Harvard brengt al
het talent samen
Bolwerk van brains bestaat 350jaar
I
'Ieder voert hier
z'n eigen show op'
'Alléén briljant is
ook niet voldoende
ZATERDAG 12 APRIL 1986
John Harvard, de naamgever van Amerika's beroemdste universiteit, staat in steen uitgehouwen voor de Univer
sity Hall in het centrum van het stadje Harvard. iroto'» gpd»
Harvey Osment, professor in de ge
schiedenis aan de universiteit van
Harvard in de Verenigde Staten,
kende van die momenten waarop
hij heel even leek weg te zijn uit de
realiteit. Vooral in het begin, toen
hy pas was benoemd. Het over
kwam hem bij z'n wandelingen
door de lanen van Amerika's oudste
universiteit dat hij even leek te zwe
ven om plotseling, met een klein
zuchtje, weer te landen in de
werkelijkheid en zich realiseerde:
"Mijn god. Ik ben hier werkelijk. Op
Harvard".
Osment glimlacht, want hij is in de af
gelopen jaren over zijn verbazing heen
geraakt. „Harvard lijkt mij nu wat klei
ner toe dan vroeger", zegt hij. Maar toch
kent hij die kleine momenten van trots
nog steeds. En hy zegt, nogmaals: "Mijn
hemel. Op Harvard. Ik. Helemaal uit Ar
kansas".
Osment spreekt Arkansas zoals het
moet: Met een diepe daling van z'n stem,
alsof de laatste lettergreep vanuit de
modder van deze landbouwstaat moet
worden opgezogen. Arkan-soohwww.
Hij flirt er tegenwoordig een beetje
mee. Osment: „Een collega zei me een
tijdje terug dat hy my nog eens erby zou
halen als hy mensen op bezoek kreeg. Ik
zou m'n laarzen aantrekken. En hij zou
zeggen: zie je wel. 't Kan echt. Iemand
uit Arkansas kan echt professor aan de
universiteit van Harvard worden".
De eerste
Voor Osment, plaatsvervangend de
caan aan de Faculteit voor Kunsten en
Wetenschappen, is Harvard niet meer
die haast heilige, schitterende instelling
die hij zich, net als zovele andere Ameri
kanen, altijd voor ogen had. Hy is er nu
immers zelf, en dan krijgen de propor
ties weer iets menselijks. Maar dat wil
niet zeggen dat Harvard zomaar een uni
versiteit is. Harvard is een begrip, zowel
binnen als buiten de VS. Hij staat, afge
zien van nog een heleboel andere din
gen, vooral voor kwaliteit.
Harvard is de norm. Andere universi
teiten willen zichzelf nog wel eens een
zetje geven door zich de Harvard van 't
westen, van Michigan, of van Arkansas
te noemen. Universiteiten als Yale en
Princeton mogen zich de laatste twintig
jaar ook wel tot de top rekenen, maar het
is Harvard dat, zoals Osment zegt, „de
eerste onder zijns gelijken is".
Hij lacht ontspannen en een tikje ver
legen, want pretentieus klinkt het alle
maal wel. Osment: „En ja, 't enige dat
Harvard nodig zou hebben is een tikje
bescheidenheid".
Maar dat is moeilijk, als je onder je af
gestudeerden 29 winaars van de Nobel
prijs telt, 27 van de Amerikaanse Pulit-
zer-pryswinnaars, en zes presidenten,
onder wie Theodore en Franklin Delano
Roosevelt en John F. Kennedy.
Harvard is in elk geval de oudste uni
versiteit, ouder dan het land zelf. De uni
versiteit viert dit jaar het 350-jarig be
staan. Op grootse wyze, vanzelfspre
kend. Met onder meer president Reagan
en prins Charles van Engeland, met een
manifestatie die wordt georkestreerd
door dezelfde man die de opening en
sluiting van de Olympische Spelen in
Los Angeles regelde. En met een „feest
je voor onze vrienden", zoals Deane W.
Lord, directrice van de voorlichtings
dienst dat met gevoel voor understate
ment zegt, want er worden tussen 4 en 7
september honderd- tot honderdvijftig
duizend mensen verwacht.
