Mode als kunst
in De Meervaart
'Inrichten van een huis moet
je aan bewoners overlaten'
Huur per 1 juli anders berekend
Melk en straling
Credit cards
'La Mode, tien jaar design'
Hiep hiep hoera
ANNE-MARIE BERETTA
Consument
Met zachte lenzen
goedkoper uit
MAANDAG 26 MEI 1986
PAGINA 9
Frank Bolink: "Een binnenhuisarchitect is geen kameleon".
O
"Altijd als ik deze kerk passeer/wip
ik even binnen,/opdat - wanneer
men mij naar binnen dróagt -/de
Heer niet vragen zal:/'Wie is die
vreemdelinge?"'
Bovenstaande tekst is de ruwe
vertaling van een gedichtje dat ik
eens aantrof in het voorportaal van
een kerkje in Teignmouth, een
sombere badplaats aan de zuidkust
van Engeland, waar vanuit alle
windrichtingen zwaar
gehandicapten per 'Nimbus' naar
toe worden gereden om vakantie te
houden. Reizigers die niet zo
afhankelijk zijn van de
barmhartige medemens komen in
dit, meestal met loodgrijze
Willink-luchten geplaveide oord,
alleen als ze er op weg naar een
andere bestemming doorheen
moeten. Ik was toen één van die
reizigers.
Op doorreis en dan nog gauw even
naar de kerk - moest ik Sint
Christoffel soms de zegen
afsmeken over mijn auto? Nee,
alles werkte nog perfect, zelfs de
ruitenwissers, die al dagenlang
hun eentonig lied hadden
gedirigeerd, en ook schrok ik er
allang niet meer zo van, dat
vrachtwagenchauffeurs in
Engeland tijdens het
voortdenderen van hun drietonner
doodgemoedereerd op de plaats
van de bijrijder zaten.
Lag er dan soms een ver familielid
van mij begraven op het kerkhofje
naast het Engelse godshuis? Ook
niet, al moet gezegd, dat de stenen
jachthond die op een zerk lag te
wachten totdat zijn baas één grote
kluif was geworden mij meteen
uiterst sympathiek was.
Laat ik er niet omheen draaien:
kerken oefenen op mij in de
vakantie een grote
aantrekkingskracht-uit.
In de vakantie, zeg ik er meteen bij,
want na een inspannende
werkweek wil ik op zondag nog
wel eens door het beieren heen
slapen. Waarvoor hierbij een
weesgegroetje ter penitentie.
Overigens is mijn onregelmatige
kerkgang niet geheel en al te
wijten aan een gezonde slaap.
Kerken op zondagen - ze zijn mij te
druk. Al ben ik van de
ontkerstening van onze
samenleving geen voorstander, ik
zie het liefst lege kerken. En die
tref ik aan. Tijdens de vakantie.
Wanneer ik ze op een voor anderen
gewone werkdag kan bezoeken.
Ah! Even alleen in die gewijde
stilte staan, in die atmosfeer waar
nog de hoogspanning op staat van
miljoenen gebeden! Heerlijk, om
onbeschaamd in die biechthokjes
te kunnen loeren, waar het
spreekrooster wacht op zonde en
vergiffenis zoals een raat wacht op
honing. Je voelt meer. Je ziet meer.
In lege kerken. Zo zag ik in een
Grieks kerkje waarvan het
middenschip op instorten stond
eens iets dat ik mijn leven lang niet
meef zal vergeten. Achterin stond
een buste van de stichter; zijn
martiale, van een gulle knevel
voorziene, kop was in brons
gegoten. De tijd had zijn trekken
nog niet aangetast. Nog even trots
als in het begin keek hij naar zijn
bouwwerk, ook al kwamen er om
de haverklap brokken
pleisterwerk naar beneden en
koerden er duiven in de doopvont.
Lege kerken dus. Maar heel zelden
kan ik enthousiast raken over
volle. Onlangs, op eerste
pinksterdag, was het een keer
zover.
Ik had beloofd om met iemand
mee te gaan naar een
verpleegtehuis, waar zijn demente
moeder werd verpleegd. Samen
met haar zouden we er de mis
bijwonen. In de kapel van het
tehuis. Een mooie kapel, dat moet
ik zeggen. Prachtige
gebrandschilderde ramen. Nu eens
een keer geen Christus met een
hart nog stekeliger dan een cactus,
maar abstracte voorstellingen in
vrolijke kleuren. Kleuren die
herinnerden aan de schilderijen
van zondagsschilder Rousseau.
