'Ik zat helemaal op slot' Bmgnaar Sicilië: werelawtrnder of geldverspilling? Hoe ex-gedetineerde Leo Zwennes er weer bovenop kwam ZATERDAG 21 JUNI 1986 PAGINA 23 Leo Zwennes rijdt in een voor zijn postuur uiterst krap autootje. Dat heeft te maken met zijn verleden. In een grote Amerikaan, een dikke Mercedes, een echte snollenbak dus, scheurde hij vroeger rond. Protserig, provocerend. Er ging bijna geen dag voorbij of de politie hield hem aan. Om daaraan niet meer te worden herinnerd rijdt hij nu in een onopvallende auto. „Ik leerde al vroeg manipuleren. Ik wist precies hoe ik moest doen om mijn moeder zo ver te krijgen dat ze zei: don- derstraal nou maar op. Dan was ze me zat en dan kon ik de straat op. Als ik maar even wat meer aandacht van haar vergde liet ze het afweten. Ze koos de gemakkelijkste weg". „M'n vader zat, als hy thuis was, te le zen. Er was verder niet mee te communi ceren. Je hoorde alleen het klapperen van z'n kunstgebit. Dat irriteerde me mateloos. Nu weet ik dat ze zelf net zo goed slachtoffer zijn van hun omstan digheden". „Ik had nogal eens huisarrest. Een straf, maar niet met echt een reden, geen straf die je verdiend had. Het enige dat ik deed was me eraan onttrekken. Via de tuin en de oude gasfabriek ging ik de straat op". „Ja, m'n ouders leven nog. Maar ik heb al een tijd geen contact meer met hen. Ik neem het ze niet kwalijk dat ze het hebben gedaan zoals ze het gedaan hebben. Maar wat ik erg heb gemist is dat ik als- kind nooit ben geknuffeld, nooit". Maar er is nog een reden. Het verleden zal voor hem nooit voorbijgaan. Met zijn strafblad kan hij geen financier voor een auto vinden, al heeft hij nu een vaste baan met een representatief visitekaar tje en is hij keurig getrouwd met een di rectiesecretaresse en woont hij ver van de Haagse Schilderswijk. Hij blijft in de computers staan als de crimineel uit een beruchte buurt. Automatisch behoudt hij dat stempel. Zoals de Schilderswijk het stempel houdt. Stigmatisering heet dat, etiketjes plakken. Hij vecht daartegen, maar wèl op een heel andere manier dan hij vroe ger gewend was. Er vallen geen doden meer. Leo Zwennes denkt zo langzamer hand te hebben geleerd waar zijn gren zen liggen. Regionaal coördinator L. J. M. Zwen nes, staat er op zijn visitekaartje. Vanuit een bescheiden souterrain in een onop vallende Haagse flatwijk leidt hij het voorlichtingsproject Delinkwentie en Samenleving in Zuid-Holland-Noord. Dat is een van de vier regio's waarin het land is verdeeld om zo eericht mogelijk de vooroordelen en stereotypen over boeven en b^jes te bestrijden. Bijvoor beeld op scholen. Aan scholen had hij als jongetje de pest. „Ik paste niet in het gareel van het schoolregime. Het liep steeds uit op au toriteitsconflicten". Het klinkt een beetje mal. Die deftige taal past niet bij z'n Haagse accent. En niet bij het vier kante zithoekje dat wat afmetingen en inrichting betreft veel weg heeft van een cel. Een stoel, een kale kast; tijdschrift plaatjes met vrouwelijk bloot. Status Leo geeft toe dat het niet bepaald de taal is die hij toen op school bezigde. En dat het ook niet de taal is die je moet gebruiken om aan kinderen van het voortgezet onderwijs uit te leggen wat een bajesklant is. Het kan bijna niet an ders of de middelbare beroepsopleiding maatschappelijk werk speelt hem par ten. Misschien wel een tikkeltje opzette lijk. Want als je zo in de goot hebt gele gen als Leo wil je soms wel weten dat je nu status hebt. Zijn levensverhaal begint als een jon gensboek over een belhamel. „In de Schilderswijk was het ons kent ons. Je hoorde by de buurt en tegelijk had je je eigen groepje, zo'n zes, zeven jongens met wie je door de stad zwierf. Je had met elkaar gemeen dat je spijbelde, want school was het tegendeel van vrijheid, blijheid, plezier