punt van geen enkel advies iets aan te trekken. Want het gewicht van de molen bij de karpervisse rij is van ondergeschikt belang. Immers zo'n molen wordt op de hengel gezet en vervolgens be landt die hengel in negen van de tien gevallen in de steunen. Dan maakt het niets uit of zo'n molen nu 2,3 of 4 ons weegt. Daarentegen is het gewicht van de molen weer een primaire zaak voor de kunstaasvisser. Die mo len houdt je gedurende bijna de hele visdag in de hand. Je moet er voortdurend mee werpen en dan kan een onsje meer op den duur net leiden tot een pijnlijke pols. Is het gewicht voor de karper visser nauwelijks van betekenis, deste belangrijker zijn de presta ties die de molenslip kan leve ren. En juist op dat punt laten molens grote verschillen zien. Een goede molenslip is in vele standen instelbaar en heeft een gelijkmatige, vloeiende bewe ging. Wanneer de wegvluchten de vis de slip aanspreekt dient dat mechanisme geen momentte haperen, want dan kan het al te laat zijn. Als de gehaakte vis plotseling inhoudt om daarna weer met dubbele energie weg te zwem men bewijst een slip pas zijn waarde. Stagneert de lijnafgifte ook maar één ogenblik dan kan breuk het gevolg zijn. Bij de allersimpelste molentjes bestaat het hele slipmechanisme vaak uit niet meer dan een dun asje met een dopje dat is voor zien van schroefdraad. Naarmate de spoel vaster wordt aange draaid geeft de molen moeilijker lijn af. Een dergelijk slipsysteem laat Zich echter moeilijk instel len, is onderhevig aan een grote slijtage en is dus in feite alleen te gebruiken voor die visserij waar bij de slip geen vitale rol speelt, zoals bij de aal visserij. Daar is uitsluitend de opspoelfunctie van belang. Voor aal is het zaak dat de lijn zo snel mogelijk kan worden bin- nengedraaid zodat die kronkel staart onderweg niet de kans krijgt om zich om een of ander onderwaterobject heen te slinge ren. Aalvissers dienen dus vooral te letten op de overbrenging en de daarmee samenhangende in- haalsnelheid. De plaats van de slip is een echte modegril. Een jaar of vijf geleden zag je vrijwel uitsluitend molens met de slip voorop. Toen echter het patent voor de slip achterop de molen afliep, gingen veel molenproducenten ertoe over ook een uitvoering met een slip op de achterzijde op de markt te brengen. Omdat het patent in bezit was van een gerenommeerde molen fabrikant werd bij de hengelaar de suggestie gewekt dat molens met de slip achterop beter zou den zijn dan de traditionele uit voering met de slip voorop. Feit is echter dat er molens zijn met een slecht functionerende slip achterop, terwijl molens met de slip voorop uitstekend kunnen functioneren. De prijzen van werpmolens lo pen even sterk uiteen als d_e uit voeringen. Er zijn al molens van beneden een tientje, maar er zijn er ook waarvoor vele honderden guldens moet worden neerge teld. Het is het verschil tussen ondeugdelijke bazaarmolentjes en ingenieuze stukjes techniek. Van een molen van een onbe kend merk zijn meestal geen re serve-onderdelen voorradig. Gaat er iets stuk aan de molen, bijvoorbeeld een beugel, een slingertje of een spoel dan kan de molen direct worden wegge gooid. Bekende molenmerken voor zien de hengelsportwinkelier vaak van een uitvoerig pakket vervangingsmateriaal of kunnen dat op korte termijn leveren. Bo vendien zijn deze molens meest al voorzien van een reservespoel. Dat is handig wanneer men snel van lijndikte wil wisselen. Waren molens vroeger vrijwel allemaal vervaardigd van gemof feld materiaal, tegenwoordig zijn veel delen van de molen vervaar digd van carbon of een menge