'Echte muziek roest niet' 'Ik was een wergwerpartikeP Da's waaiook Robbie van Leeuwen plukt nog steeds de vruchten van Venus' flï¥fmfitfirerinfr De ondergang en wederopstanding van Piet Kruiver ZATERDAG 21 JUNI 1986 EXTRA PAGINA 27 door Bart Jungmann Hg is al 41 jaar en toch is Robbie nog steeds geen Rob. Ondanks de gigantische sigaar waarmee hij zich deze ochtend op een terras heeft neergevleid. Goed, het haar is kor ter en dunt ook al wat uit. Maar af gezien daarvan zit in dit Haags eta blissement een man van middelbare leeftijd die in zijn uiterlijk het proto type van een oudere jongere is. Een half mensenleven is Robbie van Leeuwen beslist niet aan te zien. De gita rist en bedenker van Shocking Blue kan zo weer zijn plaatsje achter zangeres Ma- riska Veres innemen. En heeft dat in middels ook gedaan. Sinds ruim een jaar worden 'Mighty Joe', 'Never marry a railroad man' en 'Venus' weer live (en in oorspronkelijke versie) vertolkt. Ster ker: Shocking Blue is een tweede leven ingegaan en doet met de single 'The jury and the judge' opnieuw een gooi naar hitparades. Robbie van Leeuwen heeft alle ver trouwen in het welslagen van die po ging. "Dat moet lukken. Echt, het zit er in. Er gaan grote dingen gebeuren, ik voel het. Ik heb een tijdje vast gezeten, maar ben nu weer goed geïnspireerd". De eerste reünie, vijf jaar geleden op de Haagse Beatnacht, was wat dat be treft toch weinig hoopgevend. Van Leeuwen zegt het zelf. "Het klikte niet. Onderling niet èn met het publiek niet". Een paar jaar later ging het beter. "Fan tastisch" zelfs. Zo goed dat in navolging van zoveel anderen de verbleekte roem weer wordt opgepoetst. De oorspronkelijke samenstelling van Shocking Blue werd daarvoor wel enigs zins aangepast. Drummer Cor van der Beek en bassist Klaas van der Wal wer den buitengesloten van de come-back. "Die waren gestopt en dan pak je het niet zomaar weer op", oordeelt Van Leeuwen streng. "Bovendien heSje ook eigentijdse muzikanten nodig voor ei gentijdse muziek". De plaatsen van Van der Wal en Van der Beek werden ingenomen door de on bekende Wim Voermans op basgitaar en Jan Pijnenburg op drums. De laatste proefde nog niet zo lang geleden van het succes toen hij deel uitmaakte van Doe Maar. Hoewel alle vertrouwen in de toe komst van een vernieuwde Shocking Blue verkiest Robbie van Leeuwen toch een afwachtende houding. Niet alleen omdat hij zo goed de grilligheden van het muzikale bestaan kent, maar ook omdat hij zijn woonomgeving in Lu xemburg niet bij voorbaat wil opgeven om dichter bij het vuur te zitten. "Die vraag had ik al verwacht", zegt hij als wordt geïnformeerd naar de aan trekkelijke kanten van Luxemburg. "De één woont graag in Zeeland, de ander in Delfzijl en ik vind het heerlijk in Luxem burg", luidt het antwoord. "Het is wel ver weg, ja. Ik dacht ook eerst: waar be gin ik aan met Shocking Blue? Al die moeite voor een avondje. Maar het gaat zo lekker dat ik die afstand voor lief Royalties Van Leeuwen, van oorsprong onmis kenbaar Hagenaar, heeft eerst nog een tijdje in België gewoond. "Maar dan zit je nog dichtbij Den Haag en dat bleef trekken. Maar Den Haag is al lang Den Haag niet meer". De daaropvolgende vraag over de pe riode tussen de twee Shocking Blue's ("die had ik ook al verwacht") beant woordt hij met: "Ik heb de afgelopen ja ren kunnen leven van de royalties". Een antwoord dat een iets ander licht werpt op het afdanken van de Schilderswijk, de Lange Poten en het Plein. "Ik had het eigenlijk