Mode als kunst in De Meervaart 'Inrichten van een huis moet je aan bewoners overlaten' Huur per 1 juli anders berekend Melk en straling Credit cards 'La Mode, tien jaar design' Hiep hiep hoera ANNE-MARIE BERETTA Consument Met zachte lenzen goedkoper uit MAANDAG 26 MEI 1986 PAGINA 9 Frank Bolink: "Een binnenhuisarchitect is geen kameleon". O "Altijd als ik deze kerk passeer/wip ik even binnen,/opdat - wanneer men mij naar binnen dróagt -/de Heer niet vragen zal:/'Wie is die vreemdelinge?"' Bovenstaande tekst is de ruwe vertaling van een gedichtje dat ik eens aantrof in het voorportaal van een kerkje in Teignmouth, een sombere badplaats aan de zuidkust van Engeland, waar vanuit alle windrichtingen zwaar gehandicapten per 'Nimbus' naar toe worden gereden om vakantie te houden. Reizigers die niet zo afhankelijk zijn van de barmhartige medemens komen in dit, meestal met loodgrijze Willink-luchten geplaveide oord, alleen als ze er op weg naar een andere bestemming doorheen moeten. Ik was toen één van die reizigers. Op doorreis en dan nog gauw even naar de kerk - moest ik Sint Christoffel soms de zegen afsmeken over mijn auto? Nee, alles werkte nog perfect, zelfs de ruitenwissers, die al dagenlang hun eentonig lied hadden gedirigeerd, en ook schrok ik er allang niet meer zo van, dat vrachtwagenchauffeurs in Engeland tijdens het voortdenderen van hun drietonner doodgemoedereerd op de plaats van de bijrijder zaten. Lag er dan soms een ver familielid van mij begraven op het kerkhofje naast het Engelse godshuis? Ook niet, al moet gezegd, dat de stenen jachthond die op een zerk lag te wachten totdat zijn baas één grote kluif was geworden mij meteen uiterst sympathiek was. Laat ik er niet omheen draaien: kerken oefenen op mij in de vakantie een grote aantrekkingskracht-uit. In de vakantie, zeg ik er meteen bij, want na een inspannende werkweek wil ik op zondag nog wel eens door het beieren heen slapen. Waarvoor hierbij een weesgegroetje ter penitentie. Overigens is mijn onregelmatige kerkgang niet geheel en al te wijten aan een gezonde slaap. Kerken op zondagen - ze zijn mij te druk. Al ben ik van de ontkerstening van onze samenleving geen voorstander, ik zie het liefst lege kerken. En die tref ik aan. Tijdens de vakantie. Wanneer ik ze op een voor anderen gewone werkdag kan bezoeken. Ah! Even alleen in die gewijde stilte staan, in die atmosfeer waar nog de hoogspanning op staat van miljoenen gebeden! Heerlijk, om onbeschaamd in die biechthokjes te kunnen loeren, waar het spreekrooster wacht op zonde en vergiffenis zoals een raat wacht op honing. Je voelt meer. Je ziet meer. In lege kerken. Zo zag ik in een Grieks kerkje waarvan het middenschip op instorten stond eens iets dat ik mijn leven lang niet meef zal vergeten. Achterin stond een buste van de stichter; zijn martiale, van een gulle knevel voorziene, kop was in brons gegoten. De tijd had zijn trekken nog niet aangetast. Nog even trots als in het begin keek hij naar zijn bouwwerk, ook al kwamen er om de haverklap brokken pleisterwerk naar beneden en koerden er duiven in de doopvont. Lege kerken dus. Maar heel zelden kan ik enthousiast raken over volle. Onlangs, op eerste pinksterdag, was het een keer zover. Ik had beloofd om met iemand mee te gaan naar een verpleegtehuis, waar zijn demente moeder werd verpleegd. Samen met haar zouden we er de mis bijwonen. In de kapel van het tehuis. Een mooie kapel, dat moet ik zeggen. Prachtige gebrandschilderde ramen. Nu eens een keer geen Christus met een hart nog stekeliger dan een cactus, maar abstracte voorstellingen in vrolijke kleuren. Kleuren die herinnerden aan de schilderijen van zondagsschilder Rousseau. De dienst