'Er is geen weg terug' Maandag 16 juni wordt herdacht dat tien jaar geleden een opstand van jongeren uitbrak in de zwarte miljoenenstad Soweto bij Johannesburg. De opstand kreeg navolging in nagenoeg alle zwarte woonwijken van Zuid-Afrika en werd bloedig neergeslagen door de politie. Het precieze aantal slachtoffers van die dag en de maanden erna is nooit vastgesteld. Maar schattingen variëren van ruim 600 tot meer dan 1000. Onze correspondent in Zuid-Afrika, Ruud de Wit, blikt terug op die donkere woensdag in juni 1976 en sprak onder meer met Albertina Sisulu, de vrouw van de tegelijk met Nelson Mandela tot levenslang veroordeelde Walter Sisulu: „Sinds 1976 is er niets veranderd. Nog steeds worden onze kinderen als vliegen gedood". ZATERDAG 14 JUN11986 qv mm mmm WÊ A PAGINA 19 EXTRA M- i BIJLAGE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD door Ruud de Wit „Ik was erbij toen de eerste rellen uitbraken. Met een paar leeftijds genoten speelde ik op straat. Zo dra de scholieren hun mars begon nen naar het Orlando-stadion, sloot iedereen zich bij hen aan. De problemen ontstonden echter pas toen de Boere-politieagenten hen probeerden tegen te houden. Som mige kinderen gooiden met stenen en de Boeren schoten gericht te rug". „Ik heb daarna meegedaan. We sta ken een auto in brand en ik hielp ook mee een school plat te branden. Mis schien was het verkeerd wat we deden en had ik me ervoor moeten schamen. Maar mijn haat en woede was zo groot dat ik niet anders kon. Zij schoten on schuldige kinderen dood, wat anders blijft er dan nog over dan haat?". Het eenvoudige verhaal van een schoolmeisje uit Soweto over de scho lierenopstand van 16 juni 1976. De vooraanstaande zwarte journalist Jon Qwelane schreef deze week ook zijn herinneringen op: „Er waaide die och tend van woensdag 16 juni 1976 een koude wind, terwijl de eerste zonne stralen Soweto uit de duisternis haal den. Enige wolkjes werden zichtbaar aan de verder altijd zo helder-blauwe hemel. Maar de atmosfeer was even eens anders dan normaal, alsof Soweto overdekt was met een dreigende span ning". De weken voor die fatale dag waren de inwoners van Soweto geconfron teerd met een verschijnsel dat ze nog niet kenden: een schoolboycot van dui zenden leerlingen. Zij bleven thuis uit protest tegen de invoering van het Afri kaans als gelijkwaardige en verplichte onderwijstaal naast het Engels. Eerde re protesten en signalen van vooraan staande burgerleiders hadden de rege- ring-Vorster niet kunnen vermurwen en dus boycotten de kinderen hun scholen. Protestdag „Woensdag de zestiende juni was uit gekozen als de definitieve protestdag. Het was de bedoeling dat alle leerlin gen die ochtend zouden marcheren naar het Orlando-stadion voor een massabijeenkomst. In Orlando-West werd de snel groeiende menigte schoolkinderen, zo'n 20.000 in getal, opgewacht door een groepje politie agenten". „Zij gaven de scholieren - die borden en spandoeken droegen met teksten als 'weg met het Afrikaans', 'wij zijn geen Boeren' en 'als wij Afrikaans moeten leren, moet Vorster hetzelfde doen met Zulu'- bevel zich onmiddel lijk te verspreiden. Omdat er steeds nieuwe groepen arriveerden was dat praktisch onmogelijk". „Toen viel er plotseling een schot. De dertienjarige Hector Peterson stortte ter aarde. Uit zijn mond kwam braak sel en bloed druppelde uit zijn oren en vermengde zich met speeksel. Het was een afgrijselijk gezicht. Zijn zus Antoi nette kreeg een hysterische aanval. Zij schreeuwde en maakte wilde gebaren, terwijl een oudere jongen haar broer naar de auto van een verslaggever bracht. Zij reden naar de nabijgelegen Phefeni-kliniek, maar het was te laat. Hector Peterson was al dood". Tot zover Qwelane. De foto van de bloedende Hector Pe terson, die weggedragen wordt terwijl zijn zuster Antoinette met een pani sche blik ernaast loopt, is wereldbe roemd geworden. De fotograaf, Sam Nzima, was zich niet eens bewust van het feit dat hij die foto had gemaakt. „Ik was daar om foto's te maken van vreedzaam demonstrerende jongeren. Toen het eerste schot viel ben ik door gegaan met het nemen van foto's, hoe wel ik doodsbang was. Het gebeurde allemaal ook zo snel. Ik gaf het rolletje aan een chauffeur van de krant en ver gat het. Pas de volgende dag drong het tot me door dat de foto was gebruikt door nagenoeg alle kranten in de we reld". 