Het kapitaal en de
opgerolde mouwen
Wimbledon zonder McEnroe is
als aardbeien zonder slagroom
De rivaliteit tussen Amsterdam en Rotterdam
ZATERDAG 21 JUNI 1986
EXTRA
PAGINA 21
Als je in Rotterdam een overhemd koopt blijken de mouwen in de verpakking
reeds opgerold, zo luidt een aloude grap die aangeeft dat de Maasstedelingen
van aanpakken houden. Maar betekent dat ook culturele bloedarmoede? De
Amsterdammers menen van wel, en achten zichzelf niet zelden superieur aan
hun aartsrivalen.
door Bas Hoppel
Klaveijassen kun je op twee manie
ren. Op z'n Amsterdams en Rotter
dams. In een vak als dat van ac
countant bestaan twee stromingen:
de Amsterdamse en de Rotterdam
se. Beide steden zijn eikaars aartsri
valen. Het is bij iedereen en overal
bekend.
De jaarlijkse derby's tussen Ajax en
Feyenoord zijn een prestigestrijd tussen
Rotterdam en Amsterdam. Die afgunst
is niet van de afgelopen twintig jaar en
beperkt zich niet tot het voetbalveld,
maar duurt al eeuwen en heeft diepere
wortels.
Die rivaliteit is geslaagd in beeld ge
bracht op een tentoonstelling die don
derdagmiddag in Rotterdam werd ge
opend door twee oud-burgemeesters
van beide steden: W. Polak van Amster
dam en W. Thomassen van Rotterdam.
Zo eendrachtig als Van Thyn en Peper,
de twee huidige burgemeesters, de arm
lastige positie van hun grote steden in
politiek Den Haag bespreken en waar
beiden hun hand ophouden, zo fel ston
den Van Hall en Walsum als burgemees
ters in de zestiger jaren tegenover el
kaar. Zij vereenzelvigden zich helemaal
met de belangen van de stad. De een kon
niet iets zeggen of de ander meende
daarop onmiddellijk te moeten reage-
Akkoordje
De kranten van toen werden daarbij te
pas en te onpas ge- en misbruikt. Zo was
het in die tijd algemeen bekend dat Van
Walsum het op een akkoordje had ge
gooid met een journalist van een Rotter
damse krant. Zodra deze op een bericht
van de telex stuitte waarin de Amster
damse burgemeester Van Hall aan het
woord was, mocht - of beter gezegd:
moest hij Van Walsum bellen om ook
diens commentaar in de kolommen
weer te geven. Desnoods kon de verslag
gever Van Walsum daarvoor midden in
de nacht wakkermaken.
In die prestigestrijd van de zestiger ja
ren circuleerde ook de Amsterdamse
grap over een te winnen prijsvraag. Hier
bij was de eerste prijs één week naar
Rotterdam en de tweede prijs twee we-
ken'naar de Maasstad.
De gemiddelde bevooroordeelde en
chauvinistische Rotterdammer spreekt
met afschuw over Amsterdam. Jules
Deelder, de Rotterdamse schrijver en
ook wel 'de nachtburgemeester' ge
noemd, drukte z'n gevoelens ooit zo uit:
„Amsterdammers? Het zijn beste men
sen. Ze hebben 'n goed hart. Het moest
alleen gekookt op hun rug hangen en
dan zo laag dat de honden er net bij kun
nen".
Amsterdammers kennen die afgunst
ten opzichte van Rotterdammers niet of
nauwelijks, zo bleek verrassend uit
straatinterviews die Cora Boele en Caro
line Helfferich ter gelegenheid van de
tentoonstelling hebben gehouden. Bei
den studeren aan de Erasmus-universi-
teit in Rotterdam en hebben een jaar
lang gewerkt aan de tentoonstelling. Co-
ra, Barendrechtse van geboorte en naar
eigen zeggen onbevooroordeeld aan de
klus begonnen: „Amsterdammers voe
len zich superieur. Zij hebben niets te
gen Rotterdammers, maar voelen zich
nu eenmaal beter en groter. De Amster
dammers voelen zich in hun stad als op
een eilandAp rest van Nederland is pro
vincie". w
Werkstad
Amsterdam is in de beeldvorming al
tijd de stad geweest van het kapitaal en
de cultuur. Rotterdam daarentegen is de
werkstad. Van Rotterdammers wordt
wel eens gezegd dat ze zes dagen in de
week in de haven werken en dat ze er de
zevende dag naar de bootjes gaan kij
ken. De Maasstad wordt afgeschilderd
als een stad met culturele bloedarmoede
die geen gezelligheid kent. Niet geheel
ten onrechte. Wat er was, is in de Twee
de Wereldoorlog veranderd in een puin
hoop.