ling van kunststoffen waarin ook carbon is verwerkt. Soms gaat een bekende werp- molenfabrikant het verkeerde pad op. Dat was bijvoorbeeld ja ren geleden het geval met een Frans bedrijf. Het had al jaren grote bekendheid als producent van zeer degelijke molens. Bij een goede behandeling en regel matig onderhoud waren de vitale onderdelen van de molen, zoals tandwielsysteem en kogellagers, vrijwel onverslijtbaar. De uitvoe ring daarentegen was nogal so ber. Toen de markt werd over spoeld met goedkope molentjes uit het Verre Oosten waarop al lerlei kleurige tierlantijntjes za ten en het koperspubliek die goedkope sier niet doorzag, ging het Franse concern mee in die slag en begon ook molens te ver kopen met allerlei zilver- en goudkleurige versieringen. En tegelijkertijd werd om ook in prijs mee te concurreren een concessie gedaan aan de kwali teit. Omdat het bedrijf merkte dat men op die manier veel trouwe klanten van zich vervreemdde zijn de Fransen spoorslags terug gekeerd op hun schreden. Trou wens ook bij andere merken die het vroeger nogal eens moesten hebben van een oogverblinden de uitmonstering, terwijl het functioneren nogal eens te wen sen overliet, zijn langzamerhand meer belang gaan hechten aan kwaliteit. Die kwaliteit komt onder meer tot uitdrukking in de duurzaam heid van de lijnrol. Deze lijnrol moet van zeer hard materiaal zijn vervaardigd omdat er bijvoor beeld tijdens een dagje spinnen ettelijke kilometers lijn langs loopt. Soms komt daarop ook nog flinke spanning te staan Niet slijtvaste lijnrollen zorgen er voor dat de lijn snel wordt be schadigd en aan betrouwbaar heid sterk inboet. De levensduur van een molen wordt sterk bepaald door het ge bruik en het onderhoud. Houdt de molen altijd goed schoon: is een belangrijk advies. Vervang het vet in het molenhuis op ge zette tijden en bewaar de molen in een stevig molentasje. Zorg er dan wel voor dat de molen goed droog is. Laat een werpmolen nooit op de hengel zitten, want daardoor krijgt vooral de kwets bare beugel het zwaar te verdu- Mahler in een vaste greep Mahler: Symfonie nr. 2 - Lieder eines fahrenden Gesellen. Rosalind Plow- right (sopraan), Brigitte Fassbaen- der (mezzo-sopraan), Philharmonia Chorus and Orchestra o.l.v. Giusep pe SinopolUdg 415 959-1 (2 Ip's) 415 959-2 (2 cd's, aangevuld met Sechs frühe lieder)) Na zijn opmerkelijke verklan king van Mahler's Vijfde Symfo nie heeft Sinopoli nu ook de Tweede Symfonie aan de plaat toevertrouwd en wederom is het resultaat waard om gehoord te worden, al kan ik me voorstellen dat de aanhangers van Haitink, Klemperer en Walter zich niet onvoorwaardelijk voor deze La tijnse visie gewonnen zullen ge ven. Het inleidende 'allegro maestoso' krijgt van Sinopoli precies de allure die het nodig heeft: een majestueus openings- deel met prachtig getrokken lij nen, die de toehoorder de juiste ondergrond geven voor wat nog komen moet. De volgende delen houden dit niveau vast, maar toch lijkt Sinopoli soms aan een planning op korte termijn te doen. Zijn climaxen zijn indruk wekkend maar soms ook kort stondig en werken niet altijd mee aan de opbouw van een spanning die naar een adembe nemende finale moet leiden. Zijn greep op het geheel en op het prachtig spelende orkest is ech ter zo groot, dat zijn vertolking nog ruimschoots buiten het ter rein van het oppervlakkig effect- werk blijft, al doet de zeer brede stereospreiding van de opname soms wel even aan filmmuziek denken. De vierde plaatkant is gevuld met mooi gezongen, maar akoestisch enigszins kaal opge nomen 'Lieder eines fahrenden Gesellen'. De