'Geposeerd' Het verhaal van de jongen die Hector Peterson die dag in zijn armen had, is trouwens typerend voor de situatie waarin vele Soweto-jongeren en hun families na die dag terechtkwamen. De jongen, de achtienjarige Mbuyisa Mak- hubu, was op het moment dat de eerste schoten vielen, in het huis van zijn grootmoeder in Orlando-West. Hü rende het huis uit en in de ver warring, veroorzaakt door de menigte die naar alle kanten was gestormd, stootte hij op het lichaam van de hevig bloedende Hector. Hij nam het kind in zijn armen en rende met Hectors zuster naast zich van het slagveld weg. Mbuyisa's moeder zag die avond de bewuste foto op de voorpagina's van de kranten. Ze dacht dat het haar twee de zoon was, die door de politie was doodgeschoten. Nog dezelfde nacht viel de politie haar huis binnen. Ze wa ren op zoek naar Mbuyisa, omdat hij „voor de foto geposeerd zou hebben". Mbuyisa heeft, zoals duizenden jon geren in die dagen, nooit meer thuis ge slapen en op 23 augustus verliet hij ille gaal het land. Aanvankelijk kwamen er nog brieven van hem, uit Botswana en Nigeria, maar sinds 1978 hield ook dat op. Pogingen om te achterhalen wat er met Mbuyisa is gebeurd, bleven zonder succes en zijn moeder neemt aan dat haar zoon, evenals haar man, in bal lingschap is gestorven. Het bericht van de moord op Hector verspreidde zich letterlijk en figuurlijk De foto die bij toeval wereldberoemd werd. De bloedende Hector Peterson wordt weggedragen, terwijl zijn zusje Antoinette er met een panische blik naast loopt. Volgens de Zuidafrikaanse politie zou dit schrijnende tafereel 'geposeerd' zijn. «foto ap> als een lopend vuur door Soweto, en om 12 uur 's middags ^randde de stad. De scholieren die na het fatale schot alle kanten uit warén gerend, hielden auto's en vrachtwagens aan en staken die in brand. Winkels werden geplunderd. Scho len en regeringsgebouwen moesten het op dezelfde manier ontgelden. Enige uren later was Soweto volledig van de buitenwereld afgesloten. Er waren ook twee blanken in de volksfurie doodge stoken. Meer verzet Maar de opstand van de jeugd van Soweto bleef niet beperkt tot de zwarte miljoenenstad. Binnen twee dagen brandden ook de andere zwarte woon wijken in de Vaaldriehoek: Mohla- keng, Tembisa, Katlehong,< Daveyton enzovoort. In augustus en de daarop volgende maanden kreeg de opstand eveneens navolging in de West- en Oost-Kaap, in de wijken Langa, Gugu- letu en Nyanga, nadat de jongeren ook daar hadden besloten tot een massale schoolboycot. Nu, tien jaar later, is nog altijd niet precies bekend hoeveel jongeren er in het jaar na 16 juni 1976 om het leven zijn gekomen. Volgerïs de Cilliers On derzoekscommissie, die door de rege ring- Botha was ingesteld, bedroeg het aantal slachtoffers 575. Het Zuidafri kaanse Instituuut voor Rassenrelaties houdt een cijfer van 618 of meer aan, terwijl andere bronnen spreken van meer dan 1000 slachtoffers. Maar ook daarna hield het niet op. Op 12 september 1977 werd de beken de 'Black Consciousness'-leider Steve Biko in de gevangenis doodgemarteld. Hij was niet de enige die in dat jaar in de gevangenis overleed. Meer dan 6000 scholieren- en studentenleiders, alsme de bekende personen als Winnie Man dela, Albertina Sisulu, Nthato Motlana en de huidige Lutherse bisschop Ma- nas Buthelezi waren inmiddels gear resteerd of onder huisarrest geplaatst. Op 'Zwarte Woensdag', zoals 19 okto ber 1977 wordt genoemd, werden het Christian Institute en 17 andere 'zwar te' anti-apartheidsorganisaties onwet tig verklaard. 