De binnenstad is inmiddels redelijk
volgebouwd en er is nu tijd om ook aan
andere dingen te denken. Zoals bijvoor
beeld aan een architectuurmuseum. Of
aan een fotomuseum. Tot zeer groot on
genoegen van Amsterdam heeft de uit
Nieuwerkerk aan de IJssel (vlakbij Rot
terdam) afkomstige minister Brinkman
besloten dat deze in Rotterdam zullen
worden gevestigd. Hij heeft eens over de
hoofdstad gezegd: „Amsterdam wil al
tijd meer, heeft nooit genoeg".
In het spel van de rivaliteit heeft de
Amsterdamse architect Aldo van Eyck
eens opgemerkt: „Rotterdam is de
meest a-cultureje stad van het land, een
stad die alleen aan selfpromotion doet".
Van de Roterdamse architect Piet Blom,
bekend van zijn kubuswoningen in het
centrum van de Maasstad, zijn de woor
den: „In Amsterdam is de Beurs het cen
trum van culturele afbraak, souvenirs,
rondvaartboten en sexhuizen".
Is er tussen Ajax en Feyenoord sprake
van een gezonde rivaliteit tussen twee
voetbalclubs en hun chauvinistische
aanhang, kwalijker is die bestaande nay-
ver tussen de twee politiekorpsen. Die
kwam onder meer (achter de schermen)
aan het licht bij de recente ontvoering
van de vrouw uit Spijkenisse en bij de
grote heroinevangst in de Rotterdamse
haven.
Verzuimd
In een poging van commissaris
Blaauw, de eigengereide Rotterdamse
politieman, om de ontvoeringszaak in ei
gen beheer te houden verzuimde hij de
Amsterdamse politie te informeren dat
'levensgevaarlijke gangsters' al schie
tend op weg waren naar Amsterdam en
de achtervolgers uiteindelijk een loer
draaiden in de Schipholtunnel. Toch
niet het grondgebied van de Rotterdam
se politie. Eén telefoontje vanuit Rotter
dam naar Amsterdam was genoeg ge
weest om de ontvoerders vanuit de
hoofdstad tegemoet te rijden. Dat is uit
gebleven, met alle gevolgen vandien.
Ook bij de recente onderschepping
van 220 kilo heroine kwam de rivaliteit
tussen de beide korpsen om de hoek kij
ken. Tot grote ergernis van 'de Rotter
damse politie lekte het nieuws rond de
recordvangst voortijdig uit. Daardoor
kon de Rotterdamse politie de mogelijke
daders niet grijpen. Dagenlang turen
naar een inmiddels leeggehaalde contai
ner leverde op die manier niets op. In
Amsterdam werd gegniffeld. Immers,
daar kwam de tip vandaan. Daar hadden
zij hun werk gedaan terwijl Rotterdam
nog met lege handen stond.
Goed idee
Prompt maakte de Rotterdamse poli
tie het daarop volgende weekeinde, ken
nelijk in een poging om het ingedeukte
imago enigszins op te krikken, de vangst
van een 'onbenullige' hoeveelheid van
200 kilo hasj wereldkundig. Waarom? Er
worden containers vol met dit spul ont
dekt! De Amsterdamse politie kon des
ondanks niet achterblijven en meldde -
in het kader van de stedelijke rivaliteit -
een dag later de vangst van 450 kilo hasj.
Het leek het Nederlands Olympisch
Ze kunnen het niet laten. Op de tentoonstelling over de rivaliteit tussen
Amsterdam en Rotterdam steekt het Ajax-vaantje wat pover af tegen de
Europa Cup 1970 van Feijenoord. (foto peter senteur)
Comité twee jaar geleden een goed idee
ons land kandidaat te stellen voor de
Olympische Spelen in 1992. Zowel Am
sterdam als Rotterdam stelden zich be
schikbaar. In slechts zeven weken tijd
moesten beide steden hun kandidatuur
in een doortimmerd rapport toelichten.
Het lukte alleen Rotterdam. Dat kwam
met het zogeheten 'compact-plan' om de
Spelen op geconcentreerde plekken in
of nabij Rotterdam te houden. Toch
werd Amsterdam gekozen. De naamsbe
kendheid en de faam in toeristisch en
cultureel opzicht van de hoofdstad ga
ven hierby de doorslag.
Op zakelijk gebied is er eerder sprake
van samenwerking dan van naijver, hoe
wel dat niet altijd zo is geweest. Zo is in
Rotterdam in de achttiende eeuw jaren
lang de komst van een bijkantoor van de
Nederlandsche Bank tegengehouden.