cd-koper krijgt bo vendien als extraatje de 'Sechs frühe Lieder' in de vertolking van Bernd Weikl, die de platen koper al bij de Vijfde Symfonie had aangetroffen. gf V, *Giuseppe Sinpoli. (foto p.r.) Uchida verheven boven kritiek Mozart:Pianosonates in c, kv 309, in d, kv 311, en in a, kv 310. Mitsuko Uchida (piano). (Philips 412 741-1 (lp), 412 741-2 (cd).) De pianosonates van Mozart val len als rijpe appelen van de boom.Een van de aantrekkelijk ste series wordt voor Philips ver zorgd door de Japanse pianiste Mitsuko Uchida, van wie nu al de vijfde plaat verschenen is. Haar interpretaties zijn meestal won dertjes van (schijnbare) eenvoud en munten uit door aandacht voor het muzikale lijnenspel. Strak en koel-afstandelijk zijn zij echter in de verste verte niet, want om de haverklap komen in het spel van Uchida elementen uit de oude Weense school naar boven, die weliswaar niet leiden tot romantisering, maar die wel een flinke dosis spanning en le vendigheid in de muziek bren gen. Haar techniek en virtuosi teit zijn boven iedere kritiek ver heven, niet alleen bij deze uitvoe ringen die ontstonden in een pla- tenstudio. Juist de combinatie van haar vlekkenloze spel met een steeds stijgende spanning hebben haar optredens in o.a. de kleine zaal van cle Rotterdamse Doelen tot onvergetelijke erva ringen gemaakt. Reconstructie van Monteverdi Monteverdi: L'incoronazione di Pop- pea. Catherine Malfitano, Zehava Gal, John Elwes, Gérard LEsne, Gre gory Reinhart e.v.a. La Grande Ecu- rie et la Chambre du Roy o.l.v. Jean- Claude Malgoire. (CBS I 4 M 39728 (4 lp's), M3K 39728 (3 cd's). Monteverdi wordt algemeen be schouwd als de eerste belangrij ke operacomponist en zijn 'L'Or- feo' als de eerste belangrijke ope ra. Toch zijn er meerdere rede nen te noemen om Monteverdi's laatste opera, 'L'incoronazione di Poppea' hoger in te schatten. Niet alleen biedt de inhoud ons een geslaagde integratie van ko-# mische elementen in een serieus gegeven, maar bovendien loopt de vormgeving vooruit op de 'opera seria' van Scarlatti tot Handel, waarin een prominente plaats zou worden ingeruimd voor de zogenaamde da-capo- aria. Aan het eeuwige uitvoerings probleem is onlangs een nieuw dilemma toegevoegd door de ontdekking van het 'Napolitaan- se manuscript', waarin tien scè nes meer voorkomen dan in het bekende 'Venetiaanse manus cript', maar waarin ook een ver sie wordt geboden die dichter bij het oorspronkele libretto van Giovanni Busenello blijft. Het is nog te vroeg om te concluderen, dat dit 'dus' de versie is die het dichtst bij de intenties van de componist komt, maar de ont dekking ervan alsmede de eerste plaatopname zijn wel degelijk belangrijke momenten voor de geïnteresseerde operaliefhebber. De uitvoering onder Malgoire biedt een verantwoorde recon structie van de door de compo- 'nist beoogde uitvoering (al blijft het natuurlijke gissen...) met fraaie vertolkingen zowel door de instrumentalisten als door de meeste vocale solisten. Van de laatsten dienen dan vooral Ca therine Malfinatno (Poppea), John Elwes (Nerone) en de coun tertenor Gérard Lesne (Ottone) genoemd te worden. Luxueus is de cd-uitgave met 220 minuten op drie plaatjes. Walter op cd onovertroffen Beethoven: Vioolconcert in d, op.61. Zino Francescatti (viool), Columbia Symphony o.l.v. Bruno Walter. (CBS MK42018 (cd).) Het tijdperk van de gedigitali seerde banden en de digitale weergave via de compact disc heeft al menig verhelderend licht geworpen op opnamen die nog slechts kort geleden als achter haald werden beschouwd, maar een paar van de grootste verras singen zijn