wel gezien", zo omschrijft hij de afgelopen jaren, die hij grotendeels in rust doorbracht. Na Shoc king Blue zette hij het muzikaal meer ambitieuze Galaxy'Lin op. Dat stierf echter al snel in schoonheid. Als studio muzikant was hij nadien nog een tijdje actief in de groep Mistral, maar vervol gens hield hij het daadwerkelijk voor ge zien. Ook de oude partners van Shoc king Blue bleven buiten zijn gezichts veld. "Ik heb alleen Mariska nog wei eens opgezocht toen ze in een Scheve- ningse discotheek werkte". Dat de naam Shocking Bue toch zijn Robbie Leeuwen (41 thans): "Voor je het weet ga je de vuilnisbak in". Inzet: Shocking Blue ten tijde van 'Venus', de enige Nederlandse pro ductie die ooit nummer één in de VS werd. (foto GPD/Kappa) bekende klank hield, heeft Van Leeu wen in het afgelopen-jaar wel bemerkt. "De naam leeft nog heel sterk. Dat heeft me echt heel erg verbaasd. Ook in het buitenland kennen ze ons nog. We tra den onlangs op in Wenen en daar braken ze de zaal af. En het opvallende is dat ook het jonge publiek ons goed kent". Dat laatste onderbouwt een eerder door Van Leeuwen opgeworpen stelling die luidt: echte muziek roest niet. "Er is een bepaald slag muziek, er zijn bepaal de artiesten, die blijven over. Artiesten van wie je het juist niet zou verwachten. Misschien wel degenen die zich niet aan een mode aanpassen. 'Venus' ging des tijds ook dwars tegen de trend in. Heavy metal was toen nog in, terwijl 'Venus' juist een echt poppy nummer was". Hij trekt de parallel door naar deze tijd: "Zo'n Prince is over tien jaar niets meer. Maar de muziek van mensen als Stevie Nicks en Robert Palmer, een man die ik erg bewonder, blijft. Dat is tijd loos". 'legen de trend in. In dat opzicht is Shocking Blue niets veranderd. Stond de naam vijftien jaar geleden garant voor makkelijk in het gehoor liggende popmuziek, tegenwoordig gaat de groep, als we Van Leeuwen mogen gelo ven, er steviger tegenaan. 'Meer heavy' noemt hij de koerswijziging, en dat speelt volgens hem de nieuwe single parten. "Het wordt maar weinig ge draaid. De disc-jockeys vinden het té heavy. Het is eigenlijk nog te vroeg om nu al conclusies te trekken. Het plaatje is net uit, maar ze beginnen al gelijk te zaniken". Waarna de bekende klaagzang over de macht van disc-jockeys en de hokjes geest in Nederland kan beginnen. Over de platendraaiers: "Je kunt daar niet te veel over zeggen en dat zegt op zich al voldoende. Voor je het weet ga je de vuilnisbak in. Wie te kritisch is, komt niet aan de bak. Laat ik een voorbeeld geven: wanneer een nummer als 'Har lem Shuffle' door een Nederlandse groep was opgenomen en niet door Bo wie en Jagger, dan was het nooit zoveel Over de strikte scheidslijnen in de mu ziekwereld: "Er wordt door de media een bepaald beeld gecreëerd. Je moet aan een patroon voldoen. En ze accepte ren niet als je daarvan afwijkt. Dan moet je echt een hele nieuwe identiteit aanne- Daarvan kon uit commercieel oogpunt in het geval van Shocking Blue geen sprake zijn. Juist "omdat het begin het moeilijkste is" (zegt Van Leeuwen) kan een beetje bekendheid geen kwaad. Hoe aarzelend zo'n begin kan zijn, onder vond de groep zelf bijna twintig jaar ge leden. Nadat Robbie van Leeuwen na tionale roem had verworven met de Haagse groep The Motions hield Shoc king Blue hem de eerste periode in de anonimiteit. Maar met de komst van Ma riska Veres in 1969 "ging het meteen als een trein". Een serie hits was het gevolg met 'Ve nus' als het