De dienst werd geleid door een
bebaarde priester, een
ex-missionaris, voor wie ik in mijn
jeugd misschien nog wel doppen
van melkflessen had gespaard. Of
hij het in dit verpleegtehuis
makkelijker had dan in zijn
missiepost in de jungle, waag ik te
betwijfelen. Wij staken vroeger, als
de priester de hostie offreerde, ver
onze tong uit. Net zoals we dat
deden wanneer we een
sneeuwvlok wilden proeven. De
oudjes daarentegen hielden hun
lippen stijf op elkaar. De ernst van
het ceremonieel ging aan hen
voorbij. Ze beleefden het als een
feest.
Dat bleek uit de interruptie van
een oud dametje. Toen de priester
bij het '...en verlos ons van onze
schuld' zijn armen omhoog hief,
viel zij in met een luidkeels: hiep,
hiep, hoera!
De dienaar Gods schoot even in de
lach. Zoals hij dat ooit, in de
jungle, misschien zou hebben
gedaan om een spotvogel.
ANGELA PINNEBERG
Als de gebeeldhouwde deuren
van de oude villa opengaan,
valt als eerste een opgestopte
spijkerbroek met een lampe-
kap op, een haast surrealistisch
lichtbron in de majestueuze
hal. Datzelfde geldt voor de
technische bouwtekening op
de tekentafel in het midden
van de werkkamer en de uit ke
ramische vrouwenborsten sa
mengestelde vaas op het bu
reau ernaast.
We zijn aangeland in het domein
van de Enschedese interieurarchi
tect Frank Bolink. Tegenstrijdig
heden kenmerken de ruimte. Te
genstrijdigheden, die ook zijn te
rug te vinden in het werk van Bo
link, een architect, die even goed in
staat is om een solide woonhuis te
ontwerpen als een kunstvoorwerp
in de vorm van een eend met een
straaljagerstaart.
Richtingen
Eigenlijk kun je wat het ontwer
pen betreft met Frank Bolink alle
kanten op. Maar dat geldt volgens
hem voor de meeste interieurarchi
tecten. Binnenhuisarchitect is een
zeer veelzijdig beroep geworden.
Het is allang niet meer zo, dat een
interieurarchitect alleen adviseert
over de kleur van een nieuw be
hangetje of van een nieuw tapijt.
Het aardige van dit vak is, dat af
gestudeerden van de academies
heel verschillende richtingen kie
zen. Sommigen gaan de kant op
van de industriële vormgeving en
komen bijvoorbeeld bij Philips te
recht, waar zij modellen tv-kasten
ontwerpen, anderen vinden werk
bij een architectenbureau en gaan
de kant van de bouwkunde op en
weer anderen kiezen voor vrije
vormgeving. Maar er zijn er na
tuurlijk ook, die zich echt alleen
bezighouden met inrichting van
bijvoorbeeld kantoorgebouwen of
zelfs particuliere woningen.
Deze laatste richting trekt Frank
Bolink persoonlijk absoluut niet.
„Adviseren voor een verbouwing
reken ik wel tot mijn werk, maar
een particulier huis inrichten moe
ten de bewoners zelf doen, vind ik.
Het is te gek om uit een soort def
tigheid een interieurarchitect daar
voor uit te nodigen. Ik zelf doe het
helemaal niet, tenzij de smaak van
de klant volledig overeenkomt met
mijn eigen smaak. Je kunt natuur
lijk wel afspraken maken met men
sen over een interieur, maar het
lijkt mij vrij moeilijk om iets te ont
werpen, waar je zelf helemaal niet
van houdt. Een interieurarchitect
is geen kameleon. En dat geldt om
gekeerd natuurlijk ook. Je zult
maar van massief geloogd eiken
houden en een interieurarchitect
zetje hele huis vol met strakke sta
len meubelen. Dan kijkje toch wel
vreemd op".
Sprekend over smaak noemt Bo
link zijn eigen smaak „wonderlijk"
en hij voegt eraan toe: „En het
wordt nog steeds vreemder". Dat
„vreemde" spreekt nog het meest
uit zijn vrije kunstvoorwerpen,
waar hij zich de laatste jaren steeds
meer op toelegt. In het verleden
was dat wel eens anders. Zo zette
hij zijn handtekening onder heel
wat ontwerpen voor kantoorinte
rieurs en ontwierp zelfs een paar
woningen. Maar wie de interieurar
chitect goed beluistert komt al snel
tot de conclusie, dat de lol er wat
dat betreft een beetje af is.