en spanning. Dat vond je op straat. Je had in je buurt je vaste plekken, waar je elkaar«^rof. Dat was voor ons de speelplaats tegenover de ou de broodfabriek van Hus. En je had je vaste route door de stad. Altijd naar de warenhuizen, want daar waren veel los se dingen. De een pikte een potlood, de ander een potlood en een puntenslijper. Spelenderwijs overtrof je elkaar. In de groep mocht je niet voor elkaar onder doen. Dat was een code". „Achteraf kun je natuurlijk een mooie verklaring geven waarom je zo de pest had aan school, terwijl je in wezen heel leergierig was. Eén incident kan de doorslag geven. Zo herinner ik me haar scherp het moment dat de leraar Frans op de allereerste schooldag tegen eronder. Ik vloog 'm gelijk aan, gaf 'n een knal voor z'n kop. Ik rende de klas uit en alles wat ik onderweg tegenkwam vloog in het rond. Een verschrikkelijke woede-uitbarsting. Ik vond het zo on rechtvaardig dat die man me zomaar een trap kon geven, mocht geven. Dat gevoel van onrechtvaardig behandeld te zijn vrat helemaal in me. Ik voelde als het ware de agressie groeien. Maar ik kon er niets tegen doen. Machteloos was ik". Niet thuis „M'n vader en moeder werkten alle bei. Ze waren vaak niet thuis, maar ik had ook niet het gevoel dat het een thuis was. Als jongetje van tien voel je die ver vreemding wel, maar je kunt het niet on der woorden brengen. Je kunt er niets mee aan. Pas later realiseer je je wat het is: een leeg huis. Je beseft dat die leegte zich ook aan jezelf heeft meegedeeld. Ik ontvluchtte het ouderlijk huis steeds va ker. Als het even kon ging ik met een vriendje mee. Hij kwam uit een groot ge zin. Daar was het gezellig". Mijn wereld „De straat werd steeds meer mijn we reld. Die werd groter dank zij de brom fiets. De eerste was een Solex, zo'n puf- fertje. Maar we zorgden wel dat ie hard ging. We versierden nieuwe onderdelen. Al gauw pakte de politie ons. Veronge lijkt waren we. We doen toch niks. We zijn toch niemand tot last. En steeds meer de toon van: wat mot je van me. Want het was nooit meewerken, altijd te genwerken. Dat was een buurtcode. Als de pooiers ruzie hadden wist niemand wat, had niemand wat gezien. Je verlink te elkaar niet. Dat zat er bij de kinderen ook al vroeg ingebakken". „Op m'n zestiende kreeg ik m'n eerste officiële brommer. Van m'n grootmoe der. Ik was haar oogappel. Ik kon geen kwaad bij haar doen. Een Kreidler. Die waren in toen. Ik had 'm in een mum opgevoerd en hij was in een mum in be slag genomen. In die dagen ging ie gelijk onder de pers als je al een rits bekeurin gen had. De wereld verging voor me". „Naarmate ik ouder werd verhardde het. Je ging de dansgelegenheden af en de kermissen. De kleinste voorop, die dan zogenaamd toevallig tegen een go- ser van een andere groep aanliep. Een excuus voor ruzie. In Ryswijk begon het echt uit de hand te lopen. Na knokken in een dansgelegenheid braken we de tent af. Ik kreeg een verbod van de burge meester. Een jaar lang mocht ik niet in die gemeente komen". „Het werd steeds grover en harder. Niemand stopte ons. Op het laatst voch ten we met alles wat we maar konden vasthouden. Dat ging gewoon keihard. Je mepte er blind op los. Met allerlei slag- en steekwapens. Uiteindelijk kwa men er vuurwapens aan te pas". Dode „Er is toen een dode gevallen in een disco". „Ik kwam daar als dader uit". „Ja, ik was de dader". „Die jongen was zeventien jaar". „Leo eindigt nog eens op de snijtafel van dokter Zeldenrust, zeiden ze". Het was in die dagen heel rommelig in Den Haag. Er waren in betrekkelijk korte tijd zeven doden gevallen bij vechtpartijen. De kranten stonden er bol van. Ze schreven dat dit niet langer zo kon doorgaan. Dat Den Haag geterrori seerd werd. En dat er iets tegen gedaan moest worden". „Op m'n achttiende