werd geleid door een bebaarde priester, een ex-missionaris, voor wie ik in mijn jeugd misschien nog wel doppen van melkflessen had gespaard. Of hij het in dit verpleegtehuis makkelijker had dan in zijn missiepost in de jungle, waag ik te betwijfelen. Wij staken vroeger, als de priester de hostie offreerde, ver onze tong uit. Net zoals we dat deden wanneer we een sneeuwvlok wilden proeven. De oudjes daarentegen hielden hun lippen stijf op elkaar. De ernst van het ceremonieel ging aan hen voorbij. Ze beleefden het als een feest. Dat bleek uit de interruptie van een oud dametje. Toen de priester bij het '...en verlos ons van onze schuld' zijn armen omhoog hief, viel zij in met een luidkeels: hiep, hiep, hoera! De dienaar Gods schoot even in de lach. Zoals hij dat ooit, in de jungle, misschien zou hebben gedaan om een spotvogel. ANGELA PINNEBERG Als de gebeeldhouwde deuren van de oude villa opengaan, valt als eerste een opgestopte spijkerbroek met een lampe- kap op, een haast surrealistisch lichtbron in de majestueuze hal. Datzelfde geldt voor de technische bouwtekening op de tekentafel in het midden van de werkkamer en de uit ke ramische vrouwenborsten sa mengestelde vaas op het bu reau ernaast. We zijn aangeland in het domein van de Enschedese interieurarchi tect Frank Bolink. Tegenstrijdig heden kenmerken de ruimte. Te genstrijdigheden, die ook zijn te rug te vinden in het werk van Bo link, een architect, die even goed in staat is om een solide woonhuis te ontwerpen als een kunstvoorwerp in de vorm van een eend met een straaljagerstaart. Richtingen Eigenlijk kun je wat het ontwer pen betreft met Frank Bolink alle kanten op. Maar dat geldt volgens hem voor de meeste interieurarchi tecten. Binnenhuisarchitect is een zeer veelzijdig beroep geworden. Het is allang niet meer zo, dat een interieurarchitect alleen adviseert over de kleur van een nieuw be hangetje of van een nieuw tapijt. Het aardige van dit vak is, dat af gestudeerden van de academies heel verschillende richtingen kie zen. Sommigen gaan de kant op van de industriële vormgeving en komen bijvoorbeeld bij Philips te recht, waar zij modellen tv-kasten ontwerpen, anderen vinden werk bij een architectenbureau en gaan de kant van de bouwkunde op en weer anderen kiezen voor vrije vormgeving. Maar er zijn er na tuurlijk ook, die zich echt alleen bezighouden met inrichting van bijvoorbeeld kantoorgebouwen of zelfs particuliere woningen. Deze laatste richting trekt Frank Bolink persoonlijk absoluut niet. „Adviseren voor een verbouwing reken ik wel tot mijn werk, maar een particulier huis inrichten moe ten de bewoners zelf doen, vind ik. Het is te gek om uit een soort def tigheid een interieurarchitect daar voor uit te nodigen. Ik zelf doe het helemaal niet, tenzij de smaak van de klant volledig overeenkomt met mijn eigen smaak. Je kunt natuur lijk wel afspraken maken met men sen over een interieur, maar het lijkt mij vrij moeilijk om iets te ont werpen, waar je zelf helemaal niet van houdt. Een interieurarchitect is geen kameleon. En dat geldt om gekeerd natuurlijk ook. Je zult maar van massief geloogd eiken houden en een interieurarchitect zetje hele huis vol met strakke sta len meubelen. Dan kijkje toch wel vreemd op". Sprekend over smaak noemt Bo link zijn eigen smaak „wonderlijk" en hij voegt eraan toe: „En het wordt nog steeds vreemder". Dat „vreemde" spreekt nog het meest uit zijn vrije kunstvoorwerpen, waar hij zich de laatste jaren steeds meer op toelegt. In het verleden was dat wel eens anders. Zo zette hij zijn handtekening onder heel wat ontwerpen voor kantoorinte rieurs en ontwierp zelfs een paar woningen. Maar wie de interieurar chitect