te vinden in de serie gewijd aan de dirigent Bruno Walter (1876-1962). De hoogste ogen gooien daarbij twee symfo nieën van Mahler, namelijk de Tweede (M2K 42032) en de Ne gende (M2K 42033). Het verbluf fende ligt in de hoge geluidskwa liteit en met name de enorme mate van helderheid die deze twintig tot dertig jaar oude ver tolkingen bij weergave via de compact disc blijken te bezitten. Wie daarvan een goed voorbeeld wil horen, kan het beste het Vioolconcert van Beethoven be luisteren in de uitvoering die Walter in 1959 met de violist Zino Francescatti vastlegde (stereo!). De warmte van het door Walter bereikte orkestspel en de zinde rende tonen van Francescatti zorgden indertijd voor mogelijk de beste opname van dit populai re concert, maar de kort geleden verschenen compact disc zet de ze unieke uitvoering in een onge kend licht. Natuurlijk blijft het een oudere opname, maar de winst t.o.v. de plaatuitgave is evi dent en ondanks enkele techni sche beperkingen ontstaat de suggestie van direct contact met de violist. Wie dit concert in zijn hart gesloten heeft, vindt op deze cd een bijna dertig jaar oude uit voering die alle moderne opna men overbodig maakt. door Rinie Kuijf Tijdens deze ronde bleek de or ganisator nog een verrassing n petto te hebben. Hij had zelf no- tatibiljetten gemaakt (hoe ver zint hij het als ze met duizenden tegelijk bij de lokale schaakclub te krijgen zijn), en door een con structiefout bleek daarop de der tigste zet te zijn weggevallen. Dat is iets waar je als schaker hele maal niet op bedacht bent, en zo dra je de kolom van 40 zetten hebt volgemaakt denk je de tijd- controle gehaald te hebben. Twee van onze spelers gingen op deze manier in totaal gewonnen stelling door hun tijd heen. Bij de partij van Gelpke kwam daar nog bij dat zijn tegenstander er ook geen erg in had en pas bij de tweede tijdcontrole door een teamgenoot er op werd gewezen dat hij de partij had gewonnen door tijdsoverschrijding. De volgende dag zou om 9 uur de laatste ronde worden ge speeld. Natuurlijk ging ook hier het een en ander mis. De organisatie wilde, wat er ook gebeurde, in ie der geval op tijd beginnen. Dus begon de wedstrijdleider om 9 uur driftig alle klokken in wer king te stellen, terwijl er nog nie mand aanwezig was. De Engelse spelers die geen eigen vervoer hadden, zouden door de zoon van de organisator worden opge haald. Toen ze er om half tien nog niet waren belde de man zijn zoon even, kreeg geen gehoor en nam aan dat hij inmiddels onder weg was. Om tien uur nog geen Engelsen, en toen realiseerde de man zich dat hij vergeten had het kengetal van zyn dorp te draaien, toen hij het nog eens probeerde bleek zijn zoon zich verslapen te hebben. Na meer dan anderhalf uur wachten konden de partijen tegen de Engelsen beginnen. Om de wedstrijd te winnen moesten we minimaal 4 punten halen en we begonnen slecht met deze partij: Bucker-Peelen 1- e4 - c6 2. d4 - d5 3. exd5 - cxd5 4. c4 - pf6 5. pc3 - g6 6. db3 - lg7 7. cxd5 -0-0 8. pe2 - a5 9. g3 - a4 10. pxa4 - pxd5 11. Ig2=diagram 1. pc6? 12. Ixd5 - pa5 13. Df3 overzien, en door zwart opgegeven. Uiteindelijk eindigden we ge lijk met de Duitsers en door een beter resultaat aan de hogere borden werden we eerste. Ik speelde de volgende aardige partij: R.Kuijf- Mc. Nab. 1. e4 - g6 2. d4 - lg7 3. pc3 - d6 4. f4 - pc6 5. Ie3 - pf6 6. h3 (vroeger door Fi scher bedacht) 0-0 7. g4 - e5 8. dxe5 - dxe5 9. f5 -pd4 10. Dd2 - C5? (beter is 10 ...gxf5) 11. g5 - pxe4 (dat was de bedoeling, het stukoffer is gedwongen daar na 11 ...ph5 12 f6 lh8 13 pd5 sterk is) 12. pxe4 - lxf5 13. Ig2 - Db6 14 0-0-0 - tad8 15. pge2! Ixe4 (na 15 ...pb3 16. ab3 heeft wit voldoende compensatie voor de dame.) 16. Ixe4 - pb5 17. Del - txdl 18 Dxdl - td8 19 Del -da6 20. Kbl - Da4 21. pg3 - lfB 22. tfl! c4 23. c3 - td6 24 Df2 - f5 25 pxf5 -tdl schaak dia gram 2.) 