Cultureel centrum
De universiteit werd in 1636 opgericht,
slechts zestien jaar nadat de Puriteinen,
pelgrims die in Groot-Brittanniê de
grond onder de voeten van hun strenge
geloofsovertuiging zagen wegspoelen,
bij Plymouth in het noordoosten van de
Verenigde Staten waren geland, op zoek
naar nieuwe mogelijkheden.
Een naam als Cambridge, de gemeen
te die Harvard binnen z'n grenzen heeft
en die dicht tegen het grotere Boston
aanleunt, herinnert aan de verbonden
heid tussen het Nieuwe en het Oude
Land. Nieuw-Engeland.
John Harvard, een jonge predikant,
werd degene die de universiteit van een
naam voorzag, nadat hij had uitgemaakt
dat de nieuwe school de helft van zijn
landerijen en zijn bibliotheek zou erven.
Harvard overleed in 1638.
Het gebied rond Boston is lange tijd
het culturele centrum van de VS ge
weest en in feite werd hier de grondslag
gelegd voor de Amerikaanse onafhanke
lijkheid van Groot-Brittannië. Ook nu
nog is Boston een gebied vol hoger on-
derwys en vernieuwing. Harvard heeft
een ander befaamd instituut als buur
man: MIT, het Massachusetts Institute
for Technology. In dé buurt liggen de
Taft-universiteit en de gemeentelijke
universiteit van Boston. Noordelijk van
Boston ligt een gebied dat zich het best
laat vergelijken met Sillicon Valley,
waar aan high-tech wordt gedaan.
David Aloian, directeur van de Har
vard Alumni Association, de club waar
in de mensen die aan Harvard zijn afge
studeerd zich hebben verenigd, heeft
een verklaring voor deze concentratie
van kennis en onderwijs in juist dit ge-
bied.„Het is een erfenis van de Puritei
nen, de pelgrims. Ze namen het leven
nogal serieus, die oude religieuzen. Ze
waren gedreven en gemotiveerd, en in
hun opvatting paste dat zij door middel
van colleges wilden bouwen aan kennis
en kunde".
"En laten we eerlijk zyn. Het leven in
de VS draait om de kusten en om Chica
go. Cultuur beweegt zich langs de ran
den van de oceanen. Vanuit Engeland is
de beschaving hier gekomen. Cultuur
laat zich nu eenmaal niet in een huifkar
laden om door een boer een stuk verder
te worden getrokken".
Engels stadje
Harvard is gemodelleerd naar de uni
versiteiten van Cambridge en Oxford in
Groot-Brittanië, de wereld die de pel
grims kenden en voor een deel over
plantten. Die wereld is voor een groot
deel in stand gebleven. Harvard kent
geen totaan de hemel reikende kolossen
van gebouwen; het laat zich het beste
vergelijken met een welvarend Engels
stadje. De verschillende faculteiten,
kantoren en bureaus zijn over in totaal
meer dan 400 gebouwen verspreid. Har
vard heeft geen centrum, waar zich de
voornaamste activiteiten afspelen; over
al zit een stukje.
De gebouwen zijn er voornaam, maar
ingetogen. Als in Kirkland House, één
van de dertien huizen waar de doctoraal
studenten wonen, een studente op een
vleugel preludes van Chopin speelt, in
een hoge ruimte met donker hout, de
portretten van mensen die tot de ge
schiedenis van Harvard behoren aan de
muren, met clubfauteuils en een open
haard, dan is het alsof Harvard zich even
losmaakt van de Verenigde Staten en
zich voorzichtig laat opnemen in het ou
de Europa. Maar die constatering berust
natuurlijk op een vooroordeel.
Donald H. Pfister, professor in de bio
logie en master van Kirkland House,
vertelt van een ontmoeting die hij kort
geleden met een Britse collega had. „Ik
hoorde hem een telefoongesprek met z'n
vrouw voeren. Op een gegeven moment
zei hij, nogal verbaasd: het is hier rede
lijk beschaafd...". Pfister: „Eigenlijk had
ik me erover moeten opwinden, maar ik
vond het nogal amusant".
