'Wat de zaak moeilijk maakt is de januskop van de PvdA' ZATERDAG 17 MEI 1986 EXTRA PAGINA 27 Lubbers op een verkiezingsbijeenkomst in Lisse. "Je kunt beter op het paard sneuvelen dan eerder teruggaan". (foto Lock Zuyderduint door Rimmer Mulder en Hans Laroes "Wij hebben de politiek een ander aanzien gegeven. Het was een bewuste keuze een andere mentaliteit te laten zien en te bevorderen, duidelijk maken wat je wilt en waarom je dat nodig vindt". Minister-president Ruud Lubbers over de politieke actualiteit ("We hebben risico's genomen"), over Tsjernobyl ("een streep door de rekening") en een kabinet-Den Uyl ("Dan komt de klap"). De afsluiting van een serie verkiezingsportretten in deze krant. Ruud Lubbers heeft de naam veel te voorzien, maar van de klap die de kerncentrale in Tsjernobyl gaf stond hij toch even te suizebollen. „Iets totaal nieuws. Dit gaat dus, dacht ik, actie vragen en onrust ge ven", herinnert hij zich. „Zo'n ramp is een streep door de reke ning van degenen die zeiden: we hebben een probleem met het kernafval, maar de veiligheid van de kerncentrales zélf is gewaarborgd. Dat was dus ook een streep door onze rekening. Daarmee stonden we meteen voor een enorm di lemma. We wisten niet of we het ont snappen van radioactiviteit moesten toe schrijven aan het belabberde veilig heidsconcept in de Sowjet-Unie of dat er nog iets anders aan de hand was. Dat is een verschil met Frankrijk bijvoorbeeld, waar ze zeiden: het is een Sowjet-pro- bleem. Wij denken daar anders over. We stonden niet alleen in ons hemd, we heb ben het hemdje ook nog een beetje uit gedaan door te erkennen dat er ook con sequenties zijn voor de bouw van kern centrales hier". Open kaart Van kritiek op de wijze waarop de overheid op het directe stralingsgevaar reageerde wil de minister-president niets weten: „Winsemius en Braks (de milieu- en landbouwministers) hebben dat crisiscentrum voortreffelijk inge richt, consistente maatregelen genomen en maximale voorlichting verstrekt. Al leen: het gaat om een "Volstrekt onbe kend fenomeen, nog verergerd door de volstrekt onvoldoende informatie die wij uit de Sowjet-Unie ontvingen. Dat betekent dat als Braks mij belt en zegt: Ruud, het leek eerst niet nodig, maar we gaan nu toch maatregelen nemen met de spinazie, ik ook reageer met: Gerrit, waarom de spinazie wel en de sla niet? Dan volgt er een heel college dat ik nog wel zo ongeveer kan volgen. Maar de be volking redeneer) natuurlijk anders: iets is gevaarlijk of ongevaarlijk. Maar vast staat dat wij al die tijd èn met onze infor matie èn met onze maatregelen open kaart hebben gespeeld". - Daar zit wat tweeslachtigs in. U houdt rekening met de mogelijkheid dat de veiligheid niet alleen een Sowjet-pro- bleem is maar met kernenergie als zoda nig te maken heeft. Toch besluit u niet de bestaande centrales te sluiten. „Dat is waar, maar dan kom je op de kansberekening. Ik denk dat de kans overgroot is dat het ligt aan het tekort schieten van de Sowjet-normen". - U zegt dus: de risico's met de bestaan de centrales kunnen we wel nemen. „Ja, m£t de gegevens die we nu heb ben wel. Ik meen dat voluit. Desalniette min moeten we na Tsjernobyl ook de be staande kerncentrales opnieuw evalue ren". Voor de voet weg - De Russen dachten ook dat de centra les veilig waren tot eind april. „Ja, maar er zitten toch opvallende verschillen tussen het type reactor en de veiligheidsvoorzieningen hier en daar". - Blijft het effect op de korte termijn. Tsjernobyl kan u net de meerderheid kos ten. „Zeker. Toen we hier zaten en ik er voor koos van Nederland een land met maximale openheid te maken heb ik me meteen de effecten daarvan gereali seerd. We wensten niet de weg op te gaan die de Fransen hebben gekozen, namelijk alles bagatelliseren. Waarom niet? Dat hangt samen met de stijl en de structuur van het kabinet: vooruit maar, voor de voet weg". - Het is die stijl die vanaf het begin kenmerkend was voor het kabinet-Lub- bers. Een bewuste keuze? „Zeker. Eind '82 was er een situatie in ons land waarbij men kon zien dat er een aantal forse