Regeltjes
„Er zijn zoveel regeltjes en
bouwvoorschriften, waar je je als
architect aan moet houden, dat het
gewoon niet echt leuk meer is. Al
die voorschriften vreten je oor
spronkelijke ideeën aan. Volgens
Bolink wordt het hoog tijd, dat de
bouwvoorschriften eens worden
Een binnenhuisarchitect is
niet meer de man die zich
uitsluitend bezig houdt met
het inrichten van kantoren en
particuliere woningen.
Afgestudeerden van de
academies gaan soms de
industriële kant op; anderen
vinden werk bij een
architectenbureau, weer
anderen kiezen voor vrije
vormgeving. Een gesprek met
Frans Bolink, een
vertegenwoordiger van de
nieuwe generatie
binnenhuisarchitecten.
Door Kitty van Gerven
aangepast. „De meesten stammen
nog uit de tijd van de huisjesmel
kers, die mensen in een hokje lie
ten wonen zonder enige vorm van
ventilatie. De voorschriften zijn
destijds opgesteld om ervoor te
zorgen, dat iedereen over een ruim
te beschikte met tenminste een
openslaand raam. Maar de tijden
zijn veranderd, alleen de voor
schriften zijn nauwelijks aange
past".
Bolink is sinds kort ook betrok
ken bij de beeldenroute in Diepen-
heim. Daarvoor maakt hij een ob
ject, dat deels op het land en deels
in het water komt te liggen. Steeds
meer begint deze interieurarchi
tect zich te ontpoppen als een beel
dend kunstenaar. Het bloed kruipt
blijkbaar waar het niet gaan kan bij
deze loot aan de stam van de kun
stenaarsfamilie Bolink. „Ik wilde
zelf vroeger absoluut geen beel
dend kunstenaar worden, maar het
is anders gelopen. Nu wil ik eigen
lijk alleen dingen maken, waar ik
zelf zin in heb".
Daar komt overigens bij, dat het
werk voor interieurarchitecten nu
niet bepaald voor het oprapen ligt.
Kreeg Bolink vroeger aanbieding
na aanbieding om bijvoorbeeld
kantoorruimten van een fraaie en
doelmatige inrichting te voorzien,
tegenwoordig nemen de leveran
ciers van kantoormeubelen en
computers de inrichting meestal
voor hun rekening. Toch hebben
de stromingen in de interieurarchi
tectuur nog de warme belangstel
ling van Frank Bolink.
Humor
Hij vertelt daarover: „Er zijn fan
tastische ontwikkelingen gaande.
Neem bijvoorbeeld de invloed van
de Memphis-groep, die weer een
hele nieuwe kijk op het meubel
heeft geintroduceerd. Sottsass jr.
bijvoorbeeld, misschien wel de be
langrijkste man in deze groep,
heeft een heleboel humor terugge
bracht in de ontwerpen, die in de
loop van de jaren erg dogmatisch
waren geworden omdat alleen de
lijn van de functionaliteit was ge
volgd. Hij heeft er altijd naar ge
streefd om de voorwerpen op
nieuw te bekijken en dat heeft er
toe geleid, dat je nu weer dingen
ziet, waar je om kunt lachen. Toch
moeten we wel oppassen, dat we
daarin niet doorslaan. Een paar
jaar geleden was het een verade
ming om temidden van al die rech
te, functionele krukken er een te
zien staan met een kromme poot
Nu zie je weer geen kruk meer zon
der kromme poot en is het al bijna
een verademing als je een simpele
stoel tegenkomt", aldus Bolink.
De stromingen in de interieurar
chitectuur zijn volgens hem te ver
gelijken met de mode in kleding,
met die uitzondering, dat de eerste
aanmerkelijk langzamer gaan. Op
dit moment leven we in een tijd,
waarin wordt teruggegrepen op de
stijl van de jaren vijftig. „Je ziet bij
voorbeeld weer van die schreeuwe
rige mozaiekdessins op tafels en
kastjes en veel formica-materialen.
Een beetje kitsch allemaal".