Het werd gezien als een Amsterdamse
poging 'in te breken' in het Rotterdamse
zakenwereldje.
De tijden zijn veranderd, en daarmee
ook de zaken. Bijna 25 jaar geleden be
sloten de Amsterdam Bank en de Rot
terdam Bank tot een fusie waaruit de
Amro Bank is ontstaan. In het eerste
personeelsorgaan van de nieuw gevorm
de bank werd de medewerkers nog wel
eveA heel fijntjes op het hart gedrukt
„soepel met elkaar om te gaan en elkaar
positief te bejegenen".
Ook de verzekeringsmaatschappij Hu-
dig Langeveldt is een voorbeeld van
Amster- en Rotterdamse samenwerking.
In dit rijtje past mogelijk binnenkort het
aan privatisering denkende Rotterdam
se vliegveld Zestienhoven, dat onder de
vleugels van de NV Luchthaven Schip
hol eindelijk eens uit de verliezen wil ko
men.
Wie oog heeft voor details en geen he
kel heeft aan Rotterdam, zullen ooit de
overeenkomsten zijn opgevallen van het
stadhuis op de Coolsingel en het stad
huis (later Paleis) op de Dam in Amster
dam. Behalve dat beide gebouwen veel
op elkaar lijken, hebben ze ook allebei
bovenop in het midden een vrijwel iden
tiek koepeltje.
Prijsvraag
Voor het ontwerp van het Rotterdam
se stadhuis werd begin deze eeuw een
besloten prijsvraag uitgeschreven.
Merkwaardig was dat de vermaarde Am
sterdamse architect Berlage hieraan niet
mocht meedoen. In werkelijkheid bleek
de zaak al beslist. De autoritaire burge
meester van toen (A. R. Zimmerman)
speelde onder één hoedje met de voor
zitter van de adviescommissie, aan wie
de opdracht bleek te zijn gegund. Voor
de schijn waren bezoeken gebracht aan
buitenlandse stadhuizen, terwijl de he
ren al lang hadden besloten een kopie te
maken van het Amsterdamse stadhuis.
Daarvoor is zelfs een steensoort ge
bruikt die de indruk moest wekken dat
het nieuw te bouwen stadhuis er al tien
tallen jaren stond.
Kort geleden is in Rotterdam besloten
het karakteristieke Witte Dorp af te bre
ken en naar de huidige maatstaven weer
op te bouwen. Een omstreden plan dat
uiteindelijk de volledige instemming
kreeg van de bewoners. Er was echter
een minpuntje: de architect van de
nieuwbouw is een Amsterdammer. Toch
heeft menig Amsterdammer best z'n
draai kunnen vinden in de Maasstad.
Het bekendste voorbeeld is Tom Man-
ders, die in het centrum in een zelf ge
bouwd theatertje jarenlang succesvol
optrad. Andersom oogstte Louis Davids
ver buiten z'n geboortestad Rotterdam
grote successen.
Hoewel de beide steden elkaar door de
eeuwen heen steeds op de korrel hebben
genomen, bestaan er merkwaardig ge
noeg weinig moppen over. Uit de perio
de dat Johan Cruijf weg wilde bij Ajax
en naar Barcelona dreigde over te stap
pen, kwam in Amsterdam een collecte
op gang om de stervoetballer voor Ajax
te behouden. Daarvoor werd een girore
kening geopend. Een Rotterdammer
stortte daarop vier cent. Op de girokaart
schreef hij als toelichting: „Omdat ik
hem geen stuiver waard vind". Een paar
jaar later stond Cruijf tamelijk onver
wacht in het Feyenoord-shirt en maakte
hij de Rotterdamse ploeg prompt kam
pioen. Het kan verkeren.
(De tentoonstelling over drie eeuwen riva
liteit tussen Rotterdam en Amsterdam loopt
tot en met 21 november in De Dubbelde
Palmboom in Delfsbaven (Voorstraat 12) en
is geopend van dinsdag tot zaterdag van 10-
17 uur en zondags van 11-17 uur).
door Jeroen te Nuijl
Britse fatsoensrakkers denken er wellicht anders over, maar
Wimbledon zonder John McEnroe is als aardbeien zonder
slagroom. Het (voorlopige) einde van de
haat-liefdeverhouding tussen The Championships en de pas
vader geworden 27-jarige Amerikaan neemt toch voor een
belangrijk deel de smaak weg van 's werelds beroemdste
tennistoernooi, dat qua amusementswaarde nu met name
afhankelijk is van de vorig jaar weliswaar nadrukkelijk
stuntende, maar sindsdien uiterst grillige Boris Becker.