Harvard is geen grote universiteit, al
geldt dat wel voor sommige onderdelen.
De bibliotheek bijvoorbeeld, die de
grootste ter wereld is met 10,5 miljoen
boeken. Het verhaal gaat dat de Ameri
kaanse schrijver Thomas Wolfe op de
bovenste verdieping begon en vandaar-
uit naar beneden zou willen werken, in
de pure verrukking over het feit dat hij
al die boeken even uit de kasten zou
kunnen nemen en vasthouden.
Waardevol
Ruim zestienduizend studenten
werken op Harvard: zo'n 6500 doctoraal
studenten, die bijna allen door de uni
versiteit worden gehuisvest, en onge
veer 10.000 studenten die, verdeeld over
dertien faculteiten, werken aan hun
proefschrift. De huisvesting die Harvard
haar doctoraal-studenten garandeert is
in zekere zin uniek in de Verenigde Sta
ten. Ook hier is te zien hoezeer de opzet
van de universiteiten van Oxford en
Cambridge Harvard hebben beïnvloed.
Er zijn dertien huizen, alle gegrond
vest op het idee dat een student zich niet
alleen in de collegezalen ontwikkelt,
maar meer nog daarbuiten, tijdens lun
ches, thee. De oprichters van Harvard
zeiden destijds: „Harvard moet een ech
te universiteit in de Engelse zin van het
woord zyn. Een gemeenschap van do
centen en studenten, die samen met el
kaar onder hetzelfde dak wonen, en niet
alleen tijdens de studie samenwerken,
maar ook tijdens de maaltyden en de re
creatie". David Rosenzweig, één van de
studenten, noemt Harvard juist vanwe
ge dit systeem een „waardevollere erva
ring".
Elk jaar willen veertienduizend stu
denten die de 'highschools' verlaten op
Harvard worden opgenomen. Voor
slechts 1600 van hen is er plaats. En ei
genlijk wil iedereen die iets in z'n mars
heeft wel naar Harvard toe. Osment:
„Mijn dochter gaat dit jaar ook studeren.
Tegen mij zegt ze dat ze niet naar Har
vard wil, terwyl ik geloof dat ze juist
heel erg graag zou willen. Maar zo be
schermt ze zichzelf, net zoals zoveel an
dere studenten. Dan is de klap niet zo
hard als ze wordt afgewezen".
En ze willen graag, want toegelaten
worden tot Harvard betekent dat je lid
wordt van een intellectuele elite. Somige
studenten doen er alles aan om naar Har
vard te komen. „Er zyn er die al op de
kleuterschool beginnen met de voorbe
reidingen", zegt David Aloian met een
glimlach.
Filosofie
In de wijze waarop de studenten wor
den geselecteerd, komt de filosofie van
Harvard het best tot uiting. Aloian: „We
zoeken niet alleen mensen die op een in-,
tellectueel hoog niveau staan, brainy-
brainy zijn, maar ze moeten ook op an
dere terreinen uitblinken. We nemen
geen genoegen met alleen een supergoe
de student, maar hij of zij moet meer in
z'n mars hebben: een goeie cellist zijn,
de aanvoerder van een klas, breed geïn
teresseerd".
Harvey Osment: „De eerstejaars beho
ren per definitie tot de top-vijf van de
highschools, en dan gaat het niet alleen
om de intellectuele top, maar om meer.
Als je ze ziet dan zijn ze gewoon goed. In
alles wat ze doen. Je ziet uitmuntend
heid. Harvard creëert al dat talent niet,
maar brengt het samen. Dat is wat Har
vard speciaal en anders maakt: de hoge
eisen die ervoor zorgen dat we verdomd
goeie mensen krijgen".
Aloian: „Soms denk ik weieens: ze zijn
té goed. We verdienen ze niet".
Het is deze selectie die duidelijk
maakt dat de studenten die Harvard be
zoeken niet een doorsnee van de Ver
enigde Staten vormen. Er wordt wel een
beetje op gelet dat Harvard niet een ge
heel blanke gemeenschap wordt, maar
daar houdt het dan ook wel mee op.