Waar komen deze stromingen nu
eigenlijk vandaan? Bolink zegt
hierover: „Als ontwerper wordt je
door allerlei ontwikkelingen bein-
vloed. Maar de belangrijkste inspi
ratie wordt veroorzaakt door erger
nissen over bestaande dingen. Als
je in dit land niet anders te horen
krijgt dan dat De Stijl en Rietveld
het helemaal waren, dan ga je je
daar tegen afzetten en vanuit die
onvrede ga je op zoek naar nieuwe
dingen".
Mode als beeldende kunst, dat is
de opzet van de tentoonstelling 'La
Mode. 10 jaar design', die van 3 juni
tot 20 juli te zien is in het Cultureel
Centrum De Meervaart in Amster
dam. De expositie is gewijd aan 15
vooraanstaande mode-ontwerpers,
o.m. Anne-Marie Beretta, Thierry
Mugier, Issey Myake en Karl La-
gerfeld, wier werkterrein voorna
melijk in Parijs ligt. Een selectie
uit hun ontwerpen moet de bezoe
ker een indruk geven van wat er
zich op het gebied van mode-des
ign tussen 1975 en 1985 in Parijs
heeft afgespeeld. Dat lijkt een vrij
willekeurig geprikte periode maar
deze tijd zien we de opkomst van
de Prêt a Porter en het doorbreken
van een nieuwe generatie ontwer
pers zoals Montana en Mugier.
Een tentoonstelling die in het ka
der van het Holland Festival en de
manifestatie La France aux Pay
Bas is samengesteld en ontworpen
door Kesso Dekker en het Deuxie-
me Bureau in Parijs. Kesso Dekker
is geen modeman maar ontwerper
van dekors voor toneel en ballet.
'Het was voor mij een uitdaging
mode nu eens op een acceptabele
manier te presenteren', zegt hij.
'Want dat gebeurde zelf in Frank-'
rijk niet voor daar een mode-mu
seum werd geopend. Het liefst had
ik eigenlijk de kleding tegen de
muur gespijkerd, puur om het des
ign te laten uitkomen'.
De romptentoonstelling omvat
ongeveer 60 exemplaren, die zon
der veel franje de benedenverdie
ping van De Meervaart vullen. Net
zoals in het museum is de uitleg bij
het geheel sober, vaak niet meer
dan een jaartal. Wie meer over ont
werp en ontwerper wil weten,
moet de catalogus kopen, die door
Marjan Unger, Bob Takes en Nel
Wegeling is samengesteld. Hierin
ondermeer iets over de geschiede
nis van de van de Franse mode, de
opkomst van de designers en de
economische en sociale asDecten
van mode. Daarnaast een een
schets van een aantal designers en
veel foto's.
Bij de randtentoonstellingen,
hoeden, schoeisel zonnebrillen en
handschoenen, is men wat frivoler
te werk gegaan. Zo worden de hoe
den van Mme. Paulette, Denise
Sarrault en Jean Barthet. gepre
senteerd in Weense stijl. Hoeden
die rondraaien op een plateau met
op de achtergrond walsmuziek.
Foto's
Het publiek kan met modefoto
grafie kennismaken via de Vogue-
tentoonstelling 'Cinquante ans de
photographie'. Hierin is het werk
van bekende modefotografen uit
de periode 1930 -1980 te vinden.
Speciaal voor De Meervaart wordt
deze expositie aangevuld met re
cent werk van Helmut Newton en
Guy Bourdin. Van deze laatste fo
tograaf werden nooit eerder foto's
geëxposeerd.
Hoe de mode-advertenties zich
in de loop der jaren hebben ont
wikkeld,is te zien in 'La Mode et la
publicité', een bijdrage van het
blad Marie-Claire.
Speciale aandacht is er bij 'La
Mode' voor de stoffenfabrikant
Boussac. Aan de hand van foto's
wordt werk van verschillende stof-
fenontwerpers getoond maar ook
het uiteindelijk resultaat: de stof, is
te zien. Styliste Lidewij Edelkoort,
die o.m. voor Boussac werkt, ver
zorgt een audio-visuele presentatie
van haar werk. Op video zullen de
bezoekers ook de zomershows
1987 van een aantal ontwerpers
kunnen volgen.
'La Mode, 10 jaar design' is vanaf
dinsdag 3 juni voor publiek ge
opend. Openingstijden dinsdag t
m zondag 11.00 - 17.00 uur en op
dinsdag- en donderdagavond van
19.00 - 21.00 uur. De toegangsprijs
bedraagt 7.50 gulden.