internationaal meest spraak makende succes. "Alsof dat dan ook het enige is datje hebt gedaan", zegt Robbie van Leeuwen nu een tikkeltje veronge lijkt. "Weet je dat 'Venus' hier niet eens nummer één heeft gestaan? Het werd helemaal niet zo juichend binnenge haald toen de plaat uitkwam. De erken ning kwam pas nadat het nummer in de hele wereld op de eerste plaats stond". Shocking Blue schreef historie met 'Venus': de eerste popgroep uit Neder land met de meest verkochte single in Amerika. Er volgde een tournee van drie maanden door de Verenigde Staten, maar behalve nog wat kleine hitjes met 'Long Lonesome Road' en 'Mighty Joe' kon het grote succes niet worden gecon tinueerd. Van Leeuwen eert echter het kleine. "Noem het maar klein. Ze mogen me straffen met drie lage noteringen op de Amerikaanse hitparade". Heeft hij achteraf niet het gevoel dat 'Venus' nu veel meer zou hebben opge leverd? "Nee, integendeel. Hits waren toen veel groter dan nu. Je staat momen teel al één in Nederland als je 30.000 pla ten verkoopt. Met dat aantal singles kwam je in de jaren zeventig nauwelijks aan de bak" Singles. Het werkterrein bij uitstek van de componist Robbie van Leeuwen. "Ja, dat ligt me het beste. Bij het maken van een elpee verslapt de kracht heel snel. Ik explodeer het liefst in een single. In een paar minuten vertellen wat je te vertellen hebt. Dat is de uitdaging". Niet te hoog willen grijpen, is de les die hij zichzelf daarbij voorhoudt. "Je. moet je nooit concentreren op Amerika, dan lukt het zeker nooit. Echt, hel is al heel mooi als een plaat in Duitsland goed loopt". Toeval Het gigantische succes van 'Venus' be rust behalve op vakmanschap dan ook vooral op toeval. Gevraagd naar het ge heim van de smid, volstaat Van Leeu wen dan ook met: "Gewoon een num mer geschreven". De groep was bezig met het opnemen van een elpee, kan hij zich nog herinneren. "Een drukke perio de en daar kwam vrij toevallig 'Venus' uitrollen". Maar het bekende gitaarintro waarmee het nummer onmiddellijk is te identificeren, dat was toch zeker geen toeval? "Nee, het was natuurlijk de be doeling om het op die manier herken baar te maken. Maar ik had geen idee dat het zo zou beklijven". En het beklijft nóg steeds. Het Engelse meisjestrio Bananarama maakt momen teel goede sier met 'Venus' en heeft het zeventien jaar later opnieuw de hitpara de in gezongen. Van Leeuwen vindt het wel een aardige versie. "Ik vind het wel grappig. Een echt discoplaatje. Nee, er door verrast ben ik zeker niet. Er zijn al zoveel covers gemaakt van 'Venus'. Ik heb voor de aardigheid een verzameling Hoe groot is de verzameling? "Ik heb r nu zo'n stuk of honderdvijftig". Ook dit jaar belichten wij in 'EXTRA' een aantal personen en gebeurtenissen die ooit volop in de belangstelling stonden, maar die anno 1986 alweer bijna aan onze waarneming zijn onttrokken. Vandag Maar al te goed weet Piet Kruiver dat een uitgevoetbalde voetballer in het dagelijks leven nog geen broodkruimel kan kopen voor een alleszins respectabele loopbaan, die werd opgesierd met 22 oranjeshirts en 145 eredivisiegoals. Aan den lijve heeft hij ondervonden dat Welstand zich licht laat opvolgen door armoe de, dat de vrije val van populariteit naar anonimiteit snel is gemaakt. Het levensverhaal van Piet Kruiver beschrijft een man die zich in z'n leven tweemaal omhoog moest werken. Eerst van pupil bij KFC tot veel scorende mid- voor bij Feyenoord, daarna van sappe lende marktkoopman tot eigenaar van een