verjaardag werd er acht jaar tegen me geëist. Aan m'n oma heb ik te danken dat ik mr. Huy- gens kreeg, een bekende strafpleiter. In hoger beroep werd zes jaar geëist. Ik werd tot vijf jaar veroordeeld". Spijt? „Nee. Ik wist niet wat spijt was. Het enige wat ik daacht in die cel: hier zal ik wel sterven. Ik was zo introvert als de neten. Ik zat helemaal op slot. Ik zat maar op te potten, op te potten. En op de gekste momenten explodeerde het. Ver schrikkelijke razernijen, die buiten me zelf om leken te gaan. Ik kon niet meer bij m'n gevoelens komen. Ik was onbe reikbaar, ook voor mezelf. Hele horden psychologen en psychiaters hebben ze op me losgelaten, maar ik was ondoor dringbaar, liet niemand toe, werkte te gen, vocht me kapot". Brave burgers hebben op de tentoonstelling Mens en Wetenschap in Utrecht een beetje kunnen ervaren hoe het is om terecht te moeten staan. Bezoekers van de expositie konden met behulp van een computer kiezen uit een deliet en kregen dan een dagvaarding. Utrechtse studenten bemanden de rechtbank. En het Huis van Bewaring aan het Wolvenplein stelde een ecbte cel beschikbaar, met televisie. Gedetineerden hebben sinds kort recht op een tv. Ex-gedetineerde Leo Zwennes, staflid van het voorlichtingsproject Delinkwentie en Samenleving, moest keer op keer uitleggen dat dit minder luxe is dan het lijkt. Meer een zoethoudertje voor alles wat er door de bezuinigingen in de bajes minder op wordt. In bijgaand interview vertelt Leo hoe het met hem zo ver kwam. "Ik zat maar op te potten, op te potten". door Pieter van de Vliet De ex-gedetineerde op de tentoonstelling 'Mens en i'; meuwe status. Itotos Kolandde Brain) In de Italiaanse pers heet het al 'het achtste wereldwonder', voordat er nog maar één spade in de grond is gegaan. Het is de brug I over de Straat van Messina, tussen Sicilië en het vasteland: het stukje zee tussen Scylla en Charybdis. I Daarover was in de oudheid al gedacht, want tenslotte hadden de Grieken al een schipbrug naar Klein-Azië gelegd, dus waarom zou ook de Straat van Messina niet op die manier bedwongen kunnen worden? Maar het waren juist Scylla en Charyb dis, die dat onmogelijk maakten: de stro mingen en de windsterkte in de smalle doorgang bleven een onoverkomelijk obstakel. Zelfs een regelmatige pontver binding werd pas in de vorige eeuw, na de eenwording van Italië, tot stand ge bracht. In 1984 werden daarmee al 1.895.000 personenauto's, 824.000 vracht wagens, 117.000 passagierstreinen en 278.000 goederenwagons overgezet. De gedachte aan een vaste oeververbinding, nooit helemaal verdwenen, leek voor al tijd te zullen stuiten op de praktische on uitvoerbaarheid. Gedurfd Nu is het dan zover, althans, er ligt een plan klaar dat er op papier al indrukwek kend uitziet: een brug van 3300 meter lengte en 60 meter breedte, op 81 meter boven de zeespiegel opgehangen aan twee vaste pijlers van 400 meter hoogte, één op elke oever. Daarmee zou de brug een grotere spanning krijgen dan welke bestaande of in aanbouw zijnde hang brug: die over de Humber in Engeland (gebouwd in 1980) hangt aan vier pijlers en de maximum spanning bedraagt 1410 meter, de Golden Gate in San Francisco, die uit 1931 dateert en waarschijnlijk de beroemdste hangbrug ter wereld is, heeft een spanning van 1280 meter tus sen de binnenste van de vier pijlers en in Japan wordt gewerkt aan een vier pijler- brug in Akashi, met een maximum span ning van 1780 meter. Het meest vergelijkbare voorbeeld, de in 1972 voltooide brug over de Bosporus (Istanboel), die eveneens aan twee pij lers hangt, is 1074 meter lang. Dit is ove rigens niet het enige wat de brug, nog steeds op papier, onderscheidt van alle concurrenten: behalve twee driebaans- wegen voor het autoverkeer voorziet het plan ook in twee spoorbanen voor super