goed beluistert komt al snel tot de conclusie, dat de lol er wat dat betreft een beetje af is. Regeltjes „Er zijn zoveel regeltjes en bouwvoorschriften, waar je je als architect aan moet houden, dat het gewoon niet echt leuk meer is. Al die voorschriften vreten je oor spronkelijke ideeën aan. Volgens Bolink wordt het hoog tijd, dat de bouwvoorschriften eens worden Een binnenhuisarchitect is niet meer de man die zich uitsluitend bezig houdt met het inrichten van kantoren en particuliere woningen. Afgestudeerden van de academies gaan soms de industriële kant op; anderen vinden werk bij een architectenbureau, weer anderen kiezen voor vrije vormgeving. Een gesprek met Frans Bolink, een vertegenwoordiger van de nieuwe generatie binnenhuisarchitecten. Door Kitty van Gerven aangepast. „De meesten stammen nog uit de tijd van de huisjesmel kers, die mensen in een hokje lie ten wonen zonder enige vorm van ventilatie. De voorschriften zijn destijds opgesteld om ervoor te zorgen, dat iedereen over een ruim te beschikte met tenminste een openslaand raam. Maar de tijden zijn veranderd, alleen de voor schriften zijn nauwelijks aange past". Bolink is sinds kort ook betrok ken bij de beeldenroute in Diepen- heim. Daarvoor maakt hij een ob ject, dat deels op het land en deels in het water komt te liggen. Steeds meer begint deze interieurarchi tect zich te ontpoppen als een beel dend kunstenaar. Het bloed kruipt blijkbaar waar het niet gaan kan bij deze loot aan de stam van de kun stenaarsfamilie Bolink. „Ik wilde zelf vroeger absoluut geen beel dend kunstenaar worden, maar het is anders gelopen. Nu wil ik eigen lijk alleen dingen maken, waar ik zelf zin in heb". Daar komt overigens bij, dat het werk voor interieurarchitecten nu niet bepaald voor het oprapen ligt. Kreeg Bolink vroeger aanbieding na aanbieding om bijvoorbeeld kantoorruimten van een fraaie en doelmatige inrichting te voorzien, tegenwoordig nemen de leveran ciers van kantoormeubelen en computers de inrichting meestal voor hun rekening. Toch hebben de stromingen in de interieurarchi tectuur nog de warme belangstel ling van Frank Bolink. Humor Hij vertelt daarover: „Er zijn fan tastische ontwikkelingen gaande. Neem bijvoorbeeld de invloed van de Memphis-groep, die weer een hele nieuwe kijk op het meubel heeft geintroduceerd. Sottsass jr. bijvoorbeeld, misschien wel de be langrijkste man in deze groep, heeft een heleboel humor terugge bracht in de ontwerpen, die in de loop van de jaren erg dogmatisch waren geworden omdat alleen de lijn van de functionaliteit was ge volgd. Hij heeft er altijd naar ge streefd om de voorwerpen op nieuw te bekijken en dat heeft er toe geleid, dat je nu weer dingen ziet, waar je om kunt lachen. Toch moeten we wel oppassen, dat we daarin niet doorslaan. Een paar jaar geleden was het een verade ming om temidden van al die rech te, functionele krukken er een te zien staan met een kromme poot Nu zie je weer geen kruk meer zon der kromme poot en is het al bijna een verademing als je een simpele stoel tegenkomt", aldus Bolink. De stromingen in de interieurar chitectuur zijn volgens hem te ver gelijken met de mode in kleding, met die uitzondering, dat de eerste aanmerkelijk langzamer gaan. Op dit moment leven we in een tijd, waarin wordt teruggegrepen op de stijl van de jaren vijftig. „Je ziet bij voorbeeld weer van die schreeuwe rige mozaiekdessins op tafels en kastjes en veel formica-materialen. Een beetje kitsch allemaal". Waar komen deze stromingen nu eigenlijk vandaan? Bolink zegt hierover: „Als ontwerper wordt je door allerlei ontwikkelingen bein- vloed. Maar de belangrijkste inspi ratie wordt veroorzaakt door erger nissen over