42 personen, onder wie de huidige secretaris-generaal van de Zuidafrikaanse Raad van Kerken, dr. Beyers Naudé, werden in hechtenis ge- Opnieuw geweld in de krottenwijk door leger en politie niets in de weg Bantu-onderwij s De directe aanleiding tot de Soweto- opstand was de invoering van het Afri kaans in het zwarte Bantu-onderwij s. Het vèrzet daartegen kende reeds een lange voorgeschiedenis. In 1958 nam de regering-Verwoerd het besluit om het Bantu-onderwij s voortaan in het Afrikaans én het Engels te geven. Het besluit werd echter niet direct uitgevoerd. Dat gebeurde pas in 1974, nadat Vorster aan de macht was geko men. In dat jaar verklaarde het minis terie voor Bantu-onderwijs dat de 'praktische' vakken in het Engels on derwezen dienden te worden en de 'so ciale' vakken (geschiedenis en aard rijkskunde) in het Afrikaans. Daardoor moesten de zwarte jonge ren plotseling examens afleggen in een taal die ze niet machtig waren. Boven dien werd het Afrikaans gezien als 'de taal van de blanke onderdrukker', zo als de voorzitster van de Black Sash, Sheena Duncan, het uitdrukt. In mei 1976 vormden leerlingen van de middelbare school van Orlando- West een commissie die hun bezwaren moest bespreken met de plaatselijke inspecteur van het Bantu-onderwijs. Die weigerde de commissie te ontmoe ten. Op 17 mei volgde de eerste school boycot. Zwarte leerkrachten die toch Afrikaans gebruikten werden geïntimi deerd. Het belangrijkste van de gebeurte nissen in 1976 was het feit dat de jeugd de strijd tegen de apartheid opnieuw aanging. Een schoolmeisje in Soweto zei het zo: „Het enige wat onze ouders nog doen, is alcohol drinken om de problemen te vergeten. Daarom staken we de bierhallen en drankwinkels in brand en zeiden we tegen de eigenaren van de shebeens (de plaatselijke illegale cafe's-rdw) dat ze moesten sluiten". En sindsdien is dat niet meer veran derd. De zwarte jeugd is de belangrijk ste factor geworden in de strijd tegen de apartheid. Een strijd die nu, tien jaar later, nog steeds gemiddeld vier personen per dag het leven kost. Verdriet Een vrouw die het allemaal van nabij heeft meegemaakt en zelf met onnoe- melijk leed heeft betaald voor haar po- Crossroads bij Kaapstad, ajgelopen woensdag. De gehate witdoeke wordt utieke keuze, is Albertina Sisulu. De 1 om ten strijde te trekken tegen de jonge radicalen (de z.g. 'comrades'). vrouw van Walter Sisulu, een van de (foto api ANC-leiders die samen met Nelson Mandela al vanaf 1963 een levenslange gevangenisstraf uitzit, na een leven van huisarrest, gevangenisstraffen en veel persoonlijk verdriet. Afgezien van haar man die zij sporadisch kan bezoeken in de Pollsmoor-gevangenis, bevinden twee van haar kinderen zich in het bui tenland. Van haar oudste zoon Max, die in 1973 Zuid-Afrika verliet en die een vooraanstaande rol speelt binnen het ANC, heeft ze nadien nooit meer iets vernomen. De vice-presidente van het Verenigd Democratisch Front (UDF) kijkt in haar huisje in Orlando-West met grote bitterheid terug op de gebeurtenissen in juni, tien jaar geleden. „Onze kinde ren hielden die dag een vreedzame mars om te bereiken dat het Afrikaans uit het onderwijs zou worden ge schrapt. Zij konden het toch ook niet helpen dat ze die taal niet beheersten? Maar ze werden als vliegen gedood of in de politiecellen gegooid". „Wij, als moeders, wisten niet w onze kinderen waren, 's Nachts hoor den we de helicopters die kinderen bij de politiebureau's ophaalden om hen vervolgens in de moerassen van Sowe to te dumpen. Er waren moeders die drie van hun kinderen hebben verlo- „Tot de dag van vandaag weten zij niet wat er met hun kinderen is ge beurd in die junimaand van 1976. Er moeten veel kinderen in massagraven zijn gegooid. Ongewapende kinderen! Schoolkinderen, studenten! Gedood door de regering van de Nationale Par tij". Niets veranderd „Niets is veranderd. Kijk wat er on langs gebeurde in de Vaal-driehoek. Het léger gaat zwaar bewapend de woonwijken in, terwijl de huisvad naar hun werk zijn. De soldaten krachten de vrouwen en de de meisjes, stelen het geld en nemen het voedsel mee". „En wat gebeurt er nu allemaal Crossroads? Twee weken geleden nog werden hier in Diepkloof, diep in So weto, drie kinderen gekidnapt door de 'gelegaliseerde moordenaars', de 'vigi lantes', die betaald worden door de re gering. Later werden hun lichamen ge vonden in de buurt van Krugersdorp". „Ik vraag me af hoe het verder moet met dit land. Ik wil iedere blanke t vraag stellen. Waarom hebben jullie zulke monsters gekozen in jullie parle ment? Maar ik, en alle zwarte inwoners van dit land, jong en oud, weten dat we vastbesloten moeten zijn in de strijd te gen de apartheid, hoeveel bloed er de komende tijd ook zal vloeien. Voor c was Soweto-1976 het begin van het e de en zal er geen weg meer terug zijn".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 19