Ben Kaplan, die een proefschrift over
de reformatie in Nederland in de 17e
eeuw voorbereidt, weet niet zo goed wat
hij aanmoet met de de wijze waarop zijn
professor Harvey Osment over de stu
denten spreekt. „Ik wilde dat hy dat niet
gezegd had. Het klinkt zo overdreven".
David Rosenzweig (die geschiedenis
als hoofdvak heeft) en Joel Gatz (econo
mie) zien Harvard als een universiteit
die meer dan elke andere universiteit
een grote verscheidenheid aan goed on
derwijs biedt. David Rosenzweig: „Dat
is voor mij het aantrekkelijke. Als je er
behalve je hoofdvak een studie bij wilt
doen, biologie bijvoorbeeld, dan weet je
gewoon dat je bij een verdomd goeie
professor terecht kan".
Vooroordelen
Joel Gatz: „Er bestaan natuurlijk nog
al wat vooroordelen over Harvard. Je
zou bijvoorbeeld hele rijke ouders moe
ten hebben. Mensen denken dat je ryk
bent, gewoon omdat je aan Harvard stu
deert. Maar dat is echt onzin. Zeventig
procent van de studenten zit hier met
een beurs. Het is simpel: als ze goed ge
noeg zijn, dan komen ze hier, los van de
vraag hoeveel geld hun ouders hebben".
Gatz: „Maar het is niet genoeg om al
leen maar een goeie student te zijn. Het
kan zelfs gebeuren dat een briljante stu
dent niet wordt toegelaten omdat-ie al
leen maar briljant is, en meer niet". Gatz
heeft, ook voordat hij naar Harvard ging,
naast z'n studie nogal wat journalistiek
werk gedaan. David Rosenzweig zingt;
hij is lid van de Jazzy Krokodiloes en
tour-manager van de groep die deze zo
mer aan een wereldomvattende toernee
begint en onder meer naar Amsterdam
komt.
David Rozenzweig: „Een studie hier
kost 15.000 dollar. Maar de universiteit
kan je een beurs tot maximaal 12.000
dollar geven. De rest moet je zelf erbij
leggen. En als je familie helemaal geen
geld heeft, dan helpen ze je bij het zoe
ken naar een baan. De regering subsi
dieert vaak een deel van het loon dat een
bedrijf aan een student betaalt. In myn
geval zorgt mijn vaders bedrijf voor een
deel van het geld".
De eisen die aan de studenten worden
gesteld worden op vergelijkbare wyze
aan de hoogleraren opgelegd. De proce
dure is lang en slopend. Als er een vaca
ture is, kunnen leden van een faculteit
de namen noemen van kandidaten van
over de gehele wereld. Als er een vorm
van selectie is geweest, komt de presi
dent van Harvard met een eigen ad-hoc
commissie, die hoogleraren van overal
vandaan haalt om als een soort recht
bank te fungeren die oordeelt over de
kandidaten. Dat kan een jaar of twee du-
Kardinaal
Harvey Osment: "Dat is een zeer zorg
vuldige procedure, maar die heeft na
tuurlijk een nadeel. Want iemand die
overblijft en uiteindelijk wordt be
noemd zou wel eens kunnen gaan den
ken: ik moet wel de beste van de wereld
zyn. Zo iemand kan wel eens last krijgen
van prima donna-achtig gedrag".
David Aloian: „Je wordt nog makkelij
ker kardinaal dan hoogleraar aan Har
vard".
Osment: „Het is natuurlijk illustratief
voor Harvard. Zowel studenten als do
centen zijn zeer individualistisch inge
stelde mensen, met een sterke eigen wil.
Daarom kent Harvard weinig regels en
is de universiteit nogal gedecentrali
seerd. Iedere professor is zelf een com
plete faculteit. Harvard beschouwt het
als het recht van een individu om z'n ei
gen weg te zoeken. Er is geen beleid dat
overal op past".