snelle treinen en dat is iets wat tot nu toe nog niemand heeft aangedurfd. Allqen de Japanners zijn er nu mee bezig in Akashi, maar verder zijn alle hangbrug gen waarvoor spoorbanen waren voor zien (bijvoorbeeld die over de Taag in Lissabon en de George Washington- brug in New York) nog steeds treinloos. Hier beginnen dan ook meteen de moeilijkheden: Lodovico Ligato, de eer ste president van het pas zelfstandig ge worden Italiaanse spoorwegbedrijf, heeft ernstige twijfels over de mogelijk heid van sneltreinverkeer over de hang brug. Hij voorziet groot gevaar voor ont sporing door de horizontale en verticale uitslagen, die bij een brug van deze leng te onvermijdelijk zijn. Aardbevingen Maar er zijn nog een paar andere voor de hand liggende tegenwerpingen. In de eerste plaats behoren Calabrië en Sicilië tot de meest aan aardbevingen onderhe vige delen van Italië: door de aardbeving van 1908 waarbij 88.000 doden vielen, werden Reggio Calabria en Messina, de Visitekaartje „In Zutphen kwam ik als eerste lang gestrafte. Nauwelijks was ik binnen of ik liet m'n visitekaartje zien. Dus ik ramde gelijk de stoel in elkaar tegen m'n cel deur. De bewaarders hadden meteen al geen trek meer in me. Maar huismeester Stuiver deed heel gewoon. Die man had het. Het was net of ie geen uniform aan had. Hij was een van de eersten die dicht bij me wist te komen en die ik ook toe liet. Hij zei: „Ik geef je het vertrouwen. Je wordt reiniger, maar je houdt je han den thuis". Dat beloofde ik. „Al moet ik door de muren heen bijten". En denk er om dat 't echt door de muren heen bijten is. Want volgens de b^jesmentaliteit moet je je spierbundels laten zien en moet je je tranen verbergen. Alleen al om die reden is het een onzinnig voor stel van die officier van justitie uit Alk maar om twee man op één cel te zetten. Want dan ben je dat laatste beetje priva cy kwyt. Die paar uurtjes met jezelf zijn twee eindpunten van de brug, totaal ver woest. Toch komen juist hier de ander halve Eiffeltoren-hoge pijlers te staan, die de brug moeten ondersteunen. Ten tweede staat de Straat van Messi na bekend om zijn stormen, waarbij windsnelheden van 100 kilometer per uur geen zeldzaamheid zijn. Wat voor ge varen dat meebrengt voor een hangbrug is al eens gebleken in Nieuw-Mexico, waar de brug over de Tacoma door de wind zo sterk in trilling werd gebracht, dat het wegdek in enkele ogenblikken scheurde en werd opgerold alsof het van blik was. Deze, en alle andere opwerpin gen worden hooghartig weggewuifd door Gianfranco Gilardini, directeur van de pas opgerichte overheidsinstelling 'Straat van Messina'. „Tacoma?", zegt hy, „Taag? U moet goed bedenken, dat die van vóór het computertijdperk stammen. Vandaag kan alles van tevoren worden uitgetest en hebben we volslagen zekerheid over de uitvoerbaarheid, de veiligheid en duurzaamheid van onze brug". Trots somt hij de resultaten van die proeven op: de brug is bestand tegen windsnel heden van over de 300 kilometer per uur, tegen aardbevingen zwaarder dan die van 1908 en zelfs tegen een zo onwaar schijnlijk gevaar als een Jumbo Jet in duikvlucht. Gilardini heeft een 'de honden blaffen, maar de karavaan trekt verder'-houding, en hy zegt dat ook letterlijk. Eén van de blaffers die hij daarmee op het oog heeft, is de 61-jarige advocaat Elio Matacena uit Napels, eigenaar van de particuliere veerlijn naar Sicilië, maar ook sinds ja ren voorvechter van een alternatieve oe dan ook weg". „Ik werd sportknecht van het voetbal elftal, draaide plaatjes in de radiocel. Binnen een jaar had ik een heleboel din gen waarin ik me lekker kwijt kon. Al leen: ik zag de mensen gaan en komen, terwijl ik bleef. Totdat ik voorwaardelijk in vrijheid werd gesteld. Je moet zelf vrij zijn om met vrijheid om te kunnen gaan. Ik was