drukbeklante modezaak in Krom- Hij praat zoals hij voetbalde. Recht voor z'n raap, soms kleunt de thans 48- jarige Kruiver er behoorlijk in. In begin sel een gevoelig mens, hebben be paalde ervaringen hem gehard. Hij geeft I zich nog altijd uit voor liefhebber van het voetbal. Maar het spel zoals daaraan vandaag de dag uitleg wordt gegeven, trekt hem totaal niet. Van het WK-toer- nooi in Mexico heeft Kruiver een hand vol wedstrijden bekeken en met nadruk zegt hij daarvan niet onder de indruk te zijn geraakt. Alleen het Engelse voetbal kan hem bekoren, „maar je kunt toch kwalijk elke week naar Engeland gaan". „De grote massa kan zich met het ge- bodene toch niet meer verpozen. Toen ik bij Feyenoord voetbalde zaten er elke week 58.000 mensen in die Kuip, nu 5800. Dat kan geen toeval zijn. En dan kun je natuurlijk wel die raddraaiers er de schuld van geven dat de grote massa wegblijft door de wantoestanden die ze aanrichten, ik ben ervan overtuigd dat het gesodemieter uitblijft als. er een leu ke wedstrijd wordt voorgeschoteld". Vissen In voetbalstadions laat Kruiver zich niet meer zien. Sinds 1968, toen hij als DWS-er werd afgekeurd vanwege een rugblessure, heeft de Zaankanter drie maal de moeite genomen de tribunes te beklimmen. „Geef mij m'n bootje maar, lekker varen naar een stil plekkie om te vissen. Dan loop ik ook niet het risico figuren uit mijn voetbalverleden tegen te komen die ik liever niet tegenkom". Kruiver lijkt dus voorgoed verloren voor het voetbal. Zijn eigenzinnige, prin cipiële natuur belet hem nu eenmaal I meewerkend voorwerp te zijn van de doorsnee clubbestuurder. Geeft be stuurslid, zegt hij, hoeft hem te vertellen hoe het voetbal gespeeld moet worden. Een jaar of acht geleden deden ze dat wel bü het Zaanse Z W, met het gevolg dat die club een jeugdtrainer armer was. In de voetballerij, zegt hij ook, daar heb ben juist degenen die nooit fatsoenlijk tegen een bal hebben getrapt het hoog ste woord. „Kijk nou eens naar Zeist", geeft Kruiver een voorbeeld. „Ik volgde destijds de trainerscursus voor oud- profspelers. Loopt daar een cursusleider rond, Siem Plooyer. Piet Keizer moest van hem een pass over veertig meter ge ven. Keizer gaf een kromme bal, precies op de plaats van bestemming. Dat deug de niet volgens Plooyer, die bal had recht gemoeten. En ik, ik moest anders koppen. Ik ben er meteen mee gekapt". Als actief voetballer genoot Kruiver juist de reputatie dat-ie het hoofd vooral letterlijk goed wist te gebruiken. Hij was het type van de stormram, de niemand en ook zichzelf niet ontziende midvoor. Kenners omschreven hem destijds als de tegenpool van de verfijnde technicus, al kan Kruiver zich de tijd heugen dat-ie werd beschouwd als een balvaardige halfspeler. Bij KFC in Koog aan de Zaan was dat. Amper zestien jaar nestelde hij zich in het eerste, temidden van spelers die zijn vader hadden kunnen zijn. Contract Intussen doorgedrongen tot het Ne derlands jeugdelftal, kreeg hij van keu zecommissielid Steinvoorde het advies niet bij KFC te blijven hangen. Anders kom je nooit bij het Nederlands elftal, hield Steinvoorde hem voor. Kruiver liet zich op de transferlijst plaatsen. „Ik werd benaderd door Ajax. Ik tekende er een voorlopig contract. Maar toen het op tekenen van het echte contract aan kwam, wisten de bestuursleden-zich in eens niks meer te herinneren van de be dragen die ze mij hadden voorgespie geld. Dat heeft een hoop geharrewar ge geven. Ik wilde dolgraag naar Ajax. Ik overwoog