bestaande dingen. Als je in dit land niet anders te horen krijgt dan dat De Stijl en Rietveld het helemaal waren, dan ga je je daar tegen afzetten en vanuit die onvrede ga je op zoek naar nieuwe dingen". Mode als beeldende kunst, dat is de opzet van de tentoonstelling 'La Mode. 10 jaar design', die van 3 juni tot 20 juli te zien is in het Cultureel Centrum De Meervaart in Amster dam. De expositie is gewijd aan 15 vooraanstaande mode-ontwerpers, o.m. Anne-Marie Beretta, Thierry Mugier, Issey Myake en Karl La- gerfeld, wier werkterrein voorna melijk in Parijs ligt. Een selectie uit hun ontwerpen moet de bezoe ker een indruk geven van wat er zich op het gebied van mode-des ign tussen 1975 en 1985 in Parijs heeft afgespeeld. Dat lijkt een vrij willekeurig geprikte periode maar deze tijd zien we de opkomst van de Prêt a Porter en het doorbreken van een nieuwe generatie ontwer pers zoals Montana en Mugier. Een tentoonstelling die in het ka der van het Holland Festival en de manifestatie La France aux Pay Bas is samengesteld en ontworpen door Kesso Dekker en het Deuxie- me Bureau in Parijs. Kesso Dekker is geen modeman maar ontwerper van dekors voor toneel en ballet. 'Het was voor mij een uitdaging mode nu eens op een acceptabele manier te presenteren', zegt hij. 'Want dat gebeurde zelf in Frank-' rijk niet voor daar een mode-mu seum werd geopend. Het liefst had ik eigenlijk de kleding tegen de muur gespijkerd, puur om het des ign te laten uitkomen'. De romptentoonstelling omvat ongeveer 60 exemplaren, die zon der veel franje de benedenverdie ping van De Meervaart vullen. Net zoals in het museum is de uitleg bij het geheel sober, vaak niet meer dan een jaartal. Wie meer over ont werp en ontwerper wil weten, moet de catalogus kopen, die door Marjan Unger, Bob Takes en Nel Wegeling is samengesteld. Hierin ondermeer iets over de geschiede nis van de van de Franse mode, de opkomst van de designers en de economische en sociale asDecten van mode. Daarnaast een een schets van een aantal designers en veel foto's. Bij de randtentoonstellingen, hoeden, schoeisel zonnebrillen en handschoenen, is men wat frivoler te werk gegaan. Zo worden de hoe den van Mme. Paulette, Denise Sarrault en Jean Barthet. gepre senteerd in Weense stijl. Hoeden die rondraaien op een plateau met op de achtergrond walsmuziek. Foto's Het publiek kan met modefoto grafie kennismaken via de Vogue- tentoonstelling 'Cinquante ans de photographie'. Hierin is het werk van bekende modefotografen uit de periode 1930 -1980 te vinden. Speciaal voor De Meervaart wordt deze expositie aangevuld met re cent werk van Helmut Newton en Guy Bourdin. Van deze laatste fo tograaf werden nooit eerder foto's geëxposeerd. Hoe de mode-advertenties zich in de loop der jaren hebben ont wikkeld,is te zien in 'La Mode et la publicité', een bijdrage van het blad Marie-Claire. Speciale aandacht is er bij 'La Mode' voor de stoffenfabrikant Boussac. Aan de hand van foto's wordt werk van verschillende stof- fenontwerpers getoond maar ook het uiteindelijk resultaat: de stof, is te zien. Styliste Lidewij Edelkoort, die o.m. voor Boussac werkt, ver zorgt een audio-visuele presentatie van haar werk. Op video zullen de bezoekers ook de zomershows 1987 van een aantal ontwerpers kunnen volgen. 