vervreemd, was gewend geraakt aan een beschermd isolement. En met mezelf was er niets wezenlijks gebeurd. Ik was een emotionele binnenvetter ge bleven. Toen ik thuis kwam bleken m'n ouders gescheiden. Dat deed me wel wat. Alleen m'n vader thuis, met m'n broertje". „Het laatste jaar in Zutphen was ik hasjiesj gaan gebruiken. Dat werd wel even anders toen bleek dat van de reso- cialisatiegedachte van het gevangenis wezen in de praktijk niets terechtkwam. Want ik had goede moed te gaan werken met m'n pas behaalde diploma auto monteur, maar dat was te optimistisch ververbinding, die hy 'Brug van Archi medes' heeft gedoopt. Het is een 30 meter onder het waterop pervlak hangende buis van 42,5 meter hoogte en 24 meter breedte, die aan de bodem gemeerd ligt met een ingenieus systeem van gekruiste kabels, die onder spanning worden gehouden (vandaar de naam) door de opwaartse druk van het water. Van binnen is de buis verdeeld in vier secties: in het midden twee boven elkaar liggende autowegen, aan de zij kanten de twee spoorbanen. Stabiliteit De voordelen zijn: ongevoeligheid voor weersomstandigheden, absolute stabiliteit en directe aansluiting op de bestaande autowegen en spoorbanen, terwijl voor de 80 meter boven het water hangende brug een aanloop van 30 kilo meter moet worden gebouwd. En de grootste troef: het kost de helft, oftewel 2500 miljard lire (ruim vier miljard gul den) tegen de 5000 miljard lire (8,3 mil jard gulden) van de hangbrug. „En daar zijn de 1200 miljard voor de aanloopwe- gen^ de kosten van de onteigeningen en zovoort nog niet bij gerekend", zegt Ma tacena. De bedenker van het vernuftige plan is de Britse ingenieur Alan Grant, die grote ervaring heeft met de verankering van boortorens in de Noordzee en die met zijn 'Archimedes-brug' de eerste prijs won in het internationale ideeën- concours voor de Straat van Messina, in 1969. Matacena kocht zijn patenten en richtte een eigen maatschappij (de NV 'Archimedes-brug') op in de vaste over tuiging dat hij een minstens even goede gedacht. M'n sterk ingebouwde angst begon me weer parten te spelen; op de meest onverwachte momenten dook de agressie op. Emotioneel stond er nog steeds niets op een rijtje bij me. Ik begon de kwade momenten weg te roken, weg te snuiven, weg te slikken. Pijnstillers voor het hartzeer. Ik kwam helemaal vast te zitten in de verslaving. Er waren weer allerlei akkevietjes: onverzekerd rijden, een agent meenemen aan het por tierraampje". Keihard gevecht „Ik kwam op de Emiliehoeve terecht. De harde afkick-methode. Daar werd ik gedwongen tot een keihard gevecht met mezelf. In m'n tegendraadsheid was ik steeds anderen tegengekomen, nu werd ik met mezelf geconfronteerd. Ik moest op een bankje zitten, maar ik bleef staan, helemaal tegen alles in. Ze hebben me anderhalve dag laten staan. Dat is de consequentie. Het gevecht duurde veer tig maanden. Vallen en opstaan. Als je kans maakte op de opdracht als de brug- planners. „Ik dacht dat het om een normale me dedinging ging", briest hij. „Maar dit is een maffia van noorderlingen, nog erger dan die van Sicilië". Hij beschuldigt Gi lardini ervan uitsluitend de brugoplos- sing te hebben laten bestuderen, terwijl het de uitdrukkelijke taak van zijn orga nisatie was alle voorgestelde oeverver bindingen op hun merites te beoordelen. „Bovendien heeft hij het parlement voorgelogen. Om te bewijzen dat ons plan niet uitvoerbaar was, heeft hij er een voorgelegd dat niets met het onze te maken heeft". - En inderdaad, het 'plan' dat Gilardini heeft laten zien om zijn ge lijk te bewijzen, lijkt ongeveer evenveel op dat van Grant als de Magere Brug op de Brienenoord. Maar Gilardini zegt ook dat een buis op 30 meter onder de zeespiegel een be lemmering is voor het scheepsverkeer. "O ja?", zegt Matacena, en