26 lel. -txfl 27. Dxfl - gxf5 28. Dxf5 - lg7 29 ld5 schaak Zwart gaf op, het is mat na 29 Kh8, 30 Dc8 m m i I a \M. Deze week kan ik u helaas nog geen partijen laten zien uit Val kenburg omdat ik het te druk had met de voorbereiding van mijn match tegen Jannes van der Wal. Diegenen die mijn rubrie ken gevolgd hebben weten dat deze match zeer belangrijk is. Het ging namelijk om één plaats voor het wereldkampioenschap in Groningen. De tweekamp ging over slechts 2 partijen, waarbij ik genoeg had aan 2 pun ten. Dat betekende dat ik alleen geinteresseerd was in twee remi ses. Mijn voorbereiding bestond dan ook uit het bekijken van de openingen waarbij de schijven zo snel mogelijk van het bord verdwijnen. De partijen zouden wat mij betreft dan ook zo onin teressant mogelijk zijn. Voor Van der Wal geldt natuurlijk het omgekeerde, hij moest proberen spanningen te creëren. En daar is Van der Wal een meester in. Bij hem komt het nog regelmatig voor dat hij slecht tot verloren staat maar toch wint omdat hij het één en ander beter bereke nen kan en koel blijft. Een goed voorbeeld is mijn partij tegen Van der Wal gespeeld om het |4r 9,l wm i®8 Wmmm m door Hans Vermin kampioenschap van Nederland 1984. Vermin-Van der Wal 1.32-28 19-23 28x19 14x23 37-32 10-14 41-37 5-10 46-41 14-19 6. 34- 30 10-14 7. 30-25 17-22 35-30 20-24 40-35 11-17 45-40 7-1111.32-28 23- x32 37x28 2-7 50-45 16-21 831-26 11-16 39-34 21-27 16. 34-29 15-20. 44-39 18-23 29x18 12x32 40-34 13- De 27ste editie van het Roxy Rui- tenboertoernooi is zo mogelijk een nog groter succes geworden dan de 26 voorafgaande afleve ringen. Bijna 15.000 paren deden mee, hetgeen betekent dat onge veer de helft van de georgani seerde Nederlandse bridgers ac te de présence geeft. En dat be treft dan spelers van le klasseni veau of lager; alleen die categorie mag deelnemen. De voorronden worden gespeeld op de eigen clubavond, waarbij voor iedere dag van de week een aparte speelset wordt gehanteerd. De winnaars van elke groep plaat sen zich voor de halve finales en vervolgens hopelijk voor de fina le. Die 440 gelukkige paren mo gen dan uitmaken wie zich voor één jaar Ruitenboerkampioen mag wensen. Dit jaar waren dat de Amsterdammers Ronald Post en Richard Overberg die de for midabele score van 68,4 bij el kaar speelden. O 11! Ondanks het feit dat ik min of meer op remise uit was (6.34-30 en 8.35-30) is het toch spannend geworden, m.n. omdat wat Van der Wal speelt nauwelijks speel baar kan zijn en ik daardoor ge dwongen ben om op winst te spelen. En dat gaat tot nu toe goed, zwart moet een schijf inle veren, maar dan....26-21 17x26 26. 28x6 7-11 27. 6x17 12x21 42-37 8- 12 48-42 12-17 37-32 18-23 31. 32- 28 23x32 34-29?beter is hier waar schijnlijk toch 33-29. 17-22 29-23 19x28 30x10 15x4 25x14 9x20 42- 37 3-8 35-30 30-24 8-13 40-34 4-10 44-40 13-18 41.24-19 27-31 36x27 22x42 33x13 42x35 41-36 41-36 32- 37 13-8 37-42 46.43-38 42x33 8-2 21-27 2-810-1519-13 33-38 13-9 38- 43 51. 