„In zekere zin kan Harvard een arro
gante gemeenschap lijken, van mensen
met nogal wat zelfvertrouwen. Maar dat
is de uiterlijke kant van de zaak. Vooral
de studenten hier werken onder heel ho
ge druk, want ze moeten elke keer weer
goed zyn. Er is altijd weer die twyfel:
zou ik dan de enige fout zyn die Harvard
by z'n toelatingsbeleid heeft gemaakt?"
Osment: „Harvard is in zekere zin een
grote bazar, waar iedereen z'n eigen tent
neerzet en z'n spullen neerlegt Iedereen
voert z'n eigen show op. Er is wel een
gemeenschapsgevoel, maar hier leeft
vooral het idee datje de creatieve indivi
du z'n gang moet laten gaan. Teveel re
gelingen leiden alleen maar tot een zeke
re gelijkschakeling. Wat dat betreft be
nadert Harvard de Amerikaanse filoso
fie het dichtst. Die vrijheid is het gehei
me wapen van Harvard".
David Aloian: „In feite bestaat Har
vard niet Er zyn hier allemaal kleine
universiteitjes. Harvard bestaat alleen in
het hoofd van Derek Bok, de president,
en ook hij kan niet anders dan een in
compleet beeld hebben".
Invloed
Maar Harvard bestaat niet alleen uit de
universiteit, de studenten en de profes
soren. Over de gehele wereld zyn de af
gestudeerden te vinden, en de meesten
zyn verenigd in Aloians Harvard Alum
ni Association. Aloian: „Byna elke grote
westerse stad heeft een eigen club van
afgestudeerden. Zelfs in Peking zit er te
genwoordig één. En dan gaat het niet al
leen om een goed gesprek".
De meeste 'alumni' blyven hun hele
leven lang trouw aan Harvard. De uni
versiteit, een particuliere instelling, is
voor een voornaam deel afhankelijk van
hun financiële bijdrage. En er wordt
flink wat geld gegeven, zegt Aloian. Har
vard houdt de banden met de alumni
strak. Hoogleraren worden uitgenodigd
spreekbeurten op de clubs te vervullen;
als ze dat doen betaalt Harvard de vlieg
tickets.
In zekere zin hebben de 'alumni' een
netwerk van invloed en macht over de
wereld gelegd. Maar ze fungeren ook als
ontdekkers van talent. In eigen land hel
pen ze bij de selectie van highschool-stu-
denten.
David Rosenzweig: „Ik wil dit jaar, als
ik klaar ben, graag een jaar in Parys
werken bij één van de grote advocaten
kantoren. Ik schrijf gewoon brieven
naar de afgestudeerden die daar werken,
maar ik ben ermee opgehouden om al
hun namen te noteren. Zoveel zijn het
Harvard is een elite, zoveel zal duide
lijk zijn. Het Amerikaanse voortgangs-
geloof is op individuele schaal bij iedere
student of hoogleraar terug te vinden.
Drop-outs zijn er nauwelijks: 1 a 2 pro
cent van de studenten valt af.
Kwaliteit
De speurtocht naar kwaliteit die ken
merkend is, beïnvloedt de gehele omge
ving. Zoals in 'Au Bon Pain', een koffie-
huisje waar croissants worden verkocht
bij Weense walsen. Aan de muur hangen
koperen plaatjes met daarop de naam
van de 'werknemer van de maand' ge
graveerd.
De student die 's avonds klein geld be
delt en de oude neger die met een kar
tonnen doos op zoek naar een slaap
plaats gaat, kunnen daar weinig aan af
doen. Harvard kan wel een klein krasje
hebben.
Het houten huis waar de eerste president van Harvard, Eaton, woonde. George Washington had er ooit zijn
hoofdkwartier.
Op Harvard wonen niet alleen studenten die brainy-brainy oftewel hoogst
intelligent zijn. Om op deze universiteit te kunnen komen moet je meer in je
mars hebben. Goed cello kunnen spelen bijvoorbeeld. Op Harvard wordt al
het talent samengebracht. Ze zijn gewoon goed, in alles wat ze doen". Harvard
is de oudste universiteit van de Verenigde Staten. In 350 jaar heeft ze 29
Nobelprijswinnaars afgeleverd.
door Hans Laroes