diept weer een ander papier uit zijn tas. „Dan moet u hier eens kijken: een lijst van de groot ste schepen ter wereld, en wat is de diep gang van de allergrootste olietanker, de 'Nanny' (460,999 ton)?, 23,41 meter! En zal ik nog eens wat anders laten zien? (hij toont een fotokopie van de Staats courant). Olietankers van meer dan 55.000 ton mogen niet eens door de Straat van Messina" Relaties Kortom, Matacena is allerminst van plan de strijd op te geven, al ziet het er naar uit dat Gilardini de meeste troeven in handen heeft. Als directeur van de 'Straat van Messina' kan hij de aanstaan de keuze van het project door het parle ment verregaand beïnvloeden en hij heeft, niet te vergeten, de juiste relaties. Met name in politieke kringen. Hiertoe behoren socialistische zwaar gewichten als premier Craxi, altijd ge porteerd voor spectaculaire projecten die tot zijn imago van 'grote doorzetter' in de Italiaanse politiek kunnen bijdra denkt dat je het gemaakt hebt laten ze je vallen. Als je valt laten ze je opstaan. Zo leer je te leven met ups en downs. Je leert teleurstellingen te incasseren. Het lijkt een harde methode, maar als je denkt dat je echt helemaal kapot bent vind je de warmte van anderen. Je leert hun intimiteit waarderen. Die aanrakin gen zijn in het begin bedreigend. Het is een gevecht om dat by jezelf toe te laten. Schreeuwend, huilend en lachend kom je langzaam los, tot jezelf. Je wordt je zelf. Als je het haalt, als je gegradueerd wordt zoals het daar heet, ben je er nog niet. Want dat is pas het begin". „Ik realiseerde me dat ik vanaf dat mo ment alles te verliezen had. Terwijl ik vroeger niets te verliezen had. Na een stage op het Witte Huis, een dagcentrum voor drugs- en alcoholverslaafden, ben ik staflid geworden op de Emiliehoeve. Dat is niet ongebruikelijk, want wie kunnen junkies beter helpen dan ex-ver slaafden die méér hebben geleerd dan alleen maar clean te worden?". gen, en de minister van vervoer Claudio Signorile, die al ietwat voorbarig heeft beloofd dat de bruggebouw in 1988 zal beginnen en in 1997 zal zijn voltooid. Daarbij komt dat het brugplan ongetwij feld meer tot de verbeelding spreekt dan een tunnel, hoe vernuftig ook. „U moet het zien als een imago-operatie, zoiets als de vlucht naar de Maan", vindt prof. Mario Centorrino van de universiteit van Messina. Voor een hoogleraar economie stapt hij met verbazingwekkend gemak over de vraag of de enorme kosten wel in ver houding staan tot de verwachte baten: „In die zin", zegt hij, „is het duidelijk niet gerechtvaardigd, maar als dat de enige overweging was geweest, waren ze ook nooit begonnen aan de pyramiden of de Eiffeltoren, waarnaar we toch eeu wen later nog met bewondering kijken". Zo idealistisch denkt niemand anders erover. Voorstanders als burgemeester Ando van Messina, weten omstandig voor te rekenen hoeveel de landbouw en het toerisme van Sicilië van de brug zul len profiteren en hoe aantrekkelijk het eiland zal worden voor industriële vesti gingen. Tegenstanders als hoofddirec teur Calarco van de 'Gazzetta del Sud' spreken van nutteloze geldverspilling voor een prestige-object waarvan het zuiden geen enkel voordeel zal hebben. Kathedraal „Een kathedraal in de woestijn", noemt hij het verachtelijk en vergelijkt het brugplan met de miljardenverslin- dende industriehaven van Gioia Tauro in Calabrië, die na jaren nog ongebruikt ligt te wachten op de beloofde fabrieken, hoogovens en olieraffinaderijen. Zo kan de discussie nog jaren doorgaan, maar misschien zal prof. Centorrino gelijk krijgen en zullen alle praktische overwe gingen ten slotte minder sterk blijken te zijn dan het Italiaanse verlangen de 21e eeuw in te luiden met een nieuw wereld wonder. HEIN TEN KORTENAAR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 23