Het zal bepaald wennen worden dit jaar:
geen genante confrontaties met de rod
delpers, geen gekanker op de conditie
van de banen, geen woedeuitbarstingen
of wangedrag ten opzichte van officials
en niet te vergeten geen tennisstaaltjes
die de ware liefhebber doen watertan
den. De vraag of het publiek ooit nog de
John McEnroe te zien krijgt die van 1981
tot en met 1984 onbetwist de beste ter
wereld was, dringt zich dezer dagen
weer sterk op. Dat er veel veranderd is in
zijn leven, sinds hij negen jaar geleden
als onbekende kwalificatiespeler debu
teerde met een halve-finaleplaats op
Wimbledon, staat buiten kijf.
Nooit de oude
„Ik ben daarna nooit meer de oude ge
worden', heeft McEnroe eens gezegd.
Het was inderdaad het begin van een pe
riode waarin 'Big Mac' geschiedenis
schreef, zowel met een grote mond als
met grote prestaties. Hij toonde zich vier
keer de sterkste in de open Amerikaanse
titelstrijd en won drie van zijn vijf Wim-
bledon-fmales. Op de wereldranglijst al
ler tijden klom McEnroe naar een ge
deelde tweede plaats (met Björn Borg)
door het totale aantal toernooizeges op
62 te brengen, overigens nog steeds 43
minder dan absoluut recordhouder Jim
my Connors.
Maar waar het in 1977 allemaal begon,
daar eindigde het vorig jaar ook min of
meer. De pijnlijke nederlaag die McEn
roe al in de kwartfinales op Wimbledon
leed tegen Kevin Curren, bracht ditmaal
een negatieve ommekeer teweeg; het
was het eerste signaal voor een onver
wachte, zware inzinking. De impulsieve
Amerikaan sloeg aan het mijmeren en
het twijfelen. Hij voelde zich 'oud', had
steeds meer moeite zich zowel geestelijk
als lichamelijk op te peppen en kon ook
de druk van het favoriet zijn mentaal
nauwelijks meer aan.
Het gevolg was dat McEnroe in 1985
werd onttroond door Ivan Lendl. De op
permachtige heerser van weleer moest
genoegen nemen met acht enkelspelti-
tels (een seizoen eerder waren dat er nog
dertien) en bleef voor het eerst sinds
1982, toen hij kampte met veel blessures,
op Grand-Slam niveau zelfs met lege
handen staan. In januari van dit jaar
hakte McEnroe vervolgens de knoop
door: na verlies tegen zijn landgenoot
Brad Gilbert tijdens de eerste ronde van
het Masters-toernooi nam hij (met goed
keuring van de overkoepelende tennis-
raad MIPTC) vakantie op.
Inactief
Wat oorspronkelijk echter bedoeld
was als een drie maanden durende be-
zinningsperiode is inmiddels uitge
groeid tot een half jaar inactiviteit.
McEnroe kwam in april even de baan op
voor een demonstratiepartij tegen Tim
Mayotte, maar besloot meteen zijn co
me-back voorlopig uit te stellen na een
kansloze nederlaag. Kortom, het doet al
lemaal verdacht veel denken aan de si
tuatie rond Björn Borg die ook óp 26-
jarige leeftijd de buik vol had van het
leven als topsporter.
De Zweed kondigde een zes maanden
lange rustpauze aan en beëindigde na
die periode zijn rijke carrière definitief.
„Ik verwijt mezelf dat ik niets van Borg
heb geleerd. Mij overkomt eigenlijk pre
cies hetzelfde", verklaarde McEnroe in
de New York Times toen Gilbert hem
had verslagen. Of de immer naar perfec
tie strevende tennis-ster het voorbeeld
van Borg volgt blijft vooralsnog een
open vraag. Feit is dat zijn huidige crisis
meer dan één oorzaak heeft.
Het lijkt, zoals het Amerikaanse Ten
nis Magazine al aangaf, daarbij om vier
hoofdredenen te gaan: vermoeidheid,
beroemdheid, motivatie en Ivan Lendl.
Om met dat eerste element te beginnen,
McEnroe heeft, na acht jaar in de top te
hebben meegedraaid, „geen zin meer
vooral af op officials en media die hem
'scherp' hielden, nu lijkt hij de belang
stelling voor het spel zelf wat te hebben
verloren.