9-3 43-48 34-29 27-32 29-24 32-27 24-19 26-31 36x27 16-21 en wit gaf op. De match tussen Van der Wal en mij is overigens op het mo ment dat u deze regels leest al voorbij. Deze werd nl. 14 en 15 juni in Utrecht gespeeld. (Vermin plaatste zich voor het WK via twee remises - redactie) door Ton Schipperheyn West opende 1 SA,-oost 2 Sch, een vraagbod naar wests verde ling. West antwoorde met 3 Ru (vierkaart ruiten vierkaart ho ge kleur). Oost bood 3 Ha (welke hoge kleur?), west 3 Sch (schop pen), oost 4 Ru, west 4 Sch (con trole), oost 4 SA, west 5 Sch (2 azen troefheer). Oost wist nu Sch A en Ru A H bij partner en kon daarmee tot 13 slagen tellen: niet 7 Ru, maar 7 SA dus. Het is tenslotte een parenwedstrijd. Een biedserie die in de mees terklasse niet zou misstaan. En moeilijk was het volgende: A B 9 5 N *2 10 3 O wf) 9AHVB9f AHB90 OV 8 7 6 2 V 10 5 Z A HET KAN NIET worden ont kend dat de Directie Zegelwaar den en Filatelie van de PTT voor al de laatste jaren driftig op zoek is naar nieuwe wegen, naar nieu we invalshoeken, om de filatelie nog interessanter te maken als ze al is. Zo kwam op 14 januari 1982, bij de uitgifte van de 65 ct.-zegel ter gelegenheid van het 350-jarig bestaan van de Universiteit van Amsterdam, voor het eerst een "mapje" op de markt en bij de uitgifte van de Rode-Kruisserie op 30 augustus 1983 deed Pro-fil (met eerst-daginformatie en me dedelingen) zijn intrede. Beide produkten van de DZF hebben inmiddels hun weg on der verzamelaars gevonden. Van de mapjes zijn tot op heden 38 verschenen en van de Pro-fils 24 stuks. De DZF heeft nu weer iets nieuws op stapel staan. In de loop van de komende vijf a zes jaar zullen alle postkantoren met een eigen filatelieloket worden A6 9 AV5 O 2 A H 10 7 5 3 2 ♦54 N *B9 OB 10 3 2 w n C?H7 OH 10 3 OVB98764 B984 Z +V6 HV 10 8732 <P 9 864 O A 5 - Oost, NZ. Oost opende vaak met 2 Ru, waarop zuid 3 Sch bood. West kan nu natuurlijk passen, maar het is wel zeker dat NZ de kwetsbare manche kunnen ma ken en waarom zou je het de te genpartij daarbij niet wat lastiger maken; 5 Ru dus. En dat loonde aan een paar tafels. Noord dou bleerde, maar 4 down bleek een karig resultaat omdat NZ in ie der geval 6 Sch maken, terwijl ook 6 Sch 1 meerdere malen op de lijst stond: ruitenstart, ruiten getroefd, klaveren getroefd, Sch A, nogmaals klaveren getroefd, waarna op noords resterende klaveren al zuids verliezers weg kunnen. door Hero Wit uitgerust met een bijzonder handdagtekeningstempel. Als af beeldingen in deze stempels zul len onderwerpen worden ge bruikt in de vorm van een mar kant gebouw, een toren, een ge meentewapen, een brug, kortom een kenmerkende afbeelding die bij de plaats of stad behoort. De eerste stempel "filatelielo ket" zal op 2 september in Zeve naar in gebruik worden geno men. Voor Zevenaar is voor het wapen van de plaats gekozen. Wie belangstelling heeft voor de stempel dient geadresseerde en voldoende gefrankeerde enve loppen en of kaarten (voorzien van eigen naam en adres) in een ongefrankeerde envelop of om slag te sturen naar: Directeur postkantoor Zevenaar, Postbus 99910, 6900 NA Zevenaar. Op het omslag vermelden: Stempel fila telieloket. De directeur van het postkan toor Zevenaar heeft naar aanlei ding van de ingebruikneming van de stempel (ook) een herin- neringskaart laten maken met daarop een afbeelding en een toelichtende tekst over het wa pen van de gemeente Zevenaar. Tegen de tijd dat de stempel zal worden gebruikt komen we nog weer op deze kaart terug. We kunnen nu namelijk nog niet vertellen hoe u in het bezit van die kaarten kan komen. Tegen 2 september zullen we ongetwijfeld nog eens attende ren op de "filatelieloket"-stem- pels en in de loop van de komen de vijf a zes jaar zullen we u voortdurend op de hoogte hou den van nieuwe aanvullingen op de reeks (plus adressen), zodat u geen enkel stempel behoeft te missen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 29