'La Mode, 10 jaar design' is vanaf dinsdag 3 juni voor publiek ge opend. Openingstijden dinsdag t m zondag 11.00 - 17.00 uur en op dinsdag- en donderdagavond van 19.00 - 21.00 uur. De toegangsprijs bedraagt 7.50 gulden. Een eengezinswoning naar ontwerp van Frank Bolink. Ern fUrakke, archïlectumach* stijl bij Beretta. Oirtw«>rj»en zon- tier overbodige detail», ronder enig effectbejag. Zij verkt met elementaire vormen, niet een perfecte coupe en «tofverwer* kina. De draperie 1» bet enige middel dat rij benut om tegen spel te bieden aan haar strenge, geconstrueerde be.lljningen. Ju het gebruik van draperlét» geeft een modeontwerper zich bloot. Alleen de hele groten, Zoal* Ma deleine Vionnet, Madame Gres en Balenciaga beheersten dit klassieke element in hun vak volkomen. Onder de huidige ge neratie creatcur* is Anne Marie Beretta degene die dit vakman- sehap evenaart- Zelf h» zij klein en tenger van gestalte en wekt meestal een introverte indruk. Met baar professionele houding dwingt zij echter respect af bij vakgenoten, per* en een kwali teitsbewust publiek. Zij werpt comfortabele Ji.'*,' genoeg stijl b' onder redactie van Wim Fortuyn en Conny Smits Dragers van zachte contactlenzen kun nen heel wat goedkoper uit zijn wanneer zij in plaats van dure ontsmettingsmid delen te kopen, simpelweg een flesje wa- terstofperoxyde halen bij de apotheek. De Consumentenbond, die de proef op de som nam, meldt in het meinummer een besparing van maar liefst 8,45 gul den. Waterstofperoxyde is niet alleen goed koper, de ontsmettende werking is vol gens de Consumentenbond bovendien beter. De meeste middelen van de be kende merken bevatten namelijk con serveermiddelen, die soms vervelende bijwerkingen kunnen hebben. Bij het gebruik van waterstofperoxyde blijft het trouwens wel noodzakelijk eerst een rei nigende en achteraf een neutraliserende vloeistof te gebruiken. De Consumentenbond raadt aan de waterstofperoxyde, met een percentage van drie procent, te kopen bij de apo theek. Bij een test is namelijk gebleken dat veel drogisten een verkeerd percen tage afleverden. Tweemaal werd de bond zelfs afgescheept met zuiver water. Als per 1 juli de nieuwe huurver hoging wordt doorgevoerd, veran dert niet alleen het bedrag dat huurders maandelijks aan hun huisbaas moeten overmaken. Te gelijkertijd wordt namelijk het nieuwe woningwaarderingsstelsel ingevoerd. Dat houdt in dat de huur van een woning op een nieu we manier wordt berekend. De huurverhoging is dit jaar twee, vier of zes procent. Twee procent geldt voor de woningen die op dit moment al een redelijk huurniveau hebben voor de kwaliteit die ze bieden; vier of zes procent geldt voor de woningen die naar verhouding eigenlijk te goedkoop zijn en die onder de zogenaamde huur- harmonisatie vallen. Bij de berekening van de huur van een woning wordt van oudsher ge bruik gemaakt van een puntensys teem. De aanwezigheid van een badka mer, een extra slaapkamer, een gunsti ge ligging ten opzichte van het open baar vervoer of een winkelcentrum, le veren allemaal punten op. Hoe meer punten een woning heeft, hoe hoger de huur wordt. Ook het nieuwe woningwaarderings stelsel gaat uit van zo'n puntensys teem. Er komt echter meer nadruk te liggen op de oppervlakte van de wo ning. Voorzieningen die in het oude systeem veel punten kregen (bijvoor beeld sanitair en centrale verwarming) worden minder belangrijk. Daarmee wil men voorkomen dat een huisbaas de huur flink op kan drijven door er gens een extra wastafel te plaatsen. Nieuw is ook de invoering van een glijdende schaal bij de berekening van de huur. In het oude stelsel steeg de Winkeliers en hoteliers zullen met in gang van juni de zogeheten credit cards elektronisch kunnen controleren. Zij krijgen daartoe de beschikking over in totaal 300 'autorisatie-telefoons', die de PTT gaat plaatsen in samenwerking met de credit cards-organisatie. Dat_^ zijn American Express, Diners Club, Euro card en Visa. Bij het nieuwe apparaat werkt dat als volgt: via een ingebouwde kaartlezer en het toetsenbord wordt een bericht ge stuurd naar de computer van