Tot slot de rol van Ivan Lendl in
McEnroe's depressie. De Tsjechoslo-
waak deelde vorig jaar tijdens de US
Open een gevoelige klap uit met zijn
overwinning en de daaruit voortvloeien
de geslaagde greep naar de macht. Iro
nisch genoeg precies zoals McEnroe in
1981 ook op Flushing Meadow de hege
monie van Borg doorbrak. Kan de Ame
rikaan alsnog de wil opbrengen om
diens Oosteuropese aartsrivaal op zijn
beurt beentie te lichten?
Foto boven: McEnroe met zijn vrouw Tatum O'Neal ("er is meer dan alleen tennis"). Onder: de ster in een karakteristieke pose. Toevallig
om het hele jaar door te spelen. Ik heb
genoeg misbruik van me laten maken.
Vanaf nu bepaal ik mijn eigen program
ma", aldus de 'Grote Afwezige' op Wim
bledon, die voor het gemak maar even
'vergeet' dat zijn overvolle wedstrijd-
schema ook voortkomt uit een zeer lu
cratieve demonstratietoernee in eigen
land („McEnroe over America").
Paranoide
Waar de huidige nummer vier op de
wereldranglijst eveneens problemen
mee heeft is zijn status van vedette, het
feit dat hij even beroemd als berucht is.
Die wereldwijde bekendheid heeft hem
bijna paranoide gemaakt; zeker in Enge
land, waarvandaan McEnroe weliswaar
de meeste fanmail ontvangt, maar dat
via de (roddel)pers ook een ongezonde
belangstelling voor zijn persoon toont.
En dat heeft duidelijk sporen nagelaten,
zoals afgelopen jaar op Wimbledon
bleek.
„Als ze altijd maar onzin over je schrij
ven word je vanzelf gevoeliger, agressie
ver", riep McEnroe na zijn eliminatie.
„Je kunt dat niet zomaar van je laten af
glijden, temeer daar in mijn geval bijna
alles in de privésfeer wordt getrokken.
Het is toch te gek dat ik me in de Ver
enigde Staten moest voorbereiden en
mijn vriendin moest thuislaten, alleen
omdat de pers hier normaal functione
ren onmogelijk maakt. Wat heb ik in
godsnaam misdaan? Gezien mijn presta
ties mag ik toch wel wat meer respect
verwachten".
Zijn liefdesrelatie met Tatum O'Neal,
voor menig Brits verslaggever belangrij
ker dan welke tenniswedstrijd ook, is
ongetwijfeld mede de oorzaak dat
McEnroe zich dit jaar niet aan de Church
Road zal melden. Hij ergert zich nu een-
(foto AP)
maal mateloos aan vragen over de doch
ter van filmster Ryan O'Neal, zijn pasge
boren zoontje Kevin en hoe het voelt om
vader te zijn. Hetgeen natuurlijk niet
wegneemt dat die ontwikkelingen wel
degelijk nauw verweven zijn met McEn
roe's wankelende tennisbestaan.
Stap terug
Het familieleven heeft juist zijn bena
dering van de sport onmiskenbaar ver
anderd; er is meer dan alleen tennis, be
seft nu ook McEnroe. „Ik heb het gevoel
dat ik te veel in beslag ben genomen
door mijn eigen wereldje. Vandaar deze
stap terug; om te kunnen waarderen wat
ik heb en me te realiseren hoe gelukkig
ik ben", liet hij kort na zijn verlofperiode
weten. Waarmee meteen het punt van de
motivatie aan de orde is geweest. Rea
geerde McEnroe zich in het verleden
John McEnroe gaf het antwoord enke
le maanden geleden zelf: „Het sleutel
woord is concentratie. Daaraan moet ik
gaan werken. Lukt dat niet in het toer-
nooicircuit, dan op de trainingsbaan".
Naar verluidt staat hij de laatste tijd
weer zo'n drie uur per dag en vier keer
wekelijks te oefenen met partners als
Brian Teacher en Peter Rennert, in na
bijheid van zijn meer dan riante villa
(kosten: vier miljoen dollar) in het Cali-
fomische Malibu.
Wanneer alles volgens plan verloopt,
speelt McEnroe in augustus pas weer
zijn eerste wedstrijd. Ofwel tijdens het
Grand Prix-evenement in Stratton
Mountain, ofwel in het Amerikaanse Je
richo waar een demonstratietoernooi is
geprogrammeerd, ter voorbereiding op
de open Amerikaanse titelstrijd een
week later. Het zou wel heel toevallig
zijn wanneer dat Grand Slam-gebeuren
in New York net als twee keer eerder op
nieuw voor een ommekeer zorgt wat be
treft de tennisheerschappij.