Een eengezinswoning naar ontwerp van Frank Bolink.
Ern fUrakke, archïlectumach*
stijl bij Beretta. Oirtw«>rj»en zon-
tier overbodige detail», ronder
enig effectbejag. Zij verkt met
elementaire vormen, niet een
perfecte coupe en «tofverwer*
kina. De draperie 1» bet enige
middel dat rij benut om tegen
spel te bieden aan haar strenge,
geconstrueerde be.lljningen. Ju
het gebruik van draperlét» geeft
een modeontwerper zich bloot.
Alleen de hele groten, Zoal* Ma
deleine Vionnet, Madame Gres
en Balenciaga beheersten dit
klassieke element in hun vak
volkomen. Onder de huidige ge
neratie creatcur* is Anne Marie
Beretta degene die dit vakman-
sehap evenaart- Zelf h» zij klein
en tenger van gestalte en wekt
meestal een introverte indruk.
Met baar professionele houding
dwingt zij echter respect af bij
vakgenoten, per* en een kwali
teitsbewust publiek. Zij
werpt comfortabele Ji.'*,'
genoeg stijl b'
onder redactie van
Wim Fortuyn en Conny Smits
Dragers van zachte contactlenzen kun
nen heel wat goedkoper uit zijn wanneer
zij in plaats van dure ontsmettingsmid
delen te kopen, simpelweg een flesje wa-
terstofperoxyde halen bij de apotheek.
De Consumentenbond, die de proef op
de som nam, meldt in het meinummer
een besparing van maar liefst 8,45 gul
den.
Waterstofperoxyde is niet alleen goed
koper, de ontsmettende werking is vol
gens de Consumentenbond bovendien
beter. De meeste middelen van de be
kende merken bevatten namelijk con
serveermiddelen, die soms vervelende
bijwerkingen kunnen hebben. Bij het
gebruik van waterstofperoxyde blijft het
trouwens wel noodzakelijk eerst een rei
nigende en achteraf een neutraliserende
vloeistof te gebruiken.
De Consumentenbond raadt aan de
waterstofperoxyde, met een percentage
van drie procent, te kopen bij de apo
theek. Bij een test is namelijk gebleken
dat veel drogisten een verkeerd percen
tage afleverden. Tweemaal werd de
bond zelfs afgescheept met zuiver water.
Als per 1 juli de nieuwe huurver
hoging wordt doorgevoerd, veran
dert niet alleen het bedrag dat
huurders maandelijks aan hun
huisbaas moeten overmaken. Te
gelijkertijd wordt namelijk het
nieuwe woningwaarderingsstelsel
ingevoerd. Dat houdt in dat de
huur van een woning op een nieu
we manier wordt berekend.
De huurverhoging is dit jaar twee,
vier of zes procent. Twee procent geldt
voor de woningen die op dit moment al
een redelijk huurniveau hebben voor
de kwaliteit die ze bieden; vier of zes
procent geldt voor de woningen die
naar verhouding eigenlijk te goedkoop
zijn en die onder de zogenaamde huur-
harmonisatie vallen.
Bij de berekening van de huur van
een woning wordt van oudsher ge
bruik gemaakt van een puntensys
teem. De aanwezigheid van een badka
mer, een extra slaapkamer, een gunsti
ge ligging ten opzichte van het open
baar vervoer of een winkelcentrum, le
veren allemaal punten op. Hoe meer
punten een woning heeft, hoe hoger de
huur wordt.
Ook het nieuwe woningwaarderings
stelsel gaat uit van zo'n puntensys
teem. Er komt echter meer nadruk te
liggen op de oppervlakte van de wo
ning. Voorzieningen die in het oude
systeem veel punten kregen (bijvoor
beeld sanitair en centrale verwarming)
worden minder belangrijk. Daarmee
wil men voorkomen dat een huisbaas
de huur flink op kan drijven door er
gens een extra wastafel te plaatsen.
Nieuw is ook de invoering van een
glijdende schaal bij de berekening van
de huur. In het oude stelsel steeg de
Winkeliers en hoteliers zullen met in
gang van juni de zogeheten credit cards
elektronisch kunnen controleren. Zij
krijgen daartoe de beschikking over in
totaal 300 'autorisatie-telefoons', die de
PTT gaat plaatsen in samenwerking met
de credit cards-organisatie. Dat_^ zijn
American Express, Diners Club, Euro
card en Visa.