zelfs alsnog te tekenen, ook al beloofden ze mij slechts een slaapkame rameublement, waar ik niks aan had om dat ik toen niet eens verkering had. Maar terwijl die bestuursleden bij me thuis za ten ging de telefoon. George Hardwick aan de lijri". „Die man was net bondscoach af en als trainer bij PSV in dienst getreden. Hij vroeg of ik op de transferlijst stond. Ik bevestigde dat, maar zei er tegelijker tijd bij dat ik op het punt stond bij Ajax te tekenen. Dat moest ik vooral niet doen, zei hij. Uiteindelijk heb ik die Aja- cieden weggestuurd en voor PSV gete kend. Ajax wees me vervolgens op het voorlopig contract. Dat is nog uitge draaid op een rechtszaak. De rechter maakte uit dat mijn handtekening niet rechtsgeldig was, omdat ik nog minder jarig was. Van de landelijke pers, voor het overgrote deel bestaande uit Amster dammers, heb ik vervolgens nooit meer een goede kritiek gekregen. Ze hadden Piet Kruiver (48) laat het verleden nog graag herleven. Inzet: de blonde Feijenoorder (links) komt ten val in de Europa Cup-wedstrijd tegen Sta de de Reims (1963). (foto GPD/archien het al in de krant gehad dat ik naar Ajax ging. Ik was een prul en ik bleef dat. Pu- Italië Na vier seizoenen PSV („een prettige tijd, in Eindhoven kwamen ze hun belof tes na") belandde Kruiver bij Lanerossi Vicenza. Hij maakte kennis met een voetbalmilieu, waarvan hij het bestaan voordien niet had bevroed. De club sloeg het ene na het andere trainings kamp op. Op speciale oefensessies werd Kruiver en zijn collega's bijgebracht hoe de tegenstanders op de sluwste manier konden worden uitgeschakeld, hoe het spel het beste kon worden ontregeld. Autorijden mochten de spelers niet, („vraag me niet waarom, maar daar stond wel een boete op van 500 gulden"). Eten mocht Kruiver, maar dan wel met 7 potten vitaminen en capsules rond het bord. Daartegenover stond dat het be stuur wel een vette premie uitloofde, zo dra een tegenstander de wedstrijd uit was geschopt. Het gebruik van doping was heel gewoon. Voor de wedstrijd diende de clubarts de spelers een injec tie toe, na de wedstrijd kregen ze een af- kickmiddel ingespoten. „Je werd ge leefd, daar. En je leefde een Spartaans leven, daar werd je niet goed van. Een ijsje eten was verboden, bij een tempera tuur van 35 graden moest je trainen in een lange onderbroek". Het contract klitte Kruiver drie seizoe nen aan Lanerossi, maar Feyenoord maakte al na een seizoen een einde aan zijn Italiaanse avontuur. Op voorspraak van de toenmalige bondscoach Elek Schwartz, die bij gebrek aan een goede midvoor verlegen zat om Kruiver. Het KNVB-verbod om in het buitenland voetballende spelers op te stellen, bracht Schwartz ertoe gemene zaak te maken met Feyenoord. „Met Coen Moulijn klikte het meteen, maar er liepen bij Feyenoord ook een paar gasten rond die niet blij waren met mijn komst. Onder meer Cor van der Gijp en zijn hap- en stapvrienden. Van der Gijp zag me als een concurrent, hij zorgde ervoor dat bijvoorbeeld Bouw meester me alleen maar van die zieken- huisballen gaf. Ik werd als het ware het graf in geprezen, binnen drie maanden heette ik in Rotterdam-Zuid de mis koop van het jaar". Kruiver werd teruggezet naar het tweede elftal. Voor hem een reden om alles van zich af te gooien. „Als je zo diep bent gezakt, dan denk je: verbrandt alle maal maar. Ik ben normaler gaan leven, besloot ook een glas te gaan drinken, kreeg kortom maling aan alles. In het tweede seizoen draaide ik veel beter. Dat merkte ik ook