de credit cards-organisatie, die kijkt of de kaart houder wel de kaarthouder is en of hij voldoende saldo heeft. huur sprongsgewijs per tien punten. Dat had soms het gevolg dat een kleine verbetering tientallen guldens kon schelen. Wie een woning van 69 punten huurde, was minimaal 220 gulden kwijt, terwijl een woning van 70 pun ten minstens 255 gulden kostte. In het nieuwe puntensysteem komt er een huurprijs per punt. De minimaal redelijke prijs per punt is 2,85 gulden. Maximaal mag er 5,10 gulden worden gevraagd. Als een woning meer dan 80 punten heeft, wordt de maximum grens per punt 5,80 gulden. Gek ge noeg kan huurverlaging pas gevraagd worden als de huur per punt boven de 5,85 gulden ligt. Of de huur binnen de toegestane grenzen zit, is te berekenen door de kale huur te delen door het aantal punten van de woning. In het nieuwe systeem wordt ook ge werkt met zogenaamde nulpunten. Dat zijn gebreken aan een woning, die zo ernstig zijn dat de huur om die reden niet verhoogd mag worden. De huur- commissie is dan verplicht de huur te bevriezen. Dat is onder meer het geval wanneer een woning geen toilet heeft, geen kookgelegenheid, geen daglicht in de woon- of slaapkamer, geen aan sluiting op de waterleiding of het elektriciteitsnetof een gas- of elektri citeitsinstallatie die zo gevaarlijk is dat het energiebedrijf niet meer wil leve ren. De huurcommissie kón maar is niet verplicht de huur te bevriezen wanneer er bijvoorbeeld een aanschrijving is van bouw- en woningtoezicht dat er be paalde gebreken aan de woning her steld moeten worden. Dit geldt ook wanneer er ernstige schimmelvorming en houtrot is, een slechte afvoer van rook- of verbrandingsgassen van de verwarming, verzakkingen, geen of een slecht werkend binnenhuisriool, ernstige stankoverlast in de woning, of een algemene slechte staat van onder houd. Wie om een of andere reden denkt dat zijn huur te hoog is of vindt dat de huur ten onrechte is verhoogd, kan te recht bij de huurcommissie. Meer in formatie over het nieuwe systeem is te krijgen bij het ministerie van VROM. postbus 20951, 2500 EZ Den Haag. De chauffeur van de rijdende melkontvangst neemt een melkmonster uit de koel tank op de boerderij. (fotoGPDi Toen de koeien onlangs op stal moesten vanwege de verhoogde radioactiviteit na de ramp met een Russische kerncentra le, werd ineens duidelijk hoe groot de controle is waaraan de Nedërlandse melk wordt onderworpen eer zij de fa briek kan verlaten. Het v/as immers de apparatuur in de zuivelfabrieken die alarm had geslagen. Die apparatuur, die in verbinding staat met het ITAL, een Wagenings insti tuut dat atoomonderzoek doet voor de landbouw, was daar niet neergezet in verband met de ramp in Tsjernobil. Als uitvloeisel van de Kernenergiewet staan in de fabrieken namelijk al jaren appara ten die de melk bij aankomst onderzoekt op straling. En dat is nog maar een van de vele maatregelen die er zijn om de kwaliteit van melk op hoog niveau te houden. Op de meeste boerderijen heeft men een ge koelde melktank die, samen met de melkinstallatie, regelmatig automatisch wordt gereinigd. Het ophalen van de melk gebeurt per rijdende melkont vangst (rmo), een tankauto voorzien van apparatuur die de kwaliteit van de melk controleert. Klopt er iets niet, dan slaat de pomp al na twee liter af. Bij elke boer neemt de chauffeur van de rmo bovendien met een gedesinfec teerde lepel een monster van de melk uit de tank. Dat monster gaat in een gesteri liseerd flesje en komt aan het eind van de rit terecht in het laboratorium van het melkcontrolestation. Ook daar wordt weer een scala van onderzoeken uitge voerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 9