Bij het nieuwe apparaat werkt dat als
volgt: via een ingebouwde kaartlezer en
het toetsenbord wordt een bericht ge
stuurd naar de computer van de credit
cards-organisatie, die kijkt of de kaart
houder wel de kaarthouder is en of hij
voldoende saldo heeft.
huur sprongsgewijs per tien punten.
Dat had soms het gevolg dat een kleine
verbetering tientallen guldens kon
schelen. Wie een woning van 69 punten
huurde, was minimaal 220 gulden
kwijt, terwijl een woning van 70 pun
ten minstens 255 gulden kostte.
In het nieuwe puntensysteem komt
er een huurprijs per punt. De minimaal
redelijke prijs per punt is 2,85 gulden.
Maximaal mag er 5,10 gulden worden
gevraagd. Als een woning meer dan 80
punten heeft, wordt de maximum
grens per punt 5,80 gulden. Gek ge
noeg kan huurverlaging pas gevraagd
worden als de huur per punt boven de
5,85 gulden ligt. Of de huur binnen de
toegestane grenzen zit, is te berekenen
door de kale huur te delen door het
aantal punten van de woning.
In het nieuwe systeem wordt ook ge
werkt met zogenaamde nulpunten. Dat
zijn gebreken aan een woning, die zo
ernstig zijn dat de huur om die reden
niet verhoogd mag worden. De huur-
commissie is dan verplicht de huur te
bevriezen. Dat is onder meer het geval
wanneer een woning geen toilet heeft,
geen kookgelegenheid, geen daglicht
in de woon- of slaapkamer, geen aan
sluiting op de waterleiding of het
elektriciteitsnetof een gas- of elektri
citeitsinstallatie die zo gevaarlijk is dat
het energiebedrijf niet meer wil leve
ren.
De huurcommissie kón maar is niet
verplicht de huur te bevriezen wanneer
er bijvoorbeeld een aanschrijving is
van bouw- en woningtoezicht dat er be
paalde gebreken aan de woning her
steld moeten worden. Dit geldt ook
wanneer er ernstige schimmelvorming
en houtrot is, een slechte afvoer van
rook- of verbrandingsgassen van de
verwarming, verzakkingen, geen of
een slecht werkend binnenhuisriool,
ernstige stankoverlast in de woning, of
een algemene slechte staat van onder
houd.
Wie om een of andere reden denkt
dat zijn huur te hoog is of vindt dat de
huur ten onrechte is verhoogd, kan te
recht bij de huurcommissie. Meer in
formatie over het nieuwe systeem is te
krijgen bij het ministerie van VROM.
postbus 20951, 2500 EZ Den Haag.
De chauffeur van de rijdende melkontvangst neemt een melkmonster uit de koel
tank op de boerderij. (fotoGPDi
Toen de koeien onlangs op stal moesten
vanwege de verhoogde radioactiviteit na
de ramp met een Russische kerncentra
le, werd ineens duidelijk hoe groot de
controle is waaraan de Nedërlandse
melk wordt onderworpen eer zij de fa
briek kan verlaten. Het v/as immers de
apparatuur in de zuivelfabrieken die
alarm had geslagen.
Die apparatuur, die in verbinding
staat met het ITAL, een Wagenings insti
tuut dat atoomonderzoek doet voor de
landbouw, was daar niet neergezet in
verband met de ramp in Tsjernobil. Als
uitvloeisel van de Kernenergiewet staan
in de fabrieken namelijk al jaren appara
ten die de melk bij aankomst onderzoekt
op straling.
En dat is nog maar een van de vele
maatregelen die er zijn om de kwaliteit
van melk op hoog niveau te houden. Op
de meeste boerderijen heeft men een ge
koelde melktank die, samen met de
melkinstallatie, regelmatig automatisch
wordt gereinigd. Het ophalen van de
melk gebeurt per rijdende melkont
vangst (rmo), een tankauto voorzien van
apparatuur die de kwaliteit van de melk
controleert. Klopt er iets niet, dan slaat
de pomp al na twee liter af.
Bij elke boer neemt de chauffeur van
de rmo bovendien met een gedesinfec
teerde lepel een monster van de melk uit
de tank. Dat monster gaat in een gesteri
liseerd flesje en komt aan het eind van
de rit terecht in het laboratorium van het
melkcontrolestation. Ook daar wordt
weer een scala van onderzoeken uitge
voerd.