ingrepen nodig was. Maar daarop rustte een aantal taboes. Het was het verhaal van de kleren van de keizer. We zeiden: wat is het allemaal mooi, ter wijl we wisten dat er een vermolming van ons stelsel onder zat. Er bestond ook het idee datje zorgvuldiger was naarma te je meer tijd nam voor een besluit. Wij hebben de politiek een ander aanzien ge geven. Het was een bewuste keuze een andere mentaliteit te laten zien en te be vorderen, duidelijk maken watje wilt en waarom je dat nodig vindt". Ommekeer Voor Lubbers persoonlijk begon de groei naar deze ommekeer tijdens het kabinet-Van Agt-Wiegel. „De laatste an derhalf jaar daarvan zag ik dat de be sluitvorming ontzettend lang ging duren en er soms zelfs helemaal niets meer uit kwam. Die stroperigheid....". Daarna kwam de grote teleurstelling met het kabinet Van Agt-Den Uyl, dat hij notabene samen met Jan de Koning in elkaar timmerde. „We dachten met een flinke meerderheid te gaan regeren, maar nu bleken er enorme problemen binnen het kabinet. Ik had daarom in 1982 iets revanchistisch tegenover mij zelf. Iets van: nu moet je laten zien dat het anders kan. Daarom zijn we toen in een vrij pittig tempo gaan regeren". - De VVD was de natuurlijke partner voor deze marsroute. Het blijkt een keuze te zijn voor meer dan één kabinetsperio de. Heeft het CDA zich daarmee blijvend rechts van het midden geplaatst? „Nee. Ik geloof wèl dat de mentale af stand tot de PvdA van dit moment zeer groot is. Dat komt mede door Den Uyl persoonlijk als leider, door een aantal er varingen met hem. Er is binnen het CDA een grote meerderheid, van 3 tegen 1, die een voorkeur heeft voor de VVD. Het probleem is dat de PvdA zo groot is en zich ook, hoewel zij lang geen meerder heid heeft, zo groot voelt dat zij niet be reid is tot echte samenwerking waarin ook anderen zich kunnen herkennen. De keuze voor WD is niet onvoorwaarde lijk, is niet zwart-wit. Een puur socialis tisch beleid zou ik zeer slecht vinden, maar een puur liberaal beleid ook. Het typische is nu dat een keuze voor de WD leidt tot een centrum-beleid, ietsje rechts misschien. PvdA-CDA, een 'kabi net-Den Uyl', zou leiden tot een links be leid, met een klein beetje 'centrum' mis schien. Al zijn PvdA en CDA het niet over alles oneens, een socialistisch be leid vind ik slecht voor het land". Risico's „Wat de zaak ook ingewikkeld maakt is de januskop van de PvdA. Ze zegt twee dingen tegelijk. Eerst zegt ze dat het helemaal anders moet. En desge vraagd sluit ze eigenlijk op geen enkel punt uit dat ze zal doen wat het CDA wil. Op die manier krijgen ze momenteel veel stemmen. Veel van klein links bij voorbeeld stemt PvdA omdat die kiezers daar een links beleid verwachten. Dat steekt uiteraard zijn koppetje op als het op de praktijk aankomt". - Toch lijkt het een strategische fout, die uitspraak van u dat het op 21 mei tussen u en Den Uyl zou gaan. U haalt de meerderheid niet en moet misschien iets mét Den Uyl. „We hebben met onze voorkeurskeuze voor de VVD risico's genomen. Wij heb ben vaak het verwijt gekregen dat we te politiek bezig waren, te onduidelijk wa ren. Nu is het de PvdA die met haar ja nuskop vooral tactisch bezig is. En ook de liberalen halen iets merkwaardigs uit. Nijpels zegt nu dat als de coalitie geen meerderheid behaalt de PvdA en het CDA maar moeten gaan regeren. Waar om de VVD niet? Geldt voor die partij niet dat je dan alle mogelijkheden op nieuw moet bekijken? Ik heb het niet voor mogelijk gehouden dat het cynis me zo ver zou gaan dat de simpele demo cratische verplichting om alle mogelijk heden te onderzoeken eenvoudig aan de kant wordt geschoven". „Er is een ander punt waarom ik die uitspraak 'Den Uyl of ik' heb gemaakt. De VVD was in die tijd buitengewoon zenuwachtig. Ze gingen achteruit in de polls. Ze dachten dat'het CDA weer trouweloos zou worden, straks weer zou samengaan met de PvdA. Dat sfeertje begon hier zo'n beetje te walmen rond om Het Binnenhof. Het was voor mij be langrijk de rust in de tent te houden. Daarom was het voor mij zaak te zeggen: deze coalitie is geen eendagsvlieg. In