aan het publiek. Van een supporter kreeg ik zelfs een schilderij. Moet je nagaan, een jaar eerder hadden ze me in Rotterdam het liefst willen overrijden". Sterrenteam In z'n zaak hangt een elftalfoto van het Rotterdamse sterrenteam dat door de Europa Cup-successen zelfs door de meest fervente Ajacied werd aangehan gen. De massale uittocht naar Lissabon, waar Benfica Feyenoord uit de Europa Cup-roes haalde. Een jaar later de schoppartij tegen Real Madrid, ruim twintig jaar na dato laat Kruiver het alle maal herleven. „Franz Fuchs was trai ner, een waardeloze trainer. Terwijl hij de spelers liet rennen, stond hij met deze of gene te praten. Hij had vliegangst. On derweg naar Lissabon gooide die zich helemaal vol, als een balletje rolde hij van de vliegtuigtrap af. Een prima pre sentatie dus". Afgezien van Coen Moulijn die hij nog wel eens tegenkomt bij het Confectie- centrum, ziet Kruiver vandaag de dag niemand meer uit zijn Feyenoord-tijd. Sterker nog, hij zegt aan de voetballerij geen vriend te hebben overgehouden. „Waarschijnlijk ook omdat ik altijd zei waar het op stond, dat maakt je niet ge liefd". Niettemin heeft het hem gegriefd dat hij na zijn afkeuring zelfs van zijn 'slapie' Hans Kraay nooit iets heeft ver nomen. Dat ook de KNVB, PSV en Feyenoord taal noch teken lieten horen. Nu zegt-ie er overheen te zijn, maar in die dagen voelde Kruiver zich een weg werpartikel. „Bij DWS werd ik ongeschikt ver klaard. Nu nog ben ik ervan overtuigd dat de club een spelletje met me heeft gespeeld om de verzekeringspenningen op te strijken. Op een gegeven moment voelde ik een prikkeling in mijn hand. Clubarts Snoo verwees me door naar Tjeenk Willink, een specialist. Die be weerde dat ik in een rolstoel zou belan den, als ik nog een half jaar doorging met voetballen. Later zagen andere art sen geen enkele reden om me voor wat dan ook af te keuren. Ik heb nog een pro ces gevoerd tegen Stoop, toen de voor zitter van DWS. Die wilde al het verzeke ringsgeld inpikken. Stoop is zo'n voor beeld van iemand die ik van m'n leven nooit meer een hand zal geven. Uiteinde lijk heb ik toch nog 2500 gulden in han den gekregen". Terugslag „Daar stond ik dan op m'n dertigste. Geen werkgever die me wilde hebben, want wie zit er te wachten op een vent die is afgekeurd?. Ik kreeg te maken met een geweldige financiële terugslag. Ik verviel van een goed vast salaris op bijna niks. De uitkering van de WCS was te weinig om van te leven en te veel om van dood te gaan. Ik zat vast aan een hypo theek, moest een gezin met twee kinde ren onderhouden. Op z'n Hollands ge zegd: we hadden van de honger geen ontlasting. Ik kon kiezen: of mijn hand ophouden bij de bijstand óf op de een of andere manier voor de centen gaan knokken. Met een beetje handelsgeld ben ik op de markt gaan staan, ik ging in textiel. Ik heb in totaal dertien jaar ach ter een kraam gestaan". De markt, vertaald in voetbaltermen heeft Kruiver die altijd beschouwd als het tweede elftal van het zakenleven. Tien jaar lang heeft hij financieel in de min gezeten. „En", zegt Kruiver, „niets is zo moeilijk als vanuit de min op de nullijn te komen. Vanaf nul op plus ko men is veel makkelijker. Maar ik kan niet tegen m'n verlies. Ik ben een strij der, altijd geweest. En nu heb ik dan sinds een jaar of drie deze zaak, ik zit nu weer in het eerste elftal. En dat ik daar voor niemand dankjewel hoef te zeggen, is mijn grootste voldoening".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 27