tern had ik een sterk punt: de lijn werd vastgehouden, de ontrafeling voorko men. Je kunt beter op het paard sneuve len dan eerder teruggaan". p 'Prima idee, Ed' -Die onrust was toch het probleem van de VVD? „Het probleem van de VVD Was ook mijn probleem. Een voorbeeld: toen Koos Rietkerk overleed en we dat emo tioneel wat verwerkt hadden kwam Ed Nijpels naar me toe en vroeg me aftas tend: zou het een idee zijn om Hans Wie gel naar Den Haag te halen? Nou, Wiegel was natuurlijk een stemmentrekker. Zou zonder twijfel een push voor de VVD zijn geweest. Ik heb er geen twee minuten over na hoeven denken en ge zegd: prima idee Ed, als dat zou kunnen. Wat goed voor de VVD is is tot op zekere hoogte ook goed voor de coalitie". - Toch blijft uw uitspraak vol risico's, want u bent lang niet zeker van de meer derheid. Wat dan? „Een socialistisch kabinet met een witte rand van CDA-ministers zie ik niet. Dan overvraag je het CDA. Dan heeft het CDA zeker zoveel recht op de oppositie rol als de VVD. Als deze coalitie onver hoopt niet de meerderheid haalt moetje gaan afwegen tussen minder goede za ken. Eén van die zaken is een CDA-VVD minderheidskabinet. Dat heeft grote na delen naar het parlement, maar het heeft het grote voordeel van de homogeniteit. Laten we het simpel zeggen: onze voor keur ligt by CDA-VVD". - D66 kan u aan de meerderheid hel pen, maar eist een breuk met het beleid. „Van Mierlo moet zeggen of hij het liefst met de PvdA regeert of dat hij zich bij CDA en VVD wil aansluiten als er dank zij D66 andere accenten worden gelegd. Het is naar mijn gevoel klontjes. Het zal zó gaan: indien CDA en VVD de meerderheid niet halen, dan is daaraan een argument te ontlenen om tc bekij ken wat er achter de verlangens van D66 schuilt". Van Aardenne „Als D66 niet voor zo'n kabinet kiest, dan komt de politieke kaart wezenlijk anders te liggen dan velen, ook ik, schat ten. D66 heeft dan de weg naar links de finitief gekozen. Dan komt er een kabi net-Den Uyl-Van Mierlo. De vraag wat er moet gebeuren komt dan vooral bij de liberalen terecht. Het gaat dan om een minderheidskabinet Den Uyl-Van Mier lo, of een minderheidskabinet Lubbers- Nijpels, of Lubbers-Winsemius, om eens iets te noemen. De vraag naar een PvdA- CDA-combinatie is niet de vraag die volgt na het verliezen van de meerder heid. Daar zit het D66-verhaal voor. D66 moet nog kiezen". - Een dieptepunt in de kabinetsperio de werd gevormd door de RSV-enquète en de discussies over de pmitie van vice- premier Van Aardenne. Het heeft de bui tenwacht verbaasd dat u zelf zo lang zweeg over de positie van uw minister. „Het antwoord is simpel. Het kabinet heeft gezegd: we moeten van de RSV- enquête geen zaak van dit kabinet ma ken. Het was een zaak van het verleden". - Maar er lag een aktueel politiek feit: de positie van Van Aardenne. „Ik denk achteraf dat de schade klei ner geweest zou zijn als men het van de zijde van de VVD wat meer low-key had gespeeld. Doordat Nijpels het meteen zo hoog opspeelde werden er tegenkrach ten gemobiliseerd in een felheid waar door je overdrijvingen krijgt. Ik vond het 'onaanvaardbaar' dat was gebruikt in het eindrapport ook griezelig, omdat het woord een politieke lading had. Maar hier hadden wij de taak niet om de hand van Cees van Dijk (voorzitter van de enquêtecommissie) vast te houden". Horlogemakerswerk - Nijpels zegt dat u als leider van het team onmiddellijk achter de vice-pre mier had moeten gaan staan. „Het is heel anders. Vast staat dat Van Aardenne is gebleven juist dank zij die houding. Fractieleider Bert de Vries en Van Dijk moesten samen tot één lijn in de Kamer komen. De Vries en ik hebben vastgesteld dat, hoewel het wellicht voor de coalitie schadelijk zou zijn als Van Aardenne bleef, we toch ook de mense lijke verhoudingen goed moesten hou den. Dat betekende steun naar de mate van het redelijke voor Van Aardenne. Het leidend criterium was een lijn te be houden die door de CDA-fractie, inclu sief Van Dijk, kon worden gevolgd. Dat was horlogemakerswerk". „Nijpels gelooft, meen ik, dat als je maar iets hard roept, het daardoor ook gebeurt. Dat was zijn stijl in die zaak. Ik betwijfel in hoge mate of hij daarmee het beeld beter heeft gekregen. Toch was het, door het verschil tussen Joekes en Korthals (de twee VVD-leden in de en quêtecommissie, red.) erg moeilijk voor Nijpels. Zo had ieder zijn probleem. Uit gerekend op het moment dat liberalen als Zoutendijk en Geertsema het zinken de schip verlieten, ben ik naar de'Kamer gegaan en heb ik Van Aardenne gedekt in zijn politieke conclusies. Voor mij speelde een rol dat Van Aardenne tegen mij gezegd had dat hij het persoonlijk weer aankon, dat hij zijn vak kon uitoe fenen. Voor mij was de schuldvraag uit het verleden niet de essentie, maar de vraag of hij nu kon functioneren". Saamhorigheid - U sloeg in de campagne de laatste tijd een wat ideologisch tintje aan. U had het over saamhorigheid in de sa menleving, die versterkt moet worden. Is dal een late poging om deze brood en bo- ter-cQmpagne iets ideëels mee te geven? „Dat zit wat dieper. Het is een gedre ven inspanning van het CDA om ons te behoeden voor een beeld waarbij de sa menleving zou bestaan uit overheid aan de ene, en individuele burgers aan de an dere kant. Wij zijn met plannen geko men voor vorming en scholing, sociale begeleiding van werklozen. Dat kun je technisch verkopen en zeggen: er zitten zoveel mensen in de kaartenbakken voor wie je die en die maatregelen nodig hebt. Maar wij zeggen, het zit dieper. Wij moeten hier een sociaal klimaat schep pen in de zin van aandacht voor elkaar. Dat heb ik in de campagne willen zeg gen". „Het misverstand dreigt te gaan leven dat, omdat de economie nu weer op orde is gebracht, het verder allemaal weer vanzelf zal lopen. Ik ben er echt bezorgd over dat de positieve ontwikkelingen van dit moment verstoord kunnen wor den als er weer een kabinet-Den Uyl komt, met de druk om leuke dingen te doen. Maar dan komt de klap en moet ik over drie jaar weer praten met de men sen, ook uit de kerken, die zeggen: het is een schandaal, nu zijn er weer zoveel werklozen bij". „De grootste verrassing is voor mij dat het economisch herstel veel sneller is ge gaan dan ook ik had verwacht. Maar dan komt het paradoxale: er gaat nu iets rondzingen in de samenleving van: was dit allemaal wel nodig? De kern van het beleid van de afgelopen jaren ligt in het feit dat wij na de afschuwelijke stroom ontslagen en forse koopkracht-achter uitgang van het begin van de jaren tach tig nu weer vaste grond onder de voet hebben. Bij de verkiezingen van volgen de week gaat het erom of we dat kunnen vasthouden". Euthanasie Verrassend was het voor Lubbers eveneens dat CDA en VVD het niet eens konden worden over de euthanasie kwestie. „Dat was De Vries en Nijpels te veel. Het vreemde was dat ik geen kans zag die standpunten te verenigen. Ge zien de zwaarte van het probleem voor beiden had ik dat misschien moeten voorzien. Ik heb toen een beetje ruw moeten ingrijpen, omdat ik niet verant woord vond wat daar dreigde te gebeu ren. - Was het zo gevaarlijk voor de coali tie? „Het was verleidelijk voor mij. De ver leiding was groot om te zeggen: speel het nu niet hoog op. laat het aan de Ka mer over. Maar dat kon niet. Dan zou ik weggelopen zijn voor mijn verantwoor delijkheid. Dat heb ik ook overgebracht aan Nijpels en gezegd: u kunt mij niet in een andere straat trekken". - U gebruikte het laatste middel dat de leider van een minderheid heeft om deze zaak te stoppen? „Ja. Zo zou je het kunnen noemen". - Nadat u voor uzelf had vastgesteld: dit mag ik als christen-democratisch lei der niet laten passeren. „Niet alleen als christen-democratisch leider, ook als minister-president. Ik had rekening te houden met de opvattingen in de samenleving. Dat is een harde uit spraak. omdat ik daarmee de suggestie wek dat de volksvertegenwoordiging door toevallige omstandigheden de nei ging had om ja te zeggen tegen een zaak waarover zij by nader inzien anders zou kunnen gaan denken. Dat was